zege van Carat*!adie thans blijkt een "gevecht te zijn, van hetwelk
ieder zich de overwinning toeschrijft.
ZWITSERLAND.
Men meldt uit Bern van 6 Jannarij, dat Oostenrijk het Bernsche memo
randum, op de nota van het Ooster.rijksche Hof, als onvoldoende had terug
gezondenen dat dit eenen nadeeligen invloed op Bern als voorzittend
kanton zou uitoefenen, daar ook de Oostenrijksche Gezant tot nog toe
te Bern niet was terug gekeerd.
Uit Bazel schrijft men van den 10 Januarij:
Gedurende de eerste week van het nieuwe jaar heeft de Staatsraad van
het voorzittend kanton nog geene bijeenkomst gehouden. Het zoude ook
niet goed te keuren geweest zijnindien dezelve zich terstond aan de be
handeling van Eedgenootschappelijke zaken gewaagd had. Want daar die
Staatsraad grootendeels uit mannen is zamengesteldwelke in de zaken
van het Bondgenootschap onervaren zijn, en de staatkundige betrekkingen
enkel uit het verhandelde in de zittingen van den Grooten Raad kennen
zoo moeten zij na ontvangst van het Eedgenootschappelijk archief eerst nog
de gewigtigste bescheiden besturen. Maar aan den anderen kant is het niet
te ontkennendat het doelmatig zoude geweest zijnals de raden van het
voorzittend kanton, terstond na'de aanvaarding van het Eedgenootschappe
lijk bewind, overeengekomen waren omtrent de staatkundige beginselen,
die zij in de betrekkingen tot het buitenland als rigtsnoer wilden aanne
men. Doch het voorzittend kanton schijnt te willen afwachten, welke ope
ningen het van de zijde der vreemde Gezanten zal ontvangen. Men ver
zekert stellig dat er nieuwe nota's in aantogt zijn, en de dubbelzinnige taal
van Bern die in het afgeloopen jaar maar al te dikwerf met deszelfs han
delingen in strijd was, kon ook niets anders doen verwachten. Omtrent
den inhoud dier nota's vermoedt men, dat verlangd zal worden, dat Bern
zijne protestatie tegen het besluit des Landdags omtrent de vreemde vlug-
telingen intrekken of op eene voldoende wijze ophelderen zou, hetgeen
het voegzaamst door krachtige maatregelen tot demping der steeds voort
durende woelingen zou kunnen geschieden. Voorts beweert men, dat, in
geval van een weigerend of ontwijkend antwoord, de Gezanten het Eed-
genootschappelijk bewind zouden verzoekenom de vruchteloosheid van
hunne tot behoud van vrede en goede verstandhouding strekkende stappen
aan alle de kantons mede te deelen, en zich het nemen van verdere maat
regelen zouden voorbehouden. Of daaronder het vertrek der Gezanten dan
wel het aanwenden van dwangmiddelen te verstaan zijis twijfelachtig.
DUITSCHLAND.
Weenen den 8 Januarij. Een gedeelte van het gevolg van Lailikein-Vzchu
welke de nieuw benoemde Turksc'ie Gezant te Londen isis reeds hier
aangekomen: binnen weinige dagen wordt de Gezant zelf verwacht.
Uit Leipzig wordt van den 6 Januarij zeer geklaagdover den slechten
toestand van de laatst gehouden Nieuwjaars-mis. Er waren bijna geene hoo
pers geweestzoodat men zich aldaar niet verwonderen zoudat in een
volgend jaar de buitenlandsche kooplieden, welke hunne onkosten niet goed
kunnen makenwegblevenen die mis daardoor geheel verviel.
De voortreffelijke Hollandsehe Componist C. F. Mullerte Berlijn woon
achtig, is tot Keizerlijken Hof-kapelmeester door het Braziliaansche Gou
vernement benoemd geworden.
Te Koblents is even als te Keulen door den ingevallen dooi, de schip
brug over den Rhijn wederom hersteld.
GROOT-BRIT ANN IE.
Londen den 14 Januarij. De bladen van de verschillende partij gaan
voortmet elk voor zich zelve de meerderheid van de gekozenen in het
Parlement- op te geven. De Tory-bladen zeggen, dat de laatste verkie
zingen in de Graafschappen voor het meerendeel Torys-gezinden hebben
opgeleverd. Bovendien wordt het gevoelen bevestigddat alle de ver-
kozenen van de Whigs-partij het tegenwoordig Ministerie niet zullen
afvallen. De verkiezingen in Schotland meent men, zullen grooten
deels voor de partij der Hervormings-gezinden zijn. Men gelooft, dat het
bij de eerste vergadering van het Parlement reeds blijken zalwelke
partij de meerderheid heeft, daar de Whigs in plaats van den, sedert
geruimen tijd, beroemden Spreker van het Huis, Charles Manners Sutton,
eenen anderen zouden willen kiezen. Men zegt, dat hunne keus op den
heer Abercromby zou gevallen zijn.
De Hertog van Leuchtenberg is den nden te Londen aangekomen
en heeft van den Hertog van Wellington een bezoek en van HH. MM.
eene uitnoodiging ontvangen.
Men verhaalt, dat de Marquis van Londonderry als Ambassadeur
naar Petersburg gaan zal.
De onder-Koning van Ierlandde Graaf van Haddingtonis met
veel plegtigheid den 5den dezer te Dublin ingehuldigd: zoowel de ge
wone processie, als de andere gebruikelijke vreugde-bedrijven zijn, zon
der stoornis der rust afgeloopen.
F R A N K R IJ K.
Nadat de Fransche bladenelk het zijne had aan te merken gehad
over de openings-rede van den Generaal Jackson, en de bedreiging, welke
daarin ten aanzien van Frankrijk voorkwamnadat reeds verspreid was
gewordendat door den Gezant van de Vereenigde Staten te Parijs eene
nota aan het Fransche Ministerie was overgemaakt, waarin de Gezant
zou hebben aangetoonddat men uit de woorden van den Generaal
geene vijandelijke voornemens moest afleiden, terwijl ook daarenboven het
antwoord van de Kamer van Washington moest worden te gemoet gezien
zoo is door den Parijschen Moniteur, waarin de Koninglijke besluiten worden
opgenomen, van den 14 Januarij, het volgende bekend gemaakt:
De Koning heeft den heer Serrurier, zijnen Gezant te Washington,
teruggeroepen.
De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft den heer LivingstonGezant
der Vereenigde Staten te Parijs, daarvan verwittigd en hem kennis gege
ven, dat de passen, die hij, ten gevolge dier mededeeling, mogt behoeven,
te zijner beschikking zijn.
In uitvoering der verpligtingendoor Frankrijk op zich genomen, zal
het ontwerp van wet, betrekkelijk de Amerikaansche schuldvordering,
morgen aan de Kamer der Gedeputeerden worden aangeboden.
Men zal er eene clausule bijvoegen, geschikt om de Fransche belan
gen, die eventueel daarbij mogten kunnen lijden, te waarborgen.
I Men verhaalde als zeker, dat het vertrek van den Ambassadeur Li
vingston, op den isden Jannarij bepaald was.
Men ziet hieruitdat er werkelijk reeds eenige botzingen ten gevolg
van de woorden van Generaal Jackson tusschen Frankrijk en de Ver
eenigde Staten, ontstaan zijn, welke van gewigtige gevolgen zijn kunnen.
Het Hof der Pairs zet de zaak van onderzoek, welke voor hetzelve aan
hangig is, voort: verscheidene beschuldigden worden in vrijheid gestfeld,
de meeste echter blijven gevangen.
Den i2den Januarij, heeft de Graaf Granville, Ambassadeur van
Groöt-Britannie te Parijsden terugroepings-brief aan den Koning en
Konirgin ter hand gesteld. De Minister van Buitenlandsche Zaken was-
bij dit gehoor tegenwoordig.
MENG fe'L\N ïlvN.
'W\
DE HERTOG AUGUST von LEUCHTENBERG.
Op den oogenblik, dat zich in Portugal een nieuwe staat van zaken
vestigt, en een Prins van Duitschen en Franschen bloede geroepen is, 0111
dit werk door de vestiging van een nieuw stamhuis te voleindigen, rigc
zich de oplettendheid van Europa op den jeugdigen Gemaal van DonaMaria
da Gloria. Wij achten het dus niet overbodig, thans in eenige bijzonder
heden, betreffende den Hertog van Leuchtenbergte treden.
Het was in den jare 1806, toen de Keizer Napoleon, om zijne magt in
Duitschland te vestigen, tusschen zijnen stiefzoon, den Prins Eugenius
Onder-Koning van Italië, en de Koninglijke Prinses van Beijeren, Auguste
Amalië, oudste dochter van den thans overledenen Koning Maximiliaan van
Beijeren, een huwelijk aanknoopte, dat den i4januarij van dat jaar te Mun-
chen werd gevierd. Twee dochters waren in Milaan, de residentie der jon
ge en met alle gaven der natuur begunstigde Onder-Koningin, uit dit hu
welijk ontsproten, toen zij in het vijfde jaar van haar huwelijk, den 9 De
cember 1811, door de geboorte van eenen Prins werd verblijd. Drie maan
den na dezen werd te Parys de Koning van Rome geboren. Het Keizer
lijk huis, waartoe de beide Prinsen behoorden, had toen het toppunt van
deszelfs magt bereikt. Het is bekend, hoe onmiddelijk daarop de veldtogt
naar Rusland werd ondernomenwaarheen ook Eugenius snelde. Na den on-
gelukkigen terugtogtverdedigde de Prinsmet zijne verzwakte strijdkrach
ten, de grenzen van het hem toevertrouwde Italiaansche Rijk, tegen den
inval van het Keizerlijk-Oostenrijksch heir, toen de verbondene Mogend
heden-, te gelijk doordrongen van de hooge hoedanigheden des Prinsen en
van het belang zijner toetreding tot hunne zaak, welke de Europesche ge
worden was, hem tot prijs voor zijnen afval, de kroon van Italië aanbo
den. Bekend is zijne weigering, en zeldzaam vooral, wanneer men nagaat:
de pogingen, welke men aanwendde, om hem van besluit te doen verande
ren; „zoo de kroon 11 onverschillig is, denk dan om uwen zoon, om alle
de uwen," voegde men hem toe; doch waardig was zijn antwoord: mort
fils pourra se passer dTune couronnemais jamais de la réputation intacte de
son pèrewaarbij hij veeleer verkoos, zijnen zoon eenen onbevlekten naam,
dan eene ten koste zijner eer verkregen kroon na te laten. Vroeger dan
men het had verwacht, trok de Fransche magt tot onder de muren van Pa
rys terug, ook het Italiaansch-Fransch leger des Onder-Konings ging uit
een, en midden uit het oproer eener hem vijandelijk gewordene stad en be
volking, kwam hij met zijne gemalin en kinderen, door zijne trouwste die
naars omgeven, eene schuilplaats aan het hof van zijnen Koninglijken schoon
vader zoeken. Van dezen tijd af is de jonge Prins August in Beijeren ge
bleven.
Nadat zijn vader zich ook in Parijs de persoonlijke hoogachting der
aldaar vergaderde Monarchen, voornamelijk van Keizer Alexander had
verworven, en een deel zijns vermogens in Frankrijk, alwaar hem de
openbare goederen van het Hertogdom Navarre toebehoorden, en in
Italië, alwaar zijn inkomen op bezittingen in den Kerkelijken-Staat was
gevestigd, had verzekerd, keerde hij zich weder geheel tot het huisse-
lijke leven, verkreeg in Beijeren de openbare goederen en inkomsten van
het Vorstendom Eichstadtmet den titel van Hertog van Leuchtenberg
en Vorst van Eichstadt, en ontving van zijnen Koninglijken schoon-vader
het 6de Beijersche kavallerie-regimentwaarvan de officieren en man
schappen hem al dadelijk zeer genegen waren. De met Napoleons terug
keer van Elba begonnen verandering van zaken, scheen hem weder op
het groote Staats-tooneel te zullen roependoch hij onttrok zich aan hec
verlangen om in Italië op te tredenalwaar zijne verschijning voldoende
zoude geweest zijn, om eenen ommekeer van zaken te doen plaats heb
ben. Hij hield zich dus met uitsluiting van alles, alleen met de opvoe
ding zijner kinderen bezig, waarvan het getal nog met twee dochters en
eenen tweeden Prins werd vermeerderd.
De opvoeding van den Prins August werd aan den Graaf Mejean toe
vertrouwd. Een man van uitgebreide wetenschappelijke kennis, fijne be
schaving en een voortreffelijk karakter, die den Onder-Koning in Milaan
met trouw en beleid als Minister had gediend, en bij de gebeurtenissen
in Italië zijn lot aan het Hertoglijk huis had verbonden. Onder de lei
ding van dezen uitstekenden man, door de liefde en de zorg zijner
ouders omgevenbragt de Prins de eerste jaren zijner jeugd in stil geluk
door, toen hem op zijn veertiende jaar het ongeluk trof van eenen
vader te verliezen, wiens voorbeeld hem van zoo veel nut was. Na
zijns vaders afsterven vervolgde hij stil en ingetogen zijne studiën, en
bezocht ook gedurende drie jaren de hooge-school te Munchen. Eerst
na voleindiging van zijne ak:.- mische loopbaan, begon hij bij het 2de ka
vallerie-regiment de militaire graden van den ondersten af te doorloopen
nadat hij reeds bij den dood zijns vaders in het bezit van het 6de regi
ment was gekomen, en trad in 1831 als hoofd van het Hertoglijk huis
in de functier. van Staatsraad, terwijl hij den tijd, die van zijn verblijf in
Munchen af tot aan de reizen naar Italië verliep, op zijne bezittingen,
doorbragt.
Spoedig werd den Prins gelegenheid gegeven tot eene reis naar Brazilië
werwaarts hij zijne tweede zuster, die door Don Pedro ten huwelijk was
gevraagd, vergezelde. Daar vond hij gelegenheid niet alleen zijne kun
digheden uit te breiden, maar zich tevens de achting van zijnen zwager
waardig te maken. Ook zag hij daar de jonge Vorstin, die de Voorzie
nigheid hem tot gemalin bestemde. Na een oponthoud van 5 maanden
in Brazilië, kesHa de Prins August naar Europa terug, waarheen hij,
naauwlijks een jaar later, door den onttroonden Keizer Don Pedro en
zijn gezin gevolgd werd. Prins August was toen in Italië en ijlde door
Frankrijk naar de Noordelijke kusten, om zijne zuster en de jonge Ko
ningin vóór hunne inscheping naar Lissabon te zien.
In Beijeren teruggekeerd ontving hij nu onlangs den eeredegen door
zijnen stervenden zwager voor hem bestemden tevens het aanbod van
zijns dochters hand; beide heeft de Prins aangenomen en is nu reeds in
aantogt naar zijn nieuw Rijk.
ZEDEN en GEBRUIKEN der B1RMANNEN.
Een Engelsch officier van het leger dat Birmah aan de Engelsche heer
schappij onderwierp, de heer Alexander, geeft het volgende belangrijk
verslag der zeden en gewoonten van dit volk:
Deze volken zijn zeer moedig, van eene middelmatige grootte en
sterk ligchaams-gestel. De vrouwen zijn een weinig kleiner, maar zeer
wel gemaakten wat haar gelaat betreft valt er niets op aan te merken
dan dat haar neus plat is. De kleur van beide geslachten is koperachtig.
De Birmannen zijn vlug en zeer nieuwsgierig; zij hebben bijna al
toos eene sigaar in den mondvooral wanneer zij lezen of schrijven. Zij
hebben weinig nationale of godsdienstige vooroordeelenen, van alle In
dische volken is er geen, dat meer tot de Europesche beschaving is ge
schikt. De vrouwen zijn er niet in hare hu>»°n opgesloten, zij zijn,
der Schotsche bergbewoners. De beide geslachten stellen grooten prijs
op lang hoofd-haar, maar dulden het op geen ander deel des ligchaams.
De mannen hebben het hoofd met eenen doek bedekt, welke aan het
haar wordt vastgehecht. Hun schoeisel is eene lederen zool door riemen
gehouden wordende. De vrouwen hebben lange kleederen, welke echter
aan beide zijden geheel open zijn, zoo dat zij geen voet kunnen verzet-
.ten zonder hare beenen te ontblooten. Hare haren zijn op het voor-