sclien deze ligte uitbarsting slechts als den toorlooper van -grooteren aan,
en vele nieuwsgierige vreemdelingen maakten zich dadelijk gereed, bij de
aankomst van het berigt, om naar Napels te vertrekken.
DUITSCHLAND.
Nadat van den 2 April uit Weenen gemeld wasdat Z. K. H. de Aarts-
Hertog Anton, broeder van den overleden Keizer, door eene ligte koorts
was overvallenwaarin men echter geen gevaar zag7.00 wordt van den
3den het volgende berigt:
De in het begin Onbeduidend schijnende krankheid van Z, K. H. den Aarts-
Hertog Anton heeft onverwachts het treurigste einde genomen. Reeds giste,
'ren middag verklaarden de geneesheeren zijn leven in groot gevaar, en des
nvonds om 6 ure werd aan den patient het Sacrament medegedeeld. Eenige
uren later om half tien ure overleed hij werkelijk, tot diepe droefheid der
Keizerlijke famielje en allendie van dés overledene weldadige werken
.getuigen geweest waren. Z. M. de Keizer en gezamenlijke Aarts-Hertogen
hebben hunne deelneming door onderscheidene bezoeken bij den patient
en H; M. de Keizerin-moeder door de liefderijkste oppassing bewezen. De
ziekte was in haren loop gelijk aan die, welke het leven van Keizer Frans
voor eenige weken geëindigd heeft. De opening van het lijk zal vermoe
delijk de zekerheid opleveren, dat beide Doorluchtige Broeders aan dezelfde
piekte gestorven zijn.
De overledene was den 31 Augustus 1779 geboren, en alzoo juist in zijn
j6ste jaar. Hij bekleedde de waardigheid van Grootmeester der Duitsche
Orde in het Keizerrijk Oostenrijk, was Generaal-Veldmaarschalk en bezit
ter van het infanterie-regiment Ns. 4. Overmorgen zal het lijk in de Kei
zerlijke Hofkapel ten toon gesteld, en daarbij, zooals bij de begraving,
bijna dezelfde plegtigheden, als met het lijk van Keizer Frans, worden in
acht genomen.
In Beijeren is dezer dagen niet alleen de orde der Benediktijnen door
'de Regering hersteld, maar van wege het bestuur der Hoogeschool te
Munchen zijn zelfs de Candidaten in de Godgeleerdheid, ten gecale van 218,
vermaand, ->m in die orde' te treden. De te Munchen, Landthut", Augs-
-burg', Wurzburg en Passau bestaande hospitalen zijn door de Regering onder
hét beheer gesteld van den H. Fincent of der Barmhartige Zusters.
Frederik Frans, Hertog van Mecklenburg-Schwerin, zal den 24 April
in zijr.e residentie plaats Schwerin het gedachtenis-feest van zijne vijftig
jarige regering vieren. In eene bekendmaking, welke hij heeft uitgevaar
digd, geeft hij te kennen, dat hij geene bijzondere deputatie der steden,
ambten en corporationmaar wei de deputatie der Staten ontvangen zal.
In het slot van deze bekendmaking drukt de Hertog zich aldus uit:
Met diep besef van de genade, welke de Eeuwige Almagtige ons hierbij
voornamelijk heeft bewezen, en waarmede Dezelve onze gansche regering
zoo zeer gezegend heeft, en in de vaste overtuiging, dat alle onze ge
liefde onderdanen zich in dit dankgevoel jegens God met ons vereenigen
zal in het gansche land in alle kerken plegtige godsdienst met dankgebed,
.hetzij op den dag van den 24 April, of op den volgenden Zondag, den
26 April dezes iaarsgehouden worden."
Frêibukg den 27 Maart. Een van de bijzonderste gebeurtenissen is in
een dorp in. den omtrek onzer stad gebeurd. Een jaar bijna geleden kwam
•een zeker man in zijn huis én vond er zijne vrouw niet weder. Hij kon
zich geene reden van haar verdwijnen geven, daar alle navorschingen
welke gedaan werdenzonder gevolg warenmaar drie dagen na dit voorval
vond men eene vrouw in den Rhijn verdronkeniedereen herkende, haar
voor de vrouw van dien man in quaestie, proces-verbaal werd door de
autoriteiten opgemaakt, het overlijden der vrouw werd wettiglijk gecon
stateerd en 9 maanden daarna nam de man eene andere vrouw om zich over
het verlies der eerste te vertroosten. Reeds had hij hoop vader te worden,
toen hijeenige dagen geleden eenen brief van de hand van zijne eerste
vrouw ontvangt, in welken zij hem zegt, dat zij in eenen aanval van
krankzinnigheid uit het huis was weggeloopen; dat zij te Einsiedeld aan
gekomen, aldaar met menschlievendheid ontvangen, behandeld en genezen
werd van hare ziels-krankheid.en dat hare eerste zorg is, daar zij haar
vérstand terug gekregen heeft, hem te verzoeken haar te komen afhalen.
Nu vragen wij wie meer te beklagen is, de man, de eerste of de tweede
wrehw?'
Het is thans zeker, dat de Engelsche vloot van Vurla naar Malta is
terug gekeerd erf er geen gevecht tusschen den Canopus en Russische fre
gatten heeft plaats gehad.
GROOT-BRITANNIE.
Londen den 8 April. Nadat onderscheidene leden het voorstel van
Lord Russell hadden ondersteund of weerlegd, is hetzelve door het Huis
•der Gemeenten in committé vereenigd, 1. 1. Maandag met 262 tegen 237
en dus met eene meerderheid van 25 stemmen aangenomen.
Na den afloop der stemmen heeft Lord Russell verklaard van voor
nemen te zijnDingsdag eene nieuwe motie in het midden te brengen
en wel, dat het Huis zou verklaren van gevoelen te zijn, dat geen maat
regel, tot de tienden in Ierland betrekkelijk, tot eene voldoende en einde-
lijke schikking kon leiden, zoo die niet het beginsel bevattein het vo
rig besluit goedgekeurd, namelijk de aanwending van een overschot der
kerkelijke eigendommen tot bevordering der belangen van lieden van on
derscheiden gezindheden. Daarna zijn de gevraagde sommen voor de ma
rine toegestaan.
Voornoemde motie is Dingsdag geschied. Hem werd door een lid
gevraagd, of de nu genomen besluiten aan het Hooger-Huis ter stemming
zouden onderworpen worden; waarop hij te kennen heeft gegeven, dat,
wanneer eerst zijn voorstel de bekrachtiging des kroons had ontvangen
men tot het eerste zou kunnen overgaanwant dat hij niet twijfelde of
ook dat Huis zou zijne goedkeuring niet weigeren, wanneer de Koning
dezelve gegeven had.
Bij de ontwikkeling van zijne motie heeft hij zich onder anderen ook
nog in dier voege uitgelaten, dat Ierland billijk mogt verwachten het
Huis op den nu ingeslagen weg te zien voortgaan, daar geen maatregel
dat ongelukkig Land vermogt te reddendie niet de godsdienstige en ze
delijke opvoeding van het gros der bevolking ten doel had; dat de wet,
door de Ministers voorgeslagen, dien grondslag miste, en dat, ofschoon
het Huis den vorigen avond niet over de ontbinding van het Ministerie,
maar over de vastelling van een beginsel beslist had, het hem oneindig
beter toescheen dat dit beginsel zegevierde en het Ministerie zou val
len, dan dat de Ministers zich staande hielden en het beginsel verlo
ren ging. Ook deze motie is met 285 tegen 258 stemmen aangenomen.
Niet alleen te Londenmaar ook op andere plaatsen worden adressen
aan den Koning gerigt om het tegenwoordig bestuur niet te veranderen
en aan Sir Peel, om het gebied niet te verlaten. Het adres, hetwelk
laatstgenoemde door bankiers en kooplieden van Londen werd aangebo
den, bedroeg 8,500 handteekeningên. Als antwoord op hetzelve, heeft
hij onder anderen gezegd t
.Mij onderwerpende aan voorbijgaande teleurstellingen en nederlagen, heb
ik gehandeld in het opregte geioof, dat in den tegenwoordigen toestand
der staatkundige partijen en der groote staatkundige vraagstukken, ik geens
zins geregtigd was eene taak, die ik ondernomen bad, te laten varen,
en eene nieuwe verandering van bestuur te bewerken, zonder eenige dui
delijk geblekene en openbare noodzakelijkheid. Ik heb zoo gehandeld in
3e overtuiging, dat liet Huis der gemeenten de-Zaak in zeker opzigt op
gelijke wijze beschouwde, zoo lang hetzelve geene poging aanwendde,
omdoor een bepaald besluitdeszeifs gemis aan vertrouwen in het Go«<-
vernenrent aan den dag te leggen, of eenig gewigtig grondbeginsel door
te drijven 4 dat regtstreeks strijdig was met de verklaarde gevoelens van
het Gouvernement.
I11 de zitting van Maandag werd liet Ministerie ook nog afgevraagd
of Lord Elliott met eene zending van wege de Regering naar Don Carlos
gezonden was; waarop het Ministerie toestemmend geantwoord heeft-, er
bijvoegende; dat hetzelve al wat in deszeifs vermogen was zou aanwen
den, 0111 de wreeddadighedendie door beide partijen gepleegd werden,
re verminderen en te doen ophouden.
Uit eenen korteling 111 het Engelsche Gemeente-Huis ter tafel ge-
bragten staat blijkt, dat gedurende het jaar 1834 voor dienst der po-
licie binnen Londen is verstrekt eene som van 218,141 pond sterling, ter
wijl de uitgaven gedurende dat jaar 215,108 pond sterling hebben be
dragen.
Men heeft te Liverpool berekening gemaakt, dat aldaar van het eind
des jaars 1831 tot den aanvang des tegenwoordigen jaars, ten gevolge van
onderscheiden branden, voor eene waarde van niet minder dan 500,000 pond
sterling, (f 6,000,000 Hollandsch) voornamelijk katoen, is verloren ge
gaan. De waarde der aan brandschade blootgestelde goederen te Liverpool
bedraagt ruim twintig millioen sterlingof f 240,000,000 Hollandsch.
Brieven van de Kaap de Goede Hoop tót den 31 Januarij berigten,
dat de Kaffers wel nog voortgingen de grenzen te verontrusten, doch in
kleine en afgezonderde benden, hetwelk de kolonisten in staat stelde zich
met beter gevolg tegen hen te verzetten. Uit eene officiële bekendma
king was het gebleken, dat meer darr zeven duizend personen, ten ge
volge der verwoestingen, door de Kafiers aangerigt, de ondersteuning van
Gotivernementswege behoefden. Verscheiden oorlogschepen hadden in de
Tafelbaai geschut en verdere oorlogsbehoeften ingeladen en waren daarop
weder naar de Algoabaai gezeild.
F R A N K R IJ K.
Het Hof der Pairs heeft aan de deuren van het Paleis Luxembourg
zes sommatien doen aanplakken, tegen zes afwezige beschuldigden van
Aprilom hen te vermanen zich dadelijk gevangen te geven.
Het Journal de Paris bevat het volgend voorschriftnaar welke
zich de Advocaten, die aan de voornoemde beschuldigden zijn toegevoegd,
te gedragen zullen hebben:
Zij moeten zich gedurende den ganschen loop van het proces ter be
schikking der beschuldigden stellen; na hunne dienst der beschuldigden
te hebben aangebodenmoeten zij zich ter plaatse bevinden om hun de
zelve te verleenenwanneer zij het verlangen; zij moeten gereed zijn
het woord te voeren wanneer de beschuldigden zulks begeeren, of te
zwijgen wanneer zij hen daartoe de verpligting opleggen.
De kamer van discipline der Advokaten heeft besloten, dat de Re
gering geene magt had, om willekeurig een artikel der wet te verande
ren of bij te voegenen dusdat zij zich niet gehouden rekentotn
de Advocaten, welke door het Hof der Pairs als verdedigers der be
schuldigden van April wéten toegevoegd, te vermanen hier aan gehoor
te geven: maar hen zal raden, voor de opgedragene verdediging te moe
ten bedanken.
De Kamer der Afgevaardigden heeft den 7den dezer het voorstel om
aan de bewoners van Lyonvoor de door hun geleden verliezen bij den
opstand van April 1834, met 1,200,000 fr. uit 's Rijks kas te gemoet te
komenmet 230 tegen 140 stemmen verworpen.
De den 31 sten Maart van Algiers te Toulon aangekomen stoomboot
le Castor, heeft uit die kolonie van den 29Sten Maart, zeer slechte
tijding medegebragt. Alles was in de stad en in derzelver omtrek in
beweging. Een groot aantal Bedouinen had onderscheidene Franschen
vermoordde bevelhebber van de volkplanting had eene kleine afdeeling
tegen dezelve afgezonden, welke echter weldra te kort schoot, daar
eensklaps op een groot aantal punten gewapende Arabieren zieh vertoon
den. Daarop was de geheele strijdmagt uit Algiers vertrokken, slechts
eenige veteranen en artilleristen ter verdediging der stad achterlatende.
In dit berigt wordt verder gemeld
Reeds wilde men te Algiers weten, dat aan de zijde van Terre-Chica
een groot aantal Bedouinen omsingeld waren, zoodat hun niets anders over
schoot, dan zich aan de Franschen over te geven, of zich in zee te wer
pen. Zeker was het, dat de Arabieren tot op korten afstand van de stad
Algiers waren voortgerukt; want men had in den nacht van den 27sten op
den 28sten duidelijk aldaar het kanon en geweervuur gehoord. Waarschijn
lijk was tusschen het vierkante huis en het dorp Mustapha het hevigste
gestreden.
Onder de platteland-bewoners en kolonisten heerschte de grootste ont
steltenis. Velen van hun waren naar de stad gevlugt. Aldaar kwamen gedurig
renboden aan; terwijl van daar lastdieren met scherpe patronen bevracht en
wagens met levensmiddelennaar de door de Frinsclie krijgsbenden be
zette punten waren vertrokken.
Volgens loopende geruchten hadden de Arabieren het Ontwerp beraamd,
om te gelijkertijd Mustapha en het kamp van Douera aan te vallen, en
zijn zij op het punt geweest, om zich van het kamp van F.rlon mèester
te maken. Ook wilde men uit sommige omstandigheden opmaken, dat de
inboorlingen door (overgeloopen) Franschen worden aangevoerd. Ontwijfel
baar hebben zij zich gevleid, van Algiers te kunnen heroveren, of ten
minste van zonder tegenstand tot aah het Këizers-fórt te zulleh voortrukken.
De laatste berigten uit Algiers melden, dat de fransche troependoor
gebrek aan ammunitie genoodzaakt waren geweest, op alle punten terug te
trekkenen thans zoo goed als in Algiers door de Arabieren belegerd waren.
De Poolsche Prins Ognistywelke bij den PoólsChen opstand, hec
hoofd van denzelven in Lithauen was, en wiens vermógen, ten bedrage
van 4,000,000 gulden is verbeurd verklaard, heeft thans in een der voor
steden van Rijssel eene boekbinderij Opgezet, waarin velen van zijne uitge
wekene landgenooten werken. Koning Lodewyk Philips en de Hertog van
Orleans, hebben hem werk bezorgd.
MENGELINGEN.
Het HUIS van COPERNICUS
In Thorn woonde nog voor eenige jaren een afkomeling van Copernicus,
genaamd Mathesiusen wel in het huis, weleer door cerstgemelden be
woond geweest. Hij was een grijsaard van circa 80 jarendie de Hem
toebehoorende merkwaardigheden gaarne aan een ieder liet zienzegt
een reiziger. Toen ik mij bij hem vervoegdeging hij met de meeste
bereidwilligheid met mij in de kamer, waarin zijn 0ver-groot-vader het
eerste wereld-licht aanschouwde, ontblootte zijn cerjiedwaardig hoofd,
opende eene met een groên zijden deurtje geslotene kast, an ik aan.
schouwde het beeld des grooten mans, door heni zeiven vervaardigd."
„„Voor eenige jaren, zeide de oude. bezochten mij twee Engelsche hoe
ren, en boden mij, na dat zij het schilderstuk hadden beschouwd, veel
geld daarvoor. Het was kort na den oorlog, en wij hadden groote be
hoefte aan gelddoch ik kon tot deze schanddaad (zoo noemde het de
grijsaard) niet overgaan. Daar ik hun dit weigerdeen de Engelschen
van hun voornemenöra eert of ander voorwerp uit dit hui» mede te