A". 1835. LEYDSCHE C O U II A N T. Vrijdag f^TAvl 1 \V:> 'VW' -. den 13 Nóvemben NEDERLANDER Leyden den i2den November. Men meldt uit 's Gravenhage onder dagteekening van heden het volgende: Zijne Maj. de Koning heeft tot Ridders van de Militaire Willems-Orde der 4de klasse benoemd den Majoor A. Ei Iers, den isten Luitenant- Adjudant J, Moltzerden Serjant Z). F. B. de Groote, en den Horenblazer J. B. Anthonsrespectivelijk behoorende tot het leger in de Oost-Indië. Zondag jl. is er door HH. KK. HH. Prins en Prinses Albert van Pruissen aan Heeren en Dames audiëntie verleend; eergisteren is aan Hoogstderzelver hótel kinder-partij en bal gehouden voor de jonge Prinses; en aanstaanden Maandag avond zal er bij HH. KK. HH. groot bal plaats hebben. Men spreekt er van, dac, na de betrekking van de winterkwartieren door ons leger in Noord-Braband, en de waarschijnlijke vestiging van het hoofdkwartier van hetzelve te 's Hertogenbosch, Z. K. H. de Prins van Oranje eene buitenlandsche reis naar Italië zou ondernemen. Naar men verzekert, zal het corps Grenadiers met het begin der vol gende maand uit het leger naar deze Residentie terug keeren. Men verneemt, dat het ontslag aan de miliciens der ligting van 1826, zal worden verleend in het tijdvak van den 15 November tot den 15 De cember aanstaande, en dat, betrekkelijk deze verrigting, door den Direc teur-Generaal van Oorlog aan de Chefs der verschillende corpsen van het leger de vereischte instructien zijn gegeven. De plaatselijke besturen zijn dienvolgens uitgenoodigd, om de bedoelde manschappen, voor zoo verre zij zich met onbepaald verlof in hunne stad of gemeente bevinden, wel te wil len gelasten, om zich op of binnen den bepaalden tijd, voorzien van hunne mede-wapenenuitrusting en livretten(voor zoo verre dezelve aan hen m.og- ten zijn gegeven), bij hunne respective corpsen te vervoegen, ten einde die wapenen en uitrusting in te leveren, hunne afrekening tot stand te bren gen en het paspoort te ontvangen, met dien verstandedat de manschappen, die bij de corpsen infanterie en kavallerie zijn ingedeeld, op de dépots dier corpsen, en de manschappen, die bij de overige corpsen zijn ingelijfd, op de staven derzelver moeten worden gedirigeerd. Tevens zijn de gemeente besturen verzocht, om het gewoon reisgeld, voor de heenreisaan de be doelde manschappen uit te betalen, en om, voor zoo veel zulks in hun ver mogen zal wezen, tot de geregelde uitvoering van den onderhavigen maat regel te willen medewerken. Voorts zijn dezelve aangezocht, om eenen nominatieven staat der miliciens van de ligting van 1826, tot de daarbij aan gewezene corpsen behoorende, aan den Gouverneur te doen toekomen. Na het ontslaan der miliciens, verwacht het gewestelijk bestuur de verzekering, dat door de opgégevene miliciens aan dien last is voldaanof wel eene naauw- keurige aanwijzing, (met aanhaling van namen en corpsen), waarom door hen of eenigen hunner daaraan niet is kunnen voldaan worden. Naar men verneemt, zijn op de negentiende algemeene vergadering van het Hoofdbestuur en de Afgevaardigden der Districts-Kommissien van het Fonds, ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden, gehouden te Amsterdam, den 29 Julij dezes ja-ars, tot Com missarissen van het Invalidenhuis te Leyden verkozen de heeren: Mr. P. Rasvan Utrecht, P. F. Hubrechtvan Leyden, en Mr. A. R. de Wendt van 's Gravenhage. Er is op die vergadering tevens besloten, de bepaling van het getal der Invaliden op 136 man in stand te houden, met de be staande uitzondering voor militairen in den slag van Waterloo verminkt, en ongerekend de militairen, die, ten koste van het fonds, wegens den strijd met Belgie, daarin zullen verlangen geplaatst te worden. Uit het verslag dier algemeene vergadering ontleenen wij het navolgendenopens het Inva lidenhuis: Telken reize tochdat wij geroepen zijnom Ulieden verslag te doen van den toe stand van dit gesticht en deszelfs bewoners, rijst als van zelf de gedachte bij ons op, dat bij hoe velen, aan de verschillende plaatsen en oorden van ons Vaderlandwij ook de tolken wezen mogen van de dankbaarheid ;der natie, jegens hare brave verdedigers, hier in dit gesticht evenwelde blijken dier edelaardige gezindheid onzer landgenooten zich. bijzonder luisterrijk vertoonen. „Dat deze stichting op den duur aan hare bestemming beantwoordtdat"door de zorgvuldigste verpleging en de liefderijkste voorziening in al de redelijke behoeften der Invaliden; dat, door de hartelijkste zorg voor al derzelver belangen, waarvan zelfs de zorg voor hunne geoorloofde vermaken en uitspanningen niet is uitgesloten; dat, door' dit alles, het Invalidenhuis van onze dappere verminkten eene eervolle rustplaats blijft aanbieden, waar zij, 11a zich van hunnen pligt voor den Koning en het Vaderland te hebben gekweten, rustige en onbezorgde dagen slijten kunnen; dit'hebben wij inzonder heid te'danken aan de voortdurende welwillende en belangstellende bemoeijingen van -Heeren Commissarissen van dit gesticht, van den Raad van Administratie, en van den Commandant-Directeur. Wij vertrouwendat het Ulieden aangenaam wezen zalde volgende bijzonderheden aangaande het Invalidenhuis ie vernemen. Gedurende het jaar 1834 zijn er, door elkander gerekend, 144 man in het gesticht verpleegd geworden; zijnde er in dat jaar 20 in hetzelve opgenomen, 8 man overleden en 8* uit hetzelve ontslagen. De dadelijke sterkte beliep alzoo, op den 31 December 1834, 128 man, waaronder 18 uit oorlogen vóór 1813 gevoerd, en 19 uit den laatsten strijd. „I>e uitgaven hebben gezamenlijk bedragen dè som van ƒ34,389.44; zoodatna aftrek van hetgeen aan pensioenen en gratificatiën te goede is gekomen, deze inrigting, over het jaar 1834, aan de verschillende Fondsen tezamen, eene uitgaaf heeft veroorzaakt van f 20,446. 86. Het gebouw werd in een vereischten staat van reparatie, onderhoudendoch daartoe werdenuit hoofde van deszelfs grootte en ouderdomvrij aanzienlijke kosten gevorderd. „De manschappen waren steeds behoorlijk voorzien van alles, wat hun bij de Regle menten is toegekend.^ In de magazijnen was ten .allen tijde een genoegzame voorraad der meest benocdigde artikelen voorhanden. De ligging, voeding, kleeding en verwarming, de oppassing, bijzonder ook der zieken en gebrekkigenlieten ook dit jaar wederom niets tc wenschen over. De waakzame zorg van den Heer Commandant-Directeur, die voortging met zijne betrekking op de lofFelijltste wijze te vervullen, ging over dit alles, en er ontbrak aan hetzelve niets. Geen wonder derhalve, dat onze Invaliden opgeruimd en welgemoed waren, en ook dit jaar alle blijken gaven van tevredenheid met hunnen toestand. Tot hunnen lof moe ten wij hier zeggen dat, blijkens het berigt van Heeren Commissarissen, verre weg de meesten door een goed gedrag hunne dankbaarheid aan den dag leiden. De conduite-lijst, door den Commandant-Directeur opgemaaktvermeldt zelfs een minder getal manschap pen, die eenige correctie hebben behoeven te ondergaan, dan in het vorige jaar. Hét getal van dezulken was altijd, en zoo ook dit jaar, in vergelijking met het geheel, ten uiterste gering. Voortdurend trachtte men, op de meest geschikte en doelmatige wijze, bij de Inva liden godsdienstige en zedelijke indrukken op te wekken en levendig te houden. Bijzon derlijk op deze zorg toondeji velen hunner grooten prijs te stellen. Niet alleen, dat op zon- en feestdagen de kerk-paraden geregeld werden gehouden en bijgewoondmaar ook .buitendien zag men, bij andere gelegenheden, velen met graagte'deel nemen aan de 'godsdienstoefeningen in hunne onderscheidene kerkgenootschappen. Ook werd van het huisselijke onderwasdatdoor de Protestantsche Leerarenaan de leden hunner ver schillende gemeenten wekeljjks in het huis gegeven wordtwederom met genoegen ge bruik gemaakt. „Dé bibliotheek, die op nieuw eenige uitbreiding bekwam, hield,den leeslust gaande. „Ter opwekking van denzelven en om te voldoen aan het verlangen van sommige blinden, hield de Commandant-Directeur, in den afgeloopen winter, soms zelf voorlezin genuit de meest geschikte boeken ten einde ook de manschappen tot 'onderlinge dienst vaardigheid aan té sporen, overtuigd, dat de krachtigste vermaning bestaat in het geven van eenvoortreffelijk voorbeeld. „De verjaardag van onzen beminden Koning, en de herinnering aan den roemrijken siag van Waterloo, werden op de gebruikelijke wijze niet'gepaste en 'gulle vrolijkheid gevierd. f „En zoo bleef dan ook in het afgeloopen jaar, dit gesticht, -waarin onbekrompen on dersteund, en tevens alles goeds, zoo veel doenlijk is, wordt bevorderd, het kenmerk dragen van eene zuivere Nederlandsche instelling. Deze onbekrompenheid was daarom ook geeiie verkwisting, maar op den duur vcree- nigtl niet verstandige spaarzaamheid. Ten blijke hiervan moge verstrekken, dat, in het jftsu* t$34ï op de ménage werd bezuinigd eene som van 599. 44, terwijl de eigen bakke rij, dié aan de gunstige verwachting bleef beantwoordenin verhouding met de stedelijke zetcing eene bezuiniging opleverde van 6721.09." Uit Amsterdam meldt men van den 10 November: Aanstaanden Dingsdag den ijden dezer zal het Hof van Assises zich on ledig houden met de zaak der 14 personen, beschuldigd van deel te heb ben genomen aan de wanordelijkheden op de Heerenmarkt alhier. De Acce van beschuldiging, die zeer uitvoerig is, ligt bij de uitgevers van het- Al- gemeen Handelsblad ter perse. In dat blad leest men onder dagteekening van den 11 November: Wij vernemen uit eene echte bron, dat de Pruissische Regering aan ons Gouvernement verschillende nota's heeft toegezonden, betrekkelijk de bij onze Kamers aanhangige graanwec. De Pruissische Regering betuigt daar bij hare verwondering, dat het Nederlandsche Bestuur deze wet voorstelt, op een tijdstip, dac alle Staten van Europa terugkomen van het verkeerde stelsel, om den landbouw ten koste van de verbruikers te willen bescher men. Verder geeft de Prnissische Regering te kennen, dat zij in hare wet geving représailles tegen onzen handel en nijverheid zal nemen, indien de bedoelde graanwet hier te lande wordt aangenomen en ten uitvoer gelegd* Men verneemt, dat in de Koloniën van Weldadigheid in Augustus jl. is geweven 6,657,50 el, en dat gedurende de acht eerste maanden van dit: jaar in het gehéel was geweven 51,964 el. In September zou men zien een begin te maken met te Ommerschans en in de gewone Koloniën van eigen geteeld vlas te doen spinnen. De opbrengst van de zomergarst is in dit jaar geweest 555 mud van 22 bunders land, en dus 25 mud van het bunder. De oogst was op ieder stuk gronds zeer onderscheiden, en liep van 11 tot 42 mud van het bunder toe, ter oorzake van het nog aanhoudend groot verschil in de vruchtbaarheid van den grond, en den meerderen of minderen invloed van de droogte op denzelven; 35 mud van het bunder voor een goed gewas van zomergarst, op behoorlijk ontgonnen middelmatigen zand grond, heeft de oogst van dit jaar daarvan 5/7 bedragen. De opbrengst vail dat graan is, in de laatste vijf jaren, geweest als volgt: In 1831 van 7,66 bunder 180 mud of 23,50 van het bunder. *832 JJ 20,72 35i 99 39 17,00 333 99 *833 99 ~3i33 39 7-4 r* 39 3L°0 39 99 99 39 I834 23,04 452 I9,60 33 1835 5, 22,14 556 33 25,11 3 Weshalve alleen het veel vruchtbaarber jaar 1832 den oogst van dit jaar hierin overtroffen heeft. Het budjet van uitgaven voor Belgie, gedurende de dienst van 1836* is geraamd op ruim 84 millioenen francs. Onder deze uitgave is niet grepen het bedrag der renten van de Nederlandsche schuldwelke ten laste van Belgie moeten komen. Voor de landmagc is uitgetrokken 25 iniiiióenen gewoon en 13 millioenen buitengewoon. PERSIE, De iiït Bagdad ingekomen tijdingen van den 14 September, tuidén gunsti ger wegeris den staat der zaken in Perzië. De rust begon zich in de hoofd stad van lieverlede te herstellen, nariat de volslagen nederlaag der Vorsten in de zuidelijke deelen van het Rijk er bekend Was geworden. Daarentegen rigtte de cholera in Teheran en de pest in Tauris groote verwoestingen aan. T U R K Y E. Konstantinopel den 18 October. Gisteren heeft Vorst Milosch met een zeer glansrijk ceremonieel zijn afscheids-gehoor bij den Sultan gehad, van welken Lij nogmaal een prachtig opgetoomd Arabisch paard ten geschenke ontvangen heeft. Voor de Vorstin, zijne gemalin liet de Sultan aan den Vorst eene kostbare uit diamanten gemaakte bloem ter hand stellen. Vele perso ren van zijn gevolg en bij name de beide Raden, zijne 4 Adjudanten en zijn Kabinets-Secretarisook eenige ill Servie teruggeblevene beamtenwerden van den Sultan met den Turkschen Iftichon beschonken. Met betrekking van den toekomstigen regerings-vorm van Servie, verneemt men slechts met zekerheid, dat dezelve zuiver Monarchaal zal zijn, en dat de onlangs veel besprokene constitutie geheel afgeschaft is. Dit laatste wordt ook door een berigt uit Belgrado van den 25 October, bevestigd, hetgeen dus luidt: De nieuwste berigten uit Konstantinopel geven eindelijk eenige zekerheid omtrent den toekomstigen regerings-vorm van Servie. Het is méér dan waarschijnlijk, dat de zoo veel besprokene constitutie niet alleen gemodifi ceerd, 'maar zelfs geheel afgeschaft zal worden. De in verscheidene Duir- sche dagbladen, omtrent dit onderwerp, zonder grond opgenomene berigten, worden zoowel door die tijding, als door een officieel artikel, in de Servi- sche courant, van den 23 October, wederiegd. TmësT den 28 October. Berigten uit Scutari, van den ifiden dezer, brengen de tijding, dat dePorte, den gehaten Hafiz-Pacha afgezet had; dit nieuws was te Scutari met groote blijdschap vernomen, Men beschouwde dit besluit van de.Porte, als een waarborg, dat zij van voornemen was, den weg van regt en zachtheid stellig te volgen. Osman, Pacha van Kaisarieh die tot nieuwen Stadhouder van Scntari benoemd is, zou een man zijn, die zoowel door beschaafdheid als regtvaardigheid uitblonk. Zulke bemoeijingen die overeenkomen met den geest van hervorming van den Sultan en dien des tijds zullen harè goede uitwerkingen in het Turksche Rijk, niet veriiezen, bijzonder zullen zij in de onrustige districten van Bosnië gunstig opgeno men worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 1