A0. 1836.
LEYDSCHE
COÜRAN
VRIJDAG
DEN 13<ien MEI.
[PUBLICATIE.
«urgsMEEster en Wethouders der Stad Leyden, waarschuwen bij deze een
Utf, wien het zoude mogen aangaan, dat, ingevolge de bestaande wetten, op de aan--
Jiermis, geene HoroskooptrekkersPlaneetlezersDobbelaarsRijfelaarsDraai'
krdi»> diergelijke schadelijke spelen zullen worden toegelaten, en dat onder voor-
'VC!lrfjfi of schijn van iets te vertoouen als anderzins, geene bedelaarsverminkte of'ge-
totfjge personen alhier zullen worden gedoogd, maar dadelijk door de Agenten der Po-
licir opgevatten einde omtrent dezelve naar bevind van zaken zoude kunnen worden
j,,ndeïd. Terwijl wijders aan alle, die in de termen der wet op hetPatent-regt vallen,
Kdeze nadrukkelijk wordt herinnerd, dat zij uieE zullen worden toegelaten, tenzij van
ern behoorlijk Patent voorzien, waaruit tevens blijkt, dat het diensvolgeus door hun
verschuldigde regt is betaald. Dat eindeiyk niemand, gedurende deze Kennis, met iets
jafmogen voorstaan, op de straten vertoonen, of daarmede rondgaan, zonder daartoe
niet alleen het vereischte consent verkregen te hebbenmaar ook bet deswegens verschul
digde Marktgsld aan den Marktmeester 'te hebben betaald. Wordende de Heer Directeur
<n Commissaris van Policie bij deze geqnalificeerd0111 voor de executie dezer te zorgen.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leyden, op den 5 Mei 1836.
J. G. de Mey.
Ter ordonnantie van dezelve,
P. A. du Pui.
NEDERLANDEN.
Leyden den iaden Mei.
Men schrijft uit 's Gravenhage van den 9 Mei:
Naar men verneemt, is Zijne Exc. de Minister van Financien voornemens,
eren als in het vorige jaar, in het zomersaizoen weder eene buitenlandsche
leis te doen, en wel ditmaal langs de boorden van den Rijn.
Door de Regering is order gegeven tot het doen der metingen, water,
passingen, enz., naar aanleiding van het ontwerp wegens het aanleggen van
ten kanaal met sluizen door het eiland Flakkee, ten einde de reede van Brou
wershaven in verbinding te brengen met die van Helvoetsluis, welke vaart
beschouwd moet worden als eene voortzetting van het kanaal van Voprne.
De heer J. Svart, te Amsterdam, beheerder en bewaarder der zee
instrumenten, is door Zijne Maj. den Koning gecommitteerd om zich naar
Engeland te begeven, ten einde de gebrekkige tijdmeters van de Marine daar
ter plaatse bij de makers te doen herstellen en de reeds herstelden herwaarts
over te voeren.
Door Zijne Maj. is aan de heeren J. H.miel en Huyssente Duisburg,
concessie verleend, om met een of meer in Pruissen gebouwde stoombooten
personen en goederen op vaste en gezette tijden ovet te brengen, van Keulen
naar Rotterdam en vice versa.
Bij Koningiijk besluit van den 3 Mei j!., is het met algemeene stem.
men genomen besluit der buitengewone vergadering van stemgeregtigde deel.
hebbers in de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappijgevestigd te Rotterdam,
op den y April II. aldaar gehouden, goedgekeurd en bekrachtigd. Dienvol
gens zal het maatschappelijk kapitaalthans groot seven honderd vijftig dui-
und guldenverdeeld in 1500 aandeelen, ieder groot vijf honderd gulden
met eene som van negen honderd vijftig duizend gulden vergroot worden, en
ilzoo vastgesteld zijn op een tnillioen zeven honderd duizend gulden, verdeeld
in 3400 actiën van vijf honderd gulden ieder. Van deze 3400 nieuwe actiën,
welke met honderd ten hondera zullen moeten voldaan worden, en alzoo
met de oorspronkelijke gelijke regten en verpligtingen hebben zullen, zal
aanvankelijk niet meer dan de helft worden uitgegeven; zullende de uitgifce
van de wederhelft worden uitgesteld, tpt dat de uitbreiding der onderneming
..znijts bij vervolg zal blijken te vereischen. Het bedrag der dadelijk uit ze
geven aandeelen, zal vóór of op den 15 December 1836 moeten worden
aangezuiverd.
De verdere bepalingen der, statuten van dc Nederlandsche Stoomboot-
Maatschappij, en van het Koningiijk besluit yan goedkeuring en bekrachti
ging daarvan, in dato 10 Nov. 1823, N°. 50', blijven van kracht en waarde.
Naar men verneemt, heeft de Minister van Finantiën, bij resolutie van
den 14 April jl, ten aanzien der schattingen van het mobilair, eenige nadere
bepalingen gemaakt, en wel in dezer voege:
1°. Dat de schattingen'-van het mobilair niet zullen plaats hebben bij glo
bale of ruwe opneming der waarde van hetzelve in het geheele gebouw of
vertrek, waarin hetzelve zich bevihdt, in eens, maar dat die opneming zal
moeten geschieden naar eene verdeeling of klassering der voorwerpen, in de
ïjayplgende soorten, van iedere van welke de schatters de geldelijke waarde
in de daarvoor bestemde kolom der schattingslijst zullen uittrekken, te weten:
«.Grove meubelen, als: ledekanten, canapdssecretaires, tafels, stoe
len, allerlei kasten, enz., vuurhaarden en kagchels, en wat daartoe
behoort, gordijnen, tapijten en vioerkleeden
i. Bedden en matrassen, met derzelver toebehooren, tafel- en andere
linnens
e. Glas- en kristal, marmer en albast-, brons- en plated-, porselein- en
aardewerk
i, Tafel- en ander zilverwerk; niet tot lijfsieraad of kleeding behoorende;
t. Rij- en paardentuigen, stalgereedschap, voor zoo ver daarop de vrij.
stellingen, bepaald bij N°. 3 en 4 van art. 13, 1 der wet niet toe
passelijk zijn;
'f. Alle belastbare meubelenonder de bovengenoemde niet begrepen
2°. Dat, tot behoorlijke opneming en waardering van diegenen der opge
noemde voorwerpen, welke zich bevinden in kisten, kasten, kabinetten, la
detafels en andere gesiotene bergplaatsen, de schatters met alle bescheiden
heid inzage daarvan zullen vragen, en, bij onttrekking aan de schatting, of
verdonkering van mobilair, de vereischte maatregelen zullen genomen wor
den, ter toepassing der strafbepaling, vervat in art. 35, 6 der wet.
Den 4den dezer is, in den ouderdom van 50 jaren, te Amsterdam over.
leden de heer P. Velyn, lid der Koninglijke Academie van beeldende kunsten
aldaar, en een onzer meest verdienstelijke graveurs.
Dezer dagen heeft de heer Baptiste Loissct drie paarden gekocht van
de Koninglijke Stoeterij te Borculo; de verkooping had te 's Gravenhage
plaats; in het geheel zijn er vier geveild.
Onderscheiden personen van aanzien te Londen hebben hunne opwach.
ling bjj Z. K. 11. den Prins van Oranje gemaakt.
A E G Y P T E.
Mehemed-/1li heeft wederom een gedeelte van zijne jaarlijksche belasting
aaa de Potte afgezonden. Het schijntdat de financien van den Paelia beter
gesteld zijn, dan men gewoonlijk gelooft. Hij is, zoo als bekend is, een
zeer ijverig speculanten hoewel hij in den laat'ten tijd in het veld niet ge.
lukkig geweest is, zoo zou hij toch uit een commercieel oogpunt goede
zaken gedaan hebben. Mehemed weetdat de ziel van den krijg het geld is
en dac het vooral in,het Oosten daarop aankomt, over volle kisten te gebie-
den te hebben, 0111 de zege aan zijne vanen te verbinden. De Porte heeft,
wat dit ttahgaat, aile reden om op hare hoede te zijn en eenen medeijveraar
niet te verachten, welke met eene ijzeren volhardenheid zijn doel tracht te
bereiken. Echter toont alles aan, dat men in Turkije tot de oude gewoonte
vervallen is, om zonder iets te doen op bet noodlot te vertrouwen. Het is
waar,men organiseerthervormt en zoekt alles te veranderen, maar daardoor
is weinig,voor de verdediging van het land geschied, want die nieuwe veror
deningen zijn meer voor eene verafzijnde toekomst, dan voor het tegenwoor
dige berekend.
Men leest in eenen brief van Caïro van 29 Maart:
Er gebeuren in de staatkunde van den Divan wonderlijke dingen. De
Onder-Koning zeer gedwarsboomd door de resolutien van Londen en den
aival van het Hof van Parijs, heeft zich geheel tot Konstantinopel en St.
Petersburg gewend. De vreemde Consuls hebben met Zijne Hoogheid ver
scheidene bijeenkomsten gehad; maar het schijht, dat het diep ontzag nieuwe
resolutien heeft voorgeschreven en gebeurtenissen bereid, welke zullen too-
nendat hij een onderdanig vasal van de Verhevene Porte en een opregt
bondgenoot van Rusland is. Deze gesteldheid kan niet anders dan de alge
meene zaken van het Oosten meer en meer verwikkelen-, zoodat Engeland en
Frankrijk daarop niet genoeg het oog kunnen houden. De handel hangt veel
af van deze verandering van betrekkingen ih Aegypte.
PORTUGAL.
Lissabon den 29 April. De jonge Koningin van Portugal heeftna de
vestiging van een nieuw Ministerie, met den Hertog van Terceira aan het
hoofdeene proclamatie uitgevaardigdwaarbij de Cortes tot eene buiten
gewone zitting, die den 29 Mei beginnen zou, worden bijeengeroepen.
Voorts heeft de Koningin het besluit der ontbondene Cortes omtrent het Op
perbevelhebberschap van het leger in zoo verre krachteloos gemaakt, dat zij
iiaren gemaal tot Veldmaarschalk heeft benoemd: eene betrekking, welke
van die van Opperbevelhebber in het wezen der zaak weinig kan verschillen.
De weder-optreding van den heer Silva Carvalho als Minister van Financien,
heeft het geschokte crediet van Portugal aanvankelijk verbeterd. Sommige
kapitalisten uit Lissabon en Opörto hebben eene som te zijner beschikking
gesteld, die met twee tnillioen Nederlandsche guldens gelijk staat, en waar
mede hij de dringendste schulden kon betalen. Desniettemin meenen som
migen, dac de geldmiddelen van Portugal niet op eenen goeden voet kunnen
worden gebragt, zoo lang niet eene aanmerkelijke vermindering in de Rijks
uitgaven, die de ontvangsten verre overtreffen, wordt gemaakt. Aan den
Hertog de Palmella is thans meer bepaald de last opgedragen, om een nieuw
handelsverdrag met Engeland te sluiten. Het was onzeker, of hij zich daar
voor naar Londen zou begeven.
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 8 Mei.
Met Journal de Paris deelt dezen avond de volgende tijdingen uit Spanje mede:
Den jden hebben de Ehgelschen eenen uitval uit San-Sebastian gedaan
Zij hebben zonder moeite het eerste gedeelte der werken der Carlisten ver
nield maar het tweede is door hun zeer hevig verdedigd.
De Engelsche Admiraal 800 man van het legioen ontscheept hebbende
onderhield gedurende een uur een zeer digt vuur; ten 9 ure namen de Car
listen de vlugt en verlieten 4 kanonnen.
De Generaal Evans heeft hen tot Ernanl vervolgd, hetwelk hij den vol.
geilden dag heeft ingenomen.
De Engelsehen hebben met veel onverschrokkenheid gestredenzij hebben
meer dan 200 dooden en het dubbel getal gekwesten.
Het verlies van de Carlisten is aanmerkelijk geweest.
Men schrijft van de grenzen van den eersten Meidat er een opstand
order eenige Carlistische bataljons van Navarre geweest waswegens mee
betaling. Voldaan zijnde aan dit verlangen, is de onrust gestild.
Don Carlos beeft een besluit afgevaardigdhetgeen aan de bewoners
van dorpen, op straffe des doods, voorschrijft, om mede te nemenhetgeen
zij het meest kostbaarst hebben, en hunne woningen in brand testeken,
zoodra de Christinos naderen.
Dit bevel beeft een groot misnoegen onder de bewoners der dorpen ver
oorzaakt.
Op de grenzen zijn eenige voorwerpen van wapening, voor de Carlisten
bestemdaangehouden.
Berigten over Parijs van den 9 Mei.
vn.i ontvangen de bladen van Madrid van den 29 April. De begonnen
negotiatien, om het Ministerie voltallig te maken, zijn nog niet ten einde ge
bragt, en men meent, dat het geheele Kabinet vernieuwd zou worden, waar
in Mendizabal alleen zon overblijven met het Voorzitterschap, alle oude Mi
nisters zonden zich terugtrekken.
In de Kamer der Pairs heeft men de Ministers gevraagd of het waar is
dat eene Fransche afdeeling op het punt was de grenzen over te trekken.
Mendizabal heeft geantwoord, dat een Fransch Hoofd-officier deze zaak aan
den Gouverneur van Logrono had bekend gemaakt, die het per renbode aan
het Gouvernement had berigt.
Het .Journal de Paris bevat dezen avond het volgende:
De Carlisten hebben Cerdagne ontruimd.
Guerrea is te Martinet slechts twee uur na het vertrek der Carlisten aan.
gekomenwelke genoodzaakt Zijn geweest hunnen buit achter te latenna
een 2ötSl huizen verbrand te hebben.
Den 4den beeft dezelfde Generaal de Carlisten te Alas bereikt, hun eenige
manschappen gedood en 108 gevangenen verlost.
Zijne brigade rust te Urgel uit. De Colonel Sebastian vervolgt den vijand
in de rigting van Tournol.
Den 25 April heeft Eguyaaan het hoofd van 14 bataljon», den Generaal
Espeleta voor Balmaceda aangevallen.
Espeletadie slecht 8 bataljons had, heeft tot den nacht weerstand gebo
den zonder dat hij nit zijne stellingen is kunnen verdreven worden.
Hij is den volgenden dag op nieuw aangevallen, doch zondereenig gevolg.
Hij is in dit gevecht ligt gewond geraakc.