Het Journal de la Ilaye bevat eene particuliere correspondentie uitElorrio, waarheen Don Carlos van Durango zijn hoofdkwartier verlegd heeft, van den 14 Maart, waarin gemeld wordt, dat er geen ander gevecht tnsschen de beide partijen, dan den sden te Orduna heeft plaats gehad, waarvan de bijzon, derhéden de volgende zijn: Cordova te Vittoria aangekomen zijndenaderde de Generaal Espartero tot aan Pena. De Generaal Eguya verliet toen Zornoza om zijn hoofdkwartier te Llodio over te brengen, latende drie bataljons op de drie'wegen, die van Vittoria naar Bilbao loopenhij had zelf te Orduna twee bataljons waarvan het een bijna geheel uit gevangen genomen Christinos bestond en vooral uit hun, die in de drie laatste garnizoenen te Mnrguia, Orduna en JBalmaceda waren gevangen genomen; een voorpost was bij den ingang van denengen weg van Pena geplaatst, dezelve was zaamgesteld uit soldaten bij jylercadillo genomen. De Christinos-ruiterij geavanceerd zijnde, verlieten die soldaten hunnen post en gingen zich bij dezelve voegen, latende alzoo den engen weg open als ook den weg op Ordunaalstoen Espartero gebruik hiervan makende, avanceerde aan het hoofd van 4000 man voetvolk en 300rui. ters en trok Orduna binnen, de 2 Carlistische bataljons verpligt geweest zijnde, om zich voor deze grootere'strijdkracht terug te trekken. De Gene- raai Eguya dit vernomen hebbende, stelde zich dadelijk in marsch op Orduna inet eeltige Navarresche bataljonsVillareal die te Murguia wasden Briga. dier Sopelana op de achterhtfede des vijands gezonden hebbendeom deze beweging van Eguya te bevorderen, den aftogt aan Espartero afsnijdende. Deze oordeelde het niet raadzaam hen af te wachten en weinige uren 11a zijnen inmarsch in Orduna heeft hij deze stad verlaten en is op Pena terug, getrokken. De Carlisten hebben slechts 60 man aan dooden en gekwesten. De Engelsche bladen deelen brieven uit Madrid van den iodèn mede, volgens welke de door den Generaal Evans naar die hoofdstad afgezondene officieren er in geslaagd zijn, om de Spaansche Ministers tot betere verple ging en betaling van het Britsche legioen te bewegen. Men vleit zich dien ten gevolge in die brievendat weldra 5000 man van het legioen (de daar van overgeschotene helft) te velde zullen kunnen trekken. Berigten over Parijs van den 23 Maart. Het laatste decreet van den heer Mendizabal ter regeling der binnenland- sche- en buitenlandsche schuld zoude de passieve schuld bij zesde gedeel ten in actieve schuld doen overgaan, derwijze dat in zes jaren tijds de passieve schuld tot actieve zoude zijn geconsolideerd. Krachtens een nieuw decreet in dato 14 dezer wordt de termijn voor de binnenlandsche schuld nader bij gesteld; jaarlijks zal een derde gedeelte tot actief worden geconverteerdzoo dat de passieve schuld in drie jaren tijds zal zijn geconsolideerd. Ter beurze heeft men niet geweten, welke werking deze nieuwe maat regel te Madrid heeft gedaan, maar uit brieven vernemen wij, dat de ren- telooze schuld, die Zaturdag den i2den dezer a 13J was gesloten, den I4den a 13! is verhandeld. Binnen weinige dagen wachtte men een decreet ter regeling der buitenlandsche passieve schuld. 'Men schrijft van Madrid van den i4den: Eene bedroevende tijding, en die bevestiging verdient, wordt heden ver. spreid. Men zegt, dat het opperhoofd van de bende, Cabrera, zien in de omstreken van Cuenca, eene rijke stad en die 5 a 6000 inwoners bevat, vertoond heeft; deze stad is op 22 mijlen afstand van de hoofdstad gelegen. Bevelen zijn gegeven aan een bataljon van de Koninglijke garde en 60 lan siers om zich in allen haast naar het bedreigde punt te begeven; deze kleine expeditie is in den morgenstond vertrokken, men hoopt, dat zij tijdig zal komen, om de plundering te voorkomen. Den igden was Cordova met bijna 12,000 man te Vittoria, en hij had voor zich 28 bataljons Carlisten, onder bevel van Eguya. Men verspreidt ook weder, dat Don Carlos de door zijne troepen in den burg Plencia gevangen genomen vrouwenzou hebben laten doodschie ten. Ondertusschen weet igdereen, dat dergelijke geruchten worden uitge strooid, om de partij der Carlisten afbreuk te doen. Men zegtdat de dorpen van Navarrewier hulpbronnen door eenen burger-oorlog van bijna 3 jaren zijn uitgeput, geen enkele ration meer aan het leger van den Pretendent leveren. Men moet daaruit besluiten, dat hij •die hulp ontberen kan, omdat de worsteling met zulk eene hevigheid voortduurt. De krijgsverrigtingen in Catalonie waren thans van geene beteekenis. ZWITSERLAND. Door de Commissarissen van het Bestuur in de Jura, zijn drie stukken uitge vaardigd. Het eerste is een besluit, hetwelk beveelt, dat de troepen ge- Itantonneerd moeten worden in die gemeenten, waarin wanorden hebben plaats gehad; en dat de personen, welke bekend zijn er deel aan genomen te heb ben, de lasten van die bezetting zullen dragen, tot welk einde eene Com missie in elke gemeente is benoemd, belast om de inkwartiering opdien voet te regelen. Het tweede is eene Circulaire aan de Pastoors gerigt, waarin te kennen wordt gegeven, dat het bestuur het oogmerk niet heeft, om de reg- ten van de Roomsch Katholijke kerk, door de constitutie gewaarborgd, te schenden, noch de Pastoors in de uitoefening van hunne funciien te hinde ren; doch waarbij!hun wordt bevolen, om hunne parochiën niet te verlaten, dewijl zulks als ongehoorzaamheid zoude worden beschouwd, voor welke gevolgen zij verantwoordelijk worden gesteld. Het derde stuk is eene pro clamatie, waarin gezegd wordt, dat, daar de troepen, door het Gouverne- ment ter herstelling der rust afgezonden, overal als broeders onthaald zijn geworden, de Commissarissen order hebben gegeven, dat een gedeelte der troepen naar hunne haardsteden zullen terugkeeren. Wij hopenzeggen de Commissarissen, dat de goede ingezetenen van de Jura mede zullen wer. ken, om onzen last kort en gemakkelijk te maken, en ons daardoor in staat stellen, het bezettingscorps nog meer te verminderen. Den vrede en de ge stoorde orde te herstellenaan de wetten de kracht te geven die zij verloren hebben, aan de Autoriteiten het gezag terug te geven, en het gedrag der Ambtenaren gedurende de gisting te onderzoeken, dit is onze zending; het zal van u afhangen de vervulling daarvan te verhaastenen zoodra wij over tuigd zijndat dezelve op eene vaste en duurzame wijze vervuld iszal de geheele militaire bezetting ophouden. DUITSCHLAND. r Uit Berlijn wordt geschreven Voor eenigen tijd moet hier een zeer vriendschappelijke brief van den Grooten Heer aan onzen Koning aangekomen zijn, waarin de Sultan, na aan de Prulssische krijgskunde en de inrigting van ons leger grooten lof te hebben toegezwaaid, den wensch uit, dat 12 officieren en 24 onder-officie ren van de onderscheidene wapenen onzer krijgsmagt naar Konstantinopel mogen worden gezondenopdat een deel van het Turksche leger op de Pruissische manier geoefend worde. Zeer voordeelige voorwaarden worden aan de officieren en onder-officieren, die zich met deze zending willen be lasten, toegezegd: zij zullen, behalve eene aanzienlijke toelage voor de heen- en terugreis, eene geschikte woning, goede tafel enz. erlangen. De Koning heeft dezen brief op het vriendelijkst beantwoord en het daarin ge dane verzoek toegestaan, zoodat men zich thans reeds hier met de keus der officierendie naar de Turksche hoofdstad zullen worden gezonden bezig houdt. Het aantal dergenen, die zich daartoe aanmelden, moet reeds zoo groot zijn, dat onze Minister van Oorlog, aanwien de keus der officie ren is overgelaten, zich bij de vervulling dier taak niet weinig verlegen ziet. Van de zijde des Konings is overigens aan de naar Konstantinopel vertrekkende officieren reeds bij voorraad de verzekering gedaau, dat hun verblijf in Turkije hunner bevordering bij het Pruissische leger geenszins in den weg zal staan. Men mag hopen, dat de aanwezigheid van zulk een niet onaanzienlijk aantal kundige lieden in het Turksche Rijk ook voor de kennis van dat land rijke vruchten zal dragen, GROOT-BRIT ANNIE. Londen den 23 Maart. Verscheidene prachtige feesten, onder anderen door de Hertogin van Kent en den Portugeschen Gezant, zijn ter eere van den Prins van Portugal gegeven. Deze heeft van de Portugezen, die te Londen waren, een adres van gelukwensching met zijn huwlijk ontvangen, hetgeen door hem in dien zin beantwoord isdat zijn hoofddoel steeds het geluk der Portugezen en de handhaving hunner constitutie wezen zou. Men spreekt hier altijd veel van eene tusschenkomst in de Spaansche zaken, en beschouwt die als gebiedend gevorderd om aan den onmenschelij- ken burger-oorlog een einde te maken. Men wil dat ons Bestuur te ver geefs bij dat van Frankrijk op de tusschenkomst heeft aangehoudenen nu zelf daartoe gezind is. Geruchten willen, dat het de zeeplaatsen Bilbao en San Sebastian door 3000 Britsche mariniers zou doen bezetten, waardoor de Spaansche garnizoenen dier plaatsen tegen Don Carlos te veld zouden kunnen trekken. Wat hiervan zij, zal zich spoedig oplossen. Intusschen wil men in het vertrek van 150 mariniers uit Plymouth naar Bilbao reeds een begin van interventie zien. F R A N K R IJ K. Parijs den 22 Maart. In de zitting van de Kamer der Afgevaardigden van den eisten, is de wet op een supplementair crediet voor geheime fondsen doorgegaan. Heden zijn de beraadslagingen over het ontwerp van wet voor de vermin- deting der renten aangevangen. Zoo als men weet, had de Commissie, met het onderzoek dier wet belast, voorgeslagen, dezelve tot het volgende jaar uit te stellen. Een Zwitsersch dagblad van 18 Maart meldt, dat de Bisschop van Solure drie Geestelijken in hunne bediening had geschorst, die de voor naamste rol in de onlusten in den Jura gespeeld hadden. Den 23 Maart. De Kamer van Afgevaardigden heeft in de zitting van gisteren, bijna met algemeene stemmen, het voorstel van de Commissie toe de conversie der renten aangenomen. Men is overeengekomendat de con versie zou plaats hebben, dat een ontwerp van wet het aanstaande jaar zou worden aangeboden, dat het uitstel door de Ministers gevraagd, hun slechts gegeven is, om hen in staat te stellen, om van nu af den goeden uitslag van de operatie voor te bereiden. Bijna 40 Afgevaardigden hebben tegen gestemd. Men moet nu nog over eene additionnele dispositie stemmen, welke in de volgende woorden is aangeboden: De Kamer behoudt zich desniettemin voor om het uitstel te doen ophou den en de discussie te hernemenwanneer zij het geschikt zal rekenenhet zij in den loop van de tegenwoordige, hetzij in de aanstaande zitting. De discussie van deze paragraaph is tot morgen verschoven. Het Journal des Débats veinst geen verschil op te merkentnsschen het uitstel, hetgeen het tegenwoordig Ministerie erlangd heeft, en dat, wat het gevallen Ministerie gevraagd had. De Constitutiomiel beziet de zaken van eenen geheel anderen kant. Het Ministeriezegt hijheeft zich formeel verbonden om den maatregel voor te stellen en zij heeft er de grondslagen van aangewezen. Men leest in den Précuseur de Lyon De moeders, dochters, vrouwen en zusters van de om staatkundige mis drijven veroordeelde personen, ziende, dat er niets te verwachten is van het initiatief van de Kamers voor de amnestie, hebben eene petitie aan de Ko ningin der Franschen geadresseerd, ten einde genade te verwerven voor alle politieke gevangenen zonder onderscheid. Het hart der vrouwen is altijd meer geschikt voor medelijden, het zijn vrouwen, die de ondersteuning van eene vrouw zullen inroepenen die haar bidden eene vergiffenis te vragen welke tot heden toe geweigerd is. Men leest in een dagblad, dat de Courrier Francais, in plaats van het Journal des Débats, een Ministerieel blad geworden is. Eerst genoemd blad behelst: Er wordt veel van eene nota gesproken, vóór weinige dagen, door ons Kabinet aan den heer Mendizabal gezonden, strekkende om aan het Spaan sche Gouvernement het misnoegen kennelijk te makenhetwelk de aan Ca brera'' s moeder gepleegde moord alhier heeft verwekt. Deze nota, zegt men, houdt tot conclusie in, dat, indien dergelijke gruwzaamheden onge straft blijven of vernieuwd werdenFrankrijk onmiddellijk het Afrikaansche legioen terug roepen of althans aan alle daarin dienst hebbende Franschen, zoo officieren als soldaten, aanschrijven zoude, in hun vaderland terug te keeren. Dezer dagen zijn eenige vaandels of standaardendie door de Fran schen bij de onderneming naar Mascara op de Arabieren veroverd zijn, te Parijs aangekomen, en bij vroegere, in het Rijk van Algiers verworvene zegeteekenenin de kerk der Invaliden opgehangen. In het Journal de Commerce leest men: De Baron de Mortier is naar 's Hage vertrokken 5 met geheimen last om gevolg te geven aan openingen, regtstreeks met opzigt tot de Hollandsch- Belgische zaken door verhevene personaadjes gedaan. Men verzekert, dat Koning IVillem zich meer geneigd tot onderhandelen betoont, dan men, na zijn vroeger en stijfhoofdig verzet, zulks had ver wacht. Slechts geeft Zijne Neêrlandsche Majesteit te verstaan, dat, ver mits de voornaamste moeijelijkheden aan geldbelang zijn gehecht, en de in Belgie opgerigte staat van zaken geene voldoende waarborgen oplevert, het welligt noodig zijn zoude dat Frankrijk door zijne guarantie de finan ciële vereffening consolideerde, die tusschen de beide fractien van het voormalig Koningrijk der Nederlanden moet worden tot stand gebragt. (De tijd zal moeten leeren wat er van dit berigt van het Journal de Commerce zij.) Er wordt door een dagblad verzekerd, dat de verschenen termijnen van de schadevergoeding, die Frankrijk aan Noórd-Amerika schuldig is, reeds door de Schatkist zou zijn uitbetaald. De berigtén van Parijs van 24 Maart en dus ook die van Spanje over genoemde stadzijn ons heden niet geworden. MENGELINGEN. PROVINCIE TEX^S IN HET NOORDEN VAN M E X I K O. Onder het Spaansch beheer vonden alle diegenenwelke zich in Mexiko wilden vestigen, in plaats van eene billijke aanmoediging, vele onoverkomelijke hinderpalen. Men wilde de onnoemelijke schaften, welke dit land bezat voor het algemeen verborgen houden. Militaire bezettingen werden op ver. schillende punten onderhouden, en elke vreemdeling, die binnen de grenzen werd gevonden, kon in hechtenis worden genomen. In 1821 verklaarde Mexiko zich onafhankelijk, en den 4 Januarij 1822 verzocht de eerste kolo nisatie-wet alle vreemdelingen zich in het land te komen vestigen, zij bood hun gronden aan, en verzekerde aan hunne personen en goederen eene vol maakte bescherming.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 3