fcabelretiwen, die onderling op afstanden van een tot twee voeten geplaatst fijn. Besehonwen wij integendeel de eenvoudige vlerlc van het geringstejn- sekt, welke nieuwe wereld van wonderen vertoont zich voor ons oog Maar van al de verborgene schoonheden, welke de Microscoop voor ons oog ver. wikkelt, zijn er geene gelijk aan die, welke de bewoners der.vloeibare we. reld ten toon spreiden. Te naauwernood zoude men gelooven, dat men, met behulp van dezen Microscoop, in eenen enkelen vergrooten droppel slootwater, honderden en zelfs duizenden verschillende diertjes opmerkt; en wanneer men dezen droppel met eenen anderen waterdroppel uit eene andere sloot vermengt, zullen de diertjes terstond beginnen te vechten en elkander te verslinden. Het licht, hetwelk in dezen Microscoop gebruikt 'wordt, wordt voortgebragt.door eene vermenging van zuurstofgas mee waterstofgas, welke op een stukje kalk vereenigd worden, en is zoo schitterend en hel-' der, dat geen ander gas een zoo klaar en wit licht geven kan. De.stralen, welke uit dit punt voortschieten, worden door middel van holle glazen ver spreid en vergrooten het alzoo daarvoor geplaatste voorwerp. Wij hebben hier weinig bij te voegen, wijl elke beschrijving, hoe naauw- keurig ook, zonder aanschouwen, gebrekkig is en blijft; alleen dit nog: de roode worm in het regenwater, verkrijgt eene dikte van twee voet en eene lengte van zestien voet; de luisjes in het regenwater worden t i 2 voet, ter wijl men derzelver ingewanden, hartkloppingen, ja zelfs de ongeboren jon gen duidelijk kan ontdekken. Het geraamte eener mot, van al het vel en vlecsch ontdaan, zoodat de beenderen alleen zijn overgebleven, is een bij uitstek bewondcringswaardig voorwerp. De kfistallisering van liet zout.... doch alles is even schoon en prachtig, en, behalve het onbeschrijfelijk ge noegen, hetwelk men bij het aanschouwen smaakt, klimt het gevoel onwil lekeurig qp tot bewondering en aanbidding des Almagtigen Vormeerders, die dit alles zoo in de volmaakste orde daarstelde en met de hoogste wijsheid voortdurend onderhoudt. Aanstaanden Zondag den itden dezer, zal eene voor ons zigtbare ge deeltelijke Zonsverduistering plaats hebben. Deze opmerkelijke eclips zal in.geheel Europa en Noord-Afrika kunnen waargenomen worden. Het begin der verduistering heeft, naar Amsterdam berekendplaats'S namiddagds, ten 2 ure 17 minuten, liet midden ten 3 ure 50 minuten; het einde der verduis tering ten 5 ure 16 minuten. De doorsnede der Zon, in twaalf gedeelten of duimen verdeeld zijnde, zullen er 10 duimen 4 ged. door de Maan verduis terd worden. Het daglicht zal derwijze vermindereu, dat men, bij gunstige omstandigheden, met het bloote oog de Rjaneet Vefius en misschien ook Ju piter zal kunnen zien. Een zeisvormig gedeelte der Zon zal verlicht blijven. De eerste raking van de Zonschijf geschiedt aan den westelijken randop ongeveer 450 van het benedenpunc der verticale Zonsmiddellijn. Men meldt uit 's Gravenhage van den yden dezer: Binnen kort vertrekt van hier Z. K. H. Prins Willem. Fredrik Hendrik derde Zoon van Z. K. H. den Prins van Oranje, naar het Nieuwe Diep, van waar het exercitie-eskader, waarop Z. K. H. zich gedurende eenigen tijd. zal bevinden, naar de Oostzee vertrekken zal. Men verzekert nog al. tijd, dat Z. K. H., in den loop van den zomer, met een. deel der schepen, die coi dat exercitie-eskader beiiooren, den Oost zal gaan bezoeken. Men verneemt dat het Z. M. behaagd heeft bij besluit van den 29 April jl. onderscheidene bepalingen vast te stellen nopens het Israëlitisch Seminari um te Amsterdam, waarbij hetzelve als een Rijks Seminarium wordt beves tigd. Tevens zou Z. M. aan het Departement van Hervormde Eeredienst enz. hebben opgedragen, om eene generale inspectie van de Israëlitische Armenscholen binnen het Rijk, in den loop vanditjaai te doen plaats hebben. Tot Ontvanger der Directe Belastingen en Acciinsen te Warmond is be noemd A. T. van der Tak, thans Surnumerair bij de Belastingen te Rotterdam. -Volgens eene missive van Z. Rxc. den Minister van Binnenlandsche Zaken, is het uit een Kabinets-schrijven van Z. M., van 31 Maart jl., ge bleken, dat de bepaling van art. 8 van het Koninglijk besluit van 19 Novem ber 1819, N*. 47, volgens hetwelk de gestrande ongepermitteerde goederen omschreven bij art. 18 der Publicatie van het Staatsbewind der Bataafsche Republiek van 10 Januarij 1805,, verbrand; moeten worden, ten doel heeft, om dezen gestrengen maatregel alleen dan toe te passen, wanneer er onze kerheid bestaat omtrent den gézondheids-toetsand der eqnipagie of bevolking der van besmette of van besmetting verdachte plaatsen gestevende en hier te lande gestrande schepen, of wanneer dc herkomst der, gedurende het in werking zijn der quarantaine-maatregelen gestrande goederen onbekend is daar de omstandigheid, dat een schip gestrand is, geene reden oplevert, om. wanneer hetzelve zich, voor het overige, in het bij art. 11 der voormelde Publicatie bedoelde gunstig geval bevindtmet meerdere gestrengheid te be handelen, dan wanneer zoodanig ongeluk hetzelve niet getroffen had, terwijl de zuivering, waaraan de in hetzelve aanwezige ongepermitteerde goederen, volgens art. 12 dier Publicatie, onderworpen zijn, in overeenstemming met het, bij een vroegeren Kabinets-brief van 25 Februarij 1832, N°. 109, door Z. M. te kennen gegeven verlangen, niet meer door berookingen, en be paaldelijk niet door chloor-dampen of zoogenaamde guxtonsche berookingen, maar alleen door het blootstellen der voor smetstof vatbare voorwerpenaan een ruimen en telkens vernieuwden luchtstroom, behoort te worden be werkstelligd. Het Hoofdbestuur van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden, heeft het genoegen te berigten, dat bij hetzelve, ten behoeve van het voornoemde fonds zijn ontvangen de na volgende aanzienlijke bedragen, als: Van den heer Mr. D. A. IV. van Tets, President der Regtbank van Eer. sten Aanleg te Haarlem, lid van het aldaar gevestigde Districts-Commissie van het bovengemelde fonds, de som van f 734.60, voortspruitende uit dq opbrengst van het door Zijn Ed. Gestr. ten voordeèie van dit fonds uitgege ven geschriftten titel voerendeHartelijke toespraak aan de Edel Mogende Heer en Leden der Statcn-Cencraalbij de plegtige opening en aanvaarding hun ner werkzaamheden op den 19 October 1.835. Van den lieer G. LuttenbergSecretaris der stad Zwolle en Procureur bij de Regtbank van Eersten Aanleg aldaar, de sotn van 518. uitmakende niet eene nader over te maken som van 123, het batig slot der door Z. Ed. Gestr., aan den heer Burgemeester der S.ad Zwolle afgelegde en door Zijn Ed. Achtb. goedgekeurde rekening, wegens het door genoemden heer G. Lut tenberg, met goedkeuring van Zijne. Majesteit den Koning, ten voordeele van het voornoemdé fonds, uitgegeven werk, getiteld: Register der Wetten en Besluitenbetrekkelijk het openbaar Bestuur in -de Noord-Nederlandense der.t 1798 tot 1816; Van den heer Henderik Kuyper Cs., Controleur van de Directe Belastin gen, In- en Uitgaande Regeert en Acciinsen te Rotterdam, dpor tttsschen- Itomst van de Distrikts-Cömmissie aldaar, de som van f 576.60, als de voor- loopige en voornaamste opbrengst van den door Zijn Ed. Gestr. in het jaar 1835 ten voordeele van dit fonds uitgegeven Bundel l'aderlandsche en andere Gedichten. Verstrekkende het wijders aan het Hoofdbestuur voornoemd tot een bij zonder genoegen, bij dezen openbare melding te mogen maken, van eene niet minder aanzienlijke gift van f 610.50, bij de Districts-Commissie te 's Gravenhage ontvangen, zijnde de opbrengst van eenige in der tijd door den schilder von Gebauer te Berlijn, tot een liefdadig oogmerk geschonken en hier te lande ten behoeve vanlhet bovengenoemde fonds verkochte steendruk platen. Het Hoofdbestuur voornoemd kwijt zich van eene Hoogst aangename taak, door deze mime bijdragen ter algemeetje kenni-sc te brengen, en hiermede deszelfs erkentelijkheid te betuigen, zoowel jegens de hoogaanzienlijke per sonen, die laatstgemelde gift wel ten behoeve van dit fonds geliefden te be- 4 «temmen, als jegens deszelfs verdienstelijke landgenoot^ t^ta ijver tpto. lepreuondersteund door eene onbekrompen deelneming, eo hfejbovpn,ge melde voor het fonds belangrijke uitkomsten te weeg bragten." Het Hoofdbestuur twijfelt niet, of elk Nederlander zal deze pogingen tot instandhouding van het fonds hartelijk toejuichenen met het Hoofdbestuur den wensch koesteren, dat de algemeene belangstelling, welke dit fonds duurzaam ondervindt, en uithoofde van het groot aantal deelgéregtigdenook noodwendig behoeft, zich meermalen in zoodanige sprekende-bewijzen van hartelijke liefde voor de dierbare zaak van Votst en Vaderland moge openbaren. Den 3den dezer is de spoorweg tusschen Mechelen en Antwerpen met veel piegtigheid geopend. RUSLAND. Petersburg den 23 April. Uit deze plaats wordt gemeld, dat de Keizer deszelfs Gezant te Londen-, den Gra«f,-/jttaao. di Borgo, de met brillanten omzette Andreas-Orde heeft geschonken, vergezeld met een van den7April gedagteekend eigenhandig schrijven, waarin gezegd wprdt, dat zulks strekt tot een nieuw bewijs- van het gewigt zijner diensten die hij', naar Z. M. hoopt, nog lang, even als gedurende de laatste twintig jaren, aan de mede werking tot het bestendigen van den algemeenen vrede zal blijven besteden. PORTUGAL. Lissabon den 20 April. Het Ministerie schijnt eindelijk aldaar zaamge. sceid te wezen. De tijding daarvan komt over Parij'S. "De lijst'der''Ministers' zou de volgende wezens Oorlog: Hertog van Tereeira, Raadspresident; BujtenlandscheZakenGrasf de Villa-RealMarine: Gonzales de MtrandaFinancien: da Silva Carvalho-, Binnenlandsche Zaken: Jo.é FreireJustitie: Antonio de Aguiarde, Hertog Palmellazonder portefeuille, is echter bijzonder belast met geheel het Ad ministratieve gedeelte betreffende de tractaten met de Mogenheden. SPANJE. Berigten over Parijs van den 3. Mei, Men meldde gisteren aan de Beurs eene nieuwe overwinning van Palarca op het overschot der bende van Cabrera. Een brief van Bayonne van 23 April spreekt, als ook de Sentinelle des. Pyrenees van dezelfde dagteekening., van de beweging der troepen inEiscaye, tvelke een niet meer veraf zijnde en ernstig gevecht scheen aan te. duiden. Van eenen anderen kant zeggen brieven van Bilbao van den eisten, dat men eene nieuwe demonstratie van de Carlisten tegen de stad moeit verwachten.' Men schrijft van San-Sebastian, dat de aankomst van de Engèjsclte. troepen en artillerie zonder tusschenpozing voortduurde, Deze plaats is goed bezet. De Generaal Evans heeft in eene dagorder alle lieden, welke niet in staat zijn de wapenen te dragen, uitgenoodigd uit de stad te gaan. Men verwacht ieder oogenblik eengn heyigen uitval. Men meldt, dat eene ontmoeting op zëe heeft plaats, gehad, op weinig afstand van Lequeytio, tusschen eene Engelsche stoomboot en tweeCarlisti- sche vaartuigen. Na eenigen tegenstand zijn deze met hunne eqnipagie ge zonken; want men heeft geene gevangenen willen maken. Berigten over Parijs van den 4 Mei. Wij ontvangen door buitengewone gelegenheid tijdingen van Madrid van 26 April. Die van den 24stendie de 'zamensteliing van het Ministerie had den vermeld, waren te voorbarig. Gonzalez, Voorzitter van'de Kamer der Afgevaardigden, had niet geweigerd, maar hij had niet stellig aangenomen en twijfelt nog. Al de pogingen van Mendizabal strekten zich thans uit om zich het noodige geld te verschaffenom de soldij van zijn leger gedurende zes maan den te verzekeren, en men heeft reden te gelooven, dat er met dit oogmerk negotiatien zijn geopend met de groote financiële magten te Londen en te Parijs, Don Carlos gelooft ernstig te zullen aangevallen wordenhij wend{ groote pogingen tegen Balmaceda aan, om de communicatien tusschen.Cor dova en de Engelschen, die te Bilbao zijn en te San-Sebastian te verbreken. Hij heeft aan alle bekwame mannen bevel gegeven om zich te wapenen, ej die de wapenen niet kunnen dragen, contributie te betalen, of aan de forti ficatiën te werken. Men zegt, dat Don Erro, eerste Minister vanDon Carlos, met dezelfde gevoelens als zijn meester bezield is, ten aanzien van hun die in soldij van Christina staan. Men wil, zegt men, geen kwartier aan de soldaten geven. Onder dagteekening van den 23 April, heeft Don Carlos, eene nieuws proclamatie aan de bewoners der Baskische gewesten en van Navarre uitge vaardigd waarin hij hun dank zegt voor hetgeen zij reeds voor zijne zaak hebben gedaan, en hen aanmaant, om verder alle krachten in te spannen tót liet roentriik ten einde brengen van den goddeloozen en verwoestenden oor. log, dien zij nog steeds tegen hardnekkige vijanden hebben te voeren." H| verzekert htm voorts, dat hij, zoodra de omstandigheden dit toelaten, hun in Hoven en Junta's zal bijeenroepen, om ovei de middelen tot bevordering der nijverheid te raadplegen; dat hij het steeds voor eenen heiligen pligtzal honden, om de godsdienst der vaderen te beschermen en uit te breiden, et dat hij evenzeer de regten en vrijheden (fuerosj dezer geweaten zal helpet handhaven. Uit Londen schrijft men: Wij hebben berigten van het Brltsche legioen uit San-Sebastian van dea 25Sten April. De Carlisten hadden zich in de omstreken, op de hoogte» langs den weg naar Hernani vastgenesteldzóódat zij niet dan zonder zwaa: verlies uit die stellingen zouden kunnen wotden verdreven. Hernani, eet punt van veel aanbelang, omdat het den sleutel naar Tolosa en de gemeen schap met Frankrijk opent, is bijzonder door de Carlisten versterkt, en hunni keurbenden trekken tot deszelfs verdediging op. Men voorziet binnen wei nige dagen hier een. gevecljt van gewigt. Zestien soldaten van het Fransche vreemden-legioen zijn in handen der Carlisten gevallen. 'Generaal Cordova had pogingen tot derzelver bevrijding van den dood gedaanwaarmede Don Carlos ieder vreemdeling bedreigd heeft, die vrijwillig de wapenen tegen hem voert. Doch de pogingen vat Cordova zijn vruchteloos geweest; hebbende het hoofd van den generalei staf der Carlisten schriftelijk geantwoord dat op de voorzeide bepaling getof de minste uitzondering zou gemaakt worden. Dat zulks de tegenstanders der Carlisten meer verbittert, behoeft wel niet gezegd te worden. In een naschrift uit Parijs wordt gemeld dat het Ministerie zaamgesteW is. Rodil is Minister van Oorlog. Ferreire van Marine. Alnipdovar van Binnenlandsche Zaken. Men heeft ook een gerucht verspreid van eene overwinning van de Carlistische Generaal Eguia op Espeleta, bij Belmaceda. Berigten over Parijs, van den 5 Mei. Ofschoon uit het bovenstaand naschrift zou blijkendat het Ministerie reeds gevormd was, zoo schijft men titans van den 5dén uit Parijs: Mendizabal is het eindelijk gelukt zijn Ministerie voltallig te maken; in dien men namenlijk den volgenden brief gelooven moet, die langs eenen bui tengewonen weg is aangebragt: - Madrid den 48 ApriL In de zitting van de Kamer der Afgevaardigden van Maandag, heeft Bitss- dizabal, gevraagd over de zamenstelliitg van het Kabinet, verklaard, dat over drie dagen de bank der Ministers vervuld zou zijn. De Gazette heeft deze

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 2