A°. 1835. LETDSOIIE v1. C O R A T. mizsti»' Woensdag ^txL? Win e V#. (S( ói,v»">>'4•';,' iSs TE jP 'den 16 December. NEDERLANDEN. Leyden den i5den December. JJijne Maj. de Koning beef: bepaald, dat de bediening van Amanuensis van de Commissie van Bestuur van het Akademisch Gaschuis der Iiooge- school alhier, met den isten Januarij 1836 zal zijn afgeschaft. Hoogstdezelve heeft den heer M. A. F. H. Hofman op nieuw benoemd als Directeur van wege den handel bij het vrije edtrepót te Rotterdam. Gisteren zijn de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raa) vergaderd geweest, om te beraadslagen over het ontwerp van wet ter bevordering der belangen van den landbouw. Naar men verzekert, zullen de beraadslagingen over dit ontwerp in het begin der volgende iveek worden 'gehouden. Heden is voor het eerst weder de Eerste Kamer vergaderd geweest. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden, zijn eenige petitien, nopens de indeeling des Rijks in geregterlijke arrondis sementen en kantons, alsmede betrekkelijk de aanhangige wet toe bevorde ring der belangen van den landbouw, ingekomen, welke aan de Commissie zijn verzonden. Aan de Kamer is hulde gedaan van een werkje van den heer Ackersdijk, betrekkelijk den landbouw, hetwelk in de boekerij zal worden geplaatst. Vervolgens is beraadslaagd over zeven ontwerpen van wet, tot wijziging der laatste titels van het eerste en tweede boek des VVetboeks van Koop. handel, betreffende BodemerijVerzekeringenAvarijeneem., welke, schier zónder eenige beraadslaging, de meeste met algemeene stemmen, werden aangenomen en naar de Eerste Kamer zullen worden verzonden. De zitting is daarna tot aanstaanden Donderdag ten half twee ure ge scheiden, waarin de centrale afdeeling verslag zal doen zoo wel op het Ontwerp van vtet, houdende wijzigingen in de wet op het personeelals op de drie voordragten, tot wijziging van het derde boek des VVetboeks van Koophandel. In den loop dezer week ziet men de beraadslagingen te gemoet over het ontwerp van wet, houdende eenige wijzigingen in de wet op het Per soneel, in welk ontwerp op nieuw eenige veranderingen zijn gebragt, als mede over het omwerp, wegens de ligting der Nationale Militie in 1836. Ook zuilen nog, vóór het uiteengaan der Kamer, naar men wil, de beraad slagingen gehouden worden over de drie_ontwerpen van wet, 'tot wijziging van het deide boek des Wetboek van Koophandel. Het blijkt uit de laatstelijk aan de Tweede Kamer der Staten Generaal aangeboden ontwerpen van wet, betrekkelijk de ontginning en bebouwing van woeste gronden, en daarbij overgelegde stukken, dat het de Regering wenschelijk is voorgekomen, dat het stuk van wetgeving, ten aanzien van gemeld onderwerp, op eenen vasten voet werd gebragt; dat zij tevens be grepen heeft, dat de toekenning van tijdelijke vrijdommen of verminderingen van onderscheidene Rijksbelastingen, tot bereiking van dat doei, aanmerke lijk zoude kunnen bijdragen; dat diensvolgens een ontwerp wordt voorgedra gen, waarvan het hoofd-oogmerk is uitbreiding van den landbouw, door de bevordering der ontginning van woeste gronden; dat de beweegredenen ge- nomen zijn uit het gemeene belang, van het Rijk en de ingezetenenzoo als dezelve door eetie welbegrepene staatshuishoudkunde worden aan de hand gegeven, en naar doelmatige bepalingen van Gouvemementswege hebben doen verlangen; dat nog meer dan een derde gedeelte van het Oud-Nederlaudsch grondgebied nog woest en onbebouwd ligt; datvolgens plaats gehad hebben de nasporingener ruim negenmaal honderdduizend bunderen gronds zijn, waarvan noch door het Rijk, noch door de ingezeteneneenig wezenlijk voor deel getrokken wordt; dat van deze uitgestrektheid gronds, eenige" gedeelten wel nimmer tot winstgevend land zullen kunnen gebragt worden, doch hon derdduizenden van bunders slechts op nijvere handen wachten, om uit den staat van woestheid tot dien van vruchtbaarheid over te gaan; dat de Rege ring gemeend heeft de herziening der door de invoering derFransche wétten afgeschafte wettelijke bepalingen te moeten uitstrekken tot diegenen, welke de droogmakerijen en indijkingen, benevens den aanleg van bbsschenbetref- jen, en welke alzoo, even als de in het eerste ontwerp gemelde, door die van het tweede wets-ontwerpzouden vervangen worden. Bij deze wets ontwerpen wordt vastgesteld, dat, behalve door vrijdom van novale tienden en van grond- en andere lasten, mitsgaders afkoopbaarheid der'tienden, aan bijzondere personen toebehoorende, door de ontginnhig van woeste en onbe bouwde gronden de verbetering en uitbreiding van den landbouw nog verder zal aangemoedigd worden, zoo door eene gemakkelijke uitgifte van gron den welke tot het domein van den Staat behoorer als door verdeeling of verkoop van gemeente- of markgrondendat voor woeste en onbebouwde gronden gehouden worden alle gronden welke tot nog toe tjiet ontgonnen zijn, daaronder begrepen de koniin- of gepopuleerde duinen, mitsgaders de zulkedie, hoezeer zij vroeger mogen bebouwd zijn geweest, echter, gedu rende de laatste tien jaren, onbebouwd of ledig hebben gelegen, en wijders alle onverdeelde ongecultiveerde velden en broeklanden; dat de uitgifte der gronden geschieden zal of om niet, of tegen eene vaste geldsom, welke in eens of bij jaarlijksche termijnen zal betaald worden; dat elke uitgifte ver bonden zai ziin aan de voorwaarde van bebouwing binnen eenen bij de wet bepaalden tijd en dat de novale tienden, aan eenige publieke administratie, van wat aard ook, of aan bijzondere personen toekomende, voorzoo ver die genoten zouden worden van gronden, welke nog nimmer zijn bebouwd geweest, of gedurende tien jaren onbebouwd hebben gelegen, voortaan zul. ien worden betaald met eene jaarlijksche grondregte, bijzonder te berekenen; en dat de in het tweede ontwerp omschrevene voordeelen en vrijdommen Worden toegezegd aan de eigenaars van woesteonbebouwde grondendie tot derzelver ontginning of bebouwing overgaan, benevens aan diegenen, aan welke dergelijke gronden onder voorwaarde van bebouwing binnen eenèn bepaalden tijddoor den Staat of door gemeenschap mogten worden uitge geven, of die dezelve door verdeeling van gemeenten- of marken-gronden, mogten verkrijgen en ter cultuur brengen, mits deswege voor het onderne men der ontginning dadr en zoodanig, als door den Koning zal worden voor geschreven behoorlijke aangifte doende. Dezer dagen heeft het ontwerp van wet ter bescherming der belangen van den landbouw eenige wijzigingen ondergaan. Daarbij wordt, onder an deren, thans bepaald, dat jaarlijks, van de opbrengst der regtenwelke op de granen znllen worden gehevendoor's Rijks kas aan die van het Amor tisatie Sijndicaat zal worden te goed gedaan, in evenredigheid der opcenten, tot welker heffing .die instellingbij bijzondere wetten geregtigd is of verder warden zal; dat onder de steden, tvaar de middelprijs van de binnenfandsche granen ter regeling van de hoegrootheid der regten op de vreemde granen, zal worden bepaald, nog zullen behooren Nijmegen, Delft, Goriuchen en Ame.sfoord, doch Hoorn daarvan is afgelaten; dat op den uitvoer van uit graan vervaardigde fabrikaten vergoedingen voor het inkomend regt znllen wordei toegekend, te weten voor binnenlandsch gedisteleerd per 100 kannen gedisteleeid vin jo graden, ƒ2,50; voor de volgende fabrikaten, zoo veel als op het tijdstip, waarop de uitslag plaats heeft, de regten op de verschil lende graansoorten bedragen in de verhouding als volgt: voor bier en bier- aziju gerekend ad 1 mud tarwe en 4 mud. garst voor 20 vaten bier of bier- azijn; voor meel brood en beschuit, gerekend naar de verhouding van art. 48 der wet ophet graan van 29 Maart 1833 (Staatsblad N'. 3); voor gepelde gerst of parelgerst, berekend 5 mud. garst voor 100 pond. parelgerst; voor -stijfsel, gerekend dat 100 pond vertegenwoordigd worden door 2 mud tarwe. Naar men verneemt, zullen gedurende den jare 1836, de werkzaamhe den van de opmeting, peiling en kunstteringder hoofd-rivieren worden voort, gezet, ten einde daardoor tot een algemeen stelsel van peil-staten langs de zelve te geraken. Het Hof van Assises in Zeeland heeft, onder voorzitterschap van den Raadsheer Mr. G. T. Baumhauerden 9December II., zekere 'fond Hamen, oud 22 jaren, boerendienstmeid te Duivendyke, schuldig verklaard aan kin. dermoord, en tot de doodstraf veroordeeld. Dit is voor de derdemaal bin nen anderhalf jaar, dat zoodanig vonnis in Zeeland gewezen is. T U R K Y E. Konstantinopel den n November. Volgens berigten van deze dagtee kening was de Kapudan-Pacha den éden met het onder zijn bevel staanae smaldeel uit de Daidanellen naar den Archipel gezeild. Het Turksche Rege ringsblad zegt, dat deze Vlootvoogd in last heeft, „om de vestingwerken aan de kust van Albanië, welke gedurende de onlusten aldaar veel geleden haddente doen herstellen, en om de in de Witte zee gelegene eilanden welke onder zijn toezigt staan, te bezoeken, en de noodige verordeningen voor de rust des lands en het welzijn der ondprdanen te maken." De Porte had in den laatsten tijd eenen Commissaris benoemdom de te Konstantinopel gezetene Grieksche handelaars en handwerkslieden te bewe gen dat zij zich of voor Turksche onderdanen verklaren of wel Konstanti nopel verlaten zouden. Ten gevolge van dien zijn al de winkels dier Grieken gesloten geworden, en hadden een zestigtal hunner, ten einde hunne nering als vroeger te kunnen drijvenverklaard als Turksche onderdanen de schat ting te willen betalen. De pest nam te Konstantinopel weder aanmerkelijk toe. Den 18 November. De sedert kort uit Seres hier'aangekomen'Grieksche Patriarch (iregorius, maakte den i4den aan den Reis-Effendi en den vol genden dag den Groot-Visier zijne opwachting. In het tuighuis wordt voortdurend zwaar gearbeid. Er zouden nog eenige oorlogschepen in gereedheid gebragt worden. Voor het overige merkt men in de diplomatie wederom meer stilte, dan sedert eenige maanden. De Grieksche onderdanen klagen voortdurend over groote gestrengheid van de zijde der Porte; ondertusschen vermeerdert met iederen dag het getal van hun, die zich bereid verklaren het hoofdgeld te voldoen, om hun tot hiertoe uitgeoefend werk te kunnen voortzetten. Vorst Mihsch was te Pacharewatz, zijne residentie, aangekomen. Brieven uit Alexandrie melden, dat Mehemed-Ali eene rondre s door Aegyp- te begonnen had. SPANJE. Berigten over Parijs van den 11 December. Men leest in het Journal de Paris: Brieven van Torbes, onder dagteekening van den -den, melden, dat men in Arragon een Carlistisch afgezant, komende van Catalonie en voor Don C«.-/«eene depeche medevoerendegevangen genómen heeft. Dedepeche zou bevat hebben, dat, indien hij niet dadelijk 4 of 5,000 man zond, men ge nood zaakt zou zijn de wapenen neder te leggen. Een brief van Pau, van den ódenbevat de volgende tijdingen: Brieven van Madrid melden, dat, op het oogenblik van het afzenden van den brief een renbode als Aide-de-Camp van den Generaal Cordova was aangekomen. 1 Het gerucht heeft zich dadelijk in de hoofdstad verspreid, dat deze officier eene depeche aanbragtmeldende, dac 14 bataljons van het Carlistisch leger vroegen om over hunne onderwerping te onderhandelen. Deze tijding ver dient echter bevestiging. Men schrijft van Saragossadat de Generaal Espartero Vittoria is binnen getrokken. De Generaal Palerea zou zich met den Generaal Nogueras vereenigd heb ben. Op hunne vereeniging hadden zich de Carlistische tienden verspreid. In Catalonie zouden die benden dagelijks verminderen. Men meldt uit Barcelona van 2 December, dat men het terugtrekken van de Carlisten naar Navarre, niet zoo zeer moést toeschrijven aan de kracht van wapenenals wel aan die van het geldhetgeen hun door zendelingen van Mina toekwam, en waar voor zij de zaak van Don Carlos verraden. Van de zijde der Carlisten erkent men thans, dat de Carlistische Generaal Guerguc uit Catalonie in Navarre is terug gekeerd; doch men wil niet toege ven dat deze terugtogt het gevolg is geweest van den onwil zijner Navar- rezenom langer, zoo verre van hunne haardsteden verwijderd, den moeiie. lijken oorlog in het gebergte te voeren. Integendeel beweert men, dat Guer- gue van zijnen meester Don Carlos bevel had ontvangen, om, zoodra hij de benden in Catalonie genoegzaam had geregeld, naar Navarre terug tekeeren; dat hij, dit doel bereikt hebbende, den terugtogt heeft aangegaan dat 2 zijner bataljons in Catalonie zijn achtergebleven, en dat het Fransche vreemden legioen dat hem dén togt wilde betwisten, door hem verslagen is. Een berigt voegt er nog bijdat Guergue eenige duizende ongewapende Catalo. niers met zich naar Navarre heeft gevoerd. Generaal Mina was den aden December nog te Barcelona en wachtte aldaar versterking af. Berigten over Parijs van den 12 December. Men heeft brieven van Madrid van den 5den. Alles ging wonderliik goed. De Minister-Van Oörlog zou naar het hoofdkwartier van den Generaal Cor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 1