A". 1835.
LEYDSCHE
C 0 U R A N
Woensdag
MA f&m ,02
h)
'w yfcxKssPM, -v
k&^s&^r7
2 sr^oöK y
|^f/s'.';>" 41 Sf rfg
-f- rfw b %S'V£C:W
den 4 Maart.
NEDERLANDEN.
Levden den 3den Maart.
Gisteren is op de gelegde grondslagen der alhier gebouwd wordende Kerk
de eerste steen, volgens Kerkelijk voorschrift bij de Katholijken, gezegend
en gelegd door den Zeer Eerw. Heer P. A. Kervel, Pastoor dier Gemeente.
Door de bekrompenheid der plaats op het terrein, waar gebouwd wordt,
veroorzaakt door het aanvoeren van eene groote hoeveelheid steen, en door
de ongenoegzame ruimtè in de Noodkerk, waren er noch Geestelijke noch
Burgerlijke Authoriteiten genoodigd en is de plegtigheid eenvoudig geweest.
Door den Eerw. Heef P. Does, Kapellaan, en vier Heeren Theoleganten
van Warmond, Waaronder drie, wier Familien alhier woonachtig zijn, geas
sisteerd, heeft de. Eerw. Heer Pastoor, met verlof zijner Geestelijke Over
heid, de zegening zelf verrigt, om daarvan een gedachtenis-fêest voor zijne
Gemeente te maken, na alvorens in de Noodkerk, voor het welgelukken
van den opbouw, den Heer té hebbe'iï gebeden, en zijn volk in eene korte
aanspraak te hebben onderrigt en opgewekt. Óndanks dit min plegtige was
de godsdienstige geestdrift groot, en hebben, behalve de Heeren Assisten
ten, de leden der Commissie voor den opbouw, en de Collectanten der
Kerk, ook velé Catholijkéri van verschillende jaren en kunne, op hun ge
uit verlangen, een steen aan dat gebouw gelegd; en zoo is die godsdiensti
ge plegtighëict stil en geregeld' tot aller genoegen afgelopen.
De aanleg des' gebouws wordt algemeen geroemd wegens de sterkte,
diejiet hebben zal, en den rijzenden vorm, die er aan gegeven zal worden.
De aannemingssom, in onze vórige vermeld, was niet juist; dezelve is
63,406. i
Wij hebben JavAschè Cóurantén van den 18 tot 25. October, benevens
die vdn.den 12 en 1*5 November 1834:-ontvangen. In het nommer van
18 October vinden wij hét volgende:
Batavia den 17 October 1834, In het laatst der. verleden maand, heeft
te' Soerabaija, ten meesten gënoegé dér Sub-Kommissie van onderwijs aldaar,
eén" openbaar examen plaats gehad van de leerlingen der Gouvernements la
gere sthool waarbij ook nir' weder de goede diensten der onderwijzers ge
bleken! zijn. Na den afloop va'ii het examen, is, des avonds, aaii nagenoeg
140 kinderen, eén feest' gegeven. Het nieüw wel ingerigt schoolgebouw
te Soerabaija, waaraan zoo groote behoefte bestond, is thans voltooid, en
van hetzelve zou, na ommekomst der verleende vacantie, al dadelijk wor
den gebruik gemaakt.
Ih dié vah den 25 October lezen wij het volgende:
Batavia den 24 October 1834. Doör. de insertie van het onderstaande,
voldoen wij zeer gaarne aan het verzoek van den geachten inzender, met
wien wij het verlies betreuren, hetwelk de Commissie voor het natuurkun
dig onderzoek, op nieuw geleden heeft.
Buitenzorg, den 19 October 1834.
De natuurkundige Commissie heeft' dezer dagen aan het eiland Sumatra
een rouw-oifer gebragt, waardoor hare nasporingen iri deze gewesten zich
reeds zoö menigvuldig én smartelijk hebben gekenmerkt.
Den 2 September jl.,1 eene maand, welke reeds drie malen voor haar
noodlottig was hééft zij ter aarde besteld het stoffelijk overblijfsel
van een harer ijverigste medeleden, den. heer Pieter van Oort, welke te
Padang is overleden, na eene ziekte van slechts weinige dagen, aan de
gevolgen eener kwaadaardige koorts, welke hem in de binnenlanden aldaar
had' aangetast.
Begaafd met ,9'ëhe ipborst, die bij allen, welke hem kenden, werd op
prijs gesteld, irtzohderheid pij hen, wien hij gedurende acht jaren op af
mattende reistogten had v'ërgezeld, eri met wien hij den moeijelijksten ar
beid had gedeeld, zonder zich een oogenblik slechts door eefie zwakke
gezbndheid te laten ontmoedigen, paarde de heer van Oort bij de kundig
heden, welke hem den rang van teekenaar bij de Commissie deden erlan
gen, eène zeèr beschaafde opvoeding, eene verbeeldingskracht, even vlug
aÉ verheven, en de schoonste hoedanigheden van verstand en hart.
De dagen van onzen ongelukkigen mede-arbeider schenen geteldte ver
geefs was'hij dé hoop en steun van eenen liefderijken reeds grijzen vader;
te vergeefs was hij het sieraad van onzen vriendschaps-bandte vergeefs
beloofde hij nieuwen roem aan' dé wetenschappen en aan zijn Vaderland!
In den bloei zijner jaren werd hij 'weggeruktzijn uur had geslagen
Namens de Leden def Natuurkundige Commissie,
Het dirigerend Lid, Diard.
In die van den 15 November vindt men het volgend besluit van den
Gouverneur-Generaal ad interim
1°. Dat de eerste invoer in Nederlandsch Indie van wollen en katoenen
stoffen, vervaardigd op plaatsen, gelegen bewesten de Kaap de Goede Hoop
tot weder opzegging toe, alleen zal mogen geschieden te Batavia, Sama-
rang en Soerabaija, om het even, of die goederen in Nederland, dan wel
in vreemde landen zijn vervaardigd;
2°. Dat de invoer van voornoemde goederen in de overige havens van
Nederlandsch Indie, niet zal,mogen'plaats hebben, dan vergezeld van een
bewijs van de Controleurs dér in- en uitgaande regten te Batavia, Sama-
rang en Soerabaija, dat dezelve in eene dier havens zijn in- en weder
uitgevoerd geweest; en
,3\ Dat door het vorenstaande, uitdrukkelijk gewijzigd wordt Art. 8 der
Resolutie van dén 18 Februarij 1833, N°. 39» zullende mitsdien te Sambas
Pontianakgeene andere wollen en katoenen stoffen, bewesten de Kaap de
Goede Hoop vervaardigd, mogen ingevoerd worden, dan met de,, in Art. 2
dezer tegenwoordige Resolutie bedoelde certificaten, en tegen betaling der
verschuldigde inkomende regten.
Nog treft men in dezelve de navolgende bepalingen aan
Bij art. 101, 102 en 112 van het Reglement op het beleid der Rege
ring :in Nederlandsch Indië, zijn bepalingen daargesteld, waarvan de dui
delijke letter en strekking isdat .geen ambtenaar zich in zijne ambts
betrekkingen of door den invloed dèrzelveinkomsten of voordeden mag
bezorgen, niet uitdrukkelijk aan dezelve toegekend, en dat alle willekeu
rige beschikkingen over der inlanders personengoederen en arbeidonge
oorloofd.en strafbaar zijn.
In weerwil van deze zoo duidelijke verklaringenzijn hier en daar afwij
kingen blijven voortdurendie noch door het oud gebruiknoch door de
plaatselijke gesteldheid verschoondveel min gewettigd worden, maar inte-
O KBIit, ven HisséltBoijl.
gcndcclin den voisten zinOvertredingen zijn van eenen hcogst strafba
ren aard.
Het daaromtrent gehouden onderzoekheeft de wenschelijkheid doen ken
nen, om eene strenge toepassing der bestaande bepalingen, door eene na
drukkelijke waarschuwing te doen voorafgaanter wegneming ook van de
duisterhedendie sommigen meenen 111 die bepalingen te zien.
Bij het onderzoek te dezer zake gehouden, is het al verder gebleken, dat
op vele plaatsen overeenkomsten bestaan, waarbij de Dessa's zich verbin
den tot het afgeven van de helft van het rijst-gewasaan personendie
de kwijting van derzelver landrenten op zich nemen, overeenkomsten die
schadelijk zijn voor den landbouwer, en niefknnnen geacht worden, te be-
hooren tot dezulke, die bij art. 116 van het Regerings-Reglement worden
toegestaan.
Het is, na aanleiding Van dit een en ander, dat de Hooge Regering heeft
oorbaar geacht, de volgende bepalingen vast te stellen:
i°. Behalve de bij art. 114 van het Regerings-Reglement, aan de inland-
sche bevolking opgelegde verpligtingen om, tegen de op hoog gezag geregelde
betaling, de personen en goederen van reizigers over land te vervoeren,
zullen aan den inlander, zonder eene speciale magtiging van het Gouver
nement, geene andere verpligtingen, ten gerieve van ambtenaren of bijzon
dere personen worden opgelegd.
20. Bij deze wordt uitdrukkelijk afgeschaft en verbodenhet op sommige
plaatsen nog voortdurend misbruikom pluim-veebrand-houtoliegras
en andere huisseiijke benoodighedente doen leveren door de Dessa'son
verschillig of de betaling al of niet evenredig zij aan de waarde van het
geleverdezijnde het bij een opzettelijk onderzoek geblekendat hoezeer
hier eri daar uit gebrek aan markten en andere oorzaken, eenige moeijelijk-
heden ih het aanschaffen van dusdanige behoeften bestaandeze moeijelijk-;
heden geenszins van eenen zoodanigen aard zijn, dat daarin niet door goed
overleg en eenige opofferingen van den kant der onmiddelijke belanghebben
den, kan worden voorzien, en dat dezelve den maatregel zouden wettigen,
om den inlander te dwingen, zich zijns ondanks, van het zijne, te ontdoen.
30. Ten einde alle aanleiding tot afwijkingen van het bovenstaand ver
bodte beter te vermijden wordt bij deze ten strengste aan alle Resi
denten, Adsistent-Residenten, Controleurs en andere ambtenaren, geene uit
gezonderd verbodenom de bezorging van huisseiijke benoodigheden aan
iniandsche hoofden op te dragenof te gedoogen dat zulks door anderen ge
schiede, zullende zij persoonlijk verantwoordelijk worden gehouden voor de
verkeerdheden, welke bij eene overtreding van dit verbod door anderen
in hunnen naam. worden begaan.
40. Geene overeenkomsten zullen, dpor wien of waar ook, mogen wor
den aangegaanom de landrenten voor Dessa's te betalentegen afstand
van een gedeelte van derzelver rijstgewas.
Alle contracten van dezen aard, welke thans reeds bestaan, zullen na
den eerstvolgenden oogst eindigden, en niet mogen worden vernieuwd.
50. Alle overtredingen van de bovenstaande bepalingendoor ambtenaren
begaan of toegelaten, zullen worden gestraft als misbruiken van gezag;
onverminderd de strenge toepassing van art. 102 van het Regerings-Regle
ment, in alle gevallenwaar de afwijking ten gevolge of ten oogmerk heeft
gehad, eene aanschaffing van benoodigdheden, tegen onevenredige prijzen^
en tot het verkrijgen van onwettige voordeelenin of door den invloed van
hét.junfct» ■,- j.' av na •- M -
Op dat niemand, hiervan onwetendheid vporwendezal deze alomzoowel
in de Nederduitscheals in de iniandsche en Chiijeesche,talen, worden ge
publiceerd en geaffigeerd ter plaatse waar zulks gebruikelijk is.
En zullen voorts alle hoogere en lagere coïlegjën en ambtenaren, justi-
cieren cri officieren, ieder voor zoo veel hem,aangaat, aan de stipte nako
ming dezer de hand .houden, zonder eenige oogluiking of aanzien des persoons.
Door de Gouverneur-Generaal ad interim zijn ook de algemecne en spe.
ciale voorwaarden voor de verpachting van 's lipids middelen op Java en Ma
dura,. de opium-pacht daaronder begrepen 'vooj- het jaar 1835 vastgesteld.
Door Z- Exc. zijn onderscheidene benoemingen bij'burgerlijke en mili
taire betrekkingen gedaan.
Uit 's Gravenhage wordt van den isten dezer het volgende gemeld:
Hunne Majesteiten de Koning en Koningin, Zijne Ko.ningliike Hoogheid
de Prins Veldmaarschalk en de andere leden van bet Koninglijk Huis heb
ben dezen ochtend de godsdienstoefening in de Kloosterkerk, onder het ge
hoor van Do. Moll bijgewoond. De talrijke scharedie zich in dat bede
huis had vereenigd, heeft met dien leeraar ivupige dankgebeden aan den Al-
g'oeden opgezonden voor de herstelling van den aan geheel Nederland zoo
dierbaren Vorst,, wien zij thans daar voor het eerst weder in haar midden
mogt aanschouwen.
Ter gelegenheid van de aanstaande Groote Vasten heeft de vice-Superior
der Hollandsche Zending en Zaakgelastigde van den Heiligen Stoel bi.i Z. M.
den Koning der Nederlandenaan zijne onderhoorigen een herderlijken brief
gezonden, waarin hij dezelve, in het algemeen, tot godsvrucht en de stipte
houding van bedoelde Vasten aanmaant; tevens, als vroeger, voor des be
geerenden, dispensatie deswege verleent.
P O R T U G A L,
Lissabon den 16 Februarij. De Prins van Portugal ontving voortdurend
blijken van algemeene achting. Den I4den had hij in de Kamer der Pairsbij
gelegenheid dat hij den eed als Pair van het Rijk aflegdeeene redevoering
gehoudenwelke aan allen behaagd had, In dezelve betuigde hij zijnen dank
voor de hartelijke ontvangst, welke hem in Portugal was ten deel gevallen:
sprak veel van zijne vriendschap voor Don Pedroden te vroeg aan zijn va
derland ontrukten Vorst, hij zou zich de raadgevingen van dien Vorst steeds
ten nutte makenhij uitte den wenschdat de rampzalige verdeeldheden
spoedig in Portugal mogten ophouden en alle partijen zich. tot eer en roem
van vaderland enKoningin vereenigen. In Lissabon was voorts alles rustig.
E.
S P A N J
Te Madrid heeft bij Koningliik besluit van den 17 Februarij eene veran
dering, in het.Ministerie plaats gehad. De portefeuilles van Oorlog en Justitie
zijn tot andere personen overgaan. Volders iszooals reeds gemeld was Mi-