A". 1836. L E Y D S C II E CÖURAN T. r VRIJDAG '1; feryuMBm If DEN i6dcn SEPTEMBER. KENNISGEVING. "Burgemebbter. en. Wethouders der Stad Leyden, geven bij deze kennis aan de Ingezetenen dezer Stad, dat in de vergadering van den Ed. Ach tb. Raad, op heden ge houden, bij stemopneming gebleken is, dat door de stemgeregtigde Ingezetenen, ter ver vanging van het aftredende een derde deel der Kiezers en ter vervulling van eene door overlijden opengevallene plaats, bij meerderheid van stemmen zijn verkozen de Heéreu: Prof. Cornells Jacobus van Assen, Anthonie Bernardus Bar keyNz. Abraham Blusséde Jonge, Johannes Brill. Frederik Hendrik Lodewijk Doncker- mann. Mr. Jaques Leonard Dozy, Pieter van Hemeren, Jan van Hen kei omSenior, welke," ïiiet de aangebleven Kiezers Dr. Paul Godfried van Hoorn Mr. Paul Francois I-lub recht. Dr. Willem Leemans, Jonkh. Mr. Berend Leve tot Aduard Jonkh. Mr. Jean Gijsbcrto de Mey. Jonkh. Mr. Leopold Petrus Adrtanus van Puit hammeren Gijsbert van der Spruyt, de Ileeren Abraham IlarteveltJz. Hendrik Pieter van Kaathoven, Mr. Willem Pieter Kluit. Cornells Leembruggen. Abraham Librecht Lezvyn. Mr. Johannes Hubert us Lisman. Mr. Corneille Jean Luzac. Mr. Jacob Fred rik Constant ijn Moltzcr. Mr. Pieter van Outeren. Samuel Jacob le Poole. Paul dti Rieu Hendrik Roskes. Mr. Albert Otto Ernst Grave van Lim burg Stirufnen Jean Toussairit. tot op den 30 September 1839, het Kies-Kollegie dezer Stad zullen uitmaken, behoudens echter de bepalingen, vastgesteld bij Zijner Majesteits besluit, van den 24 December 1829, N°. 123, omtrent de vervulling der buitengewone vacatures. Aldus gedaan en gearresteerd1, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 14 September 1836. J. G. DE MEY. „::r:-noi^Eer ordonnantie 'van dezelve, j ifr S3 IBfiD P. A. du Pui. Jonkh. Daniel Frangois van Alphen Prof. Jan Bake. Pierre Bcnczèt. Thomas van Bergen. Mr. Johannes Tiberius Bodel Nyenhuys. Mr. Nicolas Bucaille. Mr. Iman Bonifacius Cornells Peter Can. Prof. Hendrik Cock. Mr. Pieter Samuel Crommelin. Petrus Cunaus. Mr. Andries Abraham Dillié. Benjamin Eigen tan. Casparus de Fremery. Diderili van Leyden Gael. Mr. Abraham van Genven. faffifcfetgfc: NEDERL AgN-4) E N. Leyden den i^den September. Gisteren namiddag ten 2 ure zijn alhier doorgekomen HH. MM. de Ko. ning en Koningin der Nederlanden, van het Loo komende en zich naar 's Gravenhage begevende. Gedurende dien en den vorigen dag zijn de Hof beambten, paaiden en rijtuigen;yamZijne Mij. deze stad doorgetrokken. Heden namiddag temjb jjreviSrjH'.dKw ill iprinses Albert van Pruissen ook deze stadmet gevolggejftijjgendgiiajgelii'ks naar 's Gravenhage gaande. Aanstaanden Zaturdag wftrdb ÜasKvK. H. de Prinses van Oranje verwacht, zich van iloogstderzelver lustsIot'Ce-'Soestdijk naar de Residentie begevende. Den 25Sten dezer zal alhier passeren Z. K. II. de Kroonprins van Pruissen, naar 's Gravenhage gaande. In ons Nommer van den I2den dezer, deelden wij eene corresponden tie uit 's Gravenhage mede, over de oneenigheid tusschen Engeland en onze Regering, ten aanzien der, zoo ais in de Engelsche dagbladen en door Lord Palmerston opgegeven wordt, te hoog gevorderde inkomende regten op En gelsche goederen op Java. Het Algemeen Handelsblad had ook die corres pondentie dé'n' volgenden dag medegedeeld, én nu lezen wij in hetzelve, ónder den titel van Aanmatigingen van Groot-Brttanniehet volgende stuk, hetgeen zeer lezenswaardig is: Ónder alle de ongerijmde, onbillijke en buitensporige 'Vorderingenwelke Zich eenige Mogendheid immer, in het toomeloos besef van hare physieke overmagt, heeft veroorloofd, zal wel de eischthans door Groot-Britannien San onze Regering gerigt, met betrekking tot het stelsel van inkomende reg ten op Java, eene eerste plaats bekleeden. Sedert lang heeft het Kabinet van Londen in zijne staatkundige betrekkingen getoond, voor geene schennis van het volkenregt terug te deinzen, zoo vaak het de belangen van zijnen koophandel of van zijne staatkunde daardoor wist te bevorderen. De voor beelden vanBritsche onregtvaardigheid klimmen op totde eersfe tijden;van het bestaan van Nederland, ais een onafhankelijk volk, en dalen neder tot onze dagen. En nogtans, hoezeer het tot eene gewoonte geworden is, Engeland de regten van andere, vooral minder magtige Staten, te zien vertrappen, zijn de aanmatigingen van het tegenwoordige Engelsche bewind ongehoord en 'nieuw, zelfs in de jaarboeken der Engelsche diplomatie. Op den 17 Maart 1824 werd tusschen den Koning der Nederlander, en den Koning van Groot-Britannien een traktaat gesloten, waarbij het territoriaal bezit der beide Mogendheden in Oost-Indië definitivfelijk werd geregeld. Daar bij werd tevens het oude koloniale stelsel afgeschaft, en werden, in stede van de vroegere afsluiting, de wederzijasche bezittingen voor ie onderdanen en schepen der beide natiën op voordeeiige voorwaarden toegankelijk gesteld, zonder dat echter van den invoer van de voortbrengselen van het eene Rijk in de bezittingen van het ander eenig gewag hoegenaamd is gemaakt. In het ge- heele traktaat wordt nergens van goederen gesproken. En uit dit traktaat wil Groot-Britannien thans, na een tijdsverloop van twaalf jaren, plotseling het vroeger nooit beweerde regt afleidenom zijne fabrikaten in onze ko loniën in te voeren, en aan de Nederlandsche Regering het regt betwisten, om zoodanige inkomende regten in hare eigene bezittingen te heffen, als zij, haar gelang van de herkomst der goederen, in haar belang mogt oordeelen! De Nederlandsche Regering is bereid, aan het verdrag volkomen gevolg te geven, gelijk zij zulks tot heden gedaan heeft, door van Engelsche sche pen en Engelsche onderdanen niet meer dan het dubbel der regten te heffen, waaraan zij Hollandsche schepen en Hollandsche onderdanenbij den invoer van dezelfde goederen, onderwerpt. Maar zij heeft daartegen de onbetwist bare bevoegdheidom die regten over de goederenhetzij naar derzelver soort; qualiteit of herkomst, zoodanig te bepalen, als zij oorbaar acht, mits tus schen de Hollandsche en Engelsche onderdanendoor of voor wie, en tus schen de Hollandsche en Engelsche schepen, waarmede die goederen worden ingevoerd, de bij het verslag vastgestelde verhouding schioomvallig in acht nemende. 1 Indien wij met een gevoel van smartelijke verontwaardiging, in de Tweede Editie van ons N°. 1515, het berigt uit 's Hage van den 10 September, om trent eene onlangs overhandigde Nota van den Engelschen Gezant aan ons Hof, hebben medegedeeld, vertrouwen wij, dat alle onze laudgenooten ons gevoel te dezen aanzien zullen deelen. liet strekt ons thans toe genoegen, de algemeene aandacht te mogen ves tneldt tigen op een vertoog tot staving van ons goed regt, hetwelk, naar wij ver nemen, binnen weinge dagen in het licht zal verschijnen. [Verdediging der re'tcn van Nederland tegen de aanmatigingen van Groot-Britannie, met be- trvkki g tot het tractaat, op den i7den Maart 1824, tusschen de beide Rijken gesloten. Amsterdam, bij A, Zweesaart.De verdienstelijke en vaderlandlievende, ofschoon ongenoemde schrijver heelt, door een voor Nederland zoo belangrijk onderwerp te behandelen, ons den aangcnamen pligc opgeiegd, op deze zaak met nadruk terug te komen, en wij zullen ons, da delijk bij de uitgave dier brochure, van dezen pligt volgaarne kwijten. Terwijl wij derhalve met vertrouwen den loop der onderhandelingen om trent dezen eisch van Britsche hebzucht gadeslaan, aarzelen wij geen oogen- blikaan onze lezers de stellige verzekering te geven, dat, gelijk deze po- ping van Engeland in lijnregten strijd is, met alle.begrippen van staats- en volkenregt, ook de Nederlandsche Regering in geen enkel opzigt van de bij het verdrag geregelde verbindtenissen is afgeweken. Uit Amsterdam meldt men van den 13 September:. Naar men verneemt, heeft het Zijne .Majesteit den Koning behaagd, een voorstel der eerste klasse van het Koninglijk Nederlandsche Instituut goed te keuren, strékkende om te Amsterdam eene of meerdere putboringen te la ten doen, ten einde te onderzoeken, welke uitkomsten het boren van diepe of zoogenaamde Artesische putten te dier plaatse geeft, en daaruit te kun. nen besluiten, of, en hoe verre dit middel zou kunnen verstrekken, om al gemeen- in de behoefte van goed drinkbaar welwater te Amsterdam te voor zien; en heeft Hoogstdezelve aan genoemde klasse van bet Instituut opge dragen, om onder medewerking met het Stedelijk Bestuur, hetwelk er ia heeft toegestemd om in de kosten, daartoe vereischt, uit de stedelijke mid. delen bij te dragen, dit voor onze stad zoo belangrijk onderzoek ten uitvoer te brengen.- Men meldt uit Harderwijk van den 12 September: Op morgen zal van hier te water naar het Nieuwe Diep vertrekkeu een detachement sterk 120 onder-oiBcieren en manschappen onder het bevel van den 2den Luitenant Kievits en den officier van gezondheid 3de klasse Foigt bestemd om met het schip Java's Welvarennaar Java te worden overgevoerd. Leopold van Belgie is een uitstapje naar Engeland: gzan doen. - Tf vl 51 C G 3 K S P A N J E."" Berigt en over Parijs van 11 September. Het Journal de Paris deelt de volgende tijdingen uit Spanje mede: Eene depêche van Bayonneonder dagteekening vafr dëh .7 September, 1 dat Oraa, die in de afwezigheid van Rodilnhct\ bevel vOcrtte Salva- tiera is binnengekomen, waar hij veel graan 'gpaónjfctt-'SeeftjS Qtiilez en Cabrera elkander niet kunnende vèVstkauij ftrTSWtfz met 4 batal jons vertrokkenom het opperbevel van alle eartisrièfhe strijdkrachten in Nedér-Arragon en Valencia op zich te nemen. Maar de Generaal Lebeau verspert hem den doortogt. Niemand kan uit Madrid gaan, zonder cautie gesteld te hebben. Eene depêche wan Bayonne van denpden meldtdat men de dagbladen van Madrid van den 4den ontvangen heeft, waarin de nederlaag van Lopez door Gomez bevestigd wordt. Het blijktdat dat leger geheel verslagen is weinige manschappen hebben kunnen vlugtener zou 1500 man gevallen zijn. Ge heel Madrid is daardoor in ontzetting. Den 30 Augustus was Rodil uit de stad met alle zijne troepen gegaan, maar vernemende, dat Gomez zich Op Luna gerigt had, na te Guadalaxara 10,000 rations geëischc te hebbenis hij de stad weder binnengekomen. Berigten over Parijs van den 12 September. Men schrijft flit Madrid, dat, den sden, de Ministers wijkende voor de reclamation der dagbladen en bevolking, welke vroegen, dat men de Koning- lijke garde tegen de Carlisten liet marcheren, en dat men de bataljons van de burgerlijke garde organiseerde, de Koninglijke garde hebben laten ver trekken en dezelve in de posten, welke zij binnen de stad betrok, door de burgerlijke garde heeft doen vervangen. De Generaal Valiez, welke zich te Carthagena ip kwartier bevond, is tot Kapitein-Generaal van Valencia en Murcia benoemd, in Carthagena heersch- te eene groots gisting. Het volk dreigde om de moordenaarsdie in Mei li. gevangen waren genomentoen de stad ook eenen zwajen schok te verdu ren hadin vrijheid te stellen. De bedreigde Overheidspersonen zijn op een Ëngeisch schip gevlugt. In de Revista leest men De Carlisten, onder bevel van Gomez, zijn binnen Bertadillo gekomen, hebbende vrouwen geschpndén en alles verbrand, wat zij niet konden mede- nemen. De naam, welken dit dorp. had, van zeer liberaal te zijn, heeft hetzelve die ongelukken, doen overkomen. Moest mendus vraagt de Re- vista, ook niet aldus handelen met de Carlistisch-gezinde plaatsen, die in onze handen valien? Gomez gaat dus met zijnen togt voort. Geen Carlistisch Bevelhebber, zegt een blad, heeft nog zoo veel gewaagd, als Gomez, en het wel geluk ken van zijnen togt is een in het oogvallend bewijs van den zwakken toe stand der strijdkrachten van de Koninginof ten minste van het gemis aan 01de en geestkracht bij de militaire en burgerlijke Gezagvoerders in haren naam. Hij is nu reeds meer dan twee maanden onder weg, en heeft gedu rendezijnen togt vijf der aanzienlijkste steden.van Spanje, op zeer groo. ten afstand van eikander gelegen, namelijk Oviedo, Sant-Jago de Compo- stella, Leon, Palencia en Guadalaxara, zonder slag of stoot bezet en we der ontruimd. Slechts tweemalen heeft men hem ernstigen tegenstand ge bodenen telkens heeft hij de colonnes die zich. tegen hem verzetteden, ten eenenroale verslagen. Espartero zelf, die hem nog iltijd vervolgd maar nimmer, achterhaald heeft, is nu te Lerma ziek moeten achterblijven. De denkbeelden zijn te Madrid zot) verwarddat dé Espagnol aankon digt. dat hij stellig niet weec, welke staatkundige lijn te volgen, Onder- tusschen zullen deszelfs redacteurs alles in hét. werk stellen, wat zij voor het vaderland en het volk nuttig en noocjig' meenen. - Men schrijft uit Bayonne van den dden: De Carlistische Generaal Ituralde heeft zich geenszins, zoo als men alge meen had beweerd, na zijne nederlaag bij Lerin, aan de grondwetsgezinde troepen overgegeven. Hij was na zijné aankomst te Estella aldaar zeer siecht omvangen, en had zich dien ten gevolge wéder van daar verwijderd. Acht dagen lang is hij in een klein dorp, op een uur aftands van die plaats, ver borgen geblevendoch thans bevindt hy zich weder in het hoofdkwartier 5.2 J jrjkfc fca cd q~

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1