COURANT; A°. 1830. LEYDSCIÏE \njU'2Mr DEN 23sten OCTOBER. VRIJDAG PUBLICATIE. Burgemeester en Wethouders der Stad Levden, geven bij deze kennis aan de Ingezetenen derzelver Stad, dat op den sden October 11., door de Kiezersvergadering ter vervulling der openstaande Raadsplaatscn, tot Leden van den Edelen Achtb. Raad de zer Stad zijn verkozen, de Ileeren N1COLAAS CORNELIS de GYSELAAR en Mr. ISAAC LAMBERTUS CREMER van den BERGH, cn dat gemelde Heeren, op heden, in de vergadering van den Raad, den vcreischten eed hebben algelegd en geinstalleerd zijn. Aldus gedaan en gepubliceerd, op den 27 October 1836. J. G. de Mey. Ter ordonnantie 'van dezelve, P. A. du Pui. NEDERLANDEN. Leyden den 27scen October. Men meldt uit s Gravenhage van den 2Óscen dezer het volgende: Het adres der Stacen-Generaal aan Zijne Maj. den Koning, in antwoord op de Troonrede strekkende, is, na gisteren door de Eerste Kamer aange nomen te zijn, heden, door eene vereenigde Commissie der beide Kamers, den Koning aangeboden. Bij Zijne Maj. toegelaten zijnde, heefc de voor zitter der Eerste Kamer, de heer fV. F. Graat van Reede, dat adres den Koning voorgelezen. Zijnde van den volgenden inhoud: „Sire! „Wij achten ons gelukkig, als Vertegenwoordigers des Nederlandschen Vólks, van nieuws aan Uwe Majesteit de hulde van onzen eerbied en liefde openlijk te mógen toe brengenen onzen dank aan Iloogstdezelve te becuigen, voor de mededeelingen, bij het w.eder openen onzer vergadering ontvangen. Rekende Uwe Majesteit het een bijzonder voorregt, daarbij de zegeningen te erken nen', door het Vaderland in den tijdkring sedert onze jongste zitting genoten, niet min der waarderen wij dezelve met betamelijke gevoelens van dankbaarheid. „Met de gansche Natie deelden wij in de regtmatigc vreugde van UwerMajesteits Huis over de geboorte van den Prins, aan Uwer Majesteits beminden tweeden Zoon geschon ken cn bieden thans onze welmeenende gelukwcnschen deswege plegtig aan. 'Met belangstelling hebben wij de verzekering ontvangen van Uwer Majesteits voort durende betrekkingen op denzelfden voet van vriendschap met de vreemde Mogendheden. Wij hopen dat dezelve bevorderlijk mogen zijn voor het welzijn van het Vaderland. Wij juichen de zorg toe, door Uwe Majesteit aangewend, om de vraagstukken, die ziel' in onze buitenlandschc staatkunde ter regeling aanbiedenaan de beginselen van regt, billijkheid cn goede verstandhouding te toetsen, ons verheugende in Iioogstdeszells rne- dedeeling, dat die zorgen de gewenschte vruchten hebben gedragen. Gaarne hadden wij teven? vernomen, dat eene zaak van zoo veel gewigt, en welke in'zoo naauw verband staat met de welvaart van Nederland, als de regeling onzer aange legenheden ten aanzien van België, op eene voor het Vaderland eervolle wijze tot stand had kunnen worden gebragt. Met genoegen zullen wij de mededeelingen ontvangen, waarin Uwe Majesteit ons de blijken toezegt, dat Hoogstdeszelfs gcheele aandacht op dit voor de Natie zoo belangrijk onderwerp gevestigd blijft. Aangenaam is het ons, de zee- en landmagt bij voortduring op eene voldoende wijze aan' hare bestemming te zien beantwoorden. Het ontslag van eene cn het onbepaald verlof aan eene andere ligtïng der Nationale Militie reeds verleend, strekken ons ten waarborg, dat dit ontslag door "Uwe Majesteit, voor zoo verre en zoo spoedig de omstandigheden dit slechts eenigzins zullen gedoogen in het belang der Natie meer cn meer zal worden uitgebreid. Met genoegen vestigen wij het oog op de geregelde werking van het binnenlandsch bestuur en op hetgeen onze binnenlandsche toestand voldoehend oplevert, zoo ten aan zien van tocnemeuden handel, scheepvaart en nijverheid, als van den staat der vissche- rijenhet behoud van dijken en zeeweringen en de verbetering van vaarten en wegen. Wij vlcijen ons dat de gunstiger uitzigtenaan den landbouw geopendbij de betere pryzen van sommige voortbrengsels cn den ruimen oogst van andere, verwezenlijkt zul len worden. „De goede mrigting van het openbaar onderwijs en daardoor bevorderde beoefeningen van kunsten cn wetenschappen is eenc der gewigtigste onzer binnenlandsche aangelegen heden waarvan wij de bevredigende uitkomsten steeds op hoogen prijs schatten. Met de meeste belangstelling ontwaren wij Uwer Majesteits mededeelingen omtrent dc'rust en orde in onze Överzecschc bezittingen heersch'eiidecn omtrent de goede ge volgen der nieuwe inrigtingen in Neêrlandsch Indië. Naauw is de bandwelke de wel vaart dier bezittingen aan die van liet Moederland hecht. Wij hopen dat, waar vroeger rustverstoring plaats had, dezelve spoedig voorde genomen maatregelen geheel zal wijken. Opbeurend zijn de verzekeringenons door Uwe Majesteit vooiioopig gegeven aangaande 's Rijks geldmiddelen cn de daaruit te verwachten vermindering van lasten. Wij zullen de daarmede in verband staande wetten der begrooting zorgvuldig en naauw- gezet overwegen, ten einde met Uwe Majesteit total wat de lasten der Natie kan verlig- ten en het openbaar vertrouwen bevestigennaar ons vermogenmede te werken, „Terwijl Uwe Majesteit onze aandacht op de naderende en zoo zeer verlangde vol- tooijing en invoering der Nederlandsche wetgeving bepaalt, vinden wij ons daardoor des tc meer aangemoedigd om onophoudelijk met gelijken ijver voort te gaan in het onder zoek van alles wat ons, daartoe betrekkelijk, nog staat aangeboden te worden. „Uwer Majesteits verwachting, welke op onze medewerking staat maakt, zal niet falen. Ook wij gevoelen de dure verpligting om het goede, door de Voorzienigheid aan ons geschonkendankbaaronder opzien tot den Almagrigeaan te wenden tot bevesti ging en bestendiging van Neêrlands welvaart en geluk. Daartoe willen wij alle krachten inspannen; daartoe 'met gemeenschappelijk vertrouwen en overleg werkzaam zijn; daartoe ons het heil des dierbaren Vaderlands voorstellenals het ecnig doel van alle onze han delingen," Overmorgen, Vrijdag, zal de Tweede Kamer der Scaten-Generaal eene zitting houden, waarin de Commissie, belast geweest, om zich op heden niet die der Eerste Kamer, naar Zijne Maj. den Koning te begeven, ten einde Hoogstdenzelven het zoo even vermelde adres der Staten-Generaöl in antwoord der Troonrede, aan te bieden, haar verslag zal doen, en Zij ner Mais. antwoord op dat adres zal kenbaar maken. Na de zitting is er eene bijeenkomst met gesloten deuren belegd, waarin, naar men verwacht, eene staatkundige mededeeling aan de Kamer zal worden gedaan. De afdeelingen der Tweede Kamer zijn met het onderzoek der begroo- tings-wetten reeds ver gevorderd. Naar men verneemt, zullen binnen kort aan de Tweede Kamer worden aangeboden nieuwe opstellen van de ontwerpen van wet, betrekkelijk de ontginningen van woeste gronden, welke ontwerpen in de vorige zitting iniet afgehandeld zijn geworden. Laatstleden Zondag, den 23sten dezer, is van zijne reize door het Noorden van Duitschland, in deze Residentie teruggekeerd, de Hoog-Wel- geboren heer Staatsraad, Baron van JVestreenen van Tiellandt. Terwijl Zijn Hoog-Wel-geboren, eenige weken geleden, door Zijne Maj. den Keizer van Rusland met de orde van St. Anna, tweede klasse, begiftigd is geworden, is Baron van JVestreenen thans, door Z. D. H. den Groot-Hertog van Saksen- Weimarmet het Commandeurs-kruis der orde van den Witten Valk begif tigd geworden. Het heeft Zijne Maj. behaagd bij kabinetschrijven van den i4den dezer, N°. 101goed te keuren de verkiezingen door de eerste klasse van het Ko ningrijk'Nederlandsche Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten, te Amsterdam, van de heeren .7. PDclprat> Majoor-Ingenieur en tweeden Commandant der militaire Akademie te Breda; A. Lt'pkens, Adviseiiy in zaken van werktuigkunst en scheikunde bij het Ministerie van Binnenland, sche Zaken in 's Gravenhage; JV. S. Swa/t, Hoogleeraar in de Natuur- en Scheikunde aan het Athenaeum Ulustre te Amsterdam, eri C. .7. Teniininck Directeur van 's Rijks Müseum van Natuurlijke Historie te Leiden, toe le den; en van den heer F. Arago, Secretaris der Akademie van wetenschap pen te Parijs, toe geassocieerde. De eerste klasse heeft tot correspondenten verkozen, de heeren R. Lobat- toAdviseur voor de maten en gewigten bij het Ministerie van Binnenland sche Zaken; J. IV. Ermerins, Iloogleeraar in de wis- en natuurkundige we tenschappen te Groningen; C. M. van Dijklid der provinciale Commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorZigt, en van het Utrechtsch Genoot schap van kunsten en wetenschappen te Utrecht; Becquerellid van de Aka demie van wetenschappen te Parijs; Ramon de la Sa,gr aMed. Doet. en Hoog leeraar in de kruidkunde te Cuba; en F. C. Schmerlinglid Van verscheidene geleerde genootschappen te Luik. Uit Amsterdam meldt men van den 25 October: Aan de waakzaamheid der policie is het op nieuw gelukt eene vrouw, welke verminkte muntspeciën in omloop bragt, alsmede de vermoedelijkea dader der verminking van die voorwerpen, te arresteren. Uic Rotterdam meldt men van den 25 Occober: Heden ten drie ure is van 's Rijks werf met goed succes van stapel ge. loopen de uitmuntend gebouwde stoom-corvet de Phoenix SPANJE. Berigten over Parijs van den 23 October. Het gerucht heeft te Tortoni geloopen, dat Madrid den iöden verlicht was geweest, ten gevolge van de bevestiging der overwinning van Aiaix op Gomez. De Ajentamiento van San-Sebastian heeft aan het Gouvernement van Madrid eene zeer levendige voorstelling gedaan van de behoefte van den. Generaal Evans. Men schrijft van Madrid, dat de aankomst van den heer Caze in die stad onder het gevolg van den Gezant Latour-Maubourgin betrekking van eersten Secretaris der Ambassadezeer veel ongenoegen re weeg heeft ge bragt. Caze wordt beschouwd als een bekwaam man, maar zijne terugkomsc te Madrid met een officiéél karakter is eene soort van hoondaar Mendi- zabal hem uit Spanje voorleden jaar had weggezonden, als verdacht van het met de Carlisten te houden. Het schijnt, zegt een Fransch blad, niet waar te zijn, dat, zoo als men verhaalde, de Carlistische Bevelhebber Sanz in Asturie verslagen is. Den 4dert is hij in eene der wijken barriosvan Oviedo binnengekomen maar hij heeft het overige gedeelte der stad niet kunnen bezetten, hebben de de bezetting en de nationale gatden hem tot den terugtogt genoodzaakt. Den 5den heeft hij den nacht te Grado en deii 6den te Salas, op den weg naar Galicie, doorgebragt, en den 7den had hij zich naar de zijde van Cas- tilie gewend. De Brigadier Pion, die hem vervolgt, vond de opstandelin- gert den Ssten in de bergpassen van San Roque verschanst, alwaar hij hen, volgens zijn legerberigt, heeft aangetast; het schijnt evenwel niet, dat die aanval tot gevolgen heeft geleid, daar Peon zich den 9den nog teTineo be vond, terwijl de Carlisten den iiden Leon reeds bedreigden. Sanz heefc tot nu toe nagenoeg denzelfden weg gehouden, als Comes vroeger gedaan heefc. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft het volgend stuk bekend gemaakt: Madrid den 9 October 1836. Hoewel het ten allen tijde een der eerste pligten van de burgerlijke ge zagvoerders is, om op de groote- en binnen-wegen de openbare veiligheid te handhavendaar toch alle onderdanen gelijk regt op de bescherming van het bestuur Harer Majesteit hebben, zoo heeft de Koningin desniettemin mij bevolen, om u meer bijzonder aan te bevelen van door alle middelen, die onder uw bereik zijn, de aankomst der Afgevaardigden, welke de Cor tes moeten zamenscellen, te bevorderen; en zulks hetzij door hen een ge wapend geleide mede te geven, heizij door hen, zoodra er gevaar bestaat, te waarschuwen. Deze bezorgdheid Harer Majesteit is haar ingegeven door de overtuiging, 'dat de vijanden van den troon harer Doorluchtige Dochter en van de vrijheid niets zullen verzuimen, om mannen aan te randen, die de natie moeten vertegenwoordigen in eene vergadering, welke geroepen is, om het geluk van Spanje te verzekeren. Berigtcn over Parijs van den 24 October. De tijding van de nederlaag van Gomez door Aiaix wordt uit Madrid nog niet officieel bevestigd. De Cazeta bevat alleen het volgende: De Generaal Aiaix schrijft aan den Kapitein-Generaal van Grenada, on der dagteekening van den 11 October, uit Alcala la Real, dat Comez den 9den het vlek Priego heeft bezet, en dat die Bevelhebber, om ui: de on zekerheid wegens de stelling onzer troepen te geraken, te rade is gewor. den van parlementairen af te zenden, onder het voorwendsel van over de uitwisseling van krijgsgevangenen te onderhandelen. De Generaal Aiaix deze bedoeling ontdekkende, heeft de partij gekozen, om de gezegde par. lementairenzonder hen aan te hoorert. naar Grenada op te zenden: zij waren ten getale van vijf, namelijk een Colonel, een Adjudant, twee lan siers en een trompetter. Ook behelst de Cazeta den berlgt van het Bestuur der posterijen aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, hetgeen niet als officiéél aan te mer ken is: De troepen van den Generaal Aiaix hadden den I2den die van Comez in het gezigt; en volgens een postwagen-geleider, die heden ochcend is aan gekomen, schijnt het, dat men tusschen Alcanedete en Priego gestreden heelt, en dat de voorhoede van Gomez op de vlugt is gedreven. Dezelfde postwagen-geleider verzekert, dat de Generaal Espiuosa met zijne schitte rend krijgshaftige colonne te Cordova is binnengekomen. Nog wordt uit Cordova van den 9 October gemeld, dat Comez alleen het fort door eene list bemagtigd had; hij had namelijk de vrouw van eenen voornamen ingezetene der stad voor het fort gebragt, met bedreiging, dat hij haar en alle andere vrouwen zou doen doodschieten, zoo de bezetting zich niet overgaf. Men had daartoe dan besloten en de 1400 nationale gar den die in het fort waren, zijn gevangen genomen en weggevoerd. Ook

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1