I Wh t|«8 h «ei Villi Duw va» hteit, door den «oorsteller, ge ge v ene antwoor den. Ju den loop dér aanstaande week zullen deswege de openjjgrë beraad slagingen worden gehouden. Als de voornaamste in het ontwerp nopens de regterlijlce magt nog toegestemde veranderingen, mag men opgeven, dats ln art. i, thans bepaald wordt, dat de regtcriijke magt, (onverminderd het regtsgebied pver bepaalde onderwerpen bij de grondwet of bij andere wet telijke bepalingen, aas bijzondere kollegten toegekend), uitgeoefend wordt door: i°. de kanton-geregten; 1°. de arrondissemants-regcbipk; 3°. de pro vinciale geregtshoven en de criminele regtbank, in de proVtncie Holland! en 4°. den Hoogen Raad; dat de arrondissements-regchanken de over tredingen zullen beregten, ter zake van belastingen voor zoo ver bij de wet niet een hooger ïegter is aangenomenen dat de jaarwedden in het provinciaal hof van Drenthe zullen beloopen: de President^" ijocj, de vice- Presidcnt f 2200, de Raadsheeren ieder f 2000, de Procureur-Generaal 2500, de Advokaat-Generaal f 2000, de Griffier 1600, en de Substituut- Grifier jooo. Bij een Roninglijk besluit, in de vorige magnd genomen, is bepaald, 4at de sommatign, welke, volgens art. 32, §§2, van dé wet op de per sonele belasting, vau 29 Maart 1833 {Staatsblad ND. 4,) aan tje belasting schuldigen behooren te worden gedaan, tot de aanwijzing der daarbij be doelde tegenschatters, moeten deeien in de vrijstelling van het zegel en de formaliteit der rpgistratrebij lett. 4 van art. 47 derzelfde, wétVoor de aan wijzing van .'tegenschatters verleend. -*• Bij Koningiijk besluit van den ioden dezer,, zijn de heeren W. IVil- ttnk Jr. en A. koepel, in hunne betrekking van commissarissen van 's Rijks lege, bij het entrepot-dok te Amsterdam, op nieuw benoemd; terwijl, tér vervanging van den beer C. I). Cramwelinop deszelfs verzoek eervol' ontslagen, als zoodanig benoemd is de heer H. C. van der Houren Een der heeren Gouverneurs aan Zijne Exc. den Minister van Binnen- landsche Zaken hebbende medegedeeld, dat lotelingen der militie, bchoo- rende onder-de provisioneel vrijgestelden van vroegere jarendie als vrij- 'J/illigers voor den tijd der onlusten, bij vaste corpsen der staande armee, zoo gis bij voorbeeld de afdeelingen infanterie, bataljon jagers enz. dienen, dpor een* der Militieraden, in de eerste zitting voor de ligting van dit jaar, op grond van hunnen vrijwilligen dienstweder zijn vrijgestelddoch dat een andere raad in dezelfde provinciën gemeend heeftdezelve voor den dienst tjs moeten designeren, ten gevolge van de bepaling van art. 4 der wet van 27 December 11. {Staatsblad N°. 37); zoo heeft genoemde Minister, bij missive van den 24 Maart jl.Nu. 123 (4de afdeeling)aan de heeren Gouverneurs- te kennen gegeven, dat de hierboven eerst bedoelde Militie raad de zaak uit het regte oogpunt heeft beschouwddoor de vrijstelling té verlejenert, aangezien, bij artikel "4 der zoo even gangehaaide wet, aW' leenlijk gesproken wordt van dienst bij de Mobile Schutterijen of bij de «nder Zijner Majesteits toestemming opgerigte corpsen, welke als een deel der armée van den Staat te beschouwen zijn-, en dus uitsluitend van man- Schappendie van de daarbij uitdrukkelijk genoemde Corpsen deel makeu, ipagr geenszins van vrijwilligersdie zich voor den tijd der onlusten of voor eenen bepaaldan tijdverbonden hebben bij de vaste corpsen der staande armee (waaronder ook .gerekekend. moet worden het bataljon vrijwil lige artilleristen)welke alleen hpn regt op vrijstellingen hebben behouden. 'Sedert eenèri geruimen tijd hid' mén met bevreeipding opgemerkt, hoe veel- besnoeide ZeeuWsche Rijksdaalders, en ander grof geld in omloop warenwaarvan de meeste het kenmerk cjroegen van kortelings te zijn besnoeid, en die, vergeleken tpet ougealteregrde geldstukken van die soort, een vrij aanzienlijk gedeelte van derzelver zwaarte en gevolgelijk van der- zelver waarde misten. Thans verneemt mendat de hoofdsnoeijereen te Amsterdam woonachtig mandiezoo mén meentnu reeds bemid deld is, onlangs door de politie van *s Gravenhage gearresteerd, en met Jijhe dienstmaagd naar deze Residentie overgebragt is, iu welke laatst- gemelde stad de handlangers tot djen snoeihandel, om de in waarde ver- minderde specie in omloop te brengen, almede ontdekt en gearresteerd, cn door de directie van politie aan de justitie uitgeleverd zijnalwaar de zaak in instructie zou wezen. De politie binnen deze Residentie is ten deze met allen ijver en over leg te werk gegaanen het is aan die directie te dankendat vermoe delijk deze verfoeijelijke speculatie met wortel en tak zal worden uitge roeid. De heeren commissarissen van politie van Ravesteyn en IValdeck, hebben ten deze in ijver uitgemunt. Het Amsterdamsche Handelsblad van h.edendeelt echter omtrent de toe- dragt dezer zaak de navolgende teregtwijzing mede: Het is geenszins de administratie der policie te 's Gravenhagedie de ont dekking gedaan heeft maar wel de Hoofd-Directie te Amsterdam. Reeds voor maanden was zij op een goed spoor tot die ontdekkingen van dat oogenblik af aan werden de bij haar verdachte personen niet uit het oog verlorengelijk zij ook van tijd tot tijd de justitie daarvan onderrigtte. Ein delijk kwam zij zoo ver van niet alleen den hoofdbedrijver dier misdadige praktijken met zekerheid te kennen, maar tevens de plaatsen, waar de munt speciën gesnoeidde snoeisels en de werktuigendaar bij gebruikt worden de, verborgen lagen, en tevens de wijze, waarop het gesnoeide geld, zoo hier alsooken wel voornamelijk te Rotterdam en *s Gravenhagein om loop gebragt werd. Deze hare volledige ontdekkingen bragt zij ter kennis van den heer officier van justiciewanneer vervolgens, met deszelfs overleg, ten einde de zaak volkomen te doen slagen, om wijze en gewigtige reden, begrepen werd, dat het beter wafé den hoofdbedrijver C. H. Bierau met het gesnoeide geld volgens zijne gewoonte, naar Rotterdam en 's Hage te laten afreizen en op eene dier plaatsen hem te doen nagaan en voorts te verrigteij, wat bij de jiisticie nuttig en noodig zoude worden bevonden. Overeenkomstig dit overleg onderrigtte de heer officier van justitie voor- jneld zijnen Ambtgenoot te 's Gravenhage van alles., zoo als liet Zijn Wel-Ed. Gestr. namens de Hoofd-directie der policie- was opgegeven en hieruit zijn voortgevloeid de regterlijke maatregelenwelke aldaar vervol gens zijn te werk gesteld, zoo wij hopen, met dat gevolg, dat de schul digen overtuigd en naar strengheid der wetten gestraft zullen worden. Ofschoon men nu wel bij de meerged.achte; Hpofd-dire.c.te niet gewoon, jl zelfs afkeerig er van ts, om met pligtniatigc handelingen en bedrijven te koop te léppen, veel meer nog, om die door andoren te laten uitrrom- petten.,' is het èehter in dip gq-vaj. met hare voorkennis en onder hare goed keuringdat wij'het hier vorenstaande ij) dit ons dagblad geplaatst, hebben, Yan den Helde,e yHirjjft ®eij van den 15 April het volgende: Heden is van hier naar Breda vertrokken, de door den Kapitein Merck ge- kommantieerd wordende 5de compagnie van het bafailj.on vrijwillige artilleristen. De militaire en civiele autoriteiten hebben, na vooraf op het parade-plein van. officieren, onder-officieren en manschappen, afscheid genomen te heb ben, dezelven tot aan de grenzen der vesting, uitgeleide gedaan, onder het afwisselend aanheffen van het muzijkdoor den Bevelhebber der Marine bij deze gelegenheid welwillend vetleend. De bijzondere goede gedragingen dezer kompagnle, en de goede verstand houding derzelve met dg bewoners dezer vesting, gedurende een aanmerke lijk verblijf alhier, zullen eene goede en ge\yenschce indruk achterlaten,, en een gunstig aandenken zoo aan dén Kapitein-Kommandant,als aan de overige officieren, de onder-officieren en manschapgen tot dezelve behoorende, le vendig houden. Men schrijft uit Harderwijk, van den i4den dezer, dat aldaar dien dag vertrokken, is een transport van 100 man zoo officieren als onderoffi cieren éii soldaten Van he. a'daar liggende depót der landmagt N°. 33, naar Viissingen, onder het geleide \an den Kapitein Bachnitserom aldaar naar de Opst-Indien te worden ingescheept. De tweede Luitenants Forsten en Blijer man e benevens de officier van gezondheid Schnleltzer, vérgezellen het transporthetwelk door den eersten Luitenant der artillerie Maclean zal gekommandeerd worden. Dit is het tweede transport, dat in den loop van dit jaat naar Oost-Indie vertrekt; zijnde bet eerste, nagenoeg van dezelfde sterkte, in de helft van Februarij vertrokken. Beide transporten zij» door den Kolonel en verdere officieren van het corps, aan het liöofd.der troe pen mitsgaders met muzijk en verdere miltaire eerbewijzingen, onder eenen talrijken toevloed van aanschouwers uitgeleid. Van tijd tot tijd ziet men troepen Belgische deserteurs alhier aankomen. Allen worden op het corps van Cletrcnste Kampen, gerigt, om van daar hunne verdere bestemming naar de Oost-Indien te bekomen. Zij geven meerendeels de geringe soldij, yrelke zij in Belgische dienst genieten, als de voorname oorzaak hunner f desertie op. Uit Belgie wordt geschreven, dat aldaar dit jaar twee leger-kampen zouden opgerigt worden, een te Beringen en een te Gheel. Elk kamp zal i uit eene. divisie bestaan. De wapenschouwing, den 15 April door Leopold ter eere van den Oos- tenriikschen buitengewouen gezant, Graaf d'Ester/tazy, over de te Brussel en omstreken gelegen troepen gehouden, heeft op het oefeningsveld bui. ten de Leuvensche poort plaats gehad. Het 2de regiment van linie, ais- mede een bataillon van het 3de en eenige bataillons jagers, het eerste re- giment jagers te paard, met eenige eskadrons van het «de régiment lanciers en de guides, cn eindelijk 24 stukken geschut waren aldaar vereenigd, doch kunnen bij lange na geen 10,000 man, zoo als opgegeven was, bedragen hebben. De graaf d'E.sterhazy was in uniform van hoofd-officier der Hon- gaarsche huzaren. Sir Charles Bagot, die in hoedanigheid van buitengewoon Gezant en j gevQhnagtigd Minister van Engeland bij het Oostenrijksche Hof naar Wee- nen reist, is Woensdag te Brussel aangekomen. Het gedeelte der Belgische Representanten, dat in de maand Jnnij moet aftreden, is Dingsdag bij loting aangewezen en bestaat uit 51 leden. T U R K Y E. Belgrado den 2 Maart. Nadat Vorst Milosch in de Nationale Vergade ring de statuten, welke hij gegeven had, aan het volk had voorgelezen, en tevens de akte tot instelling van eenen Staatsraad had bekend gemaakt berigete hij het verzamelde volk, dat hij voornemens was, oin naar Kon. stancinope! te gaan, om den Sultan de dankbetuigingen over te brengen voor de weldaden aan het Servische volk bewezen. Hierop heeft een der aan wezigen zich dus laten hooren: Neen heer, wij zullen u niet uit het land laten vertrekkenzoo lang hetzelve niet volledig georganiseerd zal we zen. Gij hebt ons, het is waar, statuten en wetten gegeven, maar geen van beide zijn tot dus verre verwezenlijkt, veel minder nog op derzelver grondslagen bevestigd. Wie, buiten u, zal dit alles regelen? En gij wilt ons verlaten! Neen, wij zullen er niet in stemmen. Zijn uwe zoons, uwe broeders niet daar, zend dezelve naar Konstantinopelzend uwe embtena- renzend ons allen, zoo gij zulks begeert, maar gij, blijf gij hier; wij zullen er niet in stemmen om u te laten vercrekken." Na deze toespraak is de Vergadering uiteen gegaan en het volk in des- delfs kwartieren op '1 Vorsten eigen kosten mildelijk onthaald geworden. RUSLAND. HH. MM. hebben den 3den dezer Vorst von Liechtensteinwelke van wege het Oostenrijksch Kabinet afgezonden was, om aan voornoemden de tijding van het overlijden van Frans Ien van de troonsbeklimming van Ferdinand I, te berigtenin een bijzonder gehoor ontvangen. Op denzelfden dag hebben HH. -MM. een afscheids-gehoor aan den Fran- schen GezantMaarschalk Maison verleend. De Minister van. Financien heeft bevel gegevendat er zaad van de Chinesche Indigo aan het Landhuishoukundig Genootschap voor Zuid- Rusland gezonden zou worden. In den Krim zijn met hetzelve reeds proeven genomen, die wel geslaagd zijn. Men gelooft, dat niet alleen in Nieuw-Rusland, maar ook in Klein-Rusland en in andere provinciën, deze plant goed zal kunnen aangekweekt worden, daar dezelve eene vochtige temperatuur en veel water behoeft. Van de Poolsche grenzen wordt van den isten April gemeld: Reeds vroeger is berigt gewordendat er in de oostelijke gedeelten van het Russische Rijk bewegingen van troepen plaats hadden, ten gevolge waaroan verscheiden aldaar te huis behoorende of gekantonneerde corpsen naar de westelijke grenzen oprukten en waarschijnlijk tot in Polen zouden komen. Ten deele zijn die bewegingen reeds uitgevoerden er worden nog 1 verscheiden van die corpsen verwacht. Men gelooft niet dat deze maat. regel met oorlogzuchtige bedoelingen in verband staat j maar veeleer dat dezelve sttêkc, om de rust van Polen te verzekeren door de tegenwoor digheid van troepen op wier getrouwheid de Regering té zekerder kan staat maken, daar zij in geenerlei nationale verwantschap staan met de inboorlin- gen van dat Koningrijkterwijl aan den anderen kant de aldaar geligte re kruten bij voorkeur worden ingelijfd in de corpsendie in de oostelijke streken van Rusland hunne standplaatsen hebben. Weliigt heeft ook de zucht, om aan Europa een schitterend blijk van de voortgaande bescha ving en toenemende uiiliraire kracht des Rijks te gevenmedegewerkt om den Keizer te nopen, om juist aan de westelijke grenzen corpsen te ver. eenigen r die in het oog van velen niet meer dan wilde horden zijnwelkt het onmogelijk is aan Europesche krijgstugt te gewennenen welke in det strijd met geregelde troepen, van geen nut kunnen zijn. I11 Polen zelf heerscht voortdurend rust; en, zonder aanleiding van bui- ten, heeft men geene reden om te vreezen, dat dezelve ooit weder ge stoord zal worden. Zoo er nu en dan grootere waakzaamheid aan den dag wordt gelegd, dan schijnt dit voornamelijk het gevolg te zijn, van waar schuwingen die men van elders ontvangt. Geruststellend is het intusschen voor de vrienden van vrede en wettige orde, dar- die waarschuwingen meestal uit een oord komenhetwelk men tot hiertoe als het middelpunt van alle revolutionnaire woelingen beschouwt, en dat tot verijdeling daarvan tliam wordt medegewerkt door eene Regeringdie men wel eens verdacht heeft van dezelve heimelijk te begunstigen. SPANJE. Van de Spaansehe grenzen zijn er berigten tot den 9 April Volgens dezelve bevond Lord Elliot zich nog altijd te Bayonne, had neg niet met Don Carlos onderhandeld, omdat hij van Mina geen vrijgeleide had. kunnen verkrijgen. Mina was nog altijd te Pampeluna zink of hield zich ziek, zooals som migen meenenziekwegens den slechten staat zijner troepenwelke hem verhinderde openlijk ten velde te trekken. Eene versterkte plaats ten oosten van PampelunaLumbier, werd door de Carlisten ingeslotenzoodat er geene levensmiddelen konden binnenko men, hetgeen reeds eenige onlusten onder de bezetting veroorzaakt had. Men had eene compagnie Arragonezen vrijheid moeten geven om af te trekken. Uit Saragossa wordt van den 4 April het volgendë over de aldaar plaau gehad hebbende onlusten geschreven: Op den schouwburg dezer stad werd onlangs eëne tooneel-voorsteiling gegeven die een bepaald vaderlandschslievend doel Tiad. Een zanger uit onze hoofdkerk had daarbij een vaderlandsch lied gezongen. Den dag ni deze voorstelling liet de Aarts-bisschop den zanger bij zich komen, bragi hem ouder het oog, dat men niet te gelijk dienaar der kerk en van de»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 2