A*. 1835.
LETDSCHE
COURANT,
Woensdag
den 2i Januarij,
NEDERLANDEN.
T U R K Y E.
Leyden den 20 Januarij 1835.
De verjaardag van H. K. K. H. Mevrouw de Prinses van Oranje is gis
teren alhier op de gebruikelijke wijze gevierd geworden.
Volgens de Staatscourant van heden, is Z. K. H. de Prins van Oranie
ernstig -ongesteld. Twee bulletins zijn, omtrent Hoogstdeszelfs toestand,
onderteekend door de heeren Bernard en Everard, uitgegeven. Het eerste
van Zondag luidt als volgt:
Z. K. H. de Veldmaarschalk, Prins van Oranje, is gisteren avond ten half
acht ure, uit het hoofdkwartier alhier aangekomen. Z. K. H. was sedert
veertien dagen door eene zware verkoudheid aangetast, welke eene zeer
ernstige wending hcefi genomen. Hoogstdezelve is gëdurèndê den ganschen
nacht zeer benaauwd geweest, doch schijnt heden ochtend eenigzins verligt.
Deszelfs toestand is zorgelijk. D
Dat van gisteren behelst:
Z. K. H. heeft eenige oogenblikken gerust, en de verschijnselen der ziek*
te zijn minder hevig.
Het bulletin, heden morgeh publiek gemaakt, luidt aldus:
De koortsdie in den voornacht zich verhefteheeft tegen vijf uren
nagelaten, en sedert dien tijd heeft Z. K. H. eene vrije goede rust genoten.
Door Z.M. zijn sedert 22 Sept. 1834 de volgende octrooijen verleend:
Een octrooi in dato 29 October 1834 voor den tijd van vijfjaren ver
leend aan IV Pauwels en Zoon te 's Gravenhage, op de uitvinding van ver
betering in de wijze van vervaardiging van verlakte vilten hoeden en
van wasdoek.
Een octrooi In dato 3 November 1834 voor den tijd van vijf jaren
verleend van Thomas Ainswortk te Goor, op de uitvinding van twee we-
versspoelen, geschikt om op eene nieuwe wijze met dubbelen af twee-
dradigen inslag te weven.
Een octrooi in dato 8 November 1834, voor den tijd van tien jaren
verleend aan C. .7. Lucas te Amsterdamop de invoering van eene ver
beterde wijze en toestel om dz> uitdamping van vloeistoffen en oplossingen
te bevorderen, vooral geschikt voor het gebruik van suikerraffinaderijen.
Een octrooi 111 dato 8 November 1834 voor den tijd van tien jaren
verleend aan Paul van Vlissingen en Dudok van Heel te Amsterdamop
de invoering van eene nieuwe wijze, om, volgens de manier door de
heeren Pelletan en de la Barre uitgevondensiropen en andere vloeibare
stoffen, in het luchtledige door stoom te koken.
Bij eene algemeene beschikking, door den Minister van Financien
genomen, is^ aan de heeren Gouverneurs te kennen gegeven, dat het
regt van registratie der renovatien, in zake van directe belastingen, dan
eerst moet plaats hebben, wanneer de in te vorderen som niet minder
dan 15 en niet, zoo als bij eene vorige aanschrijving was bepaald,
f 1250 mogt bedragen.
Uit Scheveningen wordt van den 17 Januarij geschreven
Dezen morgen, te 10 uren, is alhier gestrand het Engelsch brikschip
JVithamKapiteinIVilliam Ghibbes, geladen metkoffij, rijst, enz van Lon
den naar Antwe<T">"- 'J~o 1 -
Redding-Maatschappijonder het bestuur van den Wel-Edelen heer P. /- ar
kevisser was vóór de stranding bereids op strand, en daardoor, alsmede
door de ordehet goed beleid en de stoutmoedigheidwelke bij deze red
ding hebben plaats gehad, is het gelukt de equipaadje, bestaande uit vijf
man, te redden, die anders zeker zoude omgekomen zijn.
Uit Amsterdam wordt van den 16 Januarij geschreven:
Het heeft Z. M. den Koning behaagd, bij Kabinets-schrijven van den 3den
dezer maand N°. 98 goed te keuren de verkiezing gedaan door de tweede
klasse van het Koninglijk Nederlandsche Instituutvan de heeren A. C. IV.
Staring tot den fVildenborchbij Zutphen tot lid, en C. H. Pcrtz, Archivist
te Hanover en .7. 77. Schroder, Hoogleeraar en Bibliothecaris te Upsaltot
Geassocieerden der klasse.
Dezelfde klasse heeft nog tot hare correspondenten verkozen de heeren
.7. T. Bodel Nycnhuis te Leyden, Hugo Beyerman te Deventer, A. Clavareau
"te Maastricht, en G. 77. M. Delf rat te Rotterdam.
In den nacht van den costen dezeromstreeks half vier ureis er
te Amsterdam hevige brand ontstaan ten huize van den Banketbakker
77. .7. Frikkeop de Weesperstraat, N°. 106, waardoor het geheele huis
is uitgebrand, en de naatst belendende beschadigd zijn geworden. Elf
brandspuiten zijn werkzaam geweest en de goede orde is bij die gelegen
heid niet gestoord geworden. De bewoner van het verbrande huis was
sints eenigen tijd aan zinsverbijstering onderhevig
Uit Eibergen, provincie Gelderland, wordt van den ioden dezer ge
schreven, dat de Hoog Welgeboren Heer en Mr. P. R. .7. IV. Baron van
Heeckeren, aldaar den sden overleden was, algemeen betreurd werd, en dien
dag te Lochem begraven is. Zijn Hoog-Welgeboren was lid der provin-
ciale Staten van Gelderlandcontroleur der directe belastingenln- en
uitgaande regten en accijnsen in de divisie Eibergen, schoolopziener in
het 4de schooldistrict (2de afdeeling) van Gelderland, adjunct houtvester
in diet 2de jagt-district van dezelfde provincie, Burgemeester en Secre
taris dezer gemeente enz.
Drie en twintig jaren had Eibergen het geluk gehad dien uitmuntenden
man te bezitten, welke zijn eigene rust en genoegens opofferde, om an
deren te helpen, menigen ongelukkige uit de grootste ongelegenheid redde,
en aan de behoeftigen arbeid en brood verschafte. Onder anderen drukt
men zich in dat schrijven dus uit:
Onder Z. H Welgeb. bestuur en oor Z. H. Welgeb. bemoeijingen
werden hier vele voor het algemeen hoogst nuttige en belangrijke werken
tot stand gebragt, zoo als onder meer anderen, de vergieting der klokken
in den toren te Eibergende daarstelling van een_ geheel nieuw en zeer
doelmatig ingerigt schoolgebouw te Eibergen, jde aanleg en voltooi-
jing van onderscheidene belangrijke wegen, de invoering van een plaat
selijk school-reglement, en na laatstelijk de daarstelling van eene geheel
nieuwe voor de tegenwoordige leerwijze allezins geschikte school te
Beltrum; gelijk ook Z. H. Welgeb. invloed en ijverige medewerking in
zijne betrekking van schoolopziener veel toebragt, dat ook andere ge
meenten van deze districts-afdeeling zich in het bezit van nieuwe doel
matig ingerigte scholen mogten verheugen."
Vele der aanzienlijkste ingezetenen uit Eibergen en andere naburige plaat
sen, hebben uit eigen beweging zijne lijkkoets vergezeld; ook de school
jeugd, ten getale van 250kinderen, ging achter het lijk, welke weenende
terugkeerdetoen hetzelve op den weg naar Lochem gevoerd werd, De
Predikant van Eibergen heeft, toen de kist in het grafnedergelaten was,
eene korte aanspraak gehouden.
Uit Winterswijk wordt van den 14 Januarij geschreven:
I" deze gemeente, eene bevolking tellende van meer dan 7000 zielen', is,
m het jaar 1834het getal geborenen het dubbel van dat der overledenen
geweesten is zij daardoor met ruim 100 zielen vermeerderd.
Vooral opmerkenswaardig is, dat in de buurtschap Ratum, tot dezelve
behoorendeen in hare 68 huizen 417 inwoners tellende, gedurende dat ge
heele jaar, slechts één menschen nog wel een 84 jarige grijsaard, gestor
ven is.
AMERIKA.
Berigten uit Washington en New-York tot den 25sten December mei*
den, oat men algemeen geloofden, dat de beide Huizen van vertegen
woordiging aldaaraan den Generaal Jackson de bevoegdheid om Fran*
sche eigendommen in beslag te nemen, niet zouden toekennen. Reeds
heeft den 9den een der leden van het Huisde heer Claytonzich zeer
sterk tegen het denkbeeld van eenen oorlog met Frankrijk verklaard. Hij
herinnerde, dat misschien op het oogenblik voor honderd millioen dollars
aan Amerikaansch eigendomzich op alle zeeën bevond., en dat men
deze bezittingen dadelijk, door het in beslag nemen der Fransche sche
pen, die toch oneindig minder in getal waren, aan roof zoude blootstel
len. Aan het slot zijner rede wees hij op de beeldtenissen van fVashing-
ton en Lafayette, die de vergaderzaal sieren, en vroeg, of men die
beeldtenissen niet zou moeten omsluijerenals het er op aankwamom
aan den ouden Bondgenoot van het Noord-Amerikaansche Gemeenebest
den oorlog te verklaren. De zuidelijke Staten zoudenvolgens hem
nimmer daaraan hunne toestemming geven.
Uit Weenen wordt van den 8 Januarij geschreven: De póst uit Konstatt-
tinopel van den 25 December is hier aangekomen. De aanstaltenwelke
de Porte maaktetoonden duidelijk, dat zij aan de duurzaamheid van vrede,
en aan de verzekeringenonlangs door Mehemed-Ali gegevengeloof hecht,
te. Men bemerkte ook geen troepen-overbrengen naar Azie meerhetwelk
sedert langen tijd onophoudelijk had plaats gehad. De Sultan scheen zich
nu uitsluitend met de binnenlandsche aangelegenheden bezig te houdenen
eene betere regtspleging en een doelmatiger belastingstelsel te willen invoe
ren. Het laatste is zeer noodig, en zou van de beste gevolgen, zoo
voor de schattings-pligtigenals voor de openbare schatkist zijn. De groote
hulpbronnen van het Ottomannische Rijk worden bij den tegenwoordigen
toestand van het Finantie-wezeneigenlijk in het geheel niet ten nutte aan
gewend en het land is bij allen rijkdom in ellende. Nu wil men trach
ten den land- en bergbouw te bevorderen en daarenboven op alle wijze
-,^s-ïre •- 7-6'~-
wijs gegeven, hoe zeer hij dat ter harte neemt: hij heeft aan het eiland
Samos volkomene handels-vrijheid toegestaanen daardoor getracht aan de
Samiotenwelke onlangs door den treurigen oorlogs-toestand zoo veel ge
leden hebben, eene vergoeding voor het uitgestaan lijden te verschaffen.
Voor den Griekschen handel zijn dergelijke bepalingen niet zeer vervro
lijkend want Samos en Rhodus dreven van oudsher onder alle eilanden van
den Archipel den uitgebreidsten handelen dreigen nu gelijkelijk vrijheid
van handel verkregen hebbende, gevaarlijke mededingers der Grieksche vlag
te worden.
GRIEKENLAND.
Berigten uit Nauplia loopen tot den 4 December: dezelve melden, dat
2000 man soldaten, welke van Negropont en Missolungi waren opgebroken,
om te Athene in garnizoen te komenaldaar veel ongelegenheid hadden te
weeg gebragt en menig onaangenaam voorval was geschied. De soldaten
namenlijkgeene kazernen gereed vindendenamen bezit van de woningen
der burgers, zelfs zoo, dat zij de inwoners er uitdreven. Hierdoor tot toorn
vervoerd, heeft een Grieksch inwoner twee soldaten doodgeschoten, welke
hem den toegang tot Zijne eigene woning belettede. Vele menschen en fa-
milien, welke in Nauplia wonen, hebben huizen in Athene gehuurd, doch
kunnen dezelve niet betrekken, omdat de soldaten ze in bezit hebben geno
men. Eenigen die, hiervan onwetend, met zak en pak naar Athene waren
verhuisd, hebben hunne huizen niet kunnen betrekken, dewijl de soldaten
er niet uit wilden.
SPANJE.
Zumala-Carreguy heeft van zijnen kant een legerberigt laten bekend ma
ken waarin na van het gevecht van den 2 Januarij te hebben gesproken
hetwelk tegen de vereenigde Generaals der Christinos geleverd wasmaar
waarinhij was staande geblevenhet volgende nog wordt bekend gemaakt
Het gevecht eindigde den eden met het vallen van den nacht, en wel,
volgens dit legerberigt, zonder iets beslist te hebben. De Christinos voer
den 300 gekwetsten naar Ormaisteguy mede. Den volgenden dagden 3den
liet Zumala-Carreguy door een zijner bataljons de kleedingstukken en wa
penen der gesneuvelden op het slagveld verzamelenzonder dat de Christi
nos dit konden beletten. Deze laatsten maakten gedurende dien dag nog
wel eenige vertooningschaarden hunne 6000 man in slagordeen bestook
ten de Carlisten uit hun geschutdoch daar deze laatsten onbeweeglijk in
hunne stellingen bleven trokken de Christinos in den namiddag af. Op dezen
terugtogt nu had Zumala-Carreguy hen levendig doen vervolgen verwar
ring in hunne rijen gebragt, en eene vreesselijke slagting onderhen aange-
rigt. Het overschot der vijandelijke magt had in het verschanste dorp Ber-
gara ten laatste eene schuilplaats gevonden.
Volgens sommigenzou de ziekelijke toestand van Generaal Mina in
het geheel niet verbeterenen hij slechts eenigen tijd gedurende 24 uren het
bed kunnen verlaten. Anderen melden, dat het Bestuur van Madrid dien
Generaal het commando reeds had, ontnomen, doch niemand hem dit durfde
aankondigdenwant toen hij het opperbevel aanvaarddemoet hij gezegd
hebben, dat men hem, nu eenmaal benoemd zijnde, niet naar willekeur
zou kunnen wegzenden.