A0. 1836.
L E Y D S C II E
COll R A N I\
l I
VRIJDAG
f.jv* v»^ -v« i
vu.-
t f\Z3S21Q A T
DEN i5den APRIL.
NEDERLANDEN.
Ley den den i4den April.
Men meldt nit's Gravenhage van den 13de» dezer het volgende:
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden, heeft de Centrale
•afdeeling verslag gedaan omtrent het ontwerp, nopens de Munt, en zijn de beraadslaging
gen over hetzelve aan de orde van den dag gesteld op aanstaanden Zaturdag, 's morgens
ten elf ure.
Vervolgens is beraadslaagd over de vier ontwerpen van financiële wetten, welke sedert
«enigen tijd het onderwerp der overwegingen van de Kamer hebben uitgemaakt. Acht
tien leden hebben achtereenvolgens daarover het woord gevoerd.
De hecren SchimmelpenmnokLuzacvan Reenen en van Sijtzamahebben zich tegen
den geheelen financiëlen maatregel verklaard. Zij beschouwden denzelven gevaarlijk voor
's lands belangen, als te weeg brengende verwikkelingen van geldmiddelen, als gevaar
lijk voor de koloniën zelve, als niet leidende tot het gewenschte doel, vermindering van
Staatslasten, als ontijdig, onraadzaam, ondoelmatig en onaannemelijk. Buitendien hing
alles van eenen onzekeren staat van zaken in den Oost af, ja zette men het behoud van
denzelvendoor een onmatigen druk op die Overzeesche bezittingen te leggenop het
spel. Wat de driejarige bégrootings-wetten betreft, derzelver aanneming was onmogelijk,
omdat zij weinig overeenkomstig met de bepalingen der grondwet werden geoordeeld, ja
als op zich zelve hoogst onvolledig. Te dezer gelegenheid weidden de sprekers nog uit
over 's Rijks politieken toestand', waarvan zij de voortdurende onzekerheid als uiterst
nadeelig beschouwden, en gaven zij den wensch te kennen, dat de Regering hare lijde
lijke houding in eene meer actieve mogt veranderen. Zij schetsten de nadeelen van het
status-quo 9 waarvan .de aanhangige voordragtcn dq ongelukkige uitvloeisels waren. In
dien de Kamer echter het daarstelleu eener Oost-Indische schuld mogt toestaan, dan zou
den de heefeu Schimmelpenninck en Luzac de betaling der renten voor Belgie, op gelijke
wijze, aannemen, omdat de tweede wet tot de eerste in een onmiddellijk verband stond,
en met dezelve móest staan of vallen.
De hecren ven Nes, RoififneLuybenvan Dam van Isselt en van der Grondenver
heugden zich over de goede uitkomsten van het beheer en beleid der Overzeesche bezit
tingen, welke ten gevolge hebben, dat het Rijk in staat wordt gesteld een aanzienlijk
•deel van deszelfs uitgaven, door de hulpmiddelen der Koloniën, te dekken. Ten gevolge
van de gegeven ophelderingen, -van Regeringswege, alsmede na de in de ontwerpen ge-
bragte wijzigingen, namen deze leden het eerste ontwerp aan, in de hoop en het ver
trouwen, dat de Regering zich stipt zal houden aan hetgeen door haar plegtig is beloofd
en toegezegd, en ook in afwachting, dat zij aart den wensch des Nederlandschen Volks,
tot beëindiging der geschillen met België, zoo spoedig mogelijk, zou voldoen; dat zij
zelfs hare lijdelijke nouding doe eindigen en dezelve in eene meer actieve verandere; en
•dat het rampzalig wachten eene eindpaal moge hebben. Deze leden konden het tweede
ontwerp, wegens de Belgische rente-betaling, niet fianneirlen, omdat zij van den beginne
af tegen dergelijke betaling gestemd hebben en dezelve strijdig oordeelen met \s lands
belang, te meer daar hoe langer dezelve plaats heeft, des te minder mogelijkheid er be
staat, om de gelden van Belgie terug te bekomen. Eindelijk verklaarden} zij zich tegen
de driejarige begrootings-wectenom dezelfde reden als bovengemelde sprekers.
Ten voordeele der twee eerste wettennopens de Oost-Indische schuld en de Belgische
rente-betaling, docli mede tegen de begrootings-wetten, hebben het woord gevoerd de
heeren de Bordes Satidbergvan RappardOp den HoofFretsHooft en van Alphen
die, hoezeer eenige bedenkingen tegen de eerste ontwerpen hebbende, daaraan hunne
goedkeuring niet zouden weigeren, omdat zij verschillende goede gezigtspunten oplever
den, in het verschiet ontlastingen voor de Natie deden zien, en .er, in allen gevalle, ten
gevolge van de nadere in de ontwerpen gebragte wijzigingen geen misbruik van dezelve
gemaakt'konde worden.
De hecren Quint us en Beelaerts hebben het aannemelijke van de vier ontwerpen ont
vouwd,'de bedoelingen der Regering verdedigd,, daaraan hunne hulde toegebragt, en zich
over de schoorie uitkomsten van het beheer der Oost-Indische bezittingen verheugd.
Laatstgemeld lid heeft de nadeelen ontvouwd welke uit het verlaten van het, thans be
treden wordende spoor, nopens de staatkundige aangelegenhedenvoor het Vaderland
zouden kunnen ontstaan, welke veel grootcr «ouden zijn, dan liet geheele status-quo
ons berokkend heelt.
Zijne Exc. de Minister van Financiën zegt. dat hem twee wegen overblijven, om,
namelijk, zeer uitvoering alle gemaakte bedenkingen te beantwoorden, dan wel om zich
tot eeriige weinige aanmerkingenter opheldering of beantwoording van sommige pun
ten, te bepalen. Dit laatste schijnt hem het meest overeenkomstig met den wensch der
Vergadering cn met de belangen van het Rijk. Zijne Exc. kan'die te meer doen, om
dat er reeds zoo vele openingen ruimschoots zijn gegevenen bereids herhaaldelijk de
■stelligste verzekeringen afgelegd, de plegtlgstè toezeggingen gedaan zijn, en dat het ee-
moeten antwoorden op de misleiding van de leden, die door hem, volgens dc mecnintt van
sommigenzou hebben plaats gehad, ten gevolge der herhaaldelijk door hem ai-elegde
verklaring, dat het Syndicaat by magt was, otn, zonder verbreking van bestaande ver
bintenissen,, lil de rentebetaling voor Belgie te voldoen; doch het spreekt toch wei van
zelf, dat die verzekering afhankelijk was van den tijd van duur der tegenwoordige om
standigheden, want men zai toch niet kunnen veronderstellendatbij eenen tieniarigeu dltttr
der tegenwoordige omstandigheden het Syndicaat in staat geweest zóu zijn om 84 millioen
tot dat einde te leveren. I11 April 1835 heb ik, zegt Zyne Esc.bereids verklaard, dat bet
Syndicaat niet duutzaam in staat zou zijn in deze betaling te voorzien en in December daar
aanvolcende, heb ik stellig aangekondigd, dat het dc laatste maal was, dat liet Syndicaat
in die betaling kon voorzien. Dat dit ligchaam derhalve niet in staat was, om de betaling
vol te houdenwas alleen het gevolg van den duur der omstandigheden. Wat de zaak
zelve betreftmeen ik rondborstigin antwoord op eene bedenkingtegen deze wet ont
leend, te moeten verklaren, dat de Regering niet dulden zou, dat het Amortisatic-Svndi-
caat onderhandelingen met Belgie zou openen, om met dat land zijne vereeniging tot stand
te brengenen dat ieder lid met de Regering zal instemmendat men nooit aan
Helgie de 50 millioencn zal kwijtscheldenwelke hetzelveop het einde des iaarste
dezer zake, aan ons land zal verschuldigd wezen. Het is er verre af. dat de Regering
slechts geld zonde vragen, om de onzekere omstandigheden te bestendigen; maar dat hij
niet schroomt (daar hij overigens wel gesvenscht had, dat het aan de leden opgelegde ge
heim wat naauwer ware bewaard gebleven)om in zooverre de geheimen van het gehou
den commitd-generaal bloot te leggen, door te verklaren, dat Z. Exc. meent verzekerd en
bewezen te hebben, dat er geen cent van hetgeen thans wordt aangevraagd, zal worden
verzilverdzonder dat men zich stipt aan de bepalingen der wet zal houdendat het
tweede deel der eerste voordragt eenig en alleen ten doel heeftom het Syndicaat succes
sief in het bezit zijner geiden terug te brengen datnaar mate van den stand der prijzen
er schuldbrieven tegen 4 pCt. zullen worden afgezet; dat men overigens door de gevolgen
der wetten te berekenenzich te zeer aan verwarring van denkbeelden overgeeft", cn bet
kapitaal een Oost-Indiscli kapitaal is, doch het Moederland alleen voor de rente aanspra
kelijk blijft. Ten aanzien van den staatkundigen toestand des lands, heeft de Minister
in de gehoudene zitting met gesloten deuren zijn gevoelen zoo ruimschoots kenbaar gemaakt
dat het overbodig m onvoorzigtig ziin zoude, om daarover lancer uit te weiden. Hij erkent
echter gaarne, dat hij toen, zoo wel als heden, volkomen deelt in het gevoelen, dat hij
het uur, waarop de beëindiging onzer zaken slaan zal, als het gelukkigste van zijn leven
zal aanmerkendat dit de geheel eenparige denkwijze der Regering isdoch dat zij aan
den anderen kant, van meening is, dat de uiterste droppel blnedsde laatste penning van
's lar.ds Schatkistgebezigd moet wordenom eene vernedering van Nederland te voor
komen waarop de vijanden van hetzelve het schijnen toegelegd te hebben. De uitdrukking
wij verkeer en in den nood schijnt den Minister toe niet op 'onzen toestand van toepassing
te wezen vooral omdat de Voorzienigheid meer dan de menschen uitrigten kan. Onze
redding sdiiint nog wel niet nabij, maar onze val nadert evenmin, te minder omdat wij
door het overschotder Oost-Indische geldmiddeleneen balsem in de wonde hebben
hekomen, welke wij ten onzen voordeele kunnen aanwenden. Hopen wij, dat dc goede
Cnn het verschietdat zich voor ons opdoet, niet verduistereen dat wij in staatmogen
blijven, om, in sprit van de vijanden des Vaderlands onzen tegenwoordigen toestandzoo
lang dit noodzaketijk en onvermijdelijk zal zijn, re handhaven. Naar het schijnt, gaat
de Minister voort, verwerven de hegrootings-wettcn de goedkeuriug van het grootste deel
der vergadering niet.. Zij zijn nogtons het uitvloeisel van 's Konings ernstige overwegin
gen, om aan eep buitengewonen staat van zakenwaarin wjj ten aanzien buzer begroo-
al toesciiecn dat dc vergadering zich met de voorstellen niet kon vereenigenzoo l.ecit
dc Koning geoordeelddatdaar waar gemoedelijke overtuiging sprak, pligt hem verbood
deze voordragen in te trekken, doch ze veeleer aan de beslissing a4n UEdel Mogclideii
■onderwierp, waarin r Z. M. aan Hoogstdeszelfs eigen geweten zal hebben voldaan. Ter
verdedi'iinvan dezelve meent dc Minister nog te moeten opmerken, dat-de grondwet
eene. iiarlykschc hecrooting, waarop alle uitgaven van den Staat voorkomen, niet wil,
het ooit nier wensehèlijk is, dat er zich jaarlijks schokken hij schokken kunnen voegen,
om tot stand gebragt te worden, elders niet met 's lands belang overeenkomstig beschouwd
wordt lk verheug mij met de aanneming der eerste wetten, omdat zij de meest belang
rijke zijn De vreemdeling zai daaruit zien, dat de band van eendragt lusschen de wet-
verbroken is cn bestendigd blijft. Er zal dan ook geeue valsclie trompet, bij
dc verwerping der dricjare begrootings-wetkunnen geblazen worden, daar de aanneming
01 verwerping derzeive alleen van bijzondere beschouwingen afhangt. En hiermede onder
werpt de Minister de wetten aan het oordeel eu de..beslissing der Kamer.
Vervolgens wordt in hoofdelijke omvrage gebragt het eerste ontwerp, nopens de Oost-
Indisciie schuldhetwelk wordt aangenomen met eene meerderheid van 46 tegen 6 stem
men. Teren stemden de heeren Schimmelpenninckvan ReenenLuzacii'annyen
Nagelt envan Sijtzama.
Het tweede ontwerp, nopens de Belgische rente-betaling, wordt aangenomen met 40 te
gen is stemmen. 1 egen stemden de heeren van Lam van Isseltvan MeeuwenLuy
ben Rommevan den Mortel, van Nes, van der Gronden, lngenhausz, Tromp, van
ReenenCats en van Sijtzama.
Het derde ontwerp, tot vaststelling ecner driejarige begrooting van uitgaven, wordt
af rekeuri met eene meerderheid van 48 tegen 4 stemmen. Voor het ontwerp stemden dc
heeren Ouintusvan I/cmert, beelaerts en Dijckjtieester.
Het vierde ontwerp, nopens de driejarige begrooting van ontvangsten, wordt door den
Minister van Financiën, ten gevolge van de verwerping van liet derde ontwerpingetrokken.
Daarna wordt de vergadering tot Zaturdag aanstaande gescheiden.
Bij Koningrijk besluit van den 28 Maart wordt aan de Commissie van
redactie der nationale wetgeving opgedragen om zich, na het afwerken der
herziening van het wetboek van burgerlijke regtsvorderingonledig te hou
den met het opstellen van het ontwerp van het wecboek van strafregc.
Zij zal bij hare beraadslagingen zoo veel mogelijk een goed en nuttig ge
bruik maken van den arbeid door ervaren en kundige Nederlandsche Regts.
geleerden in de laatste jaren aan de wetgeving op het Nederlandsche straf
regc besteeden bepaaldelijk van het crimineele wetboek voor het voorma
lige Koningrijk Holland, micsgaders van het ontwerp in den jare 1827 aan de
Staten-Generaal ingeleverd.
De Minister van justitie zal aan haar insgelijks doen toekomen een aan
Z. M. door eene kundige hand aangeboden concept-wetboekbenevens de
daartoe behoorende memorie van toelichtingten einde ook die stukken in
overweging te nemen.
Na het voleinden van dezen haren arbeid zal zij het door haar vervaardigde
ontwerp met eene toelichtende memorie aan Z. M. inzenden.
Onverminderd de bovengemelde bepalingen zal de Minister van Justitie
mee de voorschreven Commissie, nadat zij de herziening van het wetboek
van regtsvordering in burgerlijke zaken zal hebben afgewerkt, aanvankelijk
onderzoeken en in overleg treden, of en in hoeverre na de invoering van de
overige gedeelten van de nationale wetgeving, in het nog in werking zijnde
wetboek van strafregt, vóór het tot stand brengen van het Nederlandsche,
eenige tttsschemijdsche voorzieningen of veranderingen zouden kunnen geacht
worden nuttig en noodzakelijk te zijn, en zal Z. M. vervolgens daaromtre ic
dienen van zijne consideration en advies, met overlegging casu quo van d;
ontwerpen van wet, daartoe dienende.
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is, op last van Z. M. den
Koning, aan Margaretha Carolina Eichler, woonachtig te Berlijn, als een
blijk van Hoogstdeszelfs goedkeuring en tot aanmoediging, uitgereikt de zil
veren medaille van de derde grootte, wegens een uitgegeven werkjen over
den kunstvoet, door haar uitgevonden en aan Hoogstdenzelve aangeboden,
In plaats van den heer .7. M. Sobels, Controleur-Magazijnmeester bij
het algemeen kantoor van hec klein zegel, aan wien pensioen is verleend, is
tot Controleur van 's Rijks algemeen zegel benoemd de heer koelof Mriaan
Gevers, thans Controleur-Magazijnmeester van het zegel in Zuid-Holland,
welke laatste fuuctien tevens door hem zullen blijven waargenomen worden.
Uit Amsterdam meldt men van den 12 April:
H. K. en K. H. Mevrouwe de Prinses van Oranje, wier weldadigheid en
teedere zorg voor het goede zoo zeer bekend zijn, heeft op daartoe gedane
voordragt van hier, eene aanzienlijke gift gezonden voor de slagtoffers van
den brand, welke op den 31 Maart 11. te Zaandam, in fle buurt van hec
huisje van Czar Peter heeft plaats gehad, en wel in het bijzonder voorden
ongelukkigen wagenmaker Vinger. Wij Itebben vermeend van deze edelmoe-
diiieid van H. K. en K. H., hier openlijk te moeten gewagen.
Van den Helder meldt men van den 12 April:
Bij de toenemende bevolking van het Koegras isdoor de belangstelling
van eenige inwoners, en de zorg der Plaatselijke Besturen van den Helder
en Kalantsoog, aldaar een geschikt scbool-lokaal, met eene ondertvijzers-
woning, gesticht, en dezer dagen ingewijd.
Te Brussel is de Engelscbe deputatie voor eenen spoorweg van Londen
over Parijs naar Brussel bij Leopold ten gehoore toegelaten. Hij heeft de
onderneming goedgekeurd.
Men heeft aldaar een concert ten behoeve van de Polen gegevenhetgeen
11,000 fr. heeft opgebragt. Leopold had alleen voor 500 kaartjes ingeschreven.
Uit Gent meldt men van 11 Maart:
De scherpregter te Simoniak in Ierland, wanhopig van in twee geheele
jaren geene enkele executie te doen gehad te hebbenheeft zich zeiven
geëxecuteerd. Hij heefc zich verhangen, na het terug komen van eene te-
regtzicting, in welke twee beruchte dieven, op welke hij stellig rekende,
om zich 'de hand los te maken, louter tot deportatie verwezen zijn gewor
den. Deze met zoo veel geestdrift bezielde scherpregter, was genaamd
James Ryanhij was 86 jaren oud.
RUSLAND.
Van den 30 November wordt van de Poolsclie grenzen gemeld, dat de
Veldmaarschalk Vorst Paskcwitsch eerlang Warschau verlaten en naar Peters
burg komen zal, om in de Zuidelijke deelen van Rusland, bijzonder in Bes-
sarabie, de krijgszaken te regelen.
Z. M. zou voornemens zijn groote veranderingen in het personeel zijner
Gezantschappen aan onderscheidene Hoven te maken.