Het Koninglijk Stqrrekilndig Genootschap te Londenheeft twee ge beerde vrouwen, Mrs. Somerville en Miss.'C. Herschel, tot honoraire leden benoemd. De berigten uit de zeehavens omtrent de schade., door de jongste stor men veroorzaakt, zijn zeer treurig. Qök hier op de Theems is door de orkanen, die Maandag nacht en Dingsdag gewoed hebben, veel haverij aan de schepen toegebragt. Gelukkig echter heeft .men, zoo ver men weet daar geen verlies van menschep te betreuren gehad. Uit de Engelsche bezittingen in de Oost-Indien had men tijding beko men, dat zich de Indische Regering tot éene vijandelijke beweging tegen Jaudpore gereed maakte- welke niet zoo zeer iegen dat klejne Vorstendom alleen gerigt scheen, als wel ten oogmerk moest hebben, om den geheeleP Hindostan te veroveren, en alzóo den invloed van het Russische Hof sn Opper-Indie te vernietigen; daardoor de bezetting van Jaudporeaan de Russen alle hoop ontnomen werd, in Hindostan-oort eenen inval te doen. Berigten van de Kaap de Goede Hoop, tot den 31 December 1834, melden, dat de Kaffers in die maand eenen inval in de Kaap-kolonie ge daan hadden, ten getale van 9000, de groote Visch-rivier, die het ooste lijk gedeelte der KolofSe van de Kaffers afscheidt, zijn overgetrokken, talrijke kudden weggeroofdmenschen vermoord hebben en zich den 24sten 'December niet ver van Grahams-stad bevonden. Men had aldaar maatrege len genomen, om, zoo deze roofzieke horden de stad zelve waagden aan ze tasten, zich tot het uiterste te verdedigen. Voor de vrouwen en kin deren waren geschikte schuilplaatsen ingerigt, en alle mannelijke ingezete nen waren gewapend, zoodat men met omstreeks 900 man eenen-aanval des vijands zou kunnen afslaan. De Luitenant-Kolonel Somerset, die te Grahams-stad in bezetting, lag, was met eene kleine bende de Kaffers te femoet getrokken; doch had weipig of niets kunnen uitrigten, daar zij iinné bewegingen met ongeloofelijke snelheid ten uitvoer bragten. De Luitenan.t-Kolonel was dus met zijne manschappen, doodelijk vermoeid, te Grahams-stad teruggekeerd. Bij het afzenden dezer berigten was aan de Kaapstad eene versterking van troepen en een voorraad krijgsbehoeften op drie vaartuigen ingescheept, welke onmiddellijk naar den omtrek van Grahams-stad onder zeil zouden gaan. De Hottentotten hadden zich 111 groo- ten getale bij de verdedigers der Kolonie gevoegd. [Bij het vernemen van bovenstaande, hoorde ik door iemand, die lange jaren in gemelde Kolonie zijn verblijf gehad heeft, de volgende aanmerkin gen maken,, Veike misschien niet ondienstig zijn, hier bij te voegen: - Ik twijfel niet of er Zal wel iets meer dan eene gewone stroop-onder- netning door de Kaffers tegen de Kolonisten, op'de grenzen wonende, plaats gehad hebben; doch of dezelve wel van eenen zoo verontrustenden aard fs, zon ik bijna zeker in twijfel trekken, vooral daar Grahams-stad-tegen de invallen van Wilden, die het gebruik van kruid en lood niet anders ken nen dan door het effect, wanneer het door Europeanen tegen hen ge bruikt wordtgenoeg versterkt is. Ik zou bijna durven zeggen, dat de reden, Om van het gebeurde bij vergrooting op te geven, te zoeken zal zijn, of als voorwendsel, om het gereduceerde Kaapsche Corps wederom in zijnen vorigen staat te brengen en daardoor weder eenige gunstelingen van den regerenden Gouverneur een Vaandriks- of een Luitenants-plaats te bezorgen, en anderen, die op non- activiteit zijn, wederom hun vol tractement te doen genieten, of wel van Gouvemementswege een voorwendsel te hebben, om troepen naar de Kaap te zendenom dezelve voor Indien te acclimateren en in reserve te heb ben tegen onlusten, die waarschijnlijk in de Britsch-Oost-Indische bezit tingen gevreesd worden plaats te zullen vinden, en in dit laatste geval de wezenlijke reden te verbergen, voor daarin belanghebbende Europesebe Mogendheden."] F R A N K R IJ K, De Generaal Sebastians, welke 1. I. Maandag te Parijs aangekomen was, heeft een langdurig onderhoud met Z. M. gehad. Z. Exc. scheen zich hierna niet wel te bevinden. Volgens sommigen zou hij spoedig vertrekkenvolgens anderen een ander Gezant in zijne plaats naar Lon den gaan. De Maarschalk Soult is thans ook te Parijs aangekomen. In den nacht tusschen den 3den en den 4den aldaar gearriveerd, is hij dadelijk des morgens ten gehoor bij den Koning tóegelaten, welke zich met hem lang moet hebben onderhouden, en, zoo ais de geruchten willen, hem het Presidentschap en de zamenstelling van het Ministerie hebben op gedragen. Tot den volgenden dag uitstel bekomen hebbende, zou hij daarop eene gemotiveerde weigering hebben ingeleverd, welke alle de plannen van Z. M. wederom in duigen had geworpen. Volgens andere geruchten echter was de weigering van den Maarschalk nog niet zoo zeker: hij zou verklaard hebben onder zekere conditiën het President schap te willen aanvaarden Alle dagbladen ondertusschen verliezen zich tot nogtoe in gissingen. t— Vele scherpe aanmerkingen worden in de Franschè dagbladen gemaakt over de onophoudelijke veranderingen in het Ministerie. Zoo bevat onder anderen de Gazette eene soort van tractaat over den ouderdom, welken een ministerie gerekend kan worden te kunnen bereiken. De Gazette toont aan, dat het ministerie sedert den i Augustus 1830 tot op den 1 Maart 1835, en alzoo in vier jaren en zeven maanden, twaalf malen geheel veranderd of gewijzigd is geworden, dat men den gemiddelden ministe- Tielen ouderdom op anderhalf jaar kan stellendat er in 4 jaren 7 maan den, 51 ministers benoemd en weder ontslagen zijn geworden; dat men in dien tijd 7 voorzitters van den raad heeft, versleten, te weten den burger Dupont de fEure, den burger Jacques Laft teden heer Casimir Perrier, den Hertog van Dalmatiën Maarschalk Soultden burger Maar schalk Gerard, den Hertog van Bassano den heer H. B. Mar eten ein delijk den Hertog van Treviso, Maarschalk Mortier -, dat men in dat zelfde geteld heeft 8 ministers van buitenlandsche zaken, 4 van justitie, 15 van financiënwaaronder tweemaal dezelfde5 van oorlog8 voor de marine, 12 voor binnenlandsche zaken, koophandel en publieke wer ken en 8 voor het openbaar onderwijsdaarna verdeelt de Gazette die 51 ministers in cathegoriën van: i°. doodgeboren minister, of ([het woord aan de sterrekunde ontleenende) satelliten van omwentelingen bij den dag; a°. ministers of satelliten van omwentelingen bij de maand, én 30. minis ters of satelliten van omwentelingen bij het jaar. Van déze laatste is 5de oudste: de Minister Soult, 3 jaren en 285 dagen oud geworden. In hét geheel telt men ministers van eenige dagen12. maanden 11. een jaar 5. twee drie jaren jaren getal ministers andermaal benoemde. 35- 16. totaal benoemingen 51. Den isten Mjart ia te Parijs de jaarlijksche tentoonstelling van voort brengselen der schilder- en beeldhouwkunst geopend. Er worden 3,535 stuk ken ten tooongestelddaarenboven zijn bijna 700 stukken afgewezen in het vorige jaar waren er 3,314. In het jaar 1765 bedroeg het getal kunstwer ken niet meer dan 426, en toen reeds werd hetzelve voor zeer aanzienlijk gehouden: hierdoor valt dus de toeneming der beeldende kunsten duidelijk in liet. öog. f 'Uit Algiers heeft men treurige berigten, omtrent eerten storm, d'ie aldaar gewoed heeft, ontvangen. 'Het volgende wordt daarvan, medegedeeld: De storm heeft zonder tusschenpodzirig gedurende de dagen van U 12 en 13 Februari] aangehouden. Alle inwoners, zeelieden, militairen en veroordeelden hebben om het zeerst gewedijverd om .middelen tegen de Woede der elementen, in het werk te stellen, doch alle pogingen Zijn vruchteloos geweest. De nieuwe gebouwen aan. de buitenhaven.zijn ver- nifcld. De schade is onberekenbaar18 schepen Van'alle [natiën zijn ver gaan, namelijk 1 Russisch'i 'Belgisch.1, 1 Grieksch'4 'Sardjriische 2 Spaansche, 2 Napolitaansche'4 Moörs'che en 3 Franschewaaronder twee koopvaafdij-vaartuigen en het stoomschip PEclaireur. t Dit vaartuig, 'hetwelk van Oran terug kwam, werwaarts het den Gene raal Trezel had overgebragt, kwam ob de rëede aan juist.toen de storm losbarstte. In dezen verschrikkelijken nood moest het drie dagen verkee- renzich voor de ankërs ondersteunende door de kracht van den stoom vermits het noch naar volle zee kon terugkeerennoch 'de haven binnen- loopen. De ongeloofelijke krachtsinspanning door den gezagvoerder Besson ,in het werk gesteld, om zijn vaartuig en het leven zijner manschap te behouden, is boven alien 'iof verheven, Het gelukte Hem ten laatste de haven dieper in te varen, doch de aldaar liggende ankerbóeijen niet heb. bende kunnen naderen, werd de stoomboot tegen de rotsen "geworpen. Een partikuliere brief begroot het door den Algerijnschefl handel geleden verlies op 2,500(000 francs. De orkaan heeft zich ook te Bona met gelijke kracht doen gevoelen. De in de baai Cazarin ten anker liggende handelschepen zijn allegeen enkel uitgezonderd, tegen de kust geworpen; dezelve waren 7 in getal waaronder 2 Fransche; 18 menschen hebben het leven verloren. Gedurende 24 uren heeft eene zwarevan hagel doormengde en van donderslagen ver gezelde regenbui geen oogenblik opgehouden neder te storten. Het water van de Seibousse steeg tot zulk eene hoogte, dat het buiten deszelfs oevers trad en de rivier alstoen een uitgestrekt meer geleek de brik de Rusé, die nabij de monding was gestrand, is vervolgens hoog de rivier opgevoerd zoodat er bij de daling des waters nimmer kans zal zijn om het schip weder naar zee te brengen. Voor het overige luiden de berigten van Algiers niet zeer voordee- lig. Volgens een Fransch blad, zou de armoede aldaar groot zijn. Vele kolonisten en inboorlingen hadden gebrek aan werk en brooden de Re gering zou zich genoodzaakt vindeneen groot aantal personen te moeten ondersteunen. Vele feeds gezetene Franschen maakten zich gereed de kolonie te verlaten. De diefstallen werden dagelijks meerder. In de Staten van Marokko was de Cholera met hevigheid uitgebarsten, en men was te Algiers zeer bevreesd, dat deze ziekte ook daar heen zou overslaan. MENGELINGEN. VERSLAG van de STICHTING en MAAATSCHAPPELIJKÈ ONTWIKKELING der. verschillende STATEN van de UNIE van NOORD-HM ERIK A. Vervolg en Slot.') II. Grondgebied door de Franschen ontdekt, dat met den vrede van 176% aan Engeland is afgestaan, en door de Fereenigde Statenna den onafhanke lijkheids-oorlog in 1783, is verkregen. De Fransche bezittingen, zich van het zuiden naar het noorden vat» Louisiana tot Kafiada uitstrekkende, hielden de ontwikkeling der Engelschen naar het westen tegen; de gevolgen van den qorlog van Kanada verlosten hen van deze lastige naburen, maar de uitgaven; welke deze oorlog ver oorzaakte, gaven aanleiding tot zeer drukkende belastingen, die de Ameri kanen verbitterden, en de verwijderde oorzaak van het verkrijgen hunner vrijheid werden. De Engelschen behielden slechts Kanida; het overige hunner nieuwe bezittingen werd aan de Unie afgestaan, en van dien tijd af aan begonnen deze provinciën te bloeijen. Dit uitgebreid grondgebied is in den tijd van veertig jaren geheel tot Staten gevormd, i°. Staat van Ohio. Deze landstreek werd door den vermaarden en ongelnkkigen la Salle in 1680 ontdekt. De Franschen bezochten gedurep- de vijftig jaren uitsluitend dit land, doch hielden er zich alleen met den handel ih pelterijen bezig. In weerwil viin hunne fegten, hadden de En gelschen reeds in 1750, in den Staat van OJito, cbncessien gedaan, welke .zich tot aan den oceaan uitstrekten, en door uitgewekenen van Virginia en Engeland moesten bezet worden; terwijl vefkcheidbne andere Staten daarop aanspraak maakten. De vrede van 1763 regelde alle deze preten- tien, bij welke gelegenheid Washington vpór de eerste maal de staatkun dige loopbaan betrad en met eene zending bij de Franschen belast werd. De eerste binnenlandsche vestiging werd iri 1787, in weerw.il der oorlogen met de Indianen, tot stand gebragt. Deze Staat is zeer magcig geworden en werd in 1804 in de Unie opgenomen. 20.Staat van Kentucky. In het westelijk dal der Alléghanysche ber gen gelegen, werd deze Staat eerst door koqplieden en jagers bezocht; toen de onversaagde Daniel Boone dit land in 1769 doortrok en er in 1773 eene kolonie stichtte., welke onder den naam van Staat van Kentuckyin 1791 in de Unie werd opgenomen. 3°. Staat van Tennessï. Deze Slaat in de concessién van 1664 be grepen, werd van 1740 tot I750 door den kolonel Wood en andere rei; zigers bezocht die de Alléghanysche bergen overtrokken. In 1754 waren er verscheidene huisgezinnen, welke door de Indianen werden verjaagd. Dezelve werd bepaaldelijk in 1765 gevestigd. 1 4°. Staat van Indiana. Deze Staat werd in 1690 door dé Franschen bezocht; in 1702 stichtten zij er Vincennes, en weldra daar zij bij gebrek aan handel geene gemeenschap met Europa hadden, namen zij vele ge woonten der Indianen aantot dat deze Staat zich langzamerhand meer ontwikkelendeeindelijk in 18316 gevestigd werd, 50. Staat van Illinois Lit land werd door de la Salle en Fonti in 1673 ontdekt. De Franschen stichtten er koloniën te Crevecoéur en Kas- kakia. Deze Staat bloeide spoedig en verkreeg zijne constitutie in i8l8( Zijn grondgebied was in 1809 vastgesteld géwordén. 6°. Grondgebied van Michigan. De Franschen waren er de eerste jagers, en de Jes«iten maakten er bekeeringpn van 1648 af. In 1667 werden garnizoenen in Michillimackina'c geplaatst. De Engelschen tge- bruikten dit grondgebied, dat zij met den vrede v.an 1783 verkregen, niet anders dan om de Amerikanen te verontrusten.De cessie aan de Veree- nigde Staten had eerst in 1796 plaats. De Indianen door de Engelschen aangezet, verden na den vrede van 1783 en gedurende den vrede van 1812, lastige vijanden. Het grondgebied van Michigan, werd in 1805 vastgesteld. 70. Noord-westelijk Grondgebied. 8°. Staat van Mississipi. Dit gedeelte van het oude Louisiana, dat aan het westelijk Florida grenst, werd door Ferdinand de Sotoin 1585

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1835 | | pagina 3