In den loop van de vorige week is een klein smaldeeldenkelijk naar
Tripoli bestemd, uitgekropen, om, gelijk men verder weten wil, beamten r
over te brengen, welke zekere hervormingen daar zouden invoeren.
Verscheidene geruchten, als dat. van het ten spoedigste-in geduchten
staat van verdediging brengen van de kasteden der DardsneUen en van den
Bosporus, als ook van het vervangen van den Grieksclven Gezant Zographos
door eenen anderen, worden hier in omloop gebragt.
Van pestgevallen hoort men hier sedert geruimen tijd niet, daarentegen
zonden in Smyrna er eenige hebben plaats gehad,
Men heeft in de hoofdstad een groot ongeluk te betreuren, het lokaal
waar men vuurpijlen maakte voor het huwlijks-feest van de tweede dochter
van den Sultan, is door onverwachte uitbarsting vernield geworden. Erwa.
ren 400 werklieden bezig. Den eersten dag zijn er reeds 80 begraven. Men
berekent het getal slagtoffers op 250.
GRIEKENLAND.
Athene dén 2p"Februarjj. Sedert 5 dagen bevinden wij ons in eene Mi
nisteriele krisis. Men noemde de heeren Mamelis, voor Binneiandsche Zaken;
Konstostablesvoor Financien; Kriesis, voor Marine; Generaal Cordon, voor
Oorlog; Rhinos, benevens voor Buitenlandsche Zaken, voor Justitie, enden
Redacteur van den Sotirvoor Eeredienst en.Onderwijs. Ondertusschen is,
dank zij onzen gëliëfrleti Koning, deze combinatie niet in alle deelen tot
stand gekomen. De. tegenwoordige stand van het Ministerie is: Mansolis
voor Binnelandsche Zaken; Kriesisprovislonneel voor de Marine; Lassanis,
voor de onderteekening van het Ministerie van Financien; R/iizos, benevens
zijn ander Ministerie, vóór de Justitie.
Gelukkig luiden de laatste berigten nit Akarnanie veel gunstiger. De
'groote meerderheid der bevolking heeft de zaak van de Regering omhelst
"de burgers van Mlssblungi, de boeren van vele dorpen, de voornaamste
Kapitani's hebben zich voor den bestaandèn staat van zaken gewapend. Bin
nen eenige dagen zullen ook talrijke troepen Akarnanie binnenrukkencn
binnen eenige weken mag men hoepen, dat alles zal geschikt zijn.
Voor het sluiten van den brief verneem ik, dat in 'den Piraeus de
'Ffansche Gézant éangèkoinert is Van'wfen men'eeöe góéde beslissing tvCgetis
de derde serie Van de léening verwacht.
R U 'S L 'A N D.
Ziet hier eenige naauwkeurige aanwijzingen betrekking hébbende óp de
organisatie van de Grieksche Kerk in Rusland:
De regerende II. Synode neemt plaats pnd.er de hoogste magt van het Rijk,
dezelve is dadelijk geplaatst na den regerenden Senaat. liet oudste lid van
deze Synode,. SeraphimMetgopoiitaan van NovogorodSt. Petersburg,
"Esionie en'FinlailJ resideert te Petersburgais ook drie andere leden, te
wetende Metrbpofitaan Philaretde voormalige Biechtvader van de'Kei-
zerin MariaKrinizkyen de Groot-Aalmoezenier van het leger te water
en te. land, Kutncwitsch. Seraphim- ver.vplt te.gelijkertijd de bedieningen van
Voorzitter van de Commissie der."Kerkelijke scholen. Zewzensi, Metropoli-
taan !van Kiew,en de 'Aartsbisschop van Cartalinie en Cachetie, zijn ook
ledep 'van'de'Synode, maar zij blijven 011 h'pnn'e eigene Eparcbien resideren.
De.Epat'clüen zijn jn drie klassen verdeeld,; de eerste klasse telt er vier,
te'wc'tèn: Kiew, Novogorod, Mbskau en PetersburgIe tweede klasse
telt er i'6 en de derde's#. De II.Synode bezit kantoren te Moskau en Ti'llis.
óruiié, Imeretie eii "Mihgréüé hebben elk een Bisschop die tevens Eparch
is. Buiten de hóöge'geestelijkheid Van het leger en de vloot, bestaat er nóg
eene afzonderlijke Proto-Iiierarchiej voor de lijfgarden. De Archimandriten
(Abten) cn'de Oppersten zijn verdeeld in drié rangen; er zijn er 29 van den
eersten, 54 Van dén tweeden en 54'van den derden rang. 'Het getal van
wereldlijke kloosters bedraagt 28.
Volgens officiële bescheiden zijn in het jaar'1834 in 43 Eparchien van
liet Russische'Rijk (uit twee derzelve waren geene opgaven ontvangen)
1,908,678 kinderen geboren, en 1,292,988 personen overleden, zoodat er
'615,690 meer geboren dan overleden zijn. Onder de overledenen waren er
van 65 tot 100 jaren 1,587; van 100 tót 105 jaren 657; van 105 tot 110 ja
ren 115; van 110 tot 115 jaren 74; van 115 tot .120 jaren 46; van 120,tot
125 jaren 35; van 125 tot 130 jaren 10; van 130'toc 135 jarcu 8; tot 140
jaren 1tot 145 Ien tot 150 jaren 1.
POLE N.
Uit Krakau schrijft men van 19 Maart:
Den 9<.ien dezer is door den Senaat alhier de vólgende kennisgeving uit-
gevaardigd
Nadat de Senaat van de vri.ie, onafhankelijke en streng neutrale stad van
Krakau en van derzelver grondgebiedhet opmaken eener bevolkingslijst en
schifting van inlanders en buitenlanders, die aan de Poolsche omwenteling
deel genomen hadden, bevolen had, om de eerstgemelde vrij te waren, van
niet zonder reden genoodzaakt te worden zich naar buiten 's lands te verwij
deren, en om de laatstgemelde uit te noodigen, overeenkomstig den aan de
Regering alhier bekend gemaakten hoogen wil der beschermende Mogendheden,
onverwijld het land te ruimen, brengt dezelve openlijk ter kennis van al de
inwoners, dat het verbergen, van wie het ook wezen moge, bij het voor
genomen onderzoek van de zijde van het openbaar gezag, op den verberger
de strengheid zal doen toepassen, die bij de Kennisgeving van den Senaat,
van den 27sten Februarij dezes jaarsaangekondigd is geworden, te weten
eene geldboete van 500 of eene gevangenis van twee maanden, ingevalle
de overcreder niet in staat mogt zijn de eerste te betalen. En alzoo er bin
nen kort een militaire tweede onderzoek zal geschieden, zoo moeten de
'eigenaren eli huurders er zich aan gelegen laten liggen aan de met opmaking
der lijsten belaste Commissie, de bij hen inwonende personen volkomen naar
waarheid op te geven, nademaal zjj hierdoor de onaangename gevolgen zui
den ontgaanwelke het niet betrachten der hun gedane waarschuwing over
hen zoude kunnen halen.
De Voorzitter van den SenaatHaller.
SPANJE.
Het Journal da la Hay bevat de volgende Correspondentie uit Yrun'van
S3 Maart;::
Ik geloofde niet dat, toen ik u mijnen laatsten brief schreef, ik ti zoo
Spoedig eeue schitterende zegepraal,, door de Carlisten behaald, zou re mel
den hebben; want, hoewel Sagastébelza, in eenen brief, van denwelken ik
u afschrift zond, van een zeker gevecht sprak, dat, zeide men plaats had
gehad, aan den leant van Balmaceda, zooals de Christinos sedert eenige da
gen zonder opbonden pogingen in het werk stelden om Biscaye in te dringen
(de bevelen, van den Minister van Oorlog ontvangenwaren hiermede over
eenkomende) kon het ook wederom eene van die schermutselingen zijn, die
in de laatste veertien dagen hebben plaats'gehad. Maar deze keer, zooals
gij uit de bulletins, welke hierbij ingesloten zijn, zult kunnen oordeelen,
was het een besluit om in Bilbao te komen; een besluit ondersteund door
cene aanzienlijke magt van ruiterij, berg-arcijlerie enz., en ondertusschen
9 bataljons Carlisten waren genoegzaam om hen te verhinderendit zoo wel
beraadslaagd plan uit te vpereti, hen te slaan, verscheidene mijlen terug te
drijven en hunne gekwesten zelfs achter te laten. Thans beschuldigen de
Christinos Espartero van verraad en het is bijna zeker, dat, als de bijzon
derheden van dit gevecht te Madrid zullen komen, de Minister van Oorlog
het niet uitvoeren van zijne bevelen doofde afzetting van Espartero zal wre
ken hét zou zelfs niet te verwonderenzijndat ue afzetting van Cordova
dé zijne volgde of voorafging.
De Carlisten zijn te Engui teruggekeerd en in vele dorpen van de valleije,
-van Ulzama en Errewaar de inwoners, bij de aaiïkómst Van Cordciïa
zijne benden, de wapenen vöor de Koningin hadden opgevat, zijn thans zeJ
genegen óm dezelve te verlaten. Zij beklagen zich bitterlijk bedrogen J
zijn geworden, want om hen over te halen dat zij zich voor de Koning;
zonden wapenen had men hun beloofdhen van alle belastingen, hetzij ingefj
hetzij in rations te zullen bevnjden, en ondercusschen'men gaat voort, 4!
zaken met dezelfde strengheid in te voideren ook is het niet twijfelachtig
dat zij eenmaal zullen opstaan, en deze zoogenaamde deelnemers aan de zj;[
van de Koningin zullen eenmaal nog heviger vijanden, dan de overige wordn.
Volgens brieven van Bilbao van den 2isten verhaalt men, dat drie officii
ren van de Engelsche zeemagc in de rivier van Bilbao door verscheiden!
schoten zijn geraakt; twee van die officieren zijn^ voegt men er bij, dood
en de derde is Zwaar gewond; indien dit zoo is, is er geen twijfel, of dj'
is eene trouwelooze manoeuvre van de Christinosom meer haat tegen J.
Carlisten aan te hitsen; want men moet niet vergeten, wat er omging ij
den dood van dfén officier van de Fransche zeemagt, én dat er toen beivij
voorhanden was, dat het de Christinos waren, die geschoten hadden; 5
verzuimen niets van hetgeen hunne vijanden kan schadenmaar onderin,
schen, indien de daad waar is, is het eene groote wreedheid tot dergelijk
middelen zijne toevlugt te moeten nemen.
Nog bevat hetzelfde dagbiad:
Onze Londensche correspondent 'méldt ons ten aanzien der leening vu
Don Carlos, dat deze leening door de speculanten aldaar als zeer gunsiq
wordt opgenomen, daar de aanvragen reeds het getal der aandeelen, die
eerste serie uitmaken1 overtreffen. Gemélde correspondent voegt er li
dat 111 dc City hét nieuwe papier met 2 pCt.' premie gezocht wordt, ent
die leening door de kapitalisten, die belang hebben bij de leeningen
Christina, beschouwd wordt als eene assurantie-leeningomdat men hooi,
gelijk wij zulks eene maand geleden zeiden, dat zij een piegtdnk'er
'voor hen, die de'onvóorzigtigheid gehad hebben, hun geld in de revók
tionnaire leeningen van het Madridsche Gouvernement te wagen.
Berigten over Parijs van den 29 Maart.
In het Journal de Paris leest men
Eene telegraphische depêche nit Bayonnevan den 26 Maart gedagtet.'
kend, kondigt aan, dat bij het gevecht van Orduna, Espartero de opstat.1
delingen, met een veriies van 800 dobdén'en gekwetsten aan hunne zijde
heeft teruggedreven.
Een der andere Parijssche bladenhetwelk voor Don Carlos partij trekt,
geeft van het hier bedoelde gevecht bct'vöigende lijnregt tegenstrijdige berigt:
De Carlisten hebben den ipden de CHHscinós in, de vlakten van Oidutit
verslagen. Deze laatsfen, die door Espartero wérden aangevoerd, watet
8000 man en 3 eskadrons sterk. Het slagveld is met de lijken hunner ge.
sneuvelden bedekt gebleven. Hun verlies bedraagt ten minste 800 man. Zij
zijn in twee verschillende afdeélingen gevlugr; hébbende eene hunner'ij.
deelingen den weg naar Cuartango en la Puebla ingeslagen, terwijl de an.
dere door de vallei van Mena is gevlugt. De Carlisten hebben bij dit ge.
vecht 9 bataljons in het vuur.gebragt, en waren dus zwakker in getal,dan
hunne tegenstanders. Men begroot hun verlies op omstreeks 200 doódeh en
gekwetsten.
Hoofdzakelijk bevat; tie troonrede der Kóningin van welke wij in onze
vorige reeds hebben, gewag gemaakt, het volgende:
De Koningin kondigt aan, dat onder de wetten, bestemd tot aanvulling
van het staatkundige hervormingsstelsel van Spanje, het Gouvernement vin
H. M. er ook eene zal voorstellen betreffende de vriendschapsbetrekkingen
der Amerikaansche Staten en het Moederland, De Koningin verklaart dat
deze twee volken, bestemd om broeders te zijn, met elkander op eenen voec
van onafhankelijkheid en gelijkheid behoorden te onderhandelen.
De geestelijke gestichten hebben vróeger'groOte diensten aan Kerk en Staat
bewezenthans gaan zij niet meer vóóruit met de eeuw; zij zijn niet meer
ter hoogte van de beschaving des óogenbliks. De openbare meening ver.
langt derzelver afschaffing. Aan die vermogende stem kan geen tegenstand
worden geboden.
II. M. spreekt van de betrekkingen, harer Regering met de Mogendheden,
van Europa me; Brazilië en de Véreenigde Staten van Amerika. Frankrijk
en Engeland hebben inzonderheid, en zooveel zulks hun mogelijk was, bij.
gedragen, otn Spanje bij te staan, dóór de opstandelingen te beletten, onder-
stand van buitenzoo ter zee als te landte ontvangen. Die twee Mogend,
heden geven ons, zegt de Koningin, eiken dag nieuwe bewijzen van haar
verlangen om de zegepraal onzer regtvaardige zaak en het herstel van ruit
en vrede in het Schier-eiland te zien.
Het Gouvernement neemt onophoudelijk de noodige maatregelen om nieuwe
waarborgen aan de schuldeischers van den Staat te geven. De belofte tot
verbetering van bunnen toestand is door de natie me: geestdrift ontvangen.
Het Gouvernement beschouwt de naleving dier beloften als eene der heiligste
verpligtingen.
Voorst kondigt nog de Koningin aandat verscheidene wetten betreffende
het openbaar beheer en vooral betreffende financien en oorlog aan de Kamers
zullen worden voorgesteld.
De Justitie is voor de natie geene mindere behoefte dan de vrede. Het
burgerlijk wetboek wordt aan eene laatste herziening onderworpen. Het straf-
wetboek en het wetboek van strafvordering zijn voltooid. Het wetboek van
koophandel is bijna gereed.
Het Gouvernement zal. zich spoedig onledig houden niet eene uitgestrekte
onderneming, die alle takken van nijverheid'zal doen bloeiien. Voor dit
oogenblik moet dezeive slechts beschouwd worden als een doelmatig middel
om den burger-oorlog tot een einde te brengen. Het'geldt hier namelijk
het voltooijèn der begonnen en het aanleggen van nieuwe straatwegen.
Over het leger sprekende, doet zij dit in de volgende bewoordingen:
„Geene loftuiting, hoe groot dezelve ook zij, zou de verdienste vanonZe
dappere troepen te water en te land kenschetsen. Dankbaarheid en lof is
men gelijkelijk aan de Fransche, Engelsche en Portugesche legioenen ver
schuldigd welke hare krachten aan de onze parende hun bloed vergieten,
en onze werkzaamheden en roem deelendebewijzen dat in eene algemeene
zaakde opofferingen algemeen moeten zijn.
„Een buitengemeen harde en lange winter is geene verhihdëring voor hunne
krijgsdaden geweest. Hunne getrouwheidstandvastigheidvolharding ver
meerderden met de woestheid en ruwheid van een zoo wreed saizoen, en
onophoudelijke en gevaarlijke marschet) ondernemendebevonden zij zich
overal, waar gevaar was, en van welken kant de vijand zich vertoonden,
waren zij gereed om hem tegenstand te bieden en slag te leveren. Hun held
haftig voorbeeld beeft het vuur van dapperheid en pligt in de valleijen van
Navarre opgewekt, welke zijn opgestaan en den standaard ten dienste van
mijne Doorluchtige Dochter hebben ontrold, en de 70,000 man van de laatste
weiving, welke gewapend en genoegzaam gedrild zullen ingelijfd worden
in de rangen van onze veteranen en met hun wedijveren in roem en toe
genegenheid. De natie zal met mij de latirieren bewonderen, welke zij
zullen plukken, laurieren, welke voor mij zekerlijk aangenamer zoude 'zijif,
indien zij niet moesten ontluiken in het ongelukkig bloed van hnn, die, hoe
wel opstandelingen en ontaardenkinderen van Spanje zijn."
Berigten over Parijs van den 30 Maart.
In het Journal de Paris leest men
Een bulletin van Espartero bevestigt het nienws, hetgeen wij gisteren me-
degedeeld hebben, van de nederlaag der Carlisten in het gevecht van den
I9den, hetgeen den besten uitslag gehad heeft.
De boeren hebben vele vlugtelingen opgepakt.