A'. 1835. LEYDSCHE •rs 16 Vrijdag v ;.:v Ij gevoüï N\ 73. f.GSOP COURANT. den 19 Junij. 4°i 25j '5 KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, gelet hebbende op de circu laire missive van Mijnheer den Staatsraad, Gouverneur van7,uict-Hollandvan den 20 Au gustus 1831, CProvinciaal blad N°. 110), herinneren bij deze, elk en een iegelijk, dat Zijne Maj. de Koning, bij besluit van den 1. Augustus bevorens, N°. 72, bepaald heb bende dat de dankdag of godsdienstige viering der overwinning van Waterloo, voortaan altijd op den derden Zondag der maand Junij van ieder jaar zal plaats hebben dezelve alzoo ditmaal op Zondag den listen dezer maandGodsdienstig zal worden gevierd. Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. II. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 4 Junij 1835. J. G. de MEY. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. DU Pui. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, bij circulaire missive van Mijn heer den Staatsraad, 'Gouverneur van Zuid-Holland, van den 26 Mei 1835, N°. 6 6 3*' (Provinciaal blad N°. 74), ontvangen hebbende de door Hun Ed. Groot Aditb. de H. H. Gepeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor den jarei8s5 gearresteerde Lijst der als be voegd erkende beoefenaren van de onderscheidene takken der Geneeskunde, welkers in houd door afkondiging is bekend gemaakt, brengen bij deze ter kennis van een ieder, wien zulks zoude mogen aangaan, dat gemelde Lijst ook voortaan ter visie van dc be langhebbenden ter Secretarij dezer Stad zal zijn gedeponeerd. Leyden den. 15 Junij 1835. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G. de MEY. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. NEDERLANDEN. Leyden den i8den Junij. Gisteren morgen te 9 ure is H. K. H. de Prinses Sophia deze stad door gekomen, zich van 's Hage naar het Loo begevende. Morgen ochtend tegen 9 ure wordt Zijne Maj. de Koning en verder ge volg, van 's Hage alhier verwacht, om bij den Postmeester IV. L. Bur gers van paarden te verwisselen en daarna de reis naar het Loo verder voort té zetten. Uit 's Gravenhage meldt men van den i7den dezer het volgende: Zoo men verneemt, heeft Zijne Maj. de Koning van Zweden aan Z. K. H. Prins tVillem Frederik Hendrikter gelegenheid van Hoogstdeszelfs jongsten verjaardag, een schitterenden degen en twee fraaije porphyren vazen ten ge schenke gegeven. Als Consul van Griekenland te Amsterdam is erkend de heer E. Pa/eologue. Ten gevolge van artikel 82 der grondwet, waarbij bepaald wordt, dat jaarlijks een derde der leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal uit valt, die echter dadelijk weder verkiesbaar zijn, alsmede op grond van arti kel 144 der grondwet, inhoudende, dat aan de Staten der provinciën wordt opgedragen het verkiezen van leden voor dé Tweede Kamer der Staten- Generaal, in of buiten hun midden, en zoo veel doenlijk uit al de oorden van hunne provincie, zullen de Staten der onderscheidene gewesten, die, overeenkomstig de daaromtrent door Zijne Maj. daargestelde reglementen, den eersten Dingsdag in de maand Julij (zijnde dit jaar den /den) vergaderen zich, onder anderen, moeten bezig houden met de verkiezing van de leden der Tweede Kamer der Staten-Generaal, die dit jaar aftreden; zijnde de heeren: Voor Noord-Braband: Jhr. E. P. de la CourtMr. J. A. Luyben en Mr. J. B. H. van den Mortel. GelderlandE. IV. van Dam van Isselt en Jhr. IV. L. F. C. van Rappard. Holland: Jhr. A. IVarinJhrH. BackerMr. J. H. van KeenestJhr .G.Bee, laats van Blokland, Jhr. G. Clifford, Jhr. M. PV.de Jonge en Mr...J. Op den Hoof. Zeeland: Mr. C. G. Byleveld, die tot lid der Eerste Kamer is benoemd, •en dienvolgens niet kan worden herkozen. Utrecht: Mr. H. M. A. J. van Asch van fVijek. Vriesland: Mr. J. Cats Epz. en M. P. D. Baron Sijtzama. Overijssel: Jhr. A. J, B, van Suchtelen tot de Haere. Groningen: Jhr. O. van Switideren. Drenthe: Mr. G. Kniphorst. Te zamen negentien leden. De Assises in de provincie Holland, Zuiderkwartier, voor het derde vierendeeljaars van 1835, zullen geopend worden te 's Gravenhage op den 13 Julij aanstaanden, des morgens ten 10 nre; en zijn benoemd, om die te presideren, de heer Mr. Hendrik van den Burg, President in het Hoog-Ge- regtshof, en tot verdere Regters^e heeren Mrs. Hugo Gevers, Jhr. Mari- 1sus fVillem de Jonge, Johannes Henricus Huygens en Leonardus Antonius Ligh tens'eltalle Raden in gemeld geregtshof. Uit Haarlem schrijft uien van Zondag den 14 Junij: De verbazende menigte bezoekers van de omstreken van Haarlem op Pinkstermaardag jl.blijkt uit „de opgavedat er des avonds tusschen 6 en 9 ure, m gewone trekschuiten, waarvan ieder ten minste 80 passagiers be vatte, naar Amsterdam terugkeerden; dat de menigte snorwagens onophou delijk en vol geladen heen en weder reden, en men des avonds tusschen half 8 en half 10 ure, driehonderd zes en tachtig rijtuigen, naar Amster dam gaande, geteld heeft. Van deze 386 rijtuigen waren er ten minste 150 die tusschen de negen en twaalf personen bevatteden. Voeg hierbij de boeijers en schuiten die van den Zaankant gekomen waren, verder de Leid- sctie trekschuiten en diligences, en eindelijk de menigte Noord-Hollandsche ■wagens, en men zal zich een denkbeeld kunnen maken van hetgeen er des zomers in de logementen in en bij Haarlem omgaat. Uit Nijmegen wordt van den 17 Junij gemeld: Gisteren avond is alhier aangekomen H. K. K. H. de Kroonprinses der Ne derlanden, op Hoogstderzelver reize naar Baden-Baden; H. K. K. H. is te Lent door Zijne Exc. den Opperbevelhebber en verdere Hoofd-Officieren van bet garnizoen en het corps muzijkanten der 8ste afd. infanterie opgewacht geworden. Hoogstdezelve heeft in de Plaats Royal nachtverblijf gehouden en heden morgen de reize over Cleve vervolgd. Uit As:en schrijft men van den 13 Junij: Dezen zomer ziin in het gehucht Uffelt (provincie Drenthe), door de beenderenzoekers opgedolven de beenderen van koebeestenwelke ten tijde der veepestziekte, voor een groote zestig jaren, met de huid in den grond zijn gelegd. Deze lieden waren door navragen te weten gekomen, waarom trent die koebeesten begraven waren. Hetgeen van deze dieren nog aanwe zig was waren de beederen, hoornen en de meststof en; huid, haar en inge wandenwaren verteerd. De hoornen waren nog gaaf, en de meststoffen zoo als men die bij het openen van geslagte dieren aantreft. Uit Brussel schrijft men van den ijden dezer, dat Generaal Daine van daar naar Parijs is vertrokken omzoo mogelijkmet de Fransche Regering schikkingen te treffen wegens de benoodigde fondsen voor het hulpcorps van 12,000 man, dat in Belgie voor de Koningin-Regentes van Spanje zou wor den aangeworven. A E G Y P T E. Het Journal de Smyrne van 10 Mei bevat een schrijven uit Alexandrie van den isten. Mehemed-Ali hield zich bij Kahira in zijn paleis vanSchubra op.— Volgens berigten uit Syrië van den aanvang van Mei, bevond zich Ibrahim- Pacha voortdurend te St. Jean d'Acre, met zijne kinderen, Harem en eenen zeer talrijken Generalen-staf. Van voorgevallen onlusten wordt met geen enkel woord melding gemaakt. RUSLAND. Petersburg den 6 Junij. In eenen brief van deze plaats wordt gemeld dat men aldaar van alle oordenzoowel van de oevers van de Wolga en uit de Westelijke Gouvernementenals ook uit Bessarabie en Taurieen uit het Noorden, de gunstigste berigten ten aanzien van de te veld staande gra nen ontvangen had; zoodat alles nog toe eenen zeer rijken oogst beloofde. Z. M. de Keizer bevond zich nog te Moskow en bezigtigde aldaar vele bijzondere inrigtingen. In genoemde plaats bestond de bevolking, volgens eene plaats gehad hebbende telling op het einde van 1834 uit 315,853 personen van het mannelijk en vrouwelijk geslacht. Onder deze waren 5,203 geestelijken, 606 monniken en nonnen, 3,442 vreemdelingen, 17,577 soldaten1,435 fabrijk-arbeiders 781 voerlieden, 52,111 kroon-boeren en 62,216 andere boeren. SPANJE. Madrid den 6 Junij. Uit deze stad schrijft men, dat de laatste gebeur tenissen eene toenadering tusschen de leden van het ltoninglijk geslagt*te weeg hadden gebragt, daar de Infant Don Franfiscus de Paula met de Ko ningin overeenstemde omtrent den weg, welken de Spaansche Regering had ingeslagen. Van den /den wordt gemelddat de Minister de la Rosa zijn ontslag ge vraagd haddoch hetzelve niet door de Koningin was aangenomen. Men meende echter dat er eene verandering in het Ministerie zou komen, en Torreno President van den Raad worden zou. Brieven van de grenzen verzekeren dat Zumala-Carreguy na zijne ach terhoede verzekerd te hebben, op Bilbao aan het hoofd van 14,000 man infanterie en 500 ruiters marcheert, en dat, indien Valdez zich niet haast ter hulp te snellen, de stad genomen zal zijn. Hetgeen zeker is, is, dat men zich bezig houdt met de gewigtigste punten van Bilbao te versterken; de stedelijke milicie is er onder de wapenentwee kloosters, in forten veran derd, zijn overvloedig voorzien van leeftogt en buskruid. Volgens eenen brief uit Barcelona, hebbende heethoofdige vrijheids vrienden of Exaltados den 2osten Mei aldaar eene poging tot het verwekken van opstand gedaanen om het volk op te rnijende tusschen Valdez en Zumala-Carreguy geslotene overeenkomst in het openbaar willen verbranden. De Overheid heeft echter deze volksbeweging nog in tijds gestuit. Eenige troepen die, met 6 stukken geschut, den vorigen dag uit Barcelona naar Cerbera waren getrokken, werden in allerijl teruggeroepen. Ook de bevel hebber van het gewest, Generaal Llauder, die bezig was, om de Carlisti- sche benden te vervolgenwelke zich in Katalonie ophoudenbegaf zich op de eerste tijding van deze onlusten, naar Barcelona op weg, dreigende omindien de onruststokers zich niet stil hieldenalles te vuur en te zwaard te verwoesten. Nog voor zijne aankomst te Barcelona, vernam hij echter dat die stad weder rustig wasten gevolge waarvan hij onder weg omkeer de en naar het klooster van San Ramon trok hetwelk door 700 gewapende Carlisten onder Tnstanie bezet werd: Bij eene der jongste schermutselingen in Katalonie is Hanger, een der stoutmoedigste partijgangers, die daar voor Don Carlos strijden, gesneuveld. Men schrijft nog van de grenzen van den ioden, dat de Carlisten onder bevel van Curuchaga, Irun bezet en er allerlei wreedheden tegen de bewo ners, welke nog in de stad gebleven waren, gepleegd zou hebben. Voor noemde Overste is te Irun geborenen zou dus ook aan zijnen bijzonderen bezig met eenige personen bot gevierd hebben. De Carlisten hielden zich haat tegen de sterkten van deze plaats te verwoesten. Volgens te Memorial des Pyrenées is het met de zaken der Koningin zeer slecht gesteld. Valdez zou ook voornemens zijn Vittoria te ontruimen en Bilbao groot gevaar loopen, zoodat de Christinos in Navarre geene andere vestingen dan Pampeluna en St. Sebastiaan overhielden. Op verscheidene plaatsten waren Carlistische zamenzweringen uitge brokendie echter nog in tijds waren ontdekt en verijdeld. Zumala-Carreguy heeft een bevel den 3den Junij bekend gemaakt, en naar alle punten van Navarre gezonden. In hetzelve wordt bepaald dat alle mannelijke bewoners van Navarre van 17 tot 40 jarende wapenen 'voor Don Carlos moeten opvatten, of eenen losprijs van 10 oneen goud, zoo veel als 400 betalen moeten. Men berekent, dat het gevolg van dit bevel zijn zal, dat Zumala-Carreguy binnen weinige dagen zijn leger met 17,000 man zal vermeerderd zien. Ook het overloopen van de Christinos tot de Car- iiscen, moet het getal der Iaatsten zeer vermeerderen. ITALIË. Uit Napels schrijft men van het laatst van JVTei: Sedert eenige dagen deed zich een zwaar gedruisch in het binnenste van den Vesuvius hooreneerst gisteren heeft hetzelve opgehouden. De ver schrikkelijke hoeveelheid vulkanische stof, welke uit de van den 25 Maart tot den isten April opeengevolgde uitbarstingen zijn voortgekomenhad zich rond den nieuwen krater opgehoopt. Den 2isten dezer is die stoffe met een vervaarlijk geweld naar beneden in den vuurkolk gestort. Eene dikke rook steeg terstond daarna op, in de gedaante van een zuil, welke, gelijk bij vorige verschijnselen, als naar den hemel scheen op testij! gen. Intusschen kon dezelve niet lang in die lijnregte rigtipg blijven. Een lievige wind'dreef de zuil westwaarts, en twee uren daarna, was zijniet meer zigtbaar. Intusschen wasemde de Vesuvius, gedurende den geheelen avond en nacht, eene onverdragelijke zwavellucht uit, welke zich wijd over het land uitbreidde. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 1