A*. 1836. LEYDSCHE C O V H A IN T WOENSDAG f' -•*"«/ k'T] ÖEN sden FEBRUARI]. NEDERLANDEN. Leyden den eden February. Gisteren is alhier op de gebruikelijke wijze de 28sten verjaardag gevierd van H. K. H. Mevrouw Prinses Frederik der Nederlanden. Bi' KOninglijke besluiten van den 17 November 1835 en den 5 Decem ber 1835, zijn tot Ijkers van het vaatwerk, voor den handel in het groot in Zuid-Holland, benoemd de heeren: te 's Gravenhage, P. RombouisAd junct-ijker aldaar; te Rotterdam, A'. E. Arend en D. van Loon, beide Ad- «istenten bij den herrijk aldaar; te Delft, T. de Vet, Arrondissements-ijker, en J. Boon Jzr, Scacrs-roeijer en Water-ijker; te Dordrecht, J. L. Janssen en J. Eirkse van PeereBranders en Ijkers der botertonnen aldaar; te Go- rinchem, IV, Bollêe. Arrondissements-ijker, en J, Verkerk, van Leyden; te Schiedam Gjsberti, Water-ijker aldaar; te Gouda M.C. MensitigArron dissements-ijker aldaar, en H. Begeer, Adsistent bij den ijk aldaar; te Maas sluis, P. Krulder, Mr. Timmerman te 's Flage, en te Delfshaveu, G. kV. Korthals, van Rotterdam. Naar men verzekert, zoude aan de officieren der Mobiele Schutterij, die op sommige plaatsen nog eenige dienst vervullen, met den isten April aanstaande, in plaats van de helft van hun tractement, gelijk zij tot hiertoe ontvingen, slechts een vierde deszelven worden toegekend. Naar men verneemt, is op eene eenzijdige quitantie, door de erfge namen, voor zekere som, welke de gekwetene, volgens uiterste wils-be- schikking van den overledene, in den boedel heeft moeten inbrengen, voor tie verkrijging van onroerende goederen uit denzelven,- hem, bij dat testa ment, op voorwaarde van dien inbreng, vrij van regt gelegateerd, vier ten honderd, zonder J pCt. quitantie-regtverschuldigd, en kan nimmer het dubbel regt, wegens den plaats gehad hebbenden overgang worden gehe ven, wanneer dezelve niet door den verkrijger is mede geteekend, daar de zelve, bij de wet van den 16 Junij 1832, daaraan niet zijn onderworpen' verklaard, en, voor zoo veel uit derzelver inhoud mogt blijken, dat de Overeenkomst meer dan drie maanden vóór de registratie van zoodanige qui- tartie heeft plaats gehad, geeft znlks het bestuur geen dadelijken titel tot heffing van dit dubbel regt, alzoó hetzelve door den verkrijger van het vas- te goed verschuldigd is, en deze, de quitarrtie niet mede hebbende getee kend, dt inhoud daarvan tegen hem ook niet kan gelden, evenmin als men, vóór de invoering der wet van den i6 Junij 1832, het regt van eigendoms overgang kon heffen op eenzijdige quitantien, als waarvan hier de rede is, zoodanig, dat de invorde ing van hetzelve dubbelé regt, in gevallen ais het onderwerpelijke, moet plaats hebben, Overeenkomstig art. 12 der wet van 22 Frimaire Vilde jaar. Bij het wapen der artillerie in Oost-Indié is overgeplaatst, in rang en en anciennitiet, de 2de Luitenant van de 13de afdeeling, F. Pompe van Meerdervoorten zijn tot 2de Luitenants .daarbij benoemd de sergeanten J. Atberti, van het bataljon vrijwillige' artilleristen, en L. L. Calkoen, van het bataljon artillerie-schutterij, t.. coiuiiei dij 'ie. tuipa Ingenieur* rs Deiïoerhd Uc r^tiUc-m OoWyiel Wj hetzelfde wapen, 7. Brtiinsv'eld van Hueten, aan wien, in afwachting eener nader te nemen beschikking teil zijnen aanzien, inmiddels non-aetiviteits- tractement is verleend. Uit de betrekking van eersten officier bij het Koninglijk Instituut voor de Marine, te Mede'mblik, i'sr eervol ontslagen de titulaire Kapitein-Luitenant ter zèe L. Pieterseen aan hem verleend de rang van Kapitein; terwijl zijne ïunctien voórlooptg'ziin opgedragen aan den titüiairen Kapitein-Luite nant ter zee bij hetzelfde Instituut, P. G. Crombet. Het non-activheits tractement is verleend aan den isten Luitenant van de afdeeling grenadiers, P. J. Retemijeren den iden Luitenant van de ode af deeling, J. C. IV. Von Phajfenrath. I11 het laatste badsaizoen is Aken doör 3350 vreemdelingen bezocht, waaronder 1400 Eugelsehen, 500 Belgen, 400 Hollanders350 Franschen 300 Duuschers, 150 Russen, 100 Oostenrijkers, 100 Amerikanen, en 50 Sardiniërs. R U S L A N Dv Z. IkT. de Keizer van Rusland heeft den 26 December jl.als den tien den verjaardag zijner troonsbeklimming, aan den Senaat eene ukase uitge vaardigd, waarbij, ten einde dén gelukkigen afloop der eerste tien jaren van Zr. Ms. Regering te kenmerken, aan een aantal der in 1826 wegens zamen- spabmng tegen den Keizer veroordeelde staatsmisdadigersop nieuw ver zachting van straf wordt verleend. Dienvolgers wordt de straf van 25 der genoemde misdadigers, die laatste lijk op 15 jaren vesting-arbeid bepaald was, verminderd tot 13 jaren; j8 anderen wier straf laatstelijk 10 jaren vesting-arbeid bedroeg, zijn van dezen arbeid geheel ontslagen, met bepaling, dat zij naar Siberie zullen vervoerd wordenvoorts is de staats-misdadiger Kücheibeckerop voorspraak van den Groot-Vorst Michael, insgelijks ontslagen van zijne isjafige vesting-straf, doch zal ook hij naar Siberie worden gezonden. S P A N J E. Berigte» over Parijs van den 29 Januarij. De berigten van'Madrid van den 2'osten eh van de grenzen van den 24Sten kondigen aan, dat bij het vertrek van den renbode uit die stad, de beraad, slagingen over dè kiezings-wet nog niet waren afgeioopenmaar het Minis, terie had in het artikel, betrekking hebbende op de capaciteiten, eene neder laag geleden. Al wat hetzelve had kunnen veikrijgenwas de toelating, op de lijsten der kiezers, van de Geneèsheercn, Chirurgijns, Professoren, Kun stenaars enz., eene belasting van 100 realen betalende in steden, welker bevolking minder is dan 100,000 zielen, en 200 realen in die, welke eene hoogere bevolking hebben. Brieven van Madrid van den 22Sten melden, dat het Ministerie de meer derheid in de beraadslaging over dié wet, die ten einde liep, behouden had. De openbare fondsen rezen gedurig. Al de Atnbtebaren van den Staat warén tot 1 Januarij betaald; men twijfelde niet of de openbare schatkist Was in sraat om alle hare engagementen te voldoen; 24,000 man troepen waren van de zuidelijke naar de noordelijke provinciën gedirigeerd, oin, zeide men, in de eerste weken der lente een einde aan den burger-oorlog te maken. Een Madridsch dagblad geeft het volgende op omtrent de gesteldheid, in welke Mcndizabal geplaatst is-:- Wij geloóven, dat de tijd gekomen is, om den geheimzinnigen sluijer op te ligtendie nog tusschen onze oogen en het voorwerp onzer levendigste bezorgdheid is uitgespreid. .Tijdens de groote en gewigcige beraadslagingen hebben wi.i de achterhoudendheid van het Gouvernement geëerbiedigd, omdat wij oordeelden, dat eene dergelijke omzigtigbeid aan hetzelve door redenen van riooge staatkunde werd geboden. Thans, nu het met eetie, door het zelve gevraagde, buitengewone magt is bekleed, moet hét, óf door woor den, óf door daden, ons toonen van welken aard de groote middelen zijn, welke het voorneemt in het werk te stellen, om, onder geringe offeringen, het te redden; doch ttft dus verre hebben wij deswege geencrlei verklaring vernomen, of is eenigerlei uitwerksel nóg aan het licht gekomen. Men denke geenszins, dat eene ijdele nieuwsgierigheid o .s ongeduld opdrijve; het is integendeel de gebiedende wet der noodzakelijkheid. Het geldt hier geenen langzaam trapsgewijze voortschrijdenden maatregel, maar enne snelle beweging, eenen scnier plotselingen slag. Dé zes maanden, binnen welke wij, volgens de beloften van het Ministerie, de overwinning moeten beha len, loopen met snelheid voort, en om van de zege verzekerd te zijn, re kent men op de verzameling van onmiddellijke hulpkrachten, welke geen óóg nog ziet, van Welke geen oor iets verneemt; en, terwijl de grootste werkdadigbeid behoorde te heerschen, zien wij het Gouvernement de ge- wigtige aangelegenheid van het tegenwoordig tijdstip, het noorderleger, uit het oog verliezen. Dit zijn openbaar blijkende daadzaken, welke men ver- geefsch nachten zoude te bewimpelen, want zij treffen en kwetsen de be langen van allen en een iegelijk. De uitwerkselen van dit stilzwijgen zijn' af te meten, niet slechts uit hetgeen ter onzer beurze geschiedt, waar de rijzing geenszins aan des Ministers groote beloften beantwoordt, maar ook uit hetgeen buitenslands gezegd en geschreven wordt, Uit Barcelona schrijft men van den 17 Januarij: De Overheid had dezen morgen, uit vrees voor onrustige bewegingen ongewone maatregelen genomen. Verscheiden piketten der nationale garde waren onder de wapenen geroepen, en detachementen jagers trokken door de stad. Intusschen is dé rust niet gestoord geworden. Een 19 Januarij. Omtrent het herstel der orde is men nog niet geheel gerust. Een groot aantal gegoede familien verlaten de stad. Eiken nacht worden er oproerige geschriften aan bet paleis van den Kapitein-Generaal aangeplakt, en er worden vele personen in hechtenis genomen; onder hen telt men het voormalig lid der Junta, Llinas, die heden naar de citadel ge- bragt is. Men verzekert, dat gisteren nacht in het voorhof van het paleis een roode muts met een afdruk der constitutie gevonden is. Daarbij was een aan Mina gerigte brief, inhoudende, dat, alzoó hij weigerde naar de stem des volks te luisterenhij het lot van Bassa (die in Augustus 1. 1. door het graauw vermoord is), zou ondergaan. Mina wil de rust tot eiken prijs herstellen. Alle vreemde uitgewekenen hebben bevel ontvangen om de stad te verla ten. Het Portugesche corps van Borsohetwelk sedert twee maanden geene soldij ontvangen heeft, is zeer ontevreden; de officieren hebben gedreigd hun ontslag te nemen en hunne soldaten weg te Zenden. Van Süragossa meldt men van den ióden dezer: Zoocira men in onze stad had berigt ontvangen van de gebeurtenis te Barcelona, vreesde men hier voor eene herhaling derzelfde uitsporigheden; doch oin de gistende gémoederen te bezadigenstelden onze gezagvoerders eenen krijgsraad in, die uit verscheiden militairen was zamengcsteld. Die laad heeft den Luitenant-Kolonel Cortes en de kavallerie-Kapitein Rt'os tot de garrotte (verwurging door middel van eenen ijzeren halsring) veroor deeld; aah die beide officieren is onmiddellijk dit vonnis voltrokken. Ins gelijks is het doodvonnis uitgesproken over de heeren Parcial, Priester van Calatayud; EnaCommandant der Koningsgezinde vrijwilligers té Calatayud; Bayle, Luitenant bij dezelfde vrijwilligers, en Francisco Andres, Hovenier van het St. Augustijnen-klooster; maar hun is nog vijf dagen uitstel verleend om van dit vonnis te appelleren. De Gazette de France heeft den volgenden brief van de Spaansche grenzen: Bij het verlaten van Vittoria, hielden .zich de Christinos van de overwin ning zoo zeer overtuigd, dat. op hetzelfde oogenblik, toen de troepen die stad uittrokken om op Villa-Real aan te rukken Almodovar in allerijl naar Madrid vertrok om de overwinning en de'herstelling der gemeenschap met Frankrijk aan te kondigen. Het Algeriinsche legioen heeft dapper gestreden; het vermenigvuldigde zich om de Christinos te ondersteunen, maar moest zwichten voor den moed onzer dapperen en voor twee stormen van het 3de regiment van Navarra. De Engelschen hebben geen oogenblik weêrstand geboden; zij waren allen door een overmatig gebruik van brandewijn benéveld. Het Chn'stino-legerzamengestejd uit af wat Cordova op de been had weten te brengen, zoo van Spanjaarden als FranschenEngelschen, Italia nen, Duitschers, is geslagen;en in wanorde teruggedreven geworden, tot op drie mijlen achter zijne stellingen, en wei door twaalf Carlistische bataljons, waarvan echter slechts drie gestadig werkzaam geweest zijn. Cordova heeft in allerijl zijne artillerie van Villa-Real de Alava doen overbrengen, en ge lukkig voor hem, want eenige minuten late'r vermeesterden de Carlisten die plaats.- Berigten over Parijs van den 30 Januarij. Men schrijft van Madrid vaii 23 Januarij: De rust van de hoofdstad is verzekerdgeene demonstratie heeft plaats gehad, hoewel de Overheid gewaarschuwd was; sterke patrouilles hebben achtereenvolgend alle kwartieren der stad, gedurende den nacht, doorloopen. De heer Reyneval, Franseh Gezantheeft een schitterend feest gegeven. Het leger is overwinnend geweest, maar de zegepraal, welke meer hevig betwist is, dan men het gedacht had, verzekert ons niet alle de voordeelen, op welke wij hadden kunnen rekenen. Men had groote hoop op een decisief gevolg gesteld, en men ziet thans, dat men eene gebeurtenis van meer ge- wigt moet afwachten. Alle berigten komen overeen in de opgaaf, dat het vreemde legioen eene zeldzame onverschrokkenheid heeft aan den dag ge legd, maar dat het Engeische door den vijand zeer gehavend is, In de zitting van de Kamer der Pairs van den 22Sten is eene petitie door een der leden voorgelezen, waarbij men aan de Koningin het leedwezen der Pairs zou betuigen, wegens het voorgevallene te Barcelona en tevens medédeeling vragen omtrent de wijze, op welke dezelve gedempt was en d£ zaken-(naus stonden. Nadat de Voorzitter der Ministers de onvoegzaamheid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1