emn A0. 1836. L E Y D S C II E VRIJDAG IOC C O V R A N T. t)'EN 2den SEPTEMBER. NEDERLANDEN. Leyden den isten September. Men meldt uit's Gravenhage van den 31 Augustus het volgende: Heden is alhier bekend gemaakt het laatste bulletin, hetwelke aldus luidt: De herstelling van H. K. H. Mevrouw de Prinses Frederik der Neder- lSnden gaat voort naar wenscli; H. K. H. bevindt zich, zeer w'el. De jonggeboren Prins is zeer welvarende. Men verzekert, dat het Koninglijk Gezin tot in de tweede helft der maand September op het Loo en te Soestdijk zal verblijven. Z. K. 11. -de Prins van Oranje is in deze Residentie aangekomen; doch na er eenige uren vertoefd te hebben, weder naar het Hoofdkwartier te Tilburg teruggekeerd. Z. K. H. Prins IVillem Frederik Hendrik der Nederlanden is voorne mens eene zeereis naar de Oost-ïndiëtl te cloenaan boord van het fregat de Maas, dat op nieuw tot die reis bestemd wordt, onder bevel van den Kapitein ter zee P. irriens Men verzekert, dat Z. K. H. de Grootvorst Michael, van Rusland, binnen kort dit land bezoeken zal. Zijne Maj. de Koning heeft dezer dagen een besluit genomen, hou. dende bepalingen wegens eene organisatie der inrigting van de algemeene I.ands-drukkerijmet den isten October aanstaanden. Het vast personeel daarbij is bepaald op drie Ambténaren, een Directeur, tevens Kassier en Boekhouder, een Klerk en een Magazijnmeester; zullende van dat tijdstip af de werkzaamheden dier inrigting zich uitsluitend bepalen tot het eigenlijk drukken der benoodigde stukken voor de Ministeriële Departementen en Col- legien van algemeen Bestuur, en alzoo afgescheiden ztjn van al de andere bemoeiienissen, welke, volgens den thans bestaaitden voet, daaraan waren verbonden. Ter vervanging van wijlen den Generaal-Majoor Baron vanjengnagell, bij de Militaire Commissie uit de Bondsvergadering teFrankfort, is benoemd de Majoor .7. G. E, A. van Panhuys, van den generalen staf, thans Chef van den Stat" bij de ede brigade der iste divisie infanterie te velde. Bij besluit van Zijne Maj. is benoemd: tot gewoon Hoogleeraar in de Godgeleerde Facnlteit aan de Hoogeschool te Utrecht, Hendrik Egbert VinkeTheol. Doctor, Predikant bij de Hervormde gemeente te Utrecht. Uit Amsterdam meldt mén van den 31 Augustus: Den 29stcn dezer werd de negen en twintigste jaarlijksche algemeene ver gadering van het Koninglijk-Nederlandsche Instituut van wetenschappenlet terkunde en schoone kunsten, alhier gehouden onder voorzitting van den heer Mr. Jeronimtr de Fries, Voorzitter der 2de klasse, wordende het secre tariaat waargenomen door den heer Mr. .S7. Iz. IViseiiusSecretaris dier klasse. Na het ten einde brengen der gewone werkzaamheden is tot algemeen Voorzitter voor het volgende Instituuts-jaar geproclameerd de heer Mr. C. van Hall, .President der 3de klasse, waardoor de werkzaamheden van den algemeenen Secretaris zijn overgegaan op den heer Mr. C. A. den lex, Se cretaris der laatstgenoemde klasse. De vergadering werd door den Voorzitter mêt eene gepaste toespraak geo. pend en gesloten. Men meldt uit Dordrecht van den 30 Aughstus: Het te water laten van het fregatschip Oud-Alblas, van de werf van de scheepsbouwmeesters C. Gips en Zonen alhier, heeft laatstleden Zatufdag namiddag, omstreeks 5 ure, met het beste succes plaats gehad. Uic Groningen meldt men van den 29 Augustus: Krachtens eene dispositie van Zijne Maj. den Koning, is, van 'sRijkswe ge, voor tien exemplaren ingeteekend op het werk van Dr. S. Bleekrodege titeld Handboek tot eene wetenschappelijke en practische kennis van handwer ken, ambachten, kunsten manufacturen en fabrijkenen is door Z. M. goed gunstig besloten, den schrijver een aanmoedigings-gratificatie van 200, uit het fonds tot aanmoediging van Nationale Nijverheid, voor deze onderneming ie verleenen. T R K Y E. In het Journal de la Haye van den 31 Augustus, léést meh: Onze correspondentie uit het Oosten, welke .wij dezen morgen ontvangen hebben, brengt ons tijdingen uit Konstantinopel, tot den 10 Augustus 11. Onder andere zaken, welke deze correspondentie bevat, en wier geheele mededeeling wij verpligt zijn morgen te doen, merken wij eenen verschrik- kelijken brand op, welke den 5 Augustus aan de Dardanellen is uitgebar sten, etywelke onberekenbare schade berokkend heeft. De Consul van Oos tenrijk -ft, onder zijne Ambtgenootende eenige, welke zijn huis uit de al gemeene verwoesting heeft kunnen bewaren. (De Allgemeine Zeitung, welke wij voor ons hebben en ook berigten uit Konstantinopel tot den ioden Augustus bevat, meldt niet zulk eenen vreessclijkcn brdnd. Alleen lezen wij onder hare berigten deze zinsnede: Bij den brsindf welke kortelings alhier is uitgebroken en een aanmerkelijk getal huizèn in de asch heëft gelegd hebben de troepen bijna alleen den brand belet voort te gaan.) SPAN J E. Berigten over Parijs van den 28 Augustus. Er zijn heden geene bijzondere berigten uit Spanje. Dezelve gaan tot den nisten. Zij bevatten een omstandiger verhaal van het gevecht tusschen het 3de en 4de bataljon infanterie te Madridvan hetwelk nog wordt medege deelddat dezelve zich den ïpden wederom verzoend hebben, en dat zij te zamen een öotal gekwesteh en dooden hebben. Generaal Rodil zou het bevel op zich nemen van het Noorder legfr. Een renbode was in allen haast afgezonden om dit bevel aan den Generaal Vigo te ontnemen, aan wien Cordova het weggaande over gegeven had. De 'Generaal San-Miguel neemt het bevel van het leger van het centrum in Ar- ragon op zichter vervanging van Monies. Den 22sten zou er ter eere van de constitutie een groot stierengevecht, het edele vermaak van de beschaafde Spanjaards, plaats hebben. De Gazette de France behelst de volgende bijzonderheden omtrent den hieuwen eersten Minister in Spanje, den heer Calatrava: Men heeft misschien vergeten, wie de heer Calatrava, de nieuwe Presi dent van Maria Christina's Raad, geweest is. Don Jose-Maria Calatravaex-Minister van het Opper-Gercgtshof van Spanje en de Indien, ex-President der Junta belast met het opstellen der nieuwe Spaansche verkiezings-wetis een tachtigjarige grijsaardvan ernstig voorkomenkleine ligchaams gestalte en zeer bruine kleur. In Estramadura geboren, heeft hij geheel het karakter, hetwelk tpen aan de inwoners dier provincie toeschrijft; geveinsdheid, een alles te boven gaande wraakzuchc en eene, hardnekkige volharding iu ondernemingen. .Als Afgevaardigde be stuurde hij gedurende de omwenteling van 1820 tot 1823, steeds de partij, welke zich tegen den Koning verzette; als Minister bragt hij met al zijn verinogen toe tot het verlengen van deszelfs gevangenschap te Cadix. Calatrava is den roem, dien hij op het spreekgestoelte verworven heeft, meer aan zijne redeneerkunde en zijne behendigheid, dan aan zijne welspre kendheid verschuldigd. Het is vrjj opmerkelqk dat dezelfde man, die het meest tot.de gevangenschap van Ferdinand PU heeft toegebragt, tot hec Ministerie geroepen wordt, juist nu deszelfs weduwe in denzelfden toestand is, waarin zich haar gemaal in 1823 bevond. Gedurende de tweede zitting der Cortes in 1821, deed Don Jose-Maria een rapport aan de vergadering over het oude Ministerie Argttelles, hetwelk Ferdinand VII gedwongen geweest was af te danken, aangemerkt de heftig heid der lieden waaruit; het bestond. Dit verslag was voor de afgedankte -Ministers gunstig en had de strekking om te beweren, dat al wat er goeds gedaan was, dan hen moest toegeschreven worden, en al het kwade, zeide hij, geweten behoorde te worden aan de kuiperijen, onder welke zij tert langen laatste bezweken Waren., De Cortes, die, de kroon niet dwingen konden hare Ministers te behou den, of terug te nemen, en die echter Ferdinands gedrag wilden laken en hunne ontevredenheid aan den dag leggen, zochten het geschiktste middel om hem in het hart te grieven en de toorn der heethoofden tegen hem te wenden. Dit is het middel van Calatrava in onze eerste revolutie, dat onuitput. bare tuighuis, waaruit de volksmenners der overige landen van Europa steeds hunne wapenen ontleenen. De Cortes verklaarden plegtiglijkdat de Mi- Bisters, welke de Koning van zich, als pligtverradersverwijderd hadhet vertrouwen der natie hadden behouden en dat zij.hare erkentenis in hunne afzondering mede namen. Zij voegden bij deze getuigenis hunner goedkeu ring, eend aanwijzing van 60,000 realen op de schatkist. Na dezen eersten hoon, voegde bon Jose-Maria er een tweeden niet min der grievenden bij. Hij verkondigde het daarzijn eener volkomen georgani. seerde zamenzwering tot omverwerping vau het constitutionneele stelsel; dit complot werd, volgens hem, door eene Opper-Junta bestuurd, aan welke verscheiden ondergeschikte of hulp-Junta's gehoorzaamden. De hoofd-stook- plaacs dier woelingen, te Parijs in de staat Richelieu geplaatst, stond in regt- streeksche gemeenschap met Bayonbede zwaamgezworene telden in hunne gelederen een groot aantal zeer rijke geestelijken; geheele corporatien maak ten er deelén van uit; maar Calatrava noemde noch de eene noch de ande re om de alvermogende_.reden dat hy ze niet kende. Hij voegde er bij dat deze zamenzwering zich reeds op onderscheiden tijdpunten vertoond had. Het congres wist wel en Calatrava nog beter, dat al deze aangiften valsch en van waarschijnlijkheid ontbloot waren; maar volgens de caktiek der revo- Jutionnairen moest men te verstaan geven, dat de Koning aan het hoofd van cl die zamcnzwertngen stond en derhalve de vijand was van het algemeena welzijn.. Op deze wijze poogde men het Congres onder de heerschappij van schrik te plaatsen, om. het te dwingen de geweldadigste en willekeurigste maatre gelen te nemen tegen allen, die niet openbaar de zaak der omwenteling om helzen zouden. De Commissie, verklaarde bij monde van haren rapporteur Bon Jose-Maria, dat de zaamgezvyorenen de onbeperkte Koningsmagt herstel len, zich van Ferdinand VII meosiet maken en eenen anderen Souverein in des zelfs plaats wilde stellen. Calatrava weet hem de afzetting der laatste Mi nisters, welke hij zich gehaast had uit hunne posten te stoten, opbetoogen- blilt toen zij de lijsten stonden te ontdekken. Calatrava maakte den Koning zich tot den goedwilliger) medepligtige van hen, die hem zijne kroon ont rukken en dezglve op.een ander hoofd wilden plaatsen. .Men ziet fot welk? helsche listen Calatrava zijne toevlugt nemen kan, en hoe zijn gedrag jegens Fej-diipitj(J Vil een voorteeken voor Christina is. 'Calatrava raadde voorts de strengste maatregelen aan., om de.v.oortgangeji der Koningsgezinden te stuiten; hij maakte terrorismus. Men belastte hem met nog verschelden andere rapporten, in welke alle hij.steeds zijn haat tegen den Kon ng liet doorstralen. Somwiijlen ondersteunde.hij dp exceptje-wetteu door het Ministerie voorgesteld. Tegen het einde der zitting benoemde men hem tot President der permüoente-deputatie. In de derde wetgevende, vergadering deed Don Jose-Maria zich nog door verscheiden gewigtigemaar steeds den persoon des Konings vijandige rap porten opmerken. In j823, na.de aankomst dgs Konings en de Cortes te Sevillie, werd Ch- latrava tot Minister van gratie én justitie benoemd. Die keus ivas de hate lijkste, welke men doen kon; wint M. had het verdriet en de onaange naamheden, welke Don Jose-Maria hem als Afgevaardigde had aangedaan, hoé niet vergeten. Gedurende het verblijf van Ferdinand VII it Cadixdeed Calatrava al wat in zijn yêrmogen was.om te beletten, dat men mpt dè bevrijdings-armee in schikkingen kwam. Toe"> ondanks al zijn kwaden wil,. Cadix zich aan Monseigneur den Hertog van Angoulême overgaf, nam Don Jose-Maria de wijk naaf Engeland. Door Christina, na den dood van haren Koninglijken echtgenoot teruggeroepen, is Calatrava door de weduwe vap den Koning, die onder zijn.kwaadwillig en haatdragend karakter zoo veel te lijden gehad had, met eerebewijzingen overladen. Zie daar nu den Minister, die geroe pen is óm den troort van de onschuldige Isabella te. redden. Het Opdragen van het bestuur aan zoodanig een man t's een hoon voor de nagedachtenis van Ferdinand Vit. Berigtfh'over Parijs van den 27 Augustus. De bladen van Madrid van den 2isten, bevatten het volgend stuk: Koninglijk bevel. Overwegende hoezeer de onschendbaarheid, welke a^n de Afgevaardigden der natie, in het openbaren vgn hunne meeningen en stem men,. toekomt, heilig en werkdadig moet zijn, en omdat er zonder dezen waarborg geen vertegenwoordigende Regering., noch staatkundige vrijheid is, en willende herstellen de maatregelen, welke omstandighedendie ver geten moéten, wordentegen onderscheidene Afgevaardigden der laatste Cor tes hebben doen ondernemen, ten koste van dat grondbeginsel door dethatis in werking zijnde instellingen hersteld, heb ik in naam van mijne Door luchtige Dochter Isabella II besloten, om in hunne posten te herstellen, die. volgens mijne besluiten van 28 Mei daaruit ontzet Zijn, de Óverbci-U-per-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1