"vsn Utrechts ingezetenen alliier aankwam en bij /fijne Exc. den Staatsraad Gouverneur dezer Provincie, den heer L. van Toulon, afstapte, woonde dien middag eenen luisterrijken maaltijd bij, in de zaal nevens den schouwburg, aloor den Gouverneur en de Gedeputeerde Staten, tot een blijk van deelne ming in de feestviering gegeven. Des avor.ds werd de partij door HH. Studenten aan alle Oud-Studenten en verdere gcnoodigden, in den tuin van C. tan Leeuwengegeven. Eenige duizenden menschen waren aldaar vriendschappelijk in de lokalen of in de open lucht aan afzonderlijke tafeltjes vereenigd. De tuin was fraai verlicht en versierd. Boven het middel-gebouw was het borstbeeld des Konings ge plaatst, met vlaggen omgeven. De nieuwe danszaal was met kroonen en spiegels versierd. Te half elf ure vereerde Z. K. H. Prins Freclerik deze partij met zijne tegenwoordigheid, en verhoogde daardoor niet weinig de vreugde van dien avond. Een vreugdekreet verhief zich bij de komst van den geliefden Prins, voor wien in het midden-gebouw eene loge was ge reed gemaakt. Iloogstdezelve onderhield zich met onderscheidene personen, cn bezocht ook de danszaal, alwaar tot laat in den nacht verscheidene dan sen werden uitgevoerd. [11 deze zaal waren de muzijkanten achter eenige oranjeboomen cn struikgewassen verborgen, terwijl,aan de andere zijde van den tuin een wel bezet orchest geplaatst was. De Prins bleef tot dat de vuurwerken waren afgestoken, waarover Z. K. H. zijn genoegen te kennen gaf. Onder deze vuurwerken hebben uitgemunt de verlichte tempel van Minervaen eenige andere met opschriften, als: Aan den Honing en het Va- der land; aan J'rins Trederikaan de Curatoren en Professorenaan Utrechts Regering en Ingezetenen; aan de Oud-Studentenaan Utrechts Schoonenenz. Dit buiten-feest duurde tot in den morgenstond, en overtrof de verwachting welke men er zich van gemaakt had. Ds medaille, welke door hecren Curatoren aan de HH. Studenten is geschonken, ter herinnering van het tweede Eeuwfeest, vertoont aan de eene zijde het Minervabeeidmet het omschrift: Auspice Deo Servetur Inco- lumis; dat is: Zij blijve, onder Cods bescherming, ongeschonden bewaard. Onder het Minervabeeid leest men: Post. Fata. Supcrstcs. Aan de andere zijde is het volgende opschrift in een laauwerkrans te Ie. zenAcademiae Trajectinae alta is Saecularibus Actis Piam Festi Memo riaal IIoc Monumento Consecrarunt Curatores mdcccxxxvi, dat is: bij gelegen heid van het ide Eeuwfeest der Utrec/itsche Hoogeschool hebben Curatoren dezen penning doen staan, ter dankbare herinnering van het Feest. Van den 16 Jnnij wordt uit Utrecht nog gemeld: Woensdag morgen heeft Z. K. II. PrinsFrederik der Nederlanden de Doms. kerk en de Academie-gebouwen bezigtigd. Iloogstdezelve was van Zijne Exc. den Staatsraad Gouverneur dezer Provincie vergezeld. Naar men verneemt, zullen wij het genoegen hebben Z. K. H. tot 11a het Academie-feest in ons midden te bezitten. Te 10 ure had de optogt van boekdrukkers en boekbinders met derzelver persen plaats. Dezelve bestond uit eene rijdende en tegelijk werkende let. terzetterij, drukkerij en boekbinderij, welke behoorlijk versierd en met let terzetters, drukkers en boekbinders bezet waren. De trein werd geopend door een detachement kavalerie, met een trompetter; vervolgens een korps hoornblazers. Een groote banier met het wapen der boekdrukkunst, aan weerszijden een banier met de geschriften: Vrijheid der Drukpers en Ver lichting en Beschaving, door letterzetters gedragen wordende. Hierop volgde eene Commissie, uit drie personen, om den optogt te re gelen, in het zwart gekleed met een rood en wit lint, de kleur van het Stads- en Academie-wapen, 0111 den arm. Gevolgd door eenige drukkers- jongens, waarvan twee met schuifrotcingen, om de versjes of gezangen in de bovenste verdiepingen aan te bieden; de overigen om de gezangen te verspreiden. Een banier met bet wapen der Academie en onderschrift: Sol justitiae illustra nos; dat is: Zon der geregtigheidverlicht ons. Op zijden de Nationale vlag en de Oranje vlag. Een stel of wagen, waarop eene komplete letterzetterijmet alle daartoe behoorende gereedschappen en werkende zetters. Drie banieren met de opschriften; in bet midden: Hulde aan de Hoogeschool. Op de eene zijde: Stichting der Academie 1636; op de andere: Tweede Eeuwfeest 1836. De wagen of stel, met vier witte paarden bespannen, welke fraai waren opgetoomd en versierddoor de Geb. Meijer bestuurd wordende. Op dit stel stonden eene drukpers, inkttafel, enz., en werkende boekdrukkers. Drie banieren; het middelste met opschrift: Stichters der Academie. Op de eene: Cijsbert van der II00lek en op de andereDirk van Velthuizen. De wagen of stel, waarop eene boekbinderij, met daartoe behoorende ge reedschappen en werkende binders. Drie banieren; op de middelste: Hulde aan de eerste Boekdrukkers. Op de twee anderen: Laurens Koster, Haarlem 1423, en Nico/aas Ketelaaren Gerhard de LeemptUtrecht 1470. De optogt werd gesloten door een korps hoornblazers en een detachement kavallerie. Bij Zijne Exc. den Staatsraad, Gouverneur dezer Provincie, hield de op togt een oogenblik stil, cn bood een der leden van de Commissie, met een korte aanspraak, Z. K. II. Prins Frederik de versjes aan, door een meester knecht, van der Meuten, op rood satijn gedrukt. Z. K. H. nam ^dezelve aanen betuigde zijn genoegen hierover. Deze optogt gaf algemeen genoegen en eindigde zeer geregeld. De let terzetters, boekdrukkers en boekbinders, die den optogt vergezeld hadden, werden door de gezamenlijke boekdrukkers onthaald. Des middags hadden de HH. Studenten een luisterrijk diner op het Vree burg, in een daartoe bijzonderlijk opgeslagen gebouw, hetwelk met smaak versierd en des avonds fraai verlicht was. Ter eere van de Academie wa ren de huizen op het Vreeburg dien avond andermaal geillumineerd. De vrolijkheid aldaar duurde tot laat in den avond. Ook de HH. Oud-Studenten waren dien dag aan vriendschappelijke maal tijden vereenigd. De volksvermaken in het Sterrebosch werden dien dag door duizenden menschen bijgewoond. Vergenoeging en vrolijkheid heerschten alom. Heden Donderdag houdt het Provinciaal Utrechts Genootschap van Kun sten en Wetenschappen eene algemeene vergadering, waarin aan de bekroon de Dichters der ingezondene Dichtstukken op liet tweede Eeuwfeest der Utrechtsche Hoogeschoolde gouden Medailles worden uitgereikt. Voorts hebben heden de met de kap gepromoveerden een dejeuner gegeven, en wordt heden avond de maskerade met belangstelling te geinoet gezien. Nog meldt men var.daar van den 17 Junjjj Niettegenstaande wij gisteren avond tegen zeven ure alhier eene onweers bui hebben gehaddie zich met regen vergezeld tegen half elf ure nogmaals herhaald heeft en dreigde stoornis in den grooten optogt, die op het punt was van eenen aanvang te nemen, te zullen geven, heeft alles zich nog boven verwachting geschikt en de optogt eenen onverhinderden voortgang gehad; zelfs zag men hier en daar zeer sierlijke iiluminatien, die eene uit muntende uitwerking deden. Wij hopen nader op de beschrijving van dien avond terug te komen: genoeg zij het voor het oogenblik te meiden, dat alles tegen half vier ure in den morgenstond naar wensch en in de volmaak- ste orde afgeloopen is. Het vuurwerk voor dezen avond belooft allerprach tigst te zullen zijn. Uit Nijmegen meldt men van den 17 Junij: Laatstleden Woensdag den 15de!) dezer, kwam Z. D. II. de Hertog Ber nard van SaxenJVeimar van 's Gravenbage in Hoogstdcszelfs hoofdkwartier alhier terug. Met dezelfde stoomboot kwam ook alhier aan Zijne Exc. de Minister-Plenipotentiaris van Denemarken aan het Nederlandsche Hof, Baron Selby, met deszelfs gevolg, intrek nemende in het logement de Rotterdasn- sche Postwagen, van den heer 0. T. Holterman. Op gisteren kwam alhier aan Zijne Exc. de Minister van Binnenlandsclie Zaken, van's Gravenbage komende, afstappende aan het logement de Plaats Royaal. Des avonds ten 6 ure vervolgde Zijne Exc. deszelfs reis naarCleve. A E G Y P T E. De berigten uit dat land luiden bevredigend. De gezondheids-toestand was veel verbeterd, er de boomwol-oogst belooft gunstig te zullen uitval len, want juist de regenachtige en koude lentedagen, die voor andere lan den zoo nadeelig waren, hebben gunstig gewerkt in Aegypte op de boom- wol-kweckerij en den graanbouw. Mehemcd-Ali zoude met den Engelschen Consul wederom in vriendschappelijke betrekking staan. Hij schijnt zich naar diens wenschen te schikken en de handelsbetrekkingenwelke tot heden zeer beperkt met Engelsche ondeTdaner. werden gevoerdeene grootere uit breiding te willen geven naardien het zoo drukkende en belemmerende mo nopolie-stelselwaarop de handelstaatkunde van Mehemed berekend was, geheel zou worden opgeheven. Dit zoude ook ons zeer te stade komen, daar wij door de regelmatig daargestelde stoombootvaart met hec Oosten, cn t'.oor de ruimste inzigten van het Russische Kabinet, met opzigt tot de be- varing van den Don au stroomreeds eene grootere levendigheid in het ver zenden van koopwaren bemerken. POLEN. Uit Dnitschland wordt geschreven: Onder de treurige gevolgen, welke de jongste opstand voor Polen gehad heeft, behoort ook het verval van eene menigte te voren zeer bloeijende fabrieken. Dit verval heeft te weeg gebragt, dat een groot aantal arbeiders elders (voornamelijk in Rusland) werk gezocht en zich gevestigd heeft, en daardoor ontbreekt het thans, nu men de fabrieken weder wil opbeuren, over het geheel aan bekwame werklieden. Bepaaldelijk is dit het geval in de streken van Lody en Constantinowwaar te voren zeer bloeijende laken fabrieken waren. Sedert eenigen tijd echter beijveren de groote grondbezit ters zich, om, in overeenstemming met de Regering, ook deze wond van den opstand zoo veel mogelijk te heelen; men heeft in Dnitschland bekwame arbeiders laten aannemen, om naar Polen te verhuizen, en van deze lieden, waaronder zich, voornamelijk uit het Hessische, een aantal goede wollen en linnen-wevers bevinden, zijn nu reeds verscheidene ter bestemder plaatse aangekomen, terwijl in den loop des zomers nog andere zullen volgen. De bedoelde landverhuizers zijn over het geheel bemiddelde lieder.welke huil vaderland verlaten uit hoofde, gelijk zij beweren, deels van de mededinging, deels van de hoogte der belastingen. Over het geheel neemt het landver- huizen uit Duitschiandvooral onder de welgestelde lieden, steeds toe. PORTUGAL. Met een woord hebben wij in onze vorige van de ontbinding der Cortes gewag gemaakt. Ziet hier een uitvoeriger berigt: Er was in de zitting nog niets anders voorgevallendan dat de Minister da Silva Carvalho den 31 Mei, zijnde de eerste dag dat de tweede Kamer der Cortes tot behandeling van zaken bijeenkwam, daarbij een overzigt van den geldeiijken toestand des Rijks geleverd en eenige finantiele wetten inge diend had. Het bleek daaruit, dat voor het loopende jaar de Rijksuitgaven de openbare inkomsten met omstreeks 3,500,000 contos de reis of 12 millioen guldens zouden overtreffen. Den 3 Junij ontstond in genoemde Kamer eene woordenwisseling, waarin verschillende maatregelen der Regering hevig wer den aangetast, en de meerderheid vooral ook haar misnoegen betuigde, dac de Koningin haren gemaal, Prins Ferdinand van Saksen-Coburgtot Opper- bevelhebber van het leger heeft benoemdnieitcgcmriaimUc Clc vorige Curces zich stellig daartegen verklaard hadden. De Ministers hebben deze benoe ming trachten te verdedigen, door re betoogen, dat bij het aangaan van zijn huwelijk, aan Prins Ferdinand alle de voorregten en eeretitels zijn toegezegd, die de vorige gemaal der Koningin, de Hertog van Leuchtenbergbezeten heeft. De bitterheid van vele leden op dit punt deed de Koningin tot de ontbinding besluiten; doch de Ministers wisten het vooraf, in de zitting van den 4dcn, nog zoodanig te leiden, dat het den schijn had, als of deze maat regel het gevolg van verschil van gevoelen over geldelijke aangelegenheden was. Er zullen thans alweder verkiezingen van volksvertegenwoordigers moe ten plaats hebbenen de nieuwe Cortes zullen den 15 Augustus bijeenkomen. SPANJE. Berigten óver Parijs van den 14 Junij. Madrid den 6 Junij. Volgens een bevelschrift van H. M., is er eene Commissie van drie personen benoemd, om de oude wetten op de Majora ten en die op de heerschappelijke regten te onderzoeken, en eene nieuwe redactie van dezelve op te maken. In de aanstaande zitting der Cortes zou den dan die verbeterde wetten ter tafel gebragt worden. De verkiezingen en hec leger zijn thans de twee hoofdpunten, waarop zich meer bijzonder de aandacht van hec Gouvernement moet vestigen. Men ontvangt goede tijdingen uit de provinciën, dezelve doen gelukkige uitkom sten hopen in de worsteling, welke op het kies-veld zal begonnen worden; er is te Cadix zelve in de gemoederen eene terugwerking geschied, welke zoowel gunstig, als ongehoord is. Wat het leger aangaat, de Generaal Cor dova, wien de staat var. zijne gezondheid nog eenige dagen in deze hoofd stad terug houdt, verklaart, dat de geest van het leger uitmuntend is. Men verzekert, dat er, met overeenstemming van het Ministerie, een plan voor den oorlog gemaakt is, hetgeen zeker in Navarre moet gelukken, vooral met de indirecte doch krachtdadige hulp van Frankrijk. De Generaal en Chef enjde Voorzitter van den Raad hopen zeer veel van deze krachtdadige me dewerking. Men verwacht hier met ongeduld, dat Solarte, die te Parijs is, het Minis terie op zich zal nemenwaartoe hij door de Koningin benoemd is. Zijne tegenwoordigheid zou hier zeer noodzakelijk wezen, om de militaire en kiezings-werkzaamheden, welke het Ministerie ten doel heeft, te combineren. Berigten over Parijs van den 15 en 16 Junij. Madrid den 7 Junij. De rust blijft nog steeds te Madrid heerschen. Ko ning Lodcwyk Philips zou zijne goedkeuring over de in hec Ministerie voor gevallen verandering te kennen hebben gegeven. Cordova vertoeft nog altijd te Madrid en neemt deel aan de beraadsla. gingen van den grooten Raad, van welke echter niets uitlekt. Colonel Valdczwiens gevangenneming door de croepen van Cabrera ver meld wasis op vrije voeten en wendt al het mogelijke aanom het verlies zijner troepen aangebragc, vreeselijk te wreken. Men heeft aan het Noorder leger 7 en aan dat van Catalonie 3 mil lioen realen gezonden, voortspruitende uit de 30 miilioenen, welke het Gou vernement ontvangen heefc, ten gevolge van de negociatien van Mendizabal. De Koningin heefc het volgend besluit genomen Wenschende enz., zoo bepaal ik hetgeen volgt: i°. Er zullen geconsolideerd worden 834,752,067 realen van de schuld zonder interest; 347.041,271 realen van de loopende schuld met interest van 5pCt. in papier; 268,6o5.6;8 realen van niet geconsolideerde waardewelke sommen een derde omstreeks van het geheel der drie geliquideerde schulden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 2