den eindelijk eene toenadering tusschen de over elkander staande vijandelijk^ partijen. Het berigt van de aankomst der Tnrtsche vloot, 18 zeilen jtferk, bij Durazzoschijnt den overmoed der insurgenten gekrenkt en hen tot ge matigder bedingen gestemd te hebben. Op dien dag kwam eene overeenkomst tot stand, waarvan de bepalingen zijn: i°. Van het oogenblik der onderteekening van dit verdrag af, tot den terugkeer van de naar Konstantinopel gezonden Afgevaardigdenhouden alle vijandelijkheden óp. 2°. De Pacha zal dadelijk den Bazar ontruimenen zich met manschap en geschut binnen het kasteel terugtrekken. 3°. Hij verbindt zich om schavergoeding te geven voor alle in den Bazar bedorven waren van allerlei soort, naar de aanwijzing der eigenaren, zooals in het algemeen voor de sedert het uitbreken der vijandelijkheden, aange- rigte schade; waartegen 4'. De inwoners van Scutari zich verbinden, tot aan de aankomst van het antwoord uit Konstantinopelde bezetting der citadel te leverenhetgeen het aan dagelijksch onderhoud noodig heeft. Het blokkade-eskader, wiens aankomst aan de kust reeds den 7 Augus tus in Scutari bekend washad ondertusschen tot de wegzending van dit berigt toe, niets van zich doen hooren, waaruit men in Scutari het gevolg trok, dat het zich, niettegenstaande de aan boord zich bevindende troepen, te zwak bevond. Latere berigten uit Konstantinopel over Belgrado van den 29 Augustus melden, dat het'lot der Grieken in die hoofdstad niet zeer gunstig was, daar zij op,allerlei wijze door de Turksche beamten mishandeld werden. Het gevolg daarvan wasdat de Grieksche Gezant Zographosvoor zijne bil lijke klagten geen gehoor vindende, en die vernederende handelwijze niet meer kunnende duldende Grieksche vlag van zijne woning had doen ne men en zijne pas gevraagd had. Door de Engelsche en Fransche Gezanten echter schijnt er wederom eene bemiddeling tot stand te zijn gebragt. GRIEKENLAND. In den Courrier de Smyrne, van welke zijde gewoonlijk niet zeer gunstige berigten uit Griekenland gegeven worden vindt men een schrijven uit Athene van den 14 Julijvolgens welke de in den laatsten tijd in West-Griekenland uitgèbroken onlusten dagelijks van meer gewigt werden. Het was daar niet meer, zooals de partij van den Graaf yon Armansperg wilde doen gelooven eene bende roovers die de reizigers overvielen en afgelegen woningen plun derden maar het waren integendeel de hoofdleiders of zoogenaamde Kapi- tani's, de over hunne wegzending onvergenoegde strijders uit den vrijheids kampde dorpsbewoners, in het kort, het volk zelf die ontevreden waren en eenen algemeenen opstand voorbereidden, welks leus zou zijn: „Slechts de Koning alléén mét de constitutie 1" ln latere berigten uit Athene, van den 4 Augustus, door de Munchener Politischer Zeitung medegedeeldworde van het toenemen van den bovenge- tnelden opstand niet gesprokenmaar integendeel zeer geklaagd over den staat van gezondheid in de hoofdstad. Er was bijna geen huisgezin in Athene waar niet een lid door ziekte aangetast was; ook bij de militairen werden vele klanken gevonden. De Graaf von Armansperg was insgelijks, schoon niet gevaarlijk, door de koorts aangetast. Men schreef de heerschende ziek ten veel toe aan de buitengewone hittte, en ook ten deele aan de vele uitgra vingen en het gebrek aan de noodige policie-maatregelen ter bevordering der zindelijkheid. SPANJE. Berigten over Parijs van den 8 September. - Saint Jean de Luz den 3den September. Een vaartuig, dezen nacht aangekomen, berigt, dat, afgezonden voor Bilbao, het aldaar niet is kunnen binnenkomen. Te Portngalette aangekomen, was het hetzelve onmogelijk de rivier op. te varen, daar de vijandelijkheden op alle punten in den omtrek van Bilbao begonnen waren. De renbode van Bilbao bevestigt deze tijding. Alle Engèlsche bataljons, een uitgezonderd, zijn op vaartuigen ingescheept geworden om Bilbao te gaan verdedigen: de Carlistendie vol moed schij nen, bestaan uit 14 a 15 bataljons. In dit oogenblik, tien ure des morgens, wórdt door eene sloep, van Bilbao aangekomen, gemeld, dat de Consuls van Frankrijk en Engeland geene com municatie met de vaartuigen hebben, die te Olaviaga gestationneerd zijn dat eene fusilade op het oogenblik van haar vertrek begonnen was, en dat de Carlisten in grooten getale de plaats poogden te bemagtigen. Een andere brief van de grenzen kondigt ons aandat het kanonvuur in de rigting van San Sebastian gehoord is, en dat Pastor met de Carlisten slaags is. Door eene andere depeche verzekert men, dat de Priester Merino weder onverwachts is ten voorschijn gekomen, en een zeer rijk convooi, dat naar Madrid bestemd was, bemagtigd heeft. Er heeft te Barcelona een soort van nationale vergadering plaats gehad, waarop zich Afgevaardigden van Arragon, Valencia, Murcia, Valladolid en andere punten, die in opstand zijn, begeven hadden. Men verzekert, dat deze vereeniging zich met eene staatkundige liberale organisatie bezig houdt: zij wapent een groot aantal vrijwilligers en schijnt aan geld geen gebrek te hebben. Men schreef den 29«ten Augustus uit Saragossa, dat de aankomst van Quesada met 10,000 man zich wederom bevestigde. Berigten over Parijs van den 9 September. Het Parijsch Ministerieel avondblad bevat eene telegraphische depeche van den óden uit Baijonne gedagteekendwaarin eene verandering in het Minis terie gemeld wordt. Madrid was rustig. De gevangengenomen Afgevaardigden waren in vrij heid gesteld. Men reorganiseerde de militie. De staat van beleg zou opge heven worden. Eene andere depeche van denzelfden dag berigt, dat er den 2den te Sesrna tusschen Cordova en Ituralde een treffen had plaats gehad, ten gevolge van hetwelk de Carlisten zich op Estella hadden teruggetrokken. De Carlisten hadden op de boten der Engelschen in de rivier van Bilbao gevuurd. De tijding omtrent de verandering van het Ministerie wordt door brie ven uit Madrid van 21 Augustus bevestigd. Die zamenstelling bevalt echter niet geheel en schijnt aan den wensch der Spanjaarden niet te beantwoorden. De schikking is de volgende: Minister van Buitenlandsche Zaken en Voorzitter van den Raad, Torreno- Financien, MendizabalOorlog ad interim, de Hertog de Castro Terrene; Gratie en Justitie, Garcia HerrerosBinnenlandsche ZakenMarmel de la Riva Herrera; Marine, de Chef van het eskader, Sartorio. Men meent algemeendat de Hertog de Castro Terreno niet dan zeer kort zijnen post die meer werkdadigheid en ijver vereischt dan voor zijne jaren, zal beklee- den. Men verzekert, dat Sartorio de portefeuille van Marine niet aanneemt. De keus van Herrera bevalt het best. Het Ministerie is begonnen met twee daden van belang: i".Verandering van vele Kapitein-Generaals; 20. Afvaardiging van een manifest, hetwelk de bedoeling zou te kennen gevenom de revolutionnaire strekking van de provinciale Junta's weerstand te bieden. Troepen hebben bevel ontvangen om op Madrid te marcheren; er wor- den kloosters voor dezelve ingerigt; weldra zullen 12,000 man binnen de Stad zijn. In het manifest der Ministers treft men de volgende zinsneden aan: „Het Gouvernement der Koningin heeft adressen van de provinciën ont. vangenwelke het denkbeeld voordragen om een consntueeren| congreh te vereenigen -, njaar dit ontwerp kan niet uitgevoerd wordennoch'het'Spaan- sche volk, noch de geallieerden van het Gouvernement, noch geheel Europa zouden dit toelaten. Want de zamenroeping van zulk een congres zou het teeken van eene revolutie wezen, en noch Europa, noch de geallieerden van het Spaansche volk wiTlèn, dat er eene rtvoKftie zij, hetzij in Spanje, het zij ergens elders. Eenige opgewonden gèescei'f hebben zulk een> ontwerp alleen kunnen vormen, hetgeen, in de tegenwoordige omstandigheden metr ongerijmd dan ooit is, omdat de tijdvakken van burger-oorlog minder, dan ieder ander tijdvak, geschikt zijn, om zulk eene belangrijke stof, de over. weging van fundamentele wetten voor eene natie ,- aan te vangen." Het stuk eindigt aldus: „Het Gouvernement van H. M. zal aan alle zoodanige verzoeken met, alle kracht' weerstand bieden. Het heeft gezworen tegen allen prijs den troon van onze doorluchtige Koningin en het Koninglijk statuut te verdedi. gen. Het zal dezelve verdedigenwant er is geen.zoo.groote wederstand, welken een braaf man niet aanwendt, wanneer hij weet,dat hij zijne pligten waarneemt en volgens zijne eeden handelt." Ook te Grenada zou er eene revolutionnaire beweging hebben plaats gehad. Uit Bayonne schrijft men van 5 September, dat de belegering van Pampeluna voortduurt en onlangs nog met 2 bataljons en 200 paarden ver sterkt is. De Carlisten belegeren Puenta la Reyna met 10 bataljons en 6 stukken. Bilbao is naauiv ingesloten. Het gerucht liep reeds, dat zij Portugalette hadden ingenomen. In de Londensche bladen vindt men zeer uitvoerige brieven uit Portu galette en van de rivier van Bilbao tot den 31 Augustus. Zjj behelzen bittere klagien over de vijandelijkheden, die de Carlisten tegen de manschap der vier Britsche oorlogschepen, welke op de rivier van Bilbao liggen, hebben ge pleegd; hebbende zij onder anderen op Britsche sloependie derzelver eigene vhg hadden gêheschen, geschoten. Eene briefwisseling was daarover tus schen den bevelhebber der Britsche zeemagt in de rivier, Kapitein Hay en den aanvoerder der Carlisten voor Bilbao, General Rafael Maroto (die uit Zuid -Amerika geboortig is) gevoerdwelke briefwisseling echter tot geen bepaald einde heeft geleid. De verbittering der Carlisten tegen de Britsche zeelieden is, zoo als ligt te begrijpen valt, sedert de aankomst der Engelsche hulpbendenniet weinig toegenomen. Kapitein Hay scheen reeds in over weging te hebben genomen, om de schipbrug te vernielen, door welke de Carlisten de vaart op de rivier van Bilbao hebben gestremd. Dat hij hetregc daartoe had, werd, volgens deze brieven, door hem niet in twijfel getrok ken; alleen vreesde hij, dat het vernielen der brug niet zonder veel verlies aan de zijde der Britten, plaats kon hebben. Berigten óver Parijs van den 10 September. Het slaags zijn der beide partijen te Sesma (zie boven), is van geen be lang geweest. Een renbode van Madrid brengt de tijding mede, dat de Koningin ver klaard heeft, dat alle provinciale Junta's eenen opstand tegen den Staat pier gen, en als zoodanig zullen vervolgd worden. Al de kloosters te BadajozPort St. Marie, XeresFrontera,Chin- clana, Port Royal en het eiland Leon zijn gesloten geworden. Ook te Malaga, is den 23 Augustus de constitutie door de stedelijke militie en een .groot deel van het garnizoen uitgeroepen. .Een colonne van 500 stedelijke soldaten, benevens 600 man militie is van daar naar Grenada vertrokkenom de beweging van deze hoofdstad te dekken. Brieven van de grenzen onder dagteekening van den óden September melden, dat de Carlistische benden geenen verderen voortgang in Biskajje gemaakt hebben, en dat Portugalette niet in hunne handen gevallen is, zoo als het gerucht liep (zie boven). DU1TSCHLAND. Te München heeft men den 5 September het kolossaal bronzen stand, beeld ter eere van wijlen Koning Maximiliaan Joseph, van de'nabij -gelegene ijzergieterij, naar de plaats in de stad, voor het nieuwe slot, vervoerd', waar het moet worden opgerigt. Dit standbeeld weegt 120 centenaars en met zijn voetstuk en verder bijbehooren 400 centenaars; de plegtige onthulling is op den 13 October bepaald. Uit Liegnitz meldt men: Nadat de Koning van Pruissen op den 30 Augustus hier was aangekomen, begaf Z. M. zich den volgenden morgen naar het legerkamp, bezigtigde daar alles naauwkeurig en reed vervolgens den Keizer van Rusland te gemoet. De beide Monarchen verwelkomden elkander op het hartelijkste en begaven zich naar de stad, waar de Koning den Keizer naar de voor Hoogstdenzelven bestemde woning geleidde, in welke'hij door de Prinsen en èenen schitteren den staf van Generaals werd ontvangen. Den 1 September werden groote krijgsmanoeuvres door het 5de legercorps uitgevoerd, waarbij al de Vorste lijke personen tegenwoordig waren. Des namiddags werd in de kerk door al de hooge gasten eene kerkelijke muzijk bijgewoond, welke door meer dan 400 mansstemmen werd uitgevoerd. Op den 2den hadden andermaal groote evolutiën plaats, die met de meeste juistheid werden volbragt. Térstorid daarna vertrok de Koning en de Koningin naar Kapsdorf, de Keizer en de Keizerin van Rusland, de Grootvorst Michael, de Kroonprins van Polissen, de Oostenrijksche Aarts-Hertogen Frans, Karei en Jatibenevens de overige te Liegnits aanwezige hooge personen, woonden daarentegen een luisterrijk bal bij. Den 3 September vertrekken deze Vorstelijke personaadjen insge lijks naar Kapsdorf, om bij de vereenigde evolutien van het 5de en 6de ar mee-corps tegenwoordig te zijn, en vervolgens over Breslan naar Kalisch te reizen. Uit het kamp van Kapsdorf in Silizieschrijft men van 28 Augustus Op den yden September, den dag waarop de beide armee-corpsen veree- -nigd zullen ageren, zal het volgend plan worden uitgevoerd: Een westelijk leger (het 6de armee-corps), heeft de belegering der vesting Schweidnitz op het oog. Om deze operatie te verhinderenworden op de naar Schweid nitz voerende wegen troepen-afdeelingen vooruit geschoven, welke van het oostelijk leger (het 5de armee-corps), dat zich aan gene zijde van Breslau geconcentreerd heeft, worden afgezonden. Eene dezer afdeelingen mar cheert over Schalkau en Kohlsdorf, terwijl eene andere over Seichwitz voor waarts rukt. De eerste is, onder de bescherming van hare tot Ingramsdorf voortgerukte voorhoede, het Striegauer-water bij Bichau en Neuhoff over getrokken en stoot hier op de vijandelijke voorpostenwelke achter de hoog ten van Hohenposeritz verschijnen, en het voornemen verraden, zich van den overtogt over het Strigauer-water te verzekeren. Daar nu de beide le gers elkander meer nabij komen, naardien het oostelijk leger de afdeèling, welke'den vijand het eerst in het gezigt krijgt, op den voet volgt,«zoo ont wikkelt zich hier het gevecht, dat nu weldra algemeen wordt. Des nachts zal het 5de armee-corps bij Hohenposeritz, en het 6de westelijk van het zelve bij Konradwaldau hivouackeren. Voorden dag van den 8sten Septem ber zijn de bevelen nog niet bekend; dezelve zouden eerst den dag te voren door den Koning worden gegeven. Uit Odessa berigt men van den 21 Augustus: Men schrijft uit Kertsch dat'van de haringen, die in het vorige najaar door den heer Meijsner op Hollandsche manier waren ingezouten, eenige als proeve naar Petersburg zijn gezonden en den Keizer aangeboden. Dezelve waren zeer ten genoege van Z. M.» ten gevolge waarvan de. Opper-Hofmaarschalk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 2