NE DER. LANDE N. Leyden den i^den Julij, Men meldt tilt 's Gravenhage van den 16 Jolij het volgende!. Zijne Maj. de Koning heefc benoemd: to: Schoolopziener in het4de schoof» district van Zuid-Holland, den heer J. kloef kensBurgemeester van Leer dam; er tot Schoolopziener over het geheele 3de school-district van Noord. •Holland, Mr. G'. van Leeuwen, te Alkmaar, ü>t dusverre Schoolopziener in de sde afdeeling van dat district. Bij rescript van Z. M. is het Departement der Opper-Houtvesterij ge. magtigd geworden, 0111 personen, geene geboren Nederlanders zijnde, en welke geene brieven van naturalisatie hebben verkregen, nóch dppr wetdiu- ding als Nederlanders kunnen worden aangemerkt, als particuliere jagt-pp- zieners toe te laten, om dezelve als zoodanig te commissioneren. Den i3den dezer is in deze Residentie overleden de hoogrwei-gebore Vrouwe .7. C. A. ,7. Baronnesse de Const ant-Rebec quegeboren Baronnesse van Lynden, Groot-Meesteresse van het Hof van H. K. H. Prinses Fredsrik der Nederlanden. Dezer dagen is weder bij trommelslag, in de Residentie aangekondigd, dat de werving voor dé dienst in de Oost-Indie steeds blijft opengesteld; dat alle manschappen van 18. tot 44 jar.en daartoe worden aangenomen; en dat 6 Gulden handgeld zal worden verleend aan dengenendie een manschap aanbrengt. Den 22Sten dezer zal Zijne Exc. de Directeur-Generaal van Oorlog ad interim, ten behoeve der troepen,, die in het kamp bij Reyen (Noord- Braband vereenigd zijn, worden aanbesteed de levering van 150 stuks ruil- derbeesten, mitsgaders van nog zoo vele, als er daarenboven naodig zullen zijn, en zulks wel minder, maar niet meerder, dan ten getale van 50 stuks. Door den Directeur-Generaal voor de Marine is onlangs bepaald, dat voortaan afzonderlijke conduite-rapport,en van de dek- en.-onder-offiniqren in en buiten het vaste corps, telken drie maanden moeten worden opgemaakt door de commanderende officieren, wgaronder zij zijn dienende, en dat, voor ^00 verre zij zich binnen 's lands bevinden, de inzending dier rapporten moeten geschieden aan de respective Directeuren en Commandanten der Ma rine, tot welker ressort zij behooren, door wie dezelve vervolgens, voor zien van hunne co'nsideratien, aan dit Departement moeten worden ingezon den; terwijl alleen de kommanderende officieren buiten 's lands, die rappor ten onmiddellijk aan dit Departement behooren in te zenden; zullende die gonduice-rapporten zóó volledig moeten zijn ingerigt, dat daaruit duidelijk blijke, of de zoodanigen, die reeds 111 bet bedpelde corps zijn opgenomen, door ijver, bekwaamheid en goed gedrag, zich de gunst voortdurend waar dig maken; alsmede, welke dele- of onder-officieren, die tot heden nog bui ten het corps zjjn gebleven, tjoor kunde, geschiktheid voor dfr active dienst en onberispelijk gedrag, met gerustheid en volle vertrouwen, in aanmerking gunnen komen, óm in hetzelve opgenomen te worden, waarbij men aldus cenen zoo veel mogelijk vollediger) staat van dienst dien; over te leggen met 4e daarbij'behoorende bewijzen. De Directeur-Generaal vertrouwt, dat de respective commanderende officieren, die rapporten na rijpe overweging en op derzelver verantwoordelijkheid, zullen opmaken, en daarmede steeds al. zoo blijven voortgaanOpdat alleen de dei,-en opder-officierendie trouw en met bekwaamheid dienen als eene belooning daarvoor deeigenooten blijven, of nader z,uilen worden, van de onderscheiding, om tot het bedoelde vaste corps te bejiooren. Eindelijk zijn de respective Directeuren en Commandan ten uicgenoodigd geworden, om wanneer die rapporcen niet in alles voldoende mogten bevonden wordendezelve alsdan door de commanderende officieren Ie doen aanvullen en toelichtenalvorens de inzending, daarvan aan het De partement der. Marine te doen plaats hebben. -r Blijkens eene. statistieke opgave, loopende over den jarc 1835, beliep het. getal der kerkelijke gemeenten in ons. Vaderland 2285, als 1237 der Her vormden, 686 der Roomsch Kathol ijken 56 der Lutherschen, 118 der Is raëliten, 121 der Doorpsgezindeu, 8 der Herstelde Lutherschen, 25 der Jan senisten 2,5 der Remonstranten 9 der kleine kerkgenootschappen. Er wa ren in Noord-Braband 336 kerkgemeentenin Gelderland 317, in Noord- Holland 350, in Zuid-Holland 353, in "Zeeland 145, in Utrecht 121, in Vriesland 27.7, in.Overijssel 144, jin Groningen .193 en in Drenthe 49. On der de Hervormde Gemeenten of standplaatsen zijn begrepen 21 VVaalsche, 4 Engelsch Prysbyteriaansche2 Schotsche en 1 Hoogduitsche Gemeenten, mitsgaders de Protestansche Gemeenten, welke in de Koloniën der Maat schappij van Weldadigheid gevestigd zijn. Onder de 56 Luthersche Ge meenten telt men n Filialen, welke geen eigen Predikant bezitten. On der de 118 Israëlitische gemeenten zijn 4 Portugesche begrepen. Onder de kleine kerkgenootschappen zijn gerekend de GriekscheEngelsch-Epis- copaalsche, Hernhuttersche- of Broeder-Gemeenten, de vereenigde Doops gezinde en Remonscrantsche gemeente, het zoogenaamde Christo-Sacrum- genootschap, de Muileriaansche vereeniging of Pols-Broekers. Voor eene eeuw telde men onder de kleine kerkgenootschappen nog verschillende andere sekten, zoo als de Rijnburgers of Kollegiantende'Kwakers, de Deurbonianen, de Bekkerianen, de Leenkofsgezinden, Hattemistenenz., •welke alle, of ten minste grootendeeis verdwenen zijn. Sedert de laatste verloopene honderd jaren, is het getal der R. K. gemeenten nagenoeg ver dobbeld, en dat der Doopsgezinden met een derde, dat der Jansenisten met ruim de helft, en dat der Remonstranten met ongeveer een vierde ver minderd. De Israëlitische gemeenten zijn eerst sedert het laatst der vorige eeuw aanmerkelijk in getal toegenomen. In Zuid-Holland waren, in 1835, 203 gemeenten der Hervormden, 81 van de Roomsch-Katholijken, 11 van de Lutherschen, 19 der Israëliten, 4 der Doopsgezinden1 van de Herstelde Lutherschen, 10 der Jansenisten, ip van de Remonstranten, 5 van kleine kerkgenootschappen; te zamen 353. Uit Rotterdam meldt men van den 15 July: Gisteren is alhier van de Werf ie Naarstigheid met het beste gevolg van stapel gelaten het door de scheepsbouwmeesters de Jong, Kortelandt en An thony geboutvde barkschip Antoinetta Maria, groot circa 300 lasten, gevoerd zullende worden door Kapitein 77. B. C. li. Ruysch, VQör rekening van den heer L. F. ie Bruyn. Uit Dordrecht meldt men vin den 1.5 Julij: Aan den heer Hilmer Johannes BackerStee.ndrukk.er alhier, is door de Nederlandscbe Huishoudelijke Maatschappij ds tweede gouden Medaille toe gekend, wegens de voldoende beantwoording der prijsvraag N°. 128, waar bij gevoegd zijn: proeven, van gesteendrukte regtlij'nige teekeuingen. 'Het Stedelijk Bestuur van Middelburg heeft bekend gemaakt, teneinde een ieder zich voor gevaar zoude hoeden, dat met den 11 Julij een aanvang Is gemaakt met de oefeningen der artillerie op 4e verschillende fortificatiën, zullende dezelve des morgens ten 7 ure beginnen en des namiddags tgn 3 «re eindige». In het rapport der Gedeputeerde Staten v?n Vriesland wordt gezegd dat de landbouw in het afge!oopen|jaar 1835, in de provincie in het algemeen, z,eer gunstige uitkomsten heeft opgeleverd 'en dat de vlijt en de arbeid van dCD landbouw met ruime voordeelen bekroond zijn geworden en de welvaart ten platten lande gunstig toenemende is. "tot bevestiging vah dit gevoelen wórdt aangevoerd de vermeerderde op brengst van het raiddel van waarborg, op de gouden en zilveren werken, welke opbrengst als een vrij goeden standaard omtrent de meerdere of mindere welvaart van de landbewoners in die provincie kan aangenomen worden, de wijl de fabricatie van gouden en zilveren werken aldaar zich hoofdzakelijk tot het gebruik en den tooi van de landlieden en mindere klassen bepaalt, terwijl die gouden en zilveren werken, welke door de hoogere statuien der Maatschappij gebruikt worden en tot de eigenlijke luxe behooren, by ds kashouders aldaar over het algemeen uit Amsterdam en dus gestempeld aan- gebragt worden. Die opbrengst, welke in 1831 tot op de som van r'o, 719.63 gedaald was, vervolgens in de jaren 1832, 1833 en 1834wedersuccessiveüjk tot 12,381, f 14,142 en/' 15,809 rees, is in het jaar 1835 tot 19.353 in klommen zoodat in dat jaar deze belasting f 3543 of een vierde meer dan in het jaar 1834 aangebragt; en wanneer men den aard dezer belasting in aan merking neemt, dan inSg men het er ook voor houden, dat die vermeerde ring in verhouding staat tot de meerdere welvaart, welke vooral ten platten Ian4e aanwezig is. Van den Helder wordt van den 14 julij gemeld: Heden is alhier aangekomen Zijner M;!j- corvet Castor, Kapitein-Luitenant Amftbehoorende tot het in de Noord-zee kruisende Nederlandsche eska der, tot herstel van bekomene schade. Men schrijft uit Bergen-op-Zoom van 14 Julij Gisteren middag viel alhier van de Redoute op Slijk, onder het heischen der Nederlandsche vlag en in tegenwoordigheid van eene menigte aanschou wers, het eerste salvo uit kanons van 6 pond, aankondigende het begin der practische exercitiën van de alhier in bezetting liggende artilleristen voor dit jaar; almede heeft de compagnie mineurs en sappeurs, onder bevel van den Kapitein liuguenin een aanvang met hunne oefening-werkzaamheden gemaakt. Uit Harderwijk schrijft men van den 13 Julij, dat den volgenden dag van daar te Water vertrekken zouden naar Heivoetsluis een detachement kolonialen, sterk 130 manschappen, ónder bevel van den 2den Luitenant lluygen, vergezeld van de ade Luitenants Cheron en Rogner, alsmede de officieren van gezondheid Fromm en Schwartz, bestemd om bij de eerste gunstige gelegenheid met het schip Jacob Cats, haar Oost-Indie te worden overgevoerd. SPANJE. Berigten over Parijs van den 12 Julij* BaYonne den 8 Julij. Uit deze plaats wordt gemeld, dat de Generaal Gomez den 1 sten Julij zijnen togt naar de Asmrische provinciën voortzette, en Espartero van verre zijne bewegingen volgde, die nog te ViUarcayo was, toe.n Gomez Reynosa reeds was doorgetrokken- Een Carljstisch Opperhoofd. Sanz, maakcen zich gereed om Espartcro aan te vallen en hem alzop te ver hinderen Gomez van nader bjj te volgen, De Opperbevelhebber Cordova na tijdingen van Zubiri ontvangen te hebben, is, zegt men, in allen haast naar Victoria vertrokken. In het Engelsch legioen houdt (Je desertie nog vol. De voordeelen. van Cabrera op de vijfde kolonne hebben te Torrosa aanleiding gegeven tot eenen opstand waarvan de gevolgen droevig schij nen gewèest te zijn, hoewel men de bijzonderheden nog niet kent. Een groot aantal Priesters en andere ingezetenen de eersten van Carlismus., de anderen van te groote gematigdheid beschuldigdzijn zonder meêdoogen ojft- gebragc. In de stad Malaga heerscht nog altijd de grootste wanordelijkheid, vreesselijkste wandaden worden er nog dagelijks en straffeloos gepleegd. Om zoo maar den eersten den bescen te kunnen neêrsabelep, behoeft men slechts te zeggen dat hij een Carlist is; Men heeft uit San-Sebastian over Engeland ook berigten tot den 8Julij: Zij luiden geenszins gunstig over den toestand van het legioen van Gene raal Evans. Van de. 7,400 man, waaruit hetzelve thans bestaat, waren er in genoemde vesting en te Victoria 1,500 in de hospitalen. Onder de ge zond geblevene manschappen, die thans vooral gebruikt worden, om de siellingcn des Generaals door het aanleggen van forten en batterijen nog meer te versterkenheerschte groote ontmoedigingdie niet weinig was toegenomen een gevolge der tijding, dat de CarJistische Generaal Gomez de afdeeling van Castanedawelke zijnen togt naar Asturie had willen stuiten, den 27 Junij ten eenen male verslagen had. Ve,le officieren en een groot aantal soldaten van het legioen hebber*, ingevolge van de vroeger door hen aangegane overeenkomst, te kennen gegeven, dat zij, thans een jaar ge diend hebbende, wilden ontslagen worden. De Generaal Evansvreezende, dat door het verleenen van dit onfslag zijn legioen geheel zou versmelten, heeft eene dagorder aan zijne onderhoorigen uitgevaardigd, om het verlaten der Spaansche dienst tegen te gaan. Te gelijk had hij In den avond van den 6 Julij berigten uit Madrid omvangen, die allerlei gunstige beloften ten behoeve van zijn legioen behelsden, en waardoor hij ceyens in staat werd gesteldom een goed deel der achterstallige soldij zijner4 krijgslieden te betalen. Ten gevolge daarvan hebben sommige officieren, die reeds hun ontslag hadden genomen, zich laten overhalen, om nog te blijven. Des niettemin heefc de stoomboot, die deze berigten naar Engeland beeft ge- bragc, daarheen zeer vele officieren overgevoerd, die of hun oncslag had den genomen of van een tijdelijk verlof gebruik maakten. De stoomboot had tevens 30 of 40 verminkte manschappen van hec legioen aan boord. Er bevonden zich te San-Sebastian nog 400 andere zulke verminkten, die men echter niet naar Engeland dorst overzendenomdat hunne aankomsi aldaar zulk een slechten indruk zou maken. Bij het legioen klaagt men steeds bitter over de jammerhartige maatregelen van Cordova. Men hield zich. al daar overtuigd, dat hec aan zijnen onder-Bevelhebber Espartero wel voor het oogenblik zon kunnen gelukken, om de naar Asturie opgerukte Carlis- ten te verstrooijendoch dat deze partijgangers, die in den geest der in woners en in de bergachtige gesteldheid van het land een magtigen steun hadden, spoedig het hoofd weder zouden opsteken. De Adjudant-Generaal van hec legioen, le Marchant(lie thans mede naar Engeland op weg is, schijnt in last te hebben, om van de Engelsche Regering eene krachtiger ondersteuning, dan zij tot nu toe gegeven heeft, te verzoeken. Berigten over Parijs van den 13 Julij. Men leest in het Journal de Paris: Eene celegiaphische depêche van Bayorme meldt, dat den uden betreu renswaardige onlusten te Figuieres zijn uitgebroken. De nadering van de benden van Brujo en Jorillahet berigi: van het vermoorden eens renbodes bij de Gironne, hebben tot voorwendsel gediend van een oproer, hetwelk de linietroepen niet hebben kunnen bedwingen. De bevolking is in den hoogsten graad verbitterd geworden door de valsche geruchten van verraad; de Brigadier TeniaGouverneur van Figuieres, is er het slagtoffer van ge weest; hij is. vermoord geworden en zijn ligchaam door de scraten gesleept. Na deze vreeselijke gebeurtenis is het eindelijk gelukt de wanorde te be teugelen bij het afzenden van den repbode had de,zelve qpgehouden. Een ander Fransch blad deelt den volgenden brief, van Saragossa van den 4den mede: Cabrera heefc zich voor Alcuriza den 29 Junij vertoond, en deze stad ge sommeerd om zich over te geven. Het garnizoen, uit nationale garden be staande, heefc de roekeloosheid gehad om de twee parlementairen, welke de Generaal na elkander gezonden hadom eene eerlijke capitulatie te slui tente doen doodschieten Over zulk eene onbillijke handelwijs verontwaar digd, heeft Cabrera geboden de stad te bestormen. Niecs kan den moed der Carlisten afschilderen. Na vijf uren een levendig vuur onderhouden te heb- hebwas er bres geschoten en de Koninglijke troepen zijn de stad binnen gerukt. Al de manschappen der nationale garde zijn nedergesabeld. Madrid den 5 Julij. Uit deze stad wordt geschreven, dat men aldaar de zoo ongelukkige krijgsgebeurtenissen van de laatste dagen betreurde; hoe wel men niet durfde veronderstellendat het den Chris,inos officieren aan moed, of aan bekwaamheid ontbrak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 2