wijls zoo geprezene regtvaardigheid en verdraagzaamheid van den Sultan
jegens andersdenkenden in sterke tegenspraak is.
In Smyrna duurt de pestvolgens de nieuwste berigtennog altijd voort.
Van den 17 Junij afkwamen dagelijks weder gevallen voor, hoewel dezelve
rich tot weinigen bepaalden.
Van de Servische grenzen wordt gemeld, dat Vorst Milosch reeds voor
6 maanden mededeelingen uit Petersburg en Konstantinopel ontvangen had
v aarin zijne handelwijs, door het geven van eene constitutie aan de Serviers,
tmdat het volk daarvoor nog niet rijp gemeend werd, zeer werd misbillijke,
tlsook de titel van Hoogheidwelke aan hem gegeven werd. Milosch,begeeft
zich op aanzoekdoch door een groot getal Serviers begeleid-, naar Konstan
tinopel.
Uit Kahira in Aegypte, wordt een schrijver van 13 Mei medegedeeld,
hetwelk nog schrikverwekkende berigten omtrent de pest bevat, hoewel,de?
zelve nu eenigzins aan liet afnemen is. Het gemiddeld getal der dagelijk-
sche sterfgevallen in die stad, werd in het hevigst woeden der ziekte op
2000 gerekend, thans stierven nog dagelijks 400 menschen. Ook verhaalt
dit berigt, dat voor vier jaren te Mekka alleen 14,000 pelgrims aan de,
pest gestorven zijnen het geeft zijne vrees voor dit jaar ten dien aanzien
te kennen, daar er dan ten minste 3 h 400,000 menschen tegenwoordig zijn.
Uit Missolunghi wordt van den 14 Junij geschreven, dat het Westen van
Griekenland steeds in eenen ongeregelden toestand bleef, en de bevolking
welke geheel weerloos isdoordien dezelve zonder troepen was en de wa
penen ontnomen waren, zeer veel door de toenemende stoutheid der roover-
benden te lijden had.
SPANJE.
Don Carlos Cruz Major, Minister van Staat bij Don Carlos, is gevaarlijk
ziek. Deze is de vertrouweling van den Pretendent. M,en verzekert, dat,
de Generaal Moreno, niets door de wapenen kunnende ondernemen, de mid
delen van verleiding wil beproeven, ten einde de Oversten van het leger der
Koningin, door eigenhandige brieyen,en beloften van allerlei soort te winnen.
Men schrijft van Behobie:
Het gerucht heeft zich verspreid, dat de Engelschg kruisers voor St. Ander
gestationneerdeen klein, rijk, gsjgejen vaartuig genomen hebben,, hetgeen
met behulp der donkerheid van den nacht op de kusten, van Spanje zócht te
lossen. Men verzekert, dat de equjpage zaatngesteld is uit 5 matrozen,,
twee personen met eene aanzienlijke kleedij en twee dames.
Een berigt in den Fr an s ch enfadicatettr geplaatst, kan mogelijk lief. be
rigt verklaren, dat 6 Hollandsche officieren, welke voor de dienst van Don
Carlos bestemd waren, door de troepen der Koningin waren gevangen geno
men. Het is lief'volgende:
Een vaartuig onder Hollandsche; vlagdat men echter voor een Sardinisch
schip houdt heeft voor eenige, dagen 6 Cariistiscjie ol)ipieren. wille.n, ont
schepen in eene kleine haven niet .ver van Santander,,, hetgeen zonder eenige»
moeite is ten uityoer gebragt; cioch naauwelijks waren zij aan land geko
men of deze voorvechters van, Don Carlos wilden de bevolking in opstand
brengen ten yoórjeele van den Pretendent. Zij werden aanstonds in verze
kerde bewaring genomen en tiaar Santander, geyoerdwaar men hun proces,
beeft opgemaakt. Het schip heeft de wijlt, genomen.
Volgens een Engelsenbladhebben de Carlisten op het graf van Zit,s
Vtala-Carreguy een opschrift geplaatst, nagenoeg- vip dezen inhoud:
„Hier ligt de overwinnaar van Sola, Saarsfield, Ha'liez, Quciada, Rodll
en Minadie, ofschoon over de gebgele magt van, Spanje bevél voerende"
en door de regeringen, van Frankrijk en Engeland geruggesteundvoor hein
onder moesten doen."
In het Journal de Paris wordt gemelddat het gerucht liepdat Ma-,
reno door zijne troepen vermoord was. Alsook, dat Saanjlehl te Pampeliina
aangekomen was, en zich als Generaal en Chef had dóen erkennen.
De meeste, berigten maken gewag van eenen achteruittogt van de Car-
listische troepen, ten gevolge van verschillende nederlagen. Men geloofde
ook dat zij van elkander afgesneden eü verstrooid waren. Nadere berigten
moeten echter ter bevestiging dienen.
Een Fransch blad meldt, dat den I3den zeventien soldaten van het
Engelsch legioen te San Sebastian aangekomen, onder voorwendsel van eene
wandeling te doen, die stad verlaten en zich bij de Carlisten gevoegd hebben.
Uit Baijonne wordt van den usten geschreven, dat er een gevecht in
de nabijheid van Pnento la Reyna had plaats gehad, waarin eerst de Carlisten
geslagen werden, doch daarna zich hersteld hebbende, aan de Christiuos een
groot verlies van 300 dooden en 500 gekwesten hebben toegebragt. Een
Kapitein derj artillerie van de Carlisten was gevangen genomenen tegen de
overeenkomst, dadelijk doodgeschoten.
DUITSGHLAND,
Weenen den n Julij. De spraak gaat, dat Z. M. de Keizer zich nog in
den loop van dit jaar in Praag als Koning van Bohemen zal laten kroonen.
Iets zekers is daarvan niet bekend, het publiek echter schijnt het te geloo-
vendewijl er een Hofraad naar Praag gezonden 'is geworden, om aldaar
toebereidselen voor de ontvangst van het Keizerlijk gezin te maken.
Uit een overzigt van den handel en de scheepvaart te Dusseldorp, ge
durende de eerste zes maanden van dit jaar, door het dagblad van genoemde
stad medegedeeld, blijkt, dat aldaar gedurende dien tijd uit Holland aange
komen zijn 69 schepen, te weten: 24 van Amsterdam, met 17,886 cente
naars koopwaren, en 45 van Rotterdam met 77,392 centenaars. Bovendien
waren met de Nederlandsche stoombooten aldaar aangebragt 22,694 cente-aars.
Het volgende schrijven van de Boven-Elve schijnt ons betrekking te
hebben op het hierbeneden onder Frankrijk aangehaalde artikel uit hetJour
nal des Débats. In hetzelve lezen wij.
Wij ontvangen dagelijks berigten uit Weenen, die niet meer laten twijfe
len dat het Kabinet aldaar zich rusteloos met een gewigtig besluit opzigte-
lijk de Spaansche aangelegenheden bezig houdt. Graaf Alcudia, de Agent
van Don Carlos, heeft iederen dag, gedurende verscheiden uren, conferen-
cien met den Staats-Kanselier, Prins Mctternich in diens zomerverblijf te
Schönbrunn, welke daadzaak, uit aanmerking van de hartelijke Wijze, waarop
deze heer telkenmale wordt ontvangen, alsmede uit hoofde dat van den an
deren kant de diplomatieke betrekkingen met liet Gouvernement der Koningi
schier geheel zijn afgebroken, geene geringe belangrijkheid verkrijgt. Zelfs
tvordt deze Agent, naar luid dierzelfde berigten, door sommige leden de;
Keizerlijken gezins bijzonder vriendelijk ontvangen, en reeds moet hij vooral
met dien Aarts-Hertog, die naar Kalisch denkt te vertrekken, eenige con-
ferencien hebben gehouden. Uit 'Berlijn ontvangen wij ten aanzien van de
Spaansche zaken soortgelijke aanwijzingen; en dat het Russische Gouver
nement ten dezen opzigte in volmaakte overeenstemming met de Kabinetten
van Weenen en Berlijn handelt, isjmeer dan waarschijnlijk. Deze en andere
redenen doen ons vermoeden, dat men, zoodra Don Carlos meester van ette
lijke versterkte plaatsen zal wezen, niet zal dralen met zijne zaak door eene
werkelijke erkenning bevorderlijk te zijn, hetgeen voor hem zekerlijk van
grobter nut moet zijn, dan voor de zaak der Koningin de bijstand wezen kunne
van de heethoofdige huurlingen zonder naam of faam, die tegenwoordig voor
hare dienst in Frankrijk en Engeland worden aangeworven.
Nog wordt omtrent dit onderwerp uit Frankfort gemelddat op de in
Augustus aanstaande te houden conferencien der Noordelijke Mogendheden
in Bohemen, zoowel de Gezanten van Don Carlos, als die van de Spaansche
Koningin zullen gehoord worden.
De Badensche Regering heeft hare vorige besluitenwaarbij het ver
huizen van handwerkslieden naar Zwitserland verboden werd, ingetrokken.
Zij heeft dit gedaan, in de gegronde vooronderstelling, dat in Zwitserland
de. tegen het buitenland gerigte staatkundige vereenigingets van vreemden B,
telingen en handwerkers verder niet geduld, en randen kant der Zwitsc-.^'
Overlieden de vereischte waakzaamheid tegen dusdanige woelingen 1
oefend zal wófden.
Verscheidene- der ontvlugte Parijssche gevangenen zouden door Frait
fort gekomen zijn,'met plan om ziclyte Bremen naap Amgrjka ijl te schepen'!
Eene particuliere correspondentie uit Frankfort bevat liet volgei de -
Onder de Dujtsche nieuwsbladen die eenzijdige berigten uit Bèlgïc' ij
den geest tegen Holland, bevatten, staat de te Koblents verschijnende Rfe,,
imd Moselzgitung op den voorgrond. Het loopt in het oog dat zulke in jjej"
giens belang gestelde artikels eene bijzondere bedoeling hebben. De jöngs-t
berigten. van. deze soort in genoemd dagblad handelen over het gebeurde te
Amsterdam en.beweren dat in die Hoofdstad, ja in geheel Holland, honger!
en gebrek, onder'de- lage volksklasse heerscht, en dat deze om die reden vooli
de Regering gevaarlijk wordt. Zonder zelfs de Brusselschen berigtgever rtl-
willen wederleggen, merken wij slechts aan: dat niet in Holland alleen bijvj
de landbouwende klasse onderden druk der-omstandigheden zucht, raaarooil
in Duitschland. De'klagten van den landbouwenden stand'zijn overal dezeif!
de, want de belastingen moeten, uit hoofde van de buitengewone omstai!
dighedenbij voortduring worden opgebragtterwijl daarentegen de prijs tfjj
veldproducten tot dus verre zeer laag is geweest.
GROOT - BRITANNIE.
Maandag heeft in het I-Iuis der Lords de Graaf Clengall gevraagdof de
wet ter beteugeling der onlusten in Ierland, welke, volgens bepaling, tia
i". Augustus, buiten werking zou geraken, wezenlijk buiten werking.2ot
'gesteld worden,-daar het hem voorkwamdat door.de misschien binnen ka
daar te stellen- wetten, omtrent de Iersche tienden, de rust hevig kcro.be.
dreigd worden, en de tegenwoordige-ru.st wel eens.eene.reactie kon te wee;
brengen. Lord Melbourne heeft hem geantwoord, dat de wet vernietig
maar door andere plaatselijke bepalingen zou vervangen worden.
In het I-Iuis der- Gemeenten, is de wet op de Municipale Corporatien, a
de derde leking aangenomen.
Den 21 sten zijn in dat Huis de beraadslagingen omtrent de Iersche tiende
wet begonnen. R. Peel heeft dadelijk eene krachtige., doch onpartijdig
redevoering tegen dezelve gehouden. Zijne; bedoeling was om eene spützit;
in dezelve te maken, daar eigenlijk een overschot der kerkelijke inkorasrti
niet bestonden zelfs in de rekeningen een deficit- aanwezig was. Ui
meende ook, dat het ondoelmatig was- om der geestelijken inkomsten te be
snoeijen, daar, indien de wet doorging, velen hunner in plaats van 600 £-,
slechts 300 zouden genieten, hetgeen te weinig voor. hunnen stand was. D:
opheffing van 860 parochiën, waar minder dan 50 leden.waren, scheen hea
toe voor het welzijn der kerk. gevaarlijk te zijn.
Hij is door. den heer Spring.Rice± Kanselier van den Exchequer we.det.
legd geworden.
Dé'vólgende mededeeling geeft een kort verslag der gebeurtenissen bj
de Kaap de Goede Hoop, tusschen den 24 en 29 Mei. laatstleden:
De onwilligheid van Hintza, om zijn aandeel- in het- gestolen vee op te.
geven, werd spoedig blijkbaar, en na verloop van negen dagen van den da-
turn op Wélken- de Kei gepasseerd was, had Z. Exc, geene. andere keus., dan
om de vijandelijkheden weder te beginnen, of liever, om den oorlog tegea
hem te verklaren.. Op den morgen van den 24Sten, werd de Heemraad Ccubu,
die eenige dagen in den kamp geweest was, voor Z. Exc. ontboodeii, en
nadat de voornaamste gebeurtenissen., met den inval der kolonie in verband
Staande, in- eenen zeer uitgebreiden zin en op eene indruk makende wijze,
door Z. Exc. behandeld waren, werd hij afgezonden om Hintza te. berigten,
dat de vrede geëindigd was, en dat hij nu gedwongen zoude worden eene
volkomene vergoeding te geven, voor het leed hem berokkend. Z. E-kCi
zinspeelde meer-bijzonderlijk op de aanmoediging, welke Hintza aan de ia-
vallen der Grëns-Opperhoofderi had gegeven, op de slechte trouw door hem
betoonddaar hij in hunnen roof had. gedeeld op de slechte behandeling
door de Zendelingen van Butterworth ondervonden op het geweld den han
delaars aangedaan in de onmiddeJijke nabuurschap zijns grondgebiedsop den
moord van Purcil, en de schending van- den wapenstilstand, door den onlangs
plaats gehad hebbende moord van Armstrong. Z. Exc. verklaarde dat de Fin,
goes onder de bescherming van den Koning van Engeland warenen bedreigde
eene gestrenge weerwraak, bijaldien, er aan eenige individu dier natie, eenig
geweld gepleegd werd. Het afschieten van een. veJkstuk kondigde den aan»
vang der vijandelijkheden aan en het krijgslied van de Fingoes, gaf hunne
gereedheid te kennen, zich met hunnetbeschermers ;te vereenigen, om hunne
gewezen onderdrukkers te straffen. Ten 10 ure.werden, de tenten neerge.
slagen, en 2 uren daar-navervolgde Kolonel Smith smet een patrouilje van
300 man ruiterij'den vijands reedsin.de. rigting van.den. Karregha-bêrg, en
zons-ondergang was hij in. bazitvan 14,000. stuks vee in.den uitmuntendsten
toestand. Twintig Kaffers.werden gedood en verscheidene gewond; de oom
van het Opperhoofd Mogua .werd .door .Luitenant Balfour met eene kleine
partij van het Kaapsche corps., krijgsgevangen genomen. De oordeelkundige
en behendige manier, op welke-deze gevangenemjng. ten uitvoer gebragt is,
beeft de algemèene goedkeuring.weggedragen.. Vroeg iu den volgenden mor
gen werd de vervolging- herhaald, en na den Karregha-berg overgetrokken te
zijn, werden er neg eenige Kaffers doodgeschoten, en 1200 stuks vee genomen.
Het vee werd dadelijk naar de .nabijheid van Rutceïivorth gezonden, al.
waar Kolonel Somerset, 11a liet- vertrek van liet Hoofdkwartier, met de tw.egde
divisie gebJeven was.
Te 5 uren .in de-.i morgen, van den 26sten, gin.g Kolpnel Smith weder uit.,
om den vijand ie achtervolgen, met omtrent 60 man., van het Kaapsche corps
en burger.ragt en twee compagnieën van het 72 regiment Schotten, 3 dito
van het eerste provinsioneele bataljon en omtrent 300 Fingoes. De Tsomp
op een punt bijkans ten N. W. van den kamp, welke tiaar de Izolo vei-pfajtst
was, overgetrokken zijnde en omtrent 10 mijlen van denzelven gelegen is-,
trok Kolonel Smith met de ruiterij, in de rigting van-de Gongoloboeen Ideine
beek, waaraan Hintza een kraal heeft en alwaar mgn zeide dat hij woonach
tig was. De troepen trokken mst-zper veel geziyipdljeid yoorwaardsin de
hoop Hintza bij verrassing gevangen, te nemenmgag bij hunne aankomst vo»,
den zij de kraai verlaten, ofschoon het scheen, dap zijlks slechts, kort geïe.
den was geschied. De troepen trokken vervolgens in de rigting van eenen
hoogen bergreeks, welke de Tsomo van de Kei afscheidt en waarop men
g.-ooten kudden vee bemerkt had.
De infanterie onder bevel van Kapitein Murray, van, liet 72ste regiment,
werd, de Tsomo overtrekkende, gelast, derzeiver lQóp te volgen, ten einde
den vijand te onderscheppen, indien zij zich voor de ruiterij ïqogt trachten
te verschuilen in de sterkte en rotsachtige oevers dezer rivier.
De ruiterij viel met den vijand in op den top van eenen diepen kloof,
welke in de Kei eindigt, de Ac.calomba genoemd. Twee Kaffers werden
krijgsgevangen genomen eg 1200 stuks vee vielen in hunne handen. De rui
terij na omtrent 2 uren na donker met het gestolen vee, getrokken te hebben
in de rigting van dat gedeelte van de Tsomo, alwaar de infanterie gekampeerd
was, hield gedurende den nacht-halt, en vertrok op den volgenden morgen
naar de hoofdkwartieren. Kolonel Smith, had de infanterie te 7 uren op
dienzelfden morgen bereikt, en de troepen dadelijk in beweging gesteld heb
bende, bereikte hij de Kei, 2 uren voor zons ondergang opeen punt,alwaar
zijne gevangenen iiem berigtten, dat er een aanzienlijk getal vee bijeenver.
zameld was. De hitte van het weer was ondragelijk, maar de troepen trok
ken echter den berg over, welke de Tsomo, van de Kei afscheidt, daalde
langs den rotsachtigen lopp van de Accalomba af, en trokken den steenach-
tigèn bodem der rivier op, slechts 20 minuten halt houdende, ofschoon men