traditie» vail liet Juiij-charter te bevorderen. Met den adoop van het April- oroces kan welligt een keerpunt opkomenals wanneer het moet blijken of Ituloeyk-Philips de kunst verstaat om koning té wezen en eene dynastie voor frankrijk te grondvesten. In het bijzijn van eene groote volksmenigte is den rsten Junij te Aibling, in Beiierenhet monument ter gedachtenis van liet vertrek van Koning Otho naar Griekenlandonthuld geworden. Volgens bevel van den Koning is ter dezer gelegenheid een gedenkmunt geslagen, waarop aan de eene zijde zijn borstbeelden aan den anderen kant de afbeelding is van het monument met de vvoördeiiGedenkteeken van de scheiding der Koningin Theresia van haren '■Zoon, Koning Otho. OpgeHgt hij Aibling door Beifersche vrouwen, 1835." Oo'k heeft Z. M. de Koning tot meerdere opwekking van den nationalcn «est verordend.dat de onder zijne regering voorgevallene gewigcige gebeur tenissen en voor Beijeren roemrijke dadendoor opzettelijk geslagen munt stukken vereeuwigd moeten worden. Om deze geschiedkundige herinnerin gen tot een gemeen goed van liet geheele volk te maken, heeft Z. M. tevens bevolen, dat deze munten niet enkel als gedenkpenningen, die meestal slechts in handen van weinigen komen, maar als gewone Beijersche muntstukken ter waarde van eenen daalder, aan de geheele natie aangeboden worden. Sedert het begin der regering van onzen Koning zijn reeds zestien dergelijke ge schiedenis-daalders uitgegeven geworden. Uit Koblents schrijft men van den öden Junij het volgende In eenen wijngaarddie tegen een nabij deze stad gelegen huis is opge leid en van des morgens vroeg tot laat in den avond aan de werking der zon'is blootgesteld en daarencegen voor allen wind is beveiligd, ontdekt jnen druiven, welke alreeds zoo verre zijn gerijpt, dat zij in hoogst geno men 20 dagen derzëiver vollen wasdom zullen hebben verkregen. Op de overige gedeelten van den tuin. zijn zij reeds sincs lang uitgebloeid. Niet zeiden heeft de eigenaar jaarlijks omstreeks St. Jan vroege rijpe druiven, en in den herfst aan dezelfde ranken wederom halfrijpe en bij gunstige weersge steldheid geheel rijpe druiven. Ook in onze wijnbergen beeft men op zeer voordeelige gronden reeds voor eenige dagen bloeijende en uitgebloeide drui ven aangetroffen, en staat de wijnstok over het algemeen voortreffelijker dan ooit; zelfs verzekert men dat de in dezen herfst in te zamelen hoeveelheid die van het jaar 1826 nog zal te boven gaan; en ofschoon de witte druiven- boomen niets te wenschen overlaten, hangen toch de roode buitengewoon »ol en zullen binnen 14 dagen in vollen bloei staan. De boomvruchten schijnen door de koude Mei-nachten op verre na niet zoo veel te hebben geleden als men had gevreesd; alleen zijn de abrikozen en perziken door de nachtkoude niet onbelangrijk beschadigd geworden. Bij Laudenbacli, nabij Weinhem, in het Badensche, heeft men eene .geheele fabrijk van vals die munten ontdekt, opgerigt zoo het schijnt ter gelegenheid van de vermoedelijke toetreding tot het colstelsel; vooral wer den er véle Pruissische daalders vervaardigd. De voornaamste daarin be trokkene personen, hebben zich door de vlugt weten te redden. In een zeker blad wordt het volgend verhaal medegedeeld: In onze adminiscratie heeft onlangs een zeldzaam aandoenlijk voorval plaats gehad.De Baron Ale-xandryPresident van het opperste Geregcshof te Chamberywas honderd jaren in dienst en wel nog in werkelijke dienst ■want hij woonde nog regelmatig de zittingen van zijn tribunal bij; deed zijn werk, en kon, voor menigen regeer, die eene lialve eeuw jonger was dan hij, nog ten Voorbedde dienen. Hij was nog nooit één dag ziek ge weest. Twee van zijne zonen, ook tribunals-Presidenten en Intendanten der provincieinsgelijks zeer hooggeachte en hoogbejaarde mannen, waren tot de viering van dezen dag overgekomen. De plegtigheid begon met fcene kerkdienst, waarbij de Presidenten en Opperregcers uit vele provin ciën de.s rijks tegenwoordig waren, met de geheele zeer talrijke familie van den jubelenden grijsaard, bestaande uit achter-achter-kleinkinderen, ach ter-kleinkinderen kleinkinderen en kinderen; daarna werd, onder zijn voor zitterschap, eene teregrzitting van het tribunal gehouden, waaraan hij wer kelijk deel nam. Naderhand werd er ter zijner eere een maaltijd gehouden in eene der groote zalen van het Geregtshofen daar werd hij door den Gouverneur van Savoye, uit naam van den Koning, geluk gewenseht en lem het grootkruis van den St. Lazarusorde overhandigd. Eerst des avonds ten 10 ure scheidde men en de opgeruimde grijsaard stond er op, om, vol gens oude gewoontete voet naar huis te gaan. Zeven maanden daarna presideerde hij weder bij zijne regtbank en was juist bezig met spreken, toen kwam de dood en raakte hem zachtjes aan, want hij zonk van zijnen leuningstoel en was doodde gewone vriendelijke trek lag nog op zijn gelaat en zelfs in de kist behield hij dien nog. Hij was honderd en twintig jarenoud. Een anders gezonde landman, in de nabijheid van R..., omtrent 30 jaren oudleed sedert eenigen tijd aan gestade ongesteldheidhard nekkige verstoppingen en aan eene verlamming in de vingers en handen welke zich scheen te zullen verspreiden. De kenteekenen waren van dien aard, dat de geneesheer aan metaalvergifciging begon te denken. Be zieke kon zich niet herinneren, of bedenken, van waar dit vergift kon gekomen zijn. Eindelijk verhaalde hij aan den geneesheer, dat hij zijne bierkruiken met hagel deed schoonmakenen dat die hagel steeds kleiner werd. Deze wenk was voor den geneesheer voldoende; hij deed de bierkruizen chemisch onderzoekenwaaruit bleekdat in de kruiken zich looddeelen hadden aangezet, die door het bier opgelost werden, en aldus, bij dagelijksche hernieuwing, als een wel zeer langzaam, doch als een zeker vergift, in het ligchaam van den zieke werken moesten. Een geluk was het, dat de voorzigtige geneesheer bij lijds deze ver giftiging ontdekte en er spoedig geneesmiddelen tegen gaf. De zieke werd langzamerhand hersteld. Moge deze daadzaak toe eene ernstige waar schuwing dienen voor degenen, die hagel of lood gebruiken, om bier en wijnflesschen te doen schoonmaken. Als een reinigingsmiddel van krui ken en flesschen, is grof zand aan te bevelen. GROOT-BRIT ANNIE. Londen den 10 Junij. De Commissie, welke aangesteld was, om onder zoek te doen naar den staat der gevestigde kerk in Engeland en Wallis, heeft eenige verandering ondergaan; in plaats van dcrzelver leden Lord Lyndhurst -en Sir R. Peelzijn anderen aangesteld. Den jden waren de inoeiielijkheden, die ten gevolge van de ontzet tende daling der Spaansche schuldbrieven op de Londensche beurs plaats fehad hebben, zeer verminderd. De voornaamste effecten-handelaars had- en namelijk eene zeer aanzienlijke som bijeen gebragt, om daarmede alle Spaansche schuldbrieven op te koopen, die tot den prijs van 40 pCt. of minder ter .markt gebragt waren. In deze laatste dagen heeft men in deze hoofdstad ontdekt, dat door zekere nog onbekende personen een aantal valsche wisselbrieven uitgegeven «11 grootendeels naar Parijs opgezonden zijn, van waar reeds voor eene "waarde van -10,000 in Londen terug ontvangen en ais valsch erkend zijn. Uit de redenering van sommige dagbladen, welke zich inlaten in eefi onderzoek der redenenwaarom Sir R. Peel zich aangesloten heeft aan het ministeriele voorstel tot hervorming deT stedelijke corporatien, zou men kun nen opmaken, dat genoemde Staatsman misschien wederom als Minister zou optreden, en er dus eene toenadering tusschen de leiders der behoudende partij en -de gemagtigde Whigs zou plaats hebben. Men verzekert, dat een Spaansch officier van hoogen rang te Londen aangekomen is, voorzien met de noodige volmagt der Koningin-Regentes, om 111 Engeland en Belgie een corps van twintig duizend man te vormen. Hij zou van het Britsc'n Gouvernement de toestemming hebben gevraagd en verkregen tot het aanwerven van vijf duizend man voor de dienst ctbi jonge Koningin Isabella. Reeds zouden er lieden benoemd zijn om uit tóorps te verzamelen, dat, gelijk men er bijvoegt, onder iiet bevel van een lingeisch officier mbet Staan, dié vroeger in Spanje gediend heeft, terwijl geene offi cieren of manschappen zuilen worden aangenomen, dan die reeds vroeger in dienst zijn geweest: Binnen weinige dagen moeten de-schepen zeilree zijn, die de eerste afdeeling van dit huip-corps naar Spanje zullen overbrengen» Men verwachtte reeds den' 9 Junij een order van den Koning in rade publiek te zien maken; om de bepalingen der wet, die het werven van krijgsvolk voor vreemde Mogendheden hier pe lande beletten, buiten wer king te stellen, ten einde de Agenten van het Spaansch Gouvernement in hunne plannen van iecrutering niet te hinderen» (Dit is echter niet ge schied.) Men bereketjp dat laatftladei» Maandag, van des morgens acht tot des avonds negen ure, ten minste honderd een en negentig stoombooten tusschen Londen en Gravesend hebben heen en weder gevaren, op sommigen van welke zich tusschen dertien en zestien honderd personen bevonden, zoodac meer dan honderd duizend menschen zich dien dag van deze booten bediend hebben om de rivier te bevaren» Laatstleden Woensdag en Donderdag heeft op onderscheiden plaatsen van Engeland een' geweldig onweder gewoed, bij hetwelk verscheiden men schen door het bliksemvuur getroffen zijn. Te Manchester, waar zekere heer Shuttlevorth het leven verloren heeft, meent men opgemerkt te hebben, dac de overstorting der electrieke stof uit den grond naar de wolken geschiedde op onderscheiden plaatsen heeft men er zware vonken uit den grond zien opgaan, en overal, waar men de rigting der stof heeft kunnen nasporen, meent men opgemerkt te hebben dat zij van beneden naar boven ging. De Oostersche correspondentie van de Times, die uit Konstantinopel tot den 13 Mei gaat, berigt, dat, volgens tijdingen uitAegypte lot omstreeks het eind van April, te Alcxardrie 25,000 menschen aan de pest gestorven waren. Mehemed-Ali heeft zich, op grond dier ramp, bij de Porte veront schuldigd, dat hij in gebreke moest blijven 0111, gelijk bij beloofd had, de onbetaald geblevene helft zijner schatting terstond na den verkoop van den katoen-oogst te voldoen; die betaling moest hij thans uitstellen tot op den tijd, dat de pest in zijne Staten opgehouden zou hebben. Voornoemd blad zegt, dat het ten onregte de vergunning van den Sultan heeft medegedeeld, om de scheepvaart op den Euphraat te beginnen. Dé Sultan had eenen firman geweigerd. Uit Noord-Amerika wordt het volgende vermeld Kortelings vervulde een jongeling, M'Langhlin genaamd, op een lief hebberij tooneel eene hem opgedragen rol, aan het eind van welke hij eerst zijnen vijand en vervolgens zich zeiven van kant moet maken, met verwon- derenswaardige juistheid en gevoel, doch vergat zich, waarschijnlijk in een oogenblik van geestvervoering, zoo ver, dat hij, na zijnen tegenstander theatralisch gedood te hebben, zich zeiven den dolk in het hart boorde; terwijl her bloed langs zijne kleederen stroomdesprak hijonder wilde ge baren, de laatste woorden zijner rol uil, en stortte levenloos neder. F R A N K R IJ K. Parijs den 9 Junij. Zooals wij in onze vorige reeds te kennen gaven had men vermoeden, dat de interventie niet zou geschieden: thans lezen wij in het Journal des Débats van den 9den De interventie zal geene plaats hebben: Engeland heeft formeel geweigerd zich er mede te vereenigen, en het Fransch Gouvernement meent niet, dat het belang van Frankrijk toelaat, om alleen zoodanig eene onderneming te doen. De courier, welke deze beslissing naar Madrid overbrengt, is reeds vertrokken. Heden is het verhoor der beschuldigden voor het Hof der Pairs voort gezet. Dezelve heeft geene belangrijke zaken opgeleverd. De Lyonnezen of ontkennen eenig deel aan den opstand en tegenstand tegen de troepen ge nomen te hebbenof bekennen openlijk voor de zaak der vrijheidzoo als zij liet noemen, te hebben gestreden. Den 10 Junij. De verhooren voor het Hof der Pairs zijn den pden en ioden voortgezetzonder iets bijzonders te hebben opgeleverd. Een zekere Girari echter inet geweld in de regtszaal gebragt, heeft volstandig geweigerd op eenige vraag van den Voorzitter te antwoorden, Er iiep een gerucht, dat het Hof, na den afioop van de verhooren en straf toepassing van hundie gewillig bij dezelve verschenen zijnde zaak der anderen tot den winter zou uitstellen. Het Journal des Débats, een artikel van een dagblad der oppositie aan halende, hetgeen behelst, dat Frankrijk, hoewel de eigenlijke interventie volgen Er blijft ons niets meer over, dat te hopen, dat de laatste hoop, waaraan men zich hecht, niet bedrogen worde, da: de halve maatregelen, van welke men eenen halven uitslag verwachtten minste hare uitkomst daarsteHen; dat zij niet tc laat mogen komendat het vraagstuk zich niet verwikkele door gebeurtenissen van eenen anderen aarden dat eene vreeselijke bewe ging in Spanje er onze raadgevingen niet nutteloos make, door onzen invloed te verwoesten, misschien ten koste van eenep invloed, die minder wettig en tot hiertoe minder magtig is. Wij weten alles, wat men tegen de aanne ming van eenen maatregel kan tegenwerpenpiaar wij houden vol te geloo- ven, dat staatkundige consideratien van eenen hoogeren rang ten dienste van eene werkdadige, wezenlijke tusschenkomst zouden hebben kunnen ingeroe pen worden. Omtrent de interventie berigt mendat Frankrijk aan Engeland de vol gende vragen had voorgesteld i°. Is Spanje in eene zoodanige gesteldheid, dat de hulp van deszelfs bondgenooten noodzakelijk is 20. Zal Engeland, in het geval eener interventie van Frankrijk, daartoe gezamenlijk met hetzelve medewerken? 3°. Zal Engeland, in het geval dat Frankrijk deze interventie nuttig oor deelt en dezelve zonder Engeland onderneemt, Frankrijk ondersteunen in de moeijelijkhedendie tegen hetzelve zouden kunnen worden opgeworpen? Op de eerste zou Engeland geantwoord bebben, dat het niet oordeelde dat de tegenwoordige staat van Spanje thans eene interventie noodzake lijk maakt. Op de tweede: dat Engeland zich er niet tegen kantte indien Frankrijk oordeelde die interventie alleen te ondernemenen dat Engelands meening wegens het ontijdige van den maatregel een antwoord op de derde vraag was. Den 11 Junij. Het Journal des Debats speekt heden niet van de za ken van Spanje. De Raad van Ministers heeft zich gisteren om 11 ure aan het Minis terie van Binnenlandsche Zaken vereenigd. De vereeniging heeft twee uren geduurd. In het vervolg van de vergadering der Pairs van den ioden zijn de ver hooren van de beschuldigden voortgezet, zonder dat iets van beiang voor gevallen is. Een Advocaat vroeg 0111 de zaak van twee beschuldigden za nten te verbinden, hetgeen echter door het Hof is geweigerd geworden. De verdere zitting is tot Vrijdag bepaald. Men zegt, dat de Hertog de Chotseuil naar Stuttgard vertrokken is om den Koiiipg van Wurtemberg, de Prinses Maria tot gemalin voor den Her tog van Orleans te vragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 3