NOTIFICATIE.
De Staatsraad* Gouverneur van Zuid-Holland, gezien de missive van den Op
perhoutvester voor de Noordelijke provinciënin dato 29 Augustus 1836N®. 38be
treffende de opening der groote jagt voor dit jaar
Gelet op art. 11 der wet van 11 Julij 1814, N°. 9; op Zijner Majesteits besluiten van
den sden Julij 1823 (Staatsblad N°. 25 en 26)en op de deliberatien van H. Ed. Gr.
Achtbaren de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, te dezer zake;
Brengt, by deze, ter kennisse van de daarbij belanghebbendeni
ic. Dat de groote jagt, in Zuid-Holland, zal worden geopend op Maandag den leden
September 1836, achtervolgens de bepaling van den Opperhoutvester voor de Noordelijke
provinciën, vastgesteld met overleg van Gedeputeerde Staten voornoemd;
2°. Dat, insgelijks achtervolgens de door genoemden Opperhoutvester gemaakte bepa
ling, niet zal mogen worden gejaagd dan op gronden, op welke de oogst zal zijn atge-
loopen en dac wijders de lange jagt alleen des Woensdags, Vrijdags en^.aturdagsdóch,
voor dit saizoen-, ook op den dag der opening van de jagt zeiven zal mogen worden
uitgeoefenden op dénen dag niet meer dan vijf hazen zullen gevangen of geschoten
mogen worden.
E11ten einde niemand hiervan ecnige onwetenheid voorwendezal deze worden afge
kondigd en aangeplakt, alomme waar zulks ie doen gebruikelijk is.
Gedaan te 's Gravenhageden 5den September 1836.
Ds StaatsraadGouverneur voornoemd
Van der Duyn.
NEDERLANDEN.
Leyden den 8scen September.
Het Journal de la Hayeonder deszelfs nieuwstijdingen de openbare ver-
kooping alhier van de bibliotheek van wijlenden Hoog-Geleerden HeerH. A.
Hamaker door S. en J. Luchtmans en C. C. van der Hoekden 4 October
van dit jaar, meldende, maakt daarbij onder anderen de volgende aanmer.
kingen:
De katalogus, van welken wij melding maken, verdient de aandacht van
geletterde mannen tot zich te trekken, zoo wel met betrekking van helgroot
gecal goede werken, waarvan dezelve de titels bevat, als ook ten aanzien van
de redactie, die, hoewel zonder dat doe! gemaakt, aan denzelven eene waar
dige plaats onder de bibiiographische werken zal doen innemen, en welke
men verschuldigd is aan de zorgen van den toegenegensten vriend van den
beroemden overledene, Professor J. GeelBibliothecaris van de Akademie
te Leyden, welke dit werk van eene voorrede heeft doen voorafgaan; en
hetzelve, op verschillende plaatsen, met belangrijke aanteekeningen ver
rijkt heeft.
Deze voortreffelijke verzameling zal talrijke liefhebbers vinden. Het is
maar te betreuren, dat dezelve het lot van onderscheidene bijzondere boek
verzamelingen, die verspreid zijn geworden, zal moeten ondervinden. Laat
ons hopen, dat het Gouvernement der Nederlanden, naijverig op den bloei
der Kunsten en Wetenschappen in het land, dat aan deszelfs beheer is toe.
vertrouwd, een bewijs zal geven van vrijgevenheiddoor het aan de Aka-
demien in ons Vaderland gemakkelijk te maken, een goed deel van de schat
ten welke de boekverzameling van een der beroemste Geleerden, welke zij
heeft opgelevert, bevat, te kunnen verkrijgen.
Volgens berigt uit 's Gravenhage van den ;zden dezer, zou Zijne Maj.
de Koning heden Donderdag de iste en 3de divisie infanterie, de brigade
ligte cavallerie en een aantal batterijen, in het kamp van Reyen vereenigd,
op de heide tusschen de Marsbrng en Tilburg, in oogenschotiw nemen.
H. K. H. de Hertogin van Gloucester is den 4den dezer van het Loo
te Breda gearriveerd, alwaar HH. KK. HH. de beide oudste Zonen van
Z. K. H. den Prins van Oranje, uit het hoofdkwartier derwaarts gekomen,
een bezoek bij Haar hebben afgelegd, en vervolgens den Opperbevelhebber
dier vesting. Zijne Exc> den Baron Chassi, met een bezoek hebben vereerd.
Gemelde Vorstin heeft den volgenden morgen hare reis naar Antwerpen en
Brussel voortgezet.
Gedeputeerde Staten van Vriesland hebben dezer daged aangekondigd,
dat met den 2 Januari) 1837, door den Administrateur van 's Rijks schatkist
in dat gewest, met assignatie op den Agent van den Algemeenen Rijkskassier
te Leeuwaarden, zullen worden afbetaald alle de nog niet uitgelootte aan
deden, te zamen ten bedrage van dertig duizend gulden in de negotiatie,
groot geweest 200,000, ten laste van de provincie Vriesland, en gediend
hebben ter gedeeltelijke bestrijding van de kosten voor den aanleg van den
straatweg naar de grensscheiding met de provincie Overijssel.
Bij eene beschikking van den Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Hol
land, is de heer J. Roozeboom, schoolopziener te 's Grave.nhage, benoemd
tot lid der Zuid-Hollandsche Commissie tot onderzoek van de aspiranten,
naar eene vrije plaats van kweekeling in de veeartsenijschool, bij Utrecht;
en zulks op verzoek en ter vervanging van Jh. Mr. J. IV. van Vredenburch.
Den eisten dezer zal door het stedelijk bestuur van 's Gravenhage
wordeo aanbesteed het leveren, bewerken en stellen der benoodigde hard
steen, voor het gebouw der teeken- en muzijk-Akademie en zaal van ten
toonstelling voor kunstwerken binnen gemelde stad.
Naar men verneemt, is den 6den dezer, binnen dezelfde stad, de door
den Luitenant-Generaal Minister van den Bosch, Oud-Gouverneur-Generaal
van Neérlands-Tndie, aanbesteedde buitenplaats, met daarbij behoorende
koetshuis en stalling, welke op het Bezuidenhout aldaar zullen worden aan
gelegd, aangenomen door den heer Kooper van Schiedam, voor den prijs
van f 164.700.
De Amstcrdamschc courant van gisteren den 7den dezer, bevat het vet-
volg van het Programma van de Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen,
waaruit blijkt, dat bij de opening der naambriefjes van de bekroonde ver
handelingen, zich als schrijver van de eerste en derde verhandeling, in onze
vorige medegedeelddeed kennen, de heer Abraham Biben, Predikant te Edam
en van de tweede, de heer J. IV. Meiiter, Kostschoolhouder te Dokkum.
Het Programma stelt vervolgens de op nieuw uitgeschreven prijsstoffen voor.
Uit Dordrecht meldt men van den 7 September:
Mijnsheerenland heeft laatstleden Zondag een droevig voorbeeld van reli
gie-haat opgeleverd: Bij gelegenheid dat er kermis was, ontmoeteden twee
menschen elkander in de herberg, beiden vroeger de Roomsch-Katholijke
godsdienst beleden hebbende, doch waarvan de één, om zijne vrouw, tot
de Hervormde godsdienst overgegaan was. Laatstgemelde, door den anderen
gesard, verliet weldra, om alle ruzie te ontwijken, de herberg, maar werd
onmiddellijk door den andere gevolgd, en zoo maar dadelijk op de straat met
het mes aangevallen; de vrouw zich, tot bescherming vin haren man, tus
schen beide werpende, keerde de twee eerste «teken af, maar de derde steek,
over de vrouw henen toegebragc, trof haren man in bet hart, die nog even
de kracht had om in de herberg terug te loopen en daar zielloos neer te stor
ten. De dader is gevat en Maandag morgen gevankelijk hier binnen gebragc
en 'in handen van den Regter overgeleverd. De vermoorde laat eene vrouw
en 5 kinderen na; de moordenaar heeft eene vrouw en 3 kindereD.
Uit Hertogenbosch schrijft men van den 5 Augustus:
Tegen den avond van gepasseerden Vrijdag, kwam boven deze stad eene
zware uit het Zuidwesten voortgedreven donderbui op, welke den houten
koren-windmolen, toebehoorende am L. van Lith, staande in het bastion
Vugt, aan de Vugterpoort, door den feilen wind van zelve in werking bragt,
Waardoor de molen, als reeds vuur gevat hebbende, spoedig een prooi der
vlammen zou geworden zijn, bijaldien hij door den sterken wind niet ineen
gestort was. Gelukkig heeft bij dit onheil geen mensch het leven verloren;
alleen is de molenaarsknecht, welke boven bezig was om den molen van den
wind af te zetten, met denzelve naar beneden gevallen, waardoor hij zwaar
gekneusd is geworden.
ZWEDEN.
Het Ztveedsche Gouvernement heeft, op de vertoogen van den heer N.
Encauist, koopman en Commissionair, gevestigd te Slitö, de haven van Sli-
tö, gelegen aan de Oostkust van het eiland Gothland, bij de Hollandsche
zeelieden, bekend onder den naam van Slyt, in zoo verre tot eene vrijhaven
verklaard, dac alle schepen, die door tegenwind, zeeschaden, behoeften aan
proviand en dergelijken, genoodzaakt mogten worden er binnen te loopen,
geene andere betalingen te doen hebben dan eene kleinigheid aan het loods
wezengelijk met de Zweedsche schepen. De geschiktheid der haven, die
toestaat, dat de grootste schepen «an de kaai kunnen liggen, de gemakke.
lijkheid waarmede men in- en uitzeilen kan, alsmede de overvloed van eiken
en auder hout op het eiland, geven veel waarde aan deze vergunning.
SPANJE.
Berigten over Parijs van 4 September.
Er zijn langs eenen buicengewonen weg brieven uit Madrid van den 27Sten
aangekomen.
De drukpers beklaagt zich bitter over het kwaad door de wijfeling van
de Ministers Cordova en Zarco del Falie te weeg gebragt. Zij erkent de vor
deringen van Gomez en eenige welgelukte pogingen van Basilio; maar men
meldt, dat de Generaal Seoane van Madrid met 4000 man vertrokken is, zich
op Palencia rigtende, waaruit men de volgende tijdingen ontvangen heeft:
Palencia den 23 Augustus.
De factie van Gomez heeft ons verlaten. Zij is hier slechts zoo lang ge
bleven, als noodig was, om zich van de gelden meester te maken, welke
zich in de kassen van Gouvernement bevonden, en al de militaire wapentui
gen mede te nemen, welke men op wagens geladen heeft. De bulletins,
welke van de magt van deze bende en derzelver ontmoediging sprekenzijn
niet naanwkeurig; het is waar, dat in zekere corpsen noch tucht, noch
onderrigc bestaat, maar de officieren oefenen eenen grooten invloed op de
soldaten uiten om zich te doen eerbiedigen nemen zij wel eens hunne coe-
vlugt tot de verworging. De bende houdt zich op in oorden, welke aan
dezelve hec best toeschijnenhetgeen bewijst, dat zij altijd onderrigt zijn
van de bewegingen der troependie haar vervolgen. Indien de troepen in
Castilie aangewend, door betere officieren werden aangevoerd, zouden wij die
factieusen niet meer te bestrijden hebbendaar ook nu Basilio gaatwer-
waarts hij wil.
In eenen brief uic Madrid, waarin over de werkkeloosheid van het
nieuwe Ministerie in de eerste dagen van hare aanstelling geklaagd wordt,
leest men ook het volgende
De Voorzitter van den Raad erkent nu zijne dwaling; van daar zijne po-
gingen om aan de zaken eene beweging te gevenwelke hij er voor cien
dagen aan moest gegeven hebben. Men handelt nu over dè mobilisering van
50,000 man nationale garde en eene nieuwe listing van 50,000 man troepen.
Men moet ook overgaan tot de verkoop der kloosters en andere kerkelijke
'domeinenom contant geld.
Het iand biedt groote bronnen aan, men moet dezelve zoeken en dan met
kracht voorwaarts gaan. Het is zeker, dat de Ministers niet voor eene op.
offering zullen tertigdeiiisen, welke de interessen van de schuld moet aflossen.
De Cariisten verzekeren, dat de Gouverneur van Victoria, welke Be
velhebber van de genie is, met 147 man, tot hun overgekomen is.
Uit Bayonne wordt, onder dagteekening van den 29 Augustus, ge
meld, dat aldaar steeds vele aanzienlijke Spanjaarden, die hun vaderland ont
weken, aankwamen. Men verwachtte weldra de voornaamste leden van den
Raad van Regentschapdie bij den uitersten wil van Koning Ferdinand is
ingesteld en thans van zeiven ontbonden is; zoo als de heereti Castagnos,
Amarillas, Alagon'; enz. Ook vermeerdert het aantal overloopers van het
Britsche legioen, die door Don Carlos over de grenzen worden gezonden en
thans te Bayonne gevangen worden gehouden, van dag tot dag. Eenigen
daarvan zijn uit Bayonne ontsnapt, in de hoop van hun vaderland te spoedi
ger te zullen kunnen bereiken; doch zij zij zijn door de Fransche gendar
merie gevat en weder naar de genoemde plaats gebragt.
Berigten over Parijs van den 5 September.
De berigten van Madrid van den 28 Augustus doen onderscheidene be-
sluicen van de Koningin kennen. Het een bevat de ligting van 50,000 man
bij wijze van conscriptie; het ander eene oproeping in massa van alle man
nen van 18 tot 40 jaar, bekwaam de wapenen te dragen, om de milicie uit
te maken; men berekent, dat het getal manschappen daardoor 150,000 zal
uitmaken.
Men geloof algemeen, dat San Miguel, Minister van Oorlog zal wor
den men herinnert zich, dat hij het in 1823 was.
Men verzekert, dat de Generaal Rodil den aösten te Vittoria aangeko.
men is.
De Generaal Seoane is te Madrid den 24sten teruggekomen. De troe
pen vervolgen hunnen weg tegen Basilio.
- Het journal de la Haye bevat
Eene depêche van Bayonne van den den 3 September, meldt, dar Basi/io
bij Rincon de Ebro weder is overgetrokken.
Men zegt, dat de Cariisten eene expeditie naar Arragon gereed maken.
Er is te Escella een bevel, op orde van de Junta van Navarre, uitge
vaardigd, waarin gezegd wordt, dat al wie zich in zijn gesprek over Ituralde
als eenen verrader zal uitlaten, op het zwaarste zal gestraft worden.