reeds 25 mijlen had afgelegd. Omtrent 3000 stuks vee waaronder 1,200 Koloniaalvielen in onze handen. j De troepen hielden aan de Kei halt, aanvaarden op den volgenden morgen hunnen raarseli naar het kamp, hetwelk nog aan de Isolo was, en kwamen aldaar op den volgenden dag den 29ste, te 4 uren aan. De onwankelbare volharding door de troepen in deze zoo moeijelijke expe ditie ten toon gespreid, kan door hen alleen op waren prijs worden gesteld die de steenachtige en steile streek doorgetrokken zijnwelke de Tsomo van de Kei afscheidt; en de belangrijkheid der diensten door Kolonel Smithen de troepen onder zijn bevel, bewezen, kan slechts ten vollen begrepen wor den, door eene naamvkeurige overweging der gevolgen, welke eene dus danige wakkere vervolging van den vijanddie deszelfs bergen voor Britsche troepen als ongenaakbaar beschouwtmoet te weeg brengen. De ondankbare Ilintzadie onze bode eene audiëntie geweigerd had die zich niet verwaardigd heeft, in persoon aan de hoofdkwartieren van het Brit sche leger te verschijnenof eenen geaccrediteerden afgezant derwaarts te zendentrok het kamp binnenals een ootmoedige smeeker óm vrede binnen weinige uren nadat Kolonel Smith in denzelven was teruggekeerd, cm het 'genomen vee af té geven. Hintza werd met eene beleefdheid ontvangen, welke hij weinig bij Z. Exc. verdiend bad, en daar men vernam dat bij kwam om zaken te verrigten, ging Z. Exc. dadelijk over, hem de reden van zijn ongenoegen te ontvou wen, en de geaardheid der gevorderde vergoeding. De voorwaarden waarop l. Exc. in eenen stilstand van wapenen zoude inwi'ligen, werden toen ver meld, en men vorderde van Hintzabinnen de 48 uren te verklaren, of hij dezelve aannam of verwierp. Op den volgenden morgen nam hij dezelve op eene formele wijze aan, waarop het lossen van drie stukken geschut, het eindigen der vijandelijkheden, met de Kafferstammen ten Oosten van de Kei, aankondigde. Kapitein Warden, is nog niet van Clarkebury terug gekeerd, hij heeft 4000 stuks vee genomenmaar het wordt niet vermeld dat er eenige Kaffers gewend zijn. Er is voorzékér vVeinijj vooruiczigt, dat de lijst van gekwet sten en gedooden, aanmerkelijk vergroot zal worden, daar dit misleide volk overal te wel bewust is, Van de nutteloosheid van tegenstand; en het is de geaardheid der Britsche troepen nier, om, niettegenstaande het voorbeeld der vijandenhen te doodenwanneer zij niet wezenlijk in de wapenen tegen ons zijn. De troepen zijn op gisteren (den aden), van de Izolo op marsch gegaan, en bereikten op hunnen tenigtógt in de rigting der Kolonie-, de Dubukazi eenen kleinen stroom, zich in de Kei ontlastende, op eenen afstanJ van om trent 12 mijlen van de Drift, waarover zij de Kei gepasseerd zijn, toen zy Hintza's grondgebied introkken. F R A N K R IJ K. Parijs den 21 Julij. De volgende telegraphische depeche is aan de beurs aangeplakt geworden. De Generaal Harispe aan den Minister van Biimeulandsche Zaken. Baijonne 20 Julij. biet gevecht van den ióden, heeft zich bevestigd. Men beeft slaags ge weest op de beide oevers van de Arga. Te Lawaya en Artagona, op den linker-oever, zijn de Carlisten op la Garda temggeworpenop den regter, hebben zij zich tot Osreiza teruggetrokkenen Don Carlos op Estella. Cordova heeft hen den i-dendoen herkennen; men weet den uitslag nog niet. Het is het 3de bat. van Kastilie dat naar de Christinos is overgeloopen. Op den eosten heeft voor het Hof der Pairs, de Advocaat Boyet de be schuldigden Boyet en Arnault verdedigd. De Advocaat Lafoulotte heeft, in een pleidooi vol duidelijkheid en kracht de tegenspraak doen uitkomen, in welke de getuigen ten aanzien van Laporte, gevallen zijn. De Advocaat Bendit belast met de verdediging van Bille en Roux, heeft zich verheft te gen het.bespottelijke van eene aanklagt, welke getracht heeft te bewijzen, dat in een staatkundig complot arme duivels getreden zijn, die nooit voor zich een staatkundig denkbeeld gehad hebben. Vervolgens heeft de Advo caat Bousquet de beschuldigden-Mercier en Lefonl verdedigd. Aan de Aartsbisschoppen en Bisschoppen van Frankrijk is van wege den Koning, aanschrijvinggedaanhoudende bevel om, gedurende de aan staande feestdagen van 27, 28 en 29 Julij, in alle de kerken hunner bisdom men lijkdiensten te doen vieren voor de gedachtenis der „burgeren die inde verdediging der wetten en der vrijheidals verhevene slagtoffers zijn bezweken." Omtrent de nederlaag door de Fransche troepen onlangs te Algiers ge leden, meldt de National nog het volgende: - De Generaal Trézel, aan het hoofd van 2700 man, namelijk 3 bataljons en 600 man kavallerieheeft Abdel-Kader achtervolgd. Op eenen afstand van de stad is hij door dezen,Arabischen krijgsman aangevallen en, na eenmoord- dadig gevecht, moest de Fransche kolonne, in Oran niet kunnende binnen trekken, den aftogt kiezen naar Arzew, achterlatende 6 a 700 man, zoo aan gedooden als gevangenen, benevens een stuk geschut. Abdel-Kader had 3000 man infanterie met onze geweren gewapend en 5000 man kavallerie. Gedurende het gevecht heeft een bataljon van het vreemde legioen het hazenpad gekozen. Den 22 Julij. Men leest in het Journal des Débats: Brieven van Weenen en Berlijn spreken, ais van eene zekere zaak, van de aanstaande erkenning van Don Carlos door de Noordsche Mogendheden. Zij voegen er bij, dat de Agent van dezen Vorst, de Hertog van Alcudia menigvuldige zamenkomsten heeft met den Prins von Metternich, en dat hij door dien Minister en vele leden van het Keizerlijk gezin met vele teekenen van oplettendheid behandeld wordt. Hij heeft vele conferentien met de Aartshertogen, die zich naar Kalisch zullen begeven. Men meent door deze erkenning, aan de quasi-interventie van Frankrijk en Engeland een tegenge- wigt te stellen. (Zie over dit onderwerp meer onder Duicschland). Het Hof der Pairs heeft zijne zitting ook den eisten gehad, ver scheidene Advocaten hebben pleitredenen gehouden. Ten 6 ure is de zitting gesloten. Sedert eenigen tijd is te Parijs, in de rue d'Alger, een winkel geopend, waar de Prinsessen Oginska, Czartoryskade schoone gemalin des dichters Mizkiewicz en andere Poolsche dames afwisselend de door haar vervaardigde handwerken en kunstvoorwerpen zelve verkoopen, ten behoeve harer min vermogende landgenooten. De bekende officier der artillerie, Prins Czctwer- tynskiis aldaar winkelbediende. Den 23 Julij. Eene telegraphische depêche van den 2isten meldt, dat Don Carlos zich den i7den te Arbeiza terug heeft getrokkenwaar hij zich met Erazo en het overige leger vereenigd heeft. Onder vele gekwesten, die naar Estella en Yrache zijn overgebragt be vinden zich vele officieren, onder anderen Villa Real en Sagastibelza. Hun verlies moet groot geweest zijn. Hunne gevangenen zijn naar Pam- peluna gevoerd, waar het grootste gedeelte van het leger der Koningin aan gekomen is. Eindelijk is er zeker bepaald, dat er eene werving van twee bataljons pransche jagers, ten dienste van de Koningin van Spanje zal plaats hebben. Dezelve moet reeds begonnen zijn. Het Hof der Pairs heeft zijne zitting den 22Sten gehouden; waar de verdediging der beschuldigden door Advocaten is voortgezet. De 23Sten was er geene zittingeene vernieuwde ongesteldheid van den Voorzitter was de reden. Er komen nog verscheidene berigten in omtrent de groote nederlaag, welke de Franschen in Afrika geleden hebben. De cholera heeft zich te Marseille vertoont Ook wordt geschreven, dat zij in Italië waargenomen is. MENGELINGEN. t OVER DE NUTTIGHEID DEl( DOODEN VOOR DE LEVENDEN. (Vervolg en Slot.j I11 de veertiende eeuw, verwonderde Mundinus, Professor te Bologra; de geleerde wereld door de openbare ontleding van twee menschelijke lig. chamen. Ill de vijftiende-eeuw, bragt Léonard de Vinei veel tot de vorde- ringen der wetenschappen toe, door zijne heerlijke Anatomische platen. In de zestiende eeuw, raadpleegde Karei V de Theologanten van Salamanka, om te weten of mei! zonder misdaad een menschelijk ligchaam kon ontleden, om er de zamenstelling van te leeren kennen. 1 In de zeventiende eeuw, was Cartesius, een ander Professor uit Bologna, aan eene verhandeling over de practische Anatomie begonnen, welk werk Hij de grootste lust had te eindigen, maar het was zoo moeijelijk zich voorwerpen te verschaffen, dac hij et slechts twee in de-n loop van vier en twintig jaren had kunnen ver krijgen, en nog verpiigt was dezelve in groote haast en met angst te ontle den. I11 Rusland, Was de studie dër ontleedkunde en het gebruik der ge raamten tot in de laatste tijden verboden geweest, de eene als strijdig met de mensclielijkheid, en het ander als de tooverij begunstigende. Luther zelf liet zich op dat punt door de vooroordeélen van dien tijd zoodanig overmeesteren, dat hij alle de ziekten aan duivelsche listen toeschreef, en de geneesheeren zeer laakte, die er natuurlijke oorzaken voor zochten. Engeland had den kwaden naam verkregen van bij voorkeur het land der heksen te zijn, hetgeen ook een hinderpaal tegen de studie der Anatomiq werd. Thans nog zijn de vooroordeelen vaii het volk te dien opzigte he vig en diep ingeworteld. Voor vijftig jaren echter werd van wege de Au toriteiten veel gelegenheid verschaft, om de lijken tot ontleding te beko men. Ook namen toen de genees- en heelkunde aldaar eene hoogere vlugt dan zij tot nu toe hadden gedaan. Van jaar tot jaar bragten de nieuwe scholen geneesheeren van de grootste capaciteit op, en van alle kanten vloei den er leerlingen zamen. In Schotland echter is het volk weder tot de oude denkbeelden terugge komen. Geen misdaad kan de anders zoo bedaarde Schot meer in vuur zet ten, dan het opgraven van een lijk. Verscheidene voorbeelden kunnen wor den bijgebragt van de grootste buitensporigheden, waaraan zich het volk heeft overgegeven-, ter gelegenheid van het opgraven, van eenige lijken, zoo zelfs, dat indien dit bleef voortduren, de studie der Anatomie er onmogqc lijk zoude worden gemaakt. 1 Het getal der Studenten in de Medicijnenbeloopt bij .eiken cursus cireg zeven .ijonderd. De moeijelijkheid om er lijken te bekomen, is zoo groot!, dat vele Edimburg hebben verlaten, om hufine studiën elders te volbrengen. De heer Lizars, ilie de lessen in de Anatomie en Physiologie in die stad geeft, heeft uitmuntende Anatomische platen uitgegeven, ten einde, zegt hij, zoo veel mogeljjk bij mangel aan voorwerpen ter ontleding, door ge trouwe -teekeningen zijne-leerlingen voorbeelden te .geven. Deze moeijelijl;- lreid wordt niet alleen -door het volk veroorzaakt, maar. ook door de regt- btmkein;-die de opgravers van lijken ten strengste vervolgen. In Amerika is ljet niet veel beter, daar de.Staat, van New-York liet op graven van lijken als eene misdaad straft, en. geen. middel aanduidt, waar. door de chirurgijns er zich van zouden, kunnen voorzien. De jonge chi rurgijns moeten dus hunne proefnemingen op levende ligcltamen. doen en in dien zij- ongelukken begaan kunnen zij daarvoor niet verantwoordelijk wor den gesteld. - De wetgeving van Engeland is hieromtrent, zoo als wjj gezien hebben, niet redelijker dan Schotland en de Vereenigde Staten. In den loop van het jaar 1825 zijn er veertien personen tot gevangenisstraf en boeten, veroordeeld, omdat zij lijken aan de geneeskundige school haddqn gelevérd. De moeije lijkheid. om zich dezelve te verschaffen ris zpo groot, dat men er van de kusten van Frankrijk heeft laten komen, doch daar het getal., dat men Qp deze wijze verkrijgt, onvoldoende is, moet men: dus met-de opgravingen voortgaan, en alzoo wordt de wet noodzakelijk verkracht. Dit is oorzaak dat er eene klasse menschen bestaat, wélke des nachts op de kerkhoven eene soort van beroep uitoefent, dat afkchtffv inboézerirt, efi beklagenswaar dig is het daarbij, dat menschen van een waar talent, en die eenen eervól- len rang in de maatschappij bekleedén, ondaiiks hun eigenwil met deze el lendelingen in aanraking moeten komen en hunne diefstallen moeten aan moedigen. Het getal der jonge lieden, welke telken jare te Londen komen, om er de genees- en heelkunde te bestuderen, kan wel duizend beloopen. Hunne vertering is gedurende dit hun verblijf natuurlijk zeër aanzienlijk, en daar de meeste hunner tot min gegoede familien behoóren, zjjjn er slechts zeer weinige, welke langer dan den bepaalden tijd te Londen blijven. E11 ech ter is liet siechts gedurende dien tijd, dat zij kunnen ontleden, en alzoo de noodige kennis tot uitoefening van hun beroep verkrijgen. Indien zij dezen tijd niet goed besteden, zullen zij zich nimmer in. hun vqlc bekwamen. De studie van de Anatomie is moeijelijk en werkziaiti ;J?e ontleding vooral is ill vele opzigten onaangenaam, en zelfs niet zonder gevaren. De verstan dige mannen, en vooral die, welke eenige wijsgeerige beginselen hebben, verbroederen zich echter weder sRoedig met de Anatomie, en weldra vin den zij zich ruimschoots voor hunne moeijelijke studie beloond. Frankrijk hééft in dit opzigt veel meer versrand aan den dag geiegd dan Engeland. Sedert deszelfs omwenteling van het jaar 1789, zijn de scholen door de zorg der Autoriteiten behoorlijk van lijken voorzien. De - geneeskundige Faculteit mag, in de burgerlijke hospitalen, .in de: gevangenissen en bl- delaarsgesticluen over alle lijken beschikken, waarvan zij tot onderwijs in de Anatomie gebruik moet maken. Alle dagen zendt de geneeskun dige faculteit eenen wagen naar de verschillende-hospitalen van Parijs, om de lijken op te nemen. Het getal der lijken beloojic soms 2000 in het jaar. Zonder die te rekenen welke men in la Pitié ontleedde. Behalve deze worden er nog een groot aantal lijken in de militaire hospitalen geopend. De prijs derzelve beloopt van 5 tot 10 francs. Na de ontleding worden de lig- chamen in eeii laken gehuld en naar het naastbij gelegen kerkhof gebragt. De ontgravingen zijn verboden, en geschieden alleen wanneer de regtbanlcen dezelve tot een geregtelijk onderzoek bevelen. Hoewel het volk in Frank rijk even als elders een afkeer van de ontleding heeft, zoekt het echte niet dezelve te beletten; zelfs zoeken de bloedverwanten dit niet te verhlii deren, als de geneesheer zulks nuttig oordeelt. Hieruit vloeit voort dat ail* studenten in de geneesknndein Frankrijk, de gewoonte van ontleden heb ben, en dat een chirurgijn of doctorwelke de Anatomie niet zoude kennen voor geheel opweteird zoude worden gehouden. Men stelt hier tegen dat op deze wijze de'ligchamen der armen eigendom van het publiek worden. Maar is het niet billijk-dat-de stoffelijke over blijfselen van hen, die door de maatschappij zijn verzorgd en gevoed ge worden tot haar. nut worden gebruiktEn buitendien ligt de geheele ques- tie hierin opgesloten, of het niet beter, is dat de chirurgijn zich op de doode dan op de levende ligchamen oefene. Dé-rijké zal wanneer hij eene Ope ratie moet ondergaan, den chirurgijn kunnen kiezen wiens vroeger welslagen hem dé meeste waarborgen aanbiedtmaar met 'de armen is het zoo niet gelegen: deze zullen zich moeten te vrede stellen met de eerstbeginnenden die 'zoo zij zich niet dóór ontledingen hebben kunnen oefenen, de lijders zullen verminken of dooden; én dan zullen de hospitalen niet meer zijn dan scholenalwaar de chirurgijns ten koste der ongelukkigenwelke zich daar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 3