Er loopt een gerucht, dat O'Coimell tot Procureur-Generaal voor Ier.
land benoemd zou zijn. De Tory-dagbladen meenen echter, dat hij zich nooit
met eene ondergeschikte bediening vergenoegen zou.
Met borstbeeld van den"ïï^M(j>g y^j» Bedford, staande in de beelden-ga-
lerij te Windsor, is, naar men vérz^fjit, op last van Z. M. weggenomen,
ter zake voornoemde Hertog zich mét.eene inschrijving ter ondersteuning van
Mr. O'Cormell en diens aanhangers zou ingelaten hebben.
Luidens den Times, zijn van Lord Lyndhurts krachtige en welsprekende
rede, waarmede hij, twee dagen voor.het prorogeren van het Parlement
het jongst gehouden gedrag der meerderheid van het Huis der Lords tegen
Zr. Ms. Ministers verdedigd en ten vollengcregtvaardigd heeft, reeds een en
twintig uitgaven verkocht. Over de verspreiding door geheel Engeland van
den heilzamen geest, welke in bewuste rede heerschende is, zegt dit blad
overigens zich zeer te verheugen, en het meent daardoor den val van Lord
Melbournes Kabinet, tot welzijn van Engeland, eenen stap nader gebragt
te zijn.
In de nabuurschap van Lincoln, in het Graafschap van dien naam, is
men thans met eenen stoomploeg werkzaamdie per dag 30 morgen eggen
en 8 morgen ploegen kan.
In brieven uit Ierland wordt geklaagd over de verregaande mishande
lingen, aan welke de Protestantsche Geestelijken op vele plaatsen zijn bloot
gesteld. Zelfs zou de Predikant van Doone, nabij Limerick, voor eenige
dagen ter naauwernood aan twee moordenaars zijn ontkomen, die met gela
den geweren zijn leven bedreigden. Men vreesde in den aanstaanden winter
voor meer dan gewonen wederstand der inwoners van de zuidelijke en weste
lijke graafschappen bij de invordering der tienden.
Gezamenlijke zich in deze hoofdstad bevindende Spanjaarden hebben
eergisteren morgen plegtig ook den eed aan de constitutie van 1812 afgelegd.
Uit Sidney, op Nieuw-Zuid-Wallis, heeft men in Engeland berigt ont
vangen, dat het naar Liverpool bestemd schip Edinburgh op zee door brand
is vergaan. Het was in den ochtend van 18 Maart uit Sidney gezeild met
eene lading wol, en had behalve twaalf man equipagie twee passagiers, aan
boord. Na twaalf dagen in zee geweest te zijn bemerkte men, dat de wol,
op welke wijze weet men niet, vuur had gevat, hetwelk spoedig zoodanig
de overhand kreeg, dat blusschen onmogelijk was. Allen begaven zich dus
in de groote boot, en het schip brandde tot aan het water af; na alzoo veer
tien dagen en een halven dag in volle zee met een broos vaartuig aan de
woede der baren blootgesteld geweest te zijnbereikten de schepelingen
gelukkig eindelijk het land, en wel niet ver van.de plaats van waar zij uit
gezeild waren.
F R A N K R IJ K,
Parijs den 13 September. Men meldt bij voortduring, dat er reeds onee-
nigheid in het Kabinet heerscht.
De Courrter Francais stelt de houding v^n het doctrinaire Ministerie, gelijk
met die van den gewezen Minister Potignac, onder de regering van Karei X.
Dezelfde impopulariteit bestaat er, zegt hijs dezelfde vermomming om het
land te bedriegen.
De Keizer van Rnsland, zegt dit blgd, is niet alleen te vreden zijn
leger, door eene buitengewone .ligging vgr^gtderd te hebben, hij denkt ook
over middelen om zijne nitgeputt^^gh.8tfcSc 'te vervullen. De Keizer Nico-
laas handelt over eene leening vgn ajg^miliioen in Holland, op de belasting
van Russische metalenzoo als koper, ijzer, platina en goud; en van eenen
anderen kant zullen er meer dan 250,000,000 roebels aan geld komen, uit de
contributie, geheven op de Russische heeren, ten' gevolge van de algemeene
ligting, welke de Keizer bepaald heeft.
Brieven van Petersburg van den 3osten melden, dat de Baron de Barantc,
in naam van het Fransche Gouvernement, verklaring gevraagd heeft, omtrent
de recrutering van 5 man op de 1000, waarvan de opgeleverde manschap op
100,000 moet gebragt worden, maar die nogthans veel meer zou opleveren.
De Graaf de Nesselrode heeft, zegt men, geantwoord, dat de maatregel
loor den Keizer voorgeschreven, geen ander oogmerk bad, dan om de gar-
Uiioens van het binnenland aan te vullen, welke door de dienstdoende man
schappen in Polen zeer onvoltallig warenterwijl die manschappen daar zoo
wel voor de rust van Duitschland, als van geheel Europa, niet konden ge
mist worden.
De Hertogen van Orleans en van Nemours, die zich eenigen tijd in het
kamp van Compiègne, alwaar 25,000 man Fransche troepen vereenigd zijn,
hebben opgehóuden, zijn den nden September op het kasteel der Tuilerien
teruggekeerd.
Het Fransche Ministerie heeft dezer dagen eene uitzondering toegestaan
op de nog altijd van kracht zijnde wet, volgens welke de naaste bloedver
wanten van Napoleon voor altijd uit Frankrijk verbannen zijn. Het heeft aan
de zuster van dien veroveraar, weduwe van den gewezen Koning Murat,
toegestaan, om tot herstelling harer-igezondhcid en behartiging harer zaken,
drie maanden in Frankrijk te verblijven. Zij is den 10 September te Mar
seille aangekomen, en reist onder, daflnaam!:Van Gravin de Lippano.
Een 14 September, tiet, Journal desDibats bevat:
Op de weigering van den Maarschalk Soulr, is, zegt men, de portefeuille
van oorlog aangeboden aan den Graaf de Caux. De eerbiedwaardige Gene
raal heeft niet gemeend dezelve te kunnen aannemen; hij betreurt het, dat
zijne jaren en de staat van zijne gezondheid hét hem niet toelaten, zich met
hooge en moeijelijke werkzaamheden meer te-'belasten.
Men berigt als stellig de aanneming van den heer Martin du Nord)
welke aan den heer Passy zal opvolgen in zijné betrekking als Minister van
koophandel en openbare werken.
Men zeide deze morgen, dat het Ministerie voor het einde van Octo
ber zou ontbonden wezen.
Men verzekert, dat de heer Thiers vele zendingen van den heer Monta-
livet, sedert zijn vertrekontvangen heeft, en dat hij zou belast wezen, om
met het hof van Berlijn, als intermediaire van den heer Bresson eene oplos
sing van de Hollandsch-Belgische zaak te bespreken. De gelijktijdige zen
ding van den heer Cousin naar den Haag, heeft niemand misleidt, vooral daar
men vernam, dat de edele Pair, zeer onkundig in de Nederlandsche taal,
geweigerd heeft eenen Secretaris mede te nemen, zeggende: „Aan het hof
van Holland spreekt iedereen Fransch.
Volgens berigten uit Oran tot den 23 Augustus, begon Abdel-Kader
aangemoedigd door de vermindering die het Fransche bezettingsleger van Al
giers onlangs heeft ondergaan, het hoofd weder op te steken. Hij heeft op
roepingen aan alle regtgeloovige Muzelmannen onder de Arabische volks
stammen rondgezonden, om hen tot verdrijving der ongeloovige Franschen
onder zijne vanen te roepen. Laatstelijk was hij met 3000 ruiters en 1200
man voetvolk aan de rivier Habra gelegerd. De Generaal de TEtang, die
te Oran bevel voert, heeft met de bezetting dier stad, van den töden tot
den 21 Augustus, eenen togt door de» omtrek gedaan, en is daarbij met
benden vijandelijke Arabieren handgemeen geweest. De Fransche soldaten
moeten op dien togt vreesselijk veel door de hitte hebben geleden. Vier
hunner hebben zich uit wanhoop voor het hoofd geschoten.
Den 15 September. Het Is waarschijnlijk, zegt het dagblad laPaix,
dat de Moniteur morgen eene Koningrijke ordonnancie zal bevattenwelke
den heer Martin Qdu Nordtot lid van het Kabinet van 6 September benoemt.
Men schrijft uit het kamp van Compiègne, dat de manoeuvren den
léden zouden beginnen. Het weer, hetgeen zeer ongunstig begint te wor-
den, maakt het voor de troepen niet aangenaam. De infanterie, welke bi-
votiakkeren moet, lijdt veel. Reeds zijn eenige soldaten, ten gevolge van
kwaadaardige koortsen, gestorven.
Uit Lyon meldt mendat in de omtrek van 'die stadeen werkman hl
eenen put. welken men bezig was te graven^door het instorten van zand bijna
geheel bedolven is. Reeds heeft hij elftdagen in dien toestand voortgeleefd,
door eerre kleine tusschenruimte kan hem spijs worden toegestoken en men
wendt alle mogelijke pogingen aan om hem te redden,
MENGELINGEN.
OORSPRONKELIJKE INWONERS
VAN
BRAZILIË.
(.Kervolg en slof).
Op den eersten aanblik heeft de oorsprokelijke Braziliaan een zacht én
eenvoudig uiterlijkmaar bij nadere waarneming ontdekt men in hem ccncn
woesten, valschen en wraakgierigen inborst. Bij alle de stammen gaan de
beide geslachten geheel naakt en beschilderen zich het ligchaam met kleuren,
getrokken uit de jenapapos of uit den boom genaamd racron. Deze laatste
kleur is helder rood en geeft aan de daarmede opgeschikte een wreed aan
zien. Somtijds verwen zij zich zwart, andere malen wit, of wel half wit en
half zwart. Vooral hebben zij de gewoonte zich een of ander deel van het
ligchaam te misvormen, hetgeen hun soms een zonderling aanzien geeft.
Alzoo maken zich de Botocudos eene insnijding in de onderlip of in de oor
lel, en plaatsen er kleine stukjes hout in, waardoor lip en oor eene buiten
gewone grootte verkrijgen.
De Mouras plaatsen aan de twee uiteinden van hunne bovenlip twee groote
tanden van het dier. genaamd once, welke naar groote slagtanden gelijken.
Een derde tand wordt in de kin gevestigd, alwaar dezelve eenige overeen
komst heeft met de imperiale van eenen hedendaagschen dandy. De Manu-
runas, een stam, welke de oevers van de Javari in het bevelhebberschap van
Para, bewoont, beprikken en besmeren zich het aangezigt aan beide kanten
van den neus. De lippen ondergaan eene gelijke bewerking, terwijl twee
arara-vederenaan de beide hoeken van den mond geplaatst, dit sierlijk
tooisel volmaken. De Juris, verwen zich het gezigt, van af den mond tot
onder de oogenin het blaauw. De Juris Topocas dragen vrij aardige ver
sierselen van vederen vervaardigd, en omhangen zich den hals met eene
menigte snoeren tanden van verschillende dieren.
Hoewel de Brazilische bevolking volmaakt gelijk is, wat het karakter, de
zeden en de gijzondere gewoonten betreft, zoo dat men dezelve voor ééne
natie zoude houden, bemerkt men toch een groot verschil in hunne taal op,
zoo zelfs, dat de eene stam den anderen niet verstaat. Alle deze talen zijn
zeer onvolmaakt wat de zamenstelling betreft. Hunne woordenverzameling
strekt zich niet verder, dan tot de voorwerpen van dagelijks gebruik uit; en
kan niet het minste ingewikkelde denkbeeld doen verstaan.
De Indiaan is oogenschijnlijk zeer koelbloedig. Alle zijne gevoelens schij
nen in eene soort van doffen slaap te zijn gedompeldhij voldoet aan zijne
dierlijke behoeften zonder zich om iets anders te bekreunen. De sterke dran
ken bemint hij bovenmatig. De hoeveelheid rum en brandewijn, welke een
Braziliaan kan gebruiken, is verwonderlijk.
Wanneer hij zich niet met de jagt bezig houdt, slaapt hij, of blijft uren
lang op den grond gezeten in eene onbewegelijke houding. Niets kan zijne
aandacht tot zich trekken, dan de aanblik valt de maan: dit hemelligchaam is
voor hem de oorsprong van alle verschijnselen der natuur, de beschikker van
het goede en kwade; door deszelfs verschillende aanzigcen berekent hij den
tijd. Het goede dat hem overkomt gaat onopgemerkt voorbij; bet kwaad
aileen kan op zijn zwaarmoedig gestel eenen blijvenden indruk te weeg bren
gen; zijne geheele aandacht is slechts.op een punt gevestigd, zijn zelfbe
houd; vreemd aan alle erkentelijkheid, aan alle eerzucht, aan elke edele
hartstogt, toont zijne liefde voor zijne gezellinne zich alleen door minnenijd,
de eenige hartstogt, die met en benevens de wraakzucht, in staat is zijne
ziel aan hare gewone ongevoeligheid te onttrekken. Gewoon zijnde gedurig
onmetelijke bosschen door te trekken, en geheel volgens de wetten der na
tuur levende, hebben zijne zinnen, gedurig door de noodzakelijkheid ge
scherpt, eene bijna ongelooflijke volmaaktheid verkregen.
Onder alle wapenen der verschillende stammen van den aardbol, is voor-
zéker de reusachtige boog der Brazilianen de vrcesselijkste: dezelve is zeven
of acht voeten lang, en van rood hout gemiakt. De pijlen met eene soort
van riet, taquerasses genaamd, vervaardigd, zijnvandric verschillende groot
ten en dienen voor de jagt of voor den oorlog. De behendigheid, welke zij
bij het behandelen van dit gevreesd wapen aap,,den dag leggen, is verwon
derlijk. Niets, tot zelfs het kleinste voorwerp-, kat) hun ontgaan. De vol
ken die de oevers der Maragnon en Rio-^Te^ro bewonenbedienen zich bui-
tendien nog van knotsen en blaaspijpen,"syggrmede zjj kleine vergiftigde pij
len tot op eenen afstand van 36 a 45 Nederlandsche ellen kunnen werpen.
Het vergif, waarin deze pijlen gedoopt zijn, is zoo zwaar, dat een cnmidde-
lijke dood het gevolg der minste verwonding met dezelve is. Echter kan
het wild dat met dezelve gedood is, zonder gevaar worden gebruikt: het
bereiden van die vergif is een geheimdat alleen bij de Brazilianen van die
streken bekend is. In het oosten en zuiden van Brazilië kennen de wilden
geene vergiftigde wapenen.
De rutve en onbeschaafde staat der Indianen van Brazilië, vergeleken bij
de gevorderde beschaving der Peruanen tijdens de verovering door de Span.
jaarden, is een problema, waarvan de oplossing aanleiding tot verschillende
stellingen heeft gegeven. Men heeft daarbij onder anderen opgemerkt, dat
de wilde stammen, bewoners van een klein land, zich spoediger beschaven
dan die, welke Over een groot land verspreid zijn; om dat zij vroeger ge
noodzaakt worden de jagt vaarwel te zeggen om zich aan den landbouw over
te geven. Deze zelfde reden bestond bij de oude Peruanen, die door de na
tuurlijke grensscheiding der Andes in hunne valleijen opgeslotenniet lang
jigers konden blijven.
Maar de Braziliaan verkeerde niet in dezelfde omstandigheden en daarom
dwaalt hij nog voortdurend in zijne ommetelijke bosschen, alwaar hij de Eu-
ropesche beschaving tart. Zoodanig is hunne lust voor deze hunne wilde
onafhankelijke levenswijze, dat een groot aantal dergenen die door de Por
tugezen gevangen en in de Europesche kunsten zijn onderwezen geworden,
bij de eerste gelegenheid de beschaving ontvlugten om hunne eerste levens
wijze te hervatten.
Een digte sluijer houdt de oude geschiedenis dezer Indianen verborgen.
Even als bij alle oude volken des aardbols meent men bij hen de onzekere
overlevering van eenen algemeenen zondvloed te vinden. Overigens moet
men aan de vroeger gemelde armoede hunner spreekwijze toeschrijven, dat
men niets verder hieromtrent is te weten gekomen, daar éij er, zelfs bij
wijze van overlevering, niets van weten te zeggen.
PUBLIEKE TUINEN TE BERLIJN.
De inwoners van Berlijn zijn even als die der meeste andere steden zeer
verlangend, om 's Zondags, alle zaken, welke hen gewoonlijk bc-zig hou
den, af te schudden, ten einde buiten, de frissche lucht in te ademen en
eenige uren in een aangenaam farnienta door te brengen. De hoogere kias-