Ji
&^ÊË^g>2,
A°. 1835.
LEYDSGHE
i&ösfig
N\ l-sJfe'f?
COURANT.
I
-3#v'
Vrijdag
jfty sriTffiN
pi &£IVÖÜN
den 4 December.
i
<i
NEDERLANDEN.
Leyden den 3den December.
Zoo als bekend is, neemc sedert het voorledene jaar Z. K. II. Prins Wil
lem, oudste zoon van Z. K. H. den Prins van Oranjede lessen waar van
de Hoogleeraren onzer Hoogeschool, Cock, Tydeman en Peerlkamp; he
den ook is Z. K. H. Prins Alexander, tweede zoon van Z. K. H. den Prins
■yan Oranjemet hetzelfde oogmerk in deze stad gekomen. Beide Prinsen
zullen nu aan het huis van den Heer Hazenbergop het Rapenburg, de les
sen van voornoemd Hoogleeraren ontvangen.
Bij besluit van den 27 November jl., heeft het Zijne Maj. den Koning
behaagd, den Luitenant-Generaal B. J. C. DibbetsOpperbevelhebber der
vesting Maastricht, tot den Nederlandschen Adelstand te verheffen, onder
genot voor hem en zijne wettige afstammelingen van alle voorregcen, wel
ke aan dien stand reeds zijn of later mogten worden verknocht, en zulks
met den titel van Baronovergaande op zijne wettige mannelijke afstamme
lingen bij regt van eerstgeboorte.
Den iscen December hebben de afdeelingen van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal zich bezig gehouden met het onderzoek der antwoorden van
de Regering op het ontwerp tot wijziging van den derden titel des eersten
boeks van het wetboek van Koophandel, betrekkelijk 'Vennootschappen.
In de zitting van de Tweede Kanier der Staten-Generaal van den 2 Dec.is in
gekomen ccne Koninglijke boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet, nopens de
ligting der Nationale Militie in 1836. Hetzelve zal in de afdeelingen worden onderzocht.
"De centrale afdceling doet verslag op liet ontwerp van wet tot vcrlcening van vrijstel
ling der grondbelasting aan labrijkenmolens, enz., waarover de beraadslagingen worden
bepaald op aanstaanden Zaturdagten 12 ure.
Dc heer van Dcni van Isselt dient een nieuw verzoekschrift van den Kolonel Gust af son
over hier te lande ondergane mishandelingen in, en beklaagt zich dat een vioeger request
van den Kolonel niet ter kennisse der Kamer gekomen is.Hij en andere leden verlangen
dat er onderzocht worde aan wien de schuld daarvan ligt.
De beraadslagingen geopend zijnde over het ontwerp van wet tot voorziening in de
volle rentebetaling der nationale schuld, op 31 December 1835, en wel voor liet aandeel,
hetwelk eventueel ten laste van België zal komen, is hetzelve bestreden gewerden door
de heereu RommeLuybenvan Dam van Isselt en ran Nes. Volgens hun gevoelen,
is Noord-Nederland niet verpligt tot dc betaling van de schulden van anderen, en vooral
niet van de Heigen, en behoort men met de betaling dier schulden op te houden, zoo
wel omdat ons land reeds zoo zwaar met allerlei lasten bezwaard is, en deze rentebetaling
vroeg oflaat altijd ten zijnen last» kwam, als uit hooide der wijze waarop deze betaling
plaats vindt, namelijk door het Amortisatie-Syndicaat. Zij begrepen, dat het staatkun
diger was voor zelfbehoud te zorgendan onverpligte voldoeningen vol te houdenwelke
teii allerlaatste ecne bankbreuk zouden kunnen ten gevolge hebben. Dc tegenstanders
van liet ontwerp drongen te dezer gelegenheid weder sterk op het spoedige treffen eener
eindschikking aan, en verklaarden, dat, huns bedunkens, de eindclooze voortduring van
den tegenwoordigen staat van zaken jaarlijks meer en meer nadeelen na zich sleepte. De
heer van Dam openbaarde tevens, dat in het comité-Generaalhetwelk in Aprii jl. met
den Minister van Buitenlaudsche Zaken is gehouden, door vele leden de verklaring is
xacIi vooral genoopt hadden gevondenomdat door Z. Exc. den Minister was gezegd
dat de tijd, waarop cene eindschikking t!ot stand zou komen, nog onbepaald was. De
heeren Luyben en Romme verlangden vooral eene beëindiging, omdat daardoor de landerijen
in de grens-provincicn zouden worden ontheven van de overstrooiningenwaaraan zij zijn
blootgesteld, en welke derzelver onbruikbaarheid voor eenen geruimen tijd ten gevolge
heeft gehad en verder kan hebben. De heer Luyben voegde er"bij dat het treffen eener
eindschikking ook dringend gevorderd werd, omdat zij, die van de scheiding van Beigie
zoo vele vdordeelen droomendezelve dan zouden kunnen inoogsten; vermits er dan
geene reden meer zou bestaanom de te hoog opgevoerde uitgaven voor oorlog en marine
langer op die hoogte aan te houden; en alsdan de rentebetaling zoude ophouden. Zoo
wel hij, als de heer van Damverlangden, dat onze Regering niet weder den proto
collen-weg zou bewandelen, maar in regtstreeksche onderhandelingen met Rel-ie treden.
De heer Luyben voegde er bij, dat hij vreesde, dat de zending van Graaf Orfof, waar
van buitenlandsche dagbladen gewag gemaakt hadden, geene goede uitkomsten zou ople
veren; en dat hij hoopte dat liet licht niet alleen van liet Noorden zou opgaan, maar
ook Nederlandsche Gezanten bij de mogelijk te Londen te houden eonferentien zouden
tegenwoordig zijn. Hij verlangde ook dc opheffing van den staat van beleg der grens
vestingen.
Aan den anderen kant is het ontwerp verdedigd geworden door de heeren van der
Star Busmande Bordes QuintusLuzacDonker-Curtius Beelaertsde Jongevan
Alphen en Fretsdie allen de noodzakelijkheid erkenden, dat er eene eindschikkins tot
stand kwam, en die vurig wenschten dat het de laatste maal rnogt zijn dat dergelijke
voorziening in deze rentebetaling gevorderd werd. De heer Luzac erkende gaarne ook
van gevoelen te zijnom geene middelen tot voortduring van het status quo aan de
Regering meer te verleenen; maar meende, dat de zaak, welke thans in beraadslaging
was, daartoe geenszins strekte, en daaronder niet kon worden begrepen. Dc lieer Donker
Curtius. aan den anderen kant, bestreed het gevoelen, dat de vertraging van liet treffen
eener eindschikking aan de Regering moest worden verweten; hij schreef dit toe aan de
weifeling der vreemde Kabinetten, aan de geheime bedoelingen van Frankrijk en Enge
land. Hoe doordrongen deze leden dan ook waren wegens de noodzakelijkheidom eene
eindschikking te treffen, zoo waren zij evenzeer doordrongen van den verpligting, welke
op onze natie rustte, om in de voortdurende volle rentebetaling te voorzien, hetgeen
men niet nalaten kon, zonder de goede trouw te verbreken, de aangegane verbintenissen
-jegens de schuldeischers van den Staat te schendenden Staat aan de grootste gevaren
bloot te stellen, cn liet nationaal crediet geheel te doen bezwijken. Zij'schetsten in het
breede de nadeclige, en rampzalige gevolgen, welke eene verwerping der wet zou kunnen
na zich slepen. Zij meenden dat onze Staat verpligt was om voor deze betaling te zor
gen omdatwel is waarhet Koningrijk facto was ontbondenmaar geenszins jure was
gescheiden en dat eene verwerping* der wet geenszins het middel was, noch om eene
eindschikking te treffennoch om Belgie zijne schulden te doen betalen. Bovendien was
men van begrip, dat ons eigen belang dc betaling vorderde, immers zoo lang daartoe
geene volstrekte onmogelijkheid bestond, en gelukkig verkeerde Oud-Nederland nog niet
in zoodanigen rampspoedigen toestanddat liet deze betaling op dit oogenblik niet zou
kunnen volhouden. Ten slotte oordeelden zij dat het Syndicaat eene instelling zijnde
welker geldmiddelen later met Belgie moesten worden vereffendjuist het ligchaam was,
waardoor deze betaling moest plaats hebben, hoe men anders dan ook over1"dat geheime
en duistere ligchaam dacht. Het eenigste bezwaar dat deze redenaars maakten was hierin
gelegendat zij de wijze verlangden te kennen waarop door de Regering in dc volgende
rentebetaling zou worden voorzien.
Zijne Exc. de Minister van Financiën verdedigde het ontwerp. Hij drukte ziin leed
wezen uit, dat de Regering op nieuw tot de voordragt van' dit ontwerp is moeten ko
men. Zijne Exc. voegde er bij, dat de Regering zich gevleid had, dat eenmaal gereg-
tigheïd boven geweld zou hebben gezegevierd, en dat eenmaal de staatkunde der "Kabi
netten een einde aan de geschillen zou hebben gemaakt. De Minister gaf de plegtigste
verzekering, dat door de Regering niets was gespaard, noch nagelaten geworden, om"tot'
eene eindschikking te komen; dat geene persoonlijke belangen of bedoelingen de opdaging
van dat gewensclite oogenblik hebben verschovendat dc Regering bij de onderhandelin
gen uitsluitend liet oog heeft gehouden op het duurzaam welzijnde eer en hei behoud
van het gezegend vaderland; en dat niemand meer dan zij betreurt, dat elk halfjaar zich
dezelfde bedenkingen tegen deze wet moeten herhalen. Zonder te treden in staatkundige
beschouwingen, of in een onderzoek der vraag of Oud Nederland, al dan niet, volgens
pronden van burgerlijk- of staats-regtverpligt is tot de betaling dezer rentenzoo be-
psalt zich de Minister tot twee algemeene aanmerkingen. De eersre bestaat in de vraag
dc Regering het voorstel, tot het doen dezer rentebetaling, in het vervolg weder zal
voorstellen, dan wel of zij zich daartoe in de onmogelijkheid bevindt. De Minister ver
zekert deswegedec er geene oninagt bestaat, om in deze rentebetaling te voorzien; en
dar er middelen zuUcn worden voorgedragen, om dezelve te kunnen dekken. Ten tweede
is :.eL de'vvzag op welke vvjjzé dit plaats zal hebben, doch hieromtrent moet dc Minister
liet stiizvvij:,cu' in acht nemenomdat het gevaarlijk zou wezen voor liet openbare ver
trouwen iüdicn ir.cn aan dc voor tc stellen middelen eene ontijdige openbaarmaking zou
geven. Daarbij k.taih, dat, indien men thans een dergelijk voorstel deed, men zich het
verwijt zjni up den hals iaden, dat de [legering ccne onbepaalde voortduring, van den te-
genvvoordtóen cuêiuitud zou op bet oog hebben. I-Iet is genoeg, zegt de Minister, dat ik
stellig ver/eitere-, dat de betaling zal .'worden voorgedragencn wel zonder aan de iituic
nieuwe lasten te vragen oK op te leggen; en dat zij daarmede zal voortgaan, ten zij on
voorziene omstandigheden dit mogten beletten.
Du biAaadslagingeig werden dinmpp. gesiuten en het ontwerp in hoofdelijke omvrage ge-
ia.'tt: -4 I- don verktMrden zich daarvoor en iz be nepen dat hetzelve werd aange
nomen en aan de Eerste Kamer toegezonden. Tegen hebben gestemd de heeren Luyben
yan Dam van Isseltvan RctnenRomme van NesTrompCatsvan der Gronden
van Sytzama van Meeuwen Schimnlelpenninck en Gockinga
De vergadering ging daarna tot aanstaanden Zaturdag ten 12 ure uiteen.
Den isten dezer des middags ten twee ure zijn in 's Gravenhage bin.
nengemarcheerd de twee bataillons grenadiers, in volle montering en mee
den Staf der at'deeling. Aan het hoofd van dezelve bevonden zich HH. KK.
HH. Prins Willem en Alexander, twee oudste zonen van Z. K. H. den Prins
van Oranje, die tot deze afdeeling behooren, en die hunne wapenbroeders
waren te gemoet gereden. Eene ontelbare menigce nam deel aan de alge
meene vreugde, bij het terugkeeren dezer dapperen. Vele ingezetenen had
den, bij deze gelegenheid, hunne woningen met vlaggen versierd. Des avonds
werden de manschappen van stadswege in de caserne op wijn onthaald.
In den morgen van den aden dezer, zijn 350 man jagers uit 's Graven
hage naar het leger vertrokken.
Den 3den dezer zal, naar men verneemt, voor het Hof van Assises
te 's Gravenhage, de zaak dienen van eenen beruchten geldsnoeijcr uit
Amsterdam.
Den 4den dezer zullen de afdeelingen van de Tweede Kamer der Sta
ten-Generaal over de antwoorden der Regering, op de bedenkingen der af
deelingen, tegen de aanhangige wetten tot wijziging van het wetboek van
Koophandelvergaderen.
Uit Rotterdam meldt men van den 2 December:
De eerste publieke verlichting door gaz heeft gisteren avond alhier plaats
gehad, ten gevolge van een nieuw aangegaan contract tusschen de Stedelijke
Regering en de Gaz-Compagnie. Deze fraaije verlichcing heeft zeer wel
aan de algemeene verwachting voldaanmaar echter nog niec ten volle kun
nen beoordeeld worden, dewijl zij, door bijkomende omstandigheden, slechts
gedeeltelijk heeft kunnen plaats grijpen. Naar men verneemc, zal de gelieele
toescel binnen weinige dagen gereed zijn, en mag men hopen, dat nog vóór
het einde van dit jaar al die gedeelten onzer stad, welker verlichting door
die Compagnie is aangenomen, een algemeenen genoegen zullen verlicht zijn.
Nog schrijft men uit Rotterdam, van den 2den dezer, dat de Graaf en
Gravin Starheinbergvan Londen terugkeerendealdaar den isten December
vertoefd en vandaar hunne reis naar Weenen voortgezet hebben.
Uit Zeeland wordt van den 28 November gemeld:
De oniangs in dienst gestelde brik de Folk, Kaptgein-Luicenant ter zee
van Lemep Koster, is bestemd eene reis naar de West-Indien te doen; cer-
vvijl de brik Windhond, Kapitein-Ltiitenanc Kist, tot bet doen van biimen-
landsche reizen is bestemd, en Zr. Ms. corvet Castor, Kapitein-Luitenant
Ambt, liggende in hec Nieuwe Diep, zich binnenkort naar Java zal begeven.
Den 22 December aanstaande zal de aanbesteding plaats hebben van een
nieuw bomvrij krnidmagazijn, in het fort Bacil (Zuid-Beveland); alsmede
zal het artillerie-magazijn te Vlissingen aanmerkelijk vergroot worden.
T U R K Y E.
Konstantinopel den 4 November. Den 24sten der vorige maand is het
uit 6 oorlogschepen bestaande smaldeel, hetwelk eenige dagen op de hoogte
der 7 toorns hec anker geworpen had, onder het bevel van den Groot-Admi
raal 7Vw>-Pacha naar de Dardanellen afgezeild. Omtrent de bestemming van
dit smaldeel is men niets officieels te weten gekomen. Het meest geloof
vindt, dat dezelve zich naar Tunis en Tripoli, welke twee gewesten onder
ééne regering zijn, begeven zal. Anderen echter meenendat het den Groot-
Admiraal alleen te doen is, om te bewijzen, dat hij eene vloot in het winter-
saizoen in zee kan houden.Bij het voortdurend zacht en onbestendig weder
maakt de pest steeds grooter vordering. Het getal der zieken en gestorven
klimt dagelijks. Het is daardoor hier zeer stil in den handel.
Uit Alexandrie wordt gemeld, dat het Aegyptisch leger in Arabie eene
nieuwe geduchce nederlaag zon ondervonden hebben hec had een verlies van
10,000 man aan dooden en gekwesten ondergaan, behalve eene grootemenigte
gevangenen, voor welke Mchcmed-Ali groote sommen geids ter lossing had
afgezonden, omdat dezelve niet, zoo als anders door de Arabieren over dc
kling waren gejaagd, maar tot slavernij veroordeeld. Mehemed maakte een
nieuw leger gereed, teneinde, zoomogelijkde geledene verliezen te herstellen.
Ook in Abyssinie was er een oproer ontstaan en de Paclia Selim genood
zaakt geweest, zich door de vlugt te redden.
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 29 November
Den 21 November is er zitting gehouden van de Kamer der Afgevaardig.
den. De heer Isturiz heeft den Presidialen stoel beklommen. Drie Ministers
waren bij de zitting tegenwoordig. In dezelve zijn door de Miniscers eenige
ontwerpen van wet voorgedragenonder anderen door Mendizabal van de
wet der verkiezingen. Dezelve zal nu door de Kamer onderzocht worden;
terwijl de zitting onbepaald uitgesteld is.
De Adel van Spanje heeft, de Koningin navolgende, 5,000 uitrustin
gen voor soldaten aangeboden.
Door een Koninglijk besluit zal er een wetenschappelijk collegie in den
omtrek van Madrid worden opgerigt.
Men verneemt door brieven van Bilbao van den nden, dat de Gene
raal en Chef der Carlisten, Eguiaden 8scen die stad met de bataljons van
Biscaye heeft aangevallen. De inwoners, vereenigd met het garnizoen, heb
ben hen met kanonschoten ontvangen en bij den eersten aanval hebben de
Carlisten reeds eenen Kapitein gedood en verscheidene gekwesten gehad.
Ten gevolge van du gevecht hadden een twintigtal Carlisciscbe soldaten
amnestie bij de Christinos gevraagd.