stoomboot, voor de vaart in Indien bestemd, voorgevallen, moet elks
verwondering opwekken; van daar de menigvuldige geruchten te dezen
opzigte verspreidterwijl men dit van den eenen kant geheel aan kwaad
willigheid wil toeschrijven, zijn er wederom anderen die dit als een
volkomen bedrog van de zijde van de Nederlandsche Stoomboot-Maat
schappij willen doen aanmerken.
Wij hebben geene redenenom in dezen voor iemand partij te kiezen
doch beschouwen de zaak ernstig genoeg, om te trachten in dezelve
eenig meer licht te bekomen, en, zoo als wij dit van den aanvang
dachtenvernemen wij nu van goederhanddat het contract omtrent de
levering van den Pylades te Javaniet door den tegemvoordigen Minister
van Koloniën, maar wel gedurende het bestuur van zijnen voorganger
gesloten is, en bierbij is wel uitdrukkelijk bepaald, dat de constructie
moest geschieden onder toezigt van den heer scheeps-Ingenieur G/eavi-
mans, een man zoo door zijne naauwgezetheid als uitstekende talenten
algemeen geacht; hierdoor vervalt nu alle verdenking van gepleegd be
drog, te meer, daar men ons tevens verzekert, dat liet rooverschip de
Pyladesin der tijd door de Maatschappij gekochtsints lang werkelijk
gesloopt is.
Wanneer nu al het bovenstaande op goede gronden rnst, dan zoude men
zeggen, is het te vreezen, dat kwaadwilligheid alleen oorzaak kan zijn van
het gebeurde met den Pylades, en daar het blijkbaar bewezen is, dat die
kwaadwilligheid niet kan zijn geschied zonder eenige medehulp van een
gedeelte van het scheepsvolk, zoo moet het elk, die hierover nadenkt
verwonderen, dat het feit, sints acht dagen geschied zijnde, men nog vol
strekt niet verneemt, dat er eenig geregtelijk onderzoek in dezen heeft
plaats gehad
Want hoezeer de boot eerst na de aflevering in de Indien moest betaald
wordenen er dien ten gevolge door het bestuur geene schade wordt ge
ledenis evenwel de opzettelijke kwaadwilligheid niet minder regelregt tegen
de Regering gerigt, daar deze in haar ontwerp, om ook op Java eene stoom
boot te hebbenop eene bedroevende wijze wordt te leur gesteld.
Er zijn berigten uit Curasao tot den 16 November des verleden jaars.
De couranten van dit eiland geven verslag van de hevige stormen, welke
in de maand September op eenige West-Indische eilanden gewoed hebben.
Op Porto-Rico zijn vele plantaadjen verwoest en eenige vaartuigen vergaan.
Omtrent de viering in Julij 11. van her tweede eeuwfeest der planting van
de Nederlandsche vlag op Curasao, wordt in voornoemde couranten een
uitvoerig verslag geleverd, en daarin ook veel gezegd omtrent de inbezit
neming van die kolonie door de Hollanders. Op het eindq van dit verslag
drukken zij zich aldus uit:
Hoe naauw is de band, door twee eeuwen versterkt, die deze kolonie
aan het moederland en het Huis van Oranje verbindt. Vijf van 's Konings
voorzaten, die het hooge bewind in Nederland in handen hadden, bevor
derden ook den voorspoed dezer kolonie; namelijk Fredrik Hendrik, Wil
lem II, Willem III, Willem IV en Willem V. De zeegepralen van Fredrik
Hendrik zullen ook den Hollanderen van Curayao tot blijdschap gestrekt
hebben; in de troonsbestijging van Willem III, in Groot-Britannie, zullen
zij insgelijk eene eer gesteld hebbende verovering van Nederland door
de Franschen en de vlugt van Willem V hebben de huizén dezer kolonie
doen ten onder gaan, en de verlossing van Nederland en de terugkomst
van Willem I hebben ook voor ons een nieuwen morgenstond van geluk
doen aanbreken. Handel en zeevaart herleefden een weinig; doch toen
ongunstige tijdsomstandigheden dezelve meer en meer deden verflaauwen
gaf de vestingbouw vele handen werk en bragt veel geld in omloop
terwijl de hoop op een garnizoenevenredig naar de uitgebreidheid dezer
vestingwerkeneen depót der West-Indische maatschappij en het daarstel-
len van het kanaal ter verbinding van den Atlantischen Oceaan met de
Stille Zuid-Zee, onze uitzigten op meerderen bloei en welvaart verleven
digden doch de Belgische opstand deed den vestingbouw staken en ver
ijdelde alle onze schoone uitzigten terwijl de maatregelen van onregt en
geweld tegen Oud-Nederland genomen ons hart griefden. Doch onder al
deze treurige omstandigheden blijft ons nog de hoop over, dat de gebeur
tenissen te onzen gunste kunnen veranderen, dat er licht kan opdagen
van de zijdewaar wij zulks niet verwachtenen dat wij ons nog eens
in welvaart mogen verheugenterwijl wij ons overtuigd honden dat onze
Koning niets onbeproefd zal laten wat ons eenige verligting kan aanbrengen.
Het volgende is eene opgaaf van die Souvereinen en Vorstelijke per
sonen welke in het voorleden jaar overleden zijn
De Hertog van Wurtembergde Prinses van Beauveaugeboren Choiseul
van Preslin; de Prins Willem Frederik Nicolaas Karei, zoon van Z. K. H.
den Prins Frederik der Nederlandende Aarts-Hertogin Maria Maximi-
liana Thecledochter van den Groot-Hertog van Toskanede zoon van
Leopold te Brussel; de regerende Hertog van Anhalt Bernburg; de Prins
van Salra-Salmde Hertogin Louisa van WurtenbergDon Pedrode
Hertog Albert van Mecklenburg SchwerinZ. K. H. de Hertog van Glo-
chester, schoonbroeder van den Koning van Engeland; de Prins Willem
Karei van Hessen-Philippsthal (van Denemarken)de Dey van Algiers
en eindelijk de Schach van Persie.
In de Belgische Kamer van Afgevaardigden is de wet van het veran
deren van centen in centimes, hoewel dit een verlies van 1,200,000 franken
oplevert, aangenomen, als ook het budget der Marine; de onderhandelingen
waren nu over het budget van het Ministerie van Justitie.
Uit Belgie schrijft men, dat de meeste regimenten des legers eene
aanmerkelijke versterking van 4 a 500 miliciens bekomenzonder dat men
van het terug zenden van een even gelijk getal oude soldaten hoort: het
leger zou dus binnen kort met een zesde vermeerderd zijnen dus naar
de opgaaf des Ministers, 128,000 man bedragen!
AMERIKA.
New-York den 20 November. In de Vereenigde Staten van Noord-Ame-
rika bestaan thans 21 Maatschappijen van Matigheid, met deze staan meer
dan 4000 hulpmaatschappijen in verband. Meer dan anderhalf millioen men-
schen hebben bij zich zeiven beslotenom zich van allen gebruik van ster-
kendrank te onthoudenen meer dan 500,000 personen hebben zich hiertoe
piegtig verbonden. Meer dan 600 schepen stevenen uit de havens van Noord-
Amerikazonder geestrijke drankenten gebruike van het scheepsvolks aan
boord te hebben. Meer dan 1500 stokerijen zijn gesloten geworden; meer
dan 400o sterkendrank-verkoopers hebben met hunnen handel opgehouden.
Meer dan 4500 personen aan dronkenschap verslaafd, zijn van dit gebrek
genezen. In 1828 rekende men dat er in de Vereenigde Staten nog 375,000
menschen waren, die de gewoonte hadden, zich dronken te drinken. On
geveer 15,000 werden jaarlijks, uit hoofde van dronkenschap, door de ver
schillende kerkgenootschappen geëxcommuniceerd. Men telde, in de groote
steden, voor elk twaalftal van huisgezinnen éénen sterkendrank-slijter en er
werden jaarlijks in de gezamenlijke Staten 500 moorden begaan, waarvan
dronkenschap de omniddelijke oorzaak was.
De Amerikaansche dagbladen deelen een bevelschrift van den Minister
van Oorlog medewaarbij de invoer van sterke dranken in alle fortenleger
kampen en vestingen der Vereenigde Staten verboden wordten te gelijk
gelastom het rantsoenhetwelk daarvan aan de soldaten uitgedeeld werd
door koflij en suiker te doen vervangen. Het is den leveranciers uitdruk
kelijk gewaarschuwd, om aan de troepen geen drank te verkoopen, en zij
zijn verwittigd, dat er geene betaling geschieden zal voor hetgeen zij,
strijdig met dit bevelschrift, mogten geleverd hebben.
Te gelijk heeft een aanzienlijk aantal dagbladen verklaard, dat zij wei
gerden, 0111 voortaan aankondigingen van verkoop van sterke dranken te
plaatsen, daar de uitgevers begrepen hebben, dat dezelve den voortgang-
der Maatschappijen van Matigheiden het doel dat deze beöogendaar
door zouden kunnen tegenwerken.
In den Amerikaanschen Almanak voor 1835, tfcft men de volgende 1
statistieke opgaven, betrekkelijk de Vereenigde Staten aan:
Massachusetts bezit 66 Staats-banken met een kapitaal van 20 millioen
dollars; New-York 37 met hetzelfde kapitaal; Pennsijlvanie 33 met 14
millioen en Marijland 13 met 6 millioen kapitaal. Tusschen 1 January i8n
en 1 Julij 1830 zijn in Massachusetts 6, in New-York 10, in Pennsijl
vanie 16 en in Marijland 9 banken gefailleerd. Het disconto in de vier
voornaamste steden der Unie bedroeg in 1830 te New-York 130 millioen,
te Philadelphia 69,307,472, te Baltimore 36,211,864, te Boston 69,550,000
dollars. Het getal der letterkundige scholen in de Vereenigde Staten
is 64; de voornaamste zijn Hervard University en Tale College', eerstge
noemde heeft 30 leermeesters en eene bibliotheek van 40,000 boekdee-
len, laatstgemelde 26 leermeesters en 8,500 boekdeelen; St. Mary's College
heeft 24 leermeesters en 10,500 boekdeelen. Den sterksten handel
drijven de Vereenigde Staten met Engeland, Frankrijk en Cuba. De
invoer uit Engeland in 1833 beliep 36,668,315 dollars, uit Frankrijk
I3,43i,d?8 "it Cuba 19,754,787 dollars;de uitvoer naar Engeland 31,035,441
naar Frankrijk 13,772,221 en naar Cuba 5,672,700 dollars. De staten New-
York, Massachusetts, Pennsijlvanie, Louisiana en Marijland drijven dén
rterksten buitenlandschen handel. De voornaamste havens zijn: New-
York, Boston, Philadelphia, New-Bedford, New-Orleans, Portland en
Baltimore. Het tonnengeld bedraagt in New-York ongeveer 300,000in
Baltimore 41,000 dollars. De hoofdartikels van uitvoer bestaan in katoen,
tabak, meel, rijst en versch varkensvleesch; van katoen wordt voor
omtrent 36 millioen en van varkensvleesch voor 2 millioen dollars uitge
voerd. Gedurende het jaar 1832 hebben de ontvangsten ruim 30 mil
lioen dollars opgeleverd, zijnde meerendeels afkomstig van de tolgelden.
De uitgaven beliepen 34 millioen, waarvan de helft werd bestemd tot
de aflossing der openbare schuld. Er verschijnen in de Unie 8 genees
kundige, 3 regtsgeleerde, 12 landbouwkundige, 88 godsdienstige, 18 matig
heids en 1265 staatkundige tijdschriften. De gansche openbare schuld
beloopt op dit oogenblik niet meer dan 5 millioen dollars. De Pres
byterianen bezitten 7 theologische seminariën, de Congregationalisten 4,
de Doopsgezinden 3, de Episkopalen 2, de Lutherschen 3de Duitsch-
Gereformeerden 1. Van 1 Januarij tot ultimo Dec. 1834, zijn te New-York
ingevoerd voor 52,031,364 dollars aan koopgoederen en 9,498,962 dollars
aan klinkende munt. Tot op 8 November kwamen aldaar 26,104 reizigers
uit Groot-Britannie en 11,569 van het Europesche vasteland aan, te
zamen 37,673 reizigers.
A E G Y P T E.
Over Triest wordt van den 3 Januarij geschrevendat de nieuwste be"
rigten uit Alexandrie nog geene verandering melden in de aldaar op zulke
eene treurige wijze uitgebarsten pestde ziekte vorderde meer en meeren
breidde zich landwaarts-in uit.
Ook die berigten bevestigen de tot stand gekomene bijlegging der hoofd
verschillen tusschen de Porte en Mehemed-Alien maken bijzonder daarop
opmerkzaam, dat Ibrahim-PachzOrfa, hetwelk hij wederregtelijk bezet
hieldop bevel van zijnen vader ontruimd heeft.
Uit Albanië komen te Triëst verschillende geruchten aandan eens
heet het, is geheel Albanië in opstand, dan wederom, een gedeelte, einde
lijk volgens anderenzijn het slechts gedeeltelijke onlustenwelke sedert
20 jaren niet geheel opgehouden hebben. Het laatste kwam aldaar het
waarschijnlijkste voor.Of door den invloed van Mehemed-Ali dit onlusten
begonnen warenkon niet bepaald worden.
RUSLAND.
Eene lijst van Russische schrijvers is door het Ministerie voor de volks
verlichting bekend gemaakt, aan hetwelk de Keizer zijr.e goedkeuring heeft
doen betuigen. Onder deze bevinden zich verscheidene opstellers van ge
dichten bij gelegenheid van liet feest der Alexanders-zuüonder deze is een
Hebreeuwschhetgeen met de Russische vertaling door een Joodsch koop
man is in het licht gegeven.
PORTUGAL.
Lissabon den 3 Januarij. Den 2den heeft de Koningin in persoon de
vergadering der 'Cortes met eene aanspraak geopend, welke de gun
stigste getuigenissen omtrent den binnenlandschen en buitenlandschen staat
kundigen toestand bevattede. Zij was door het volk, bij haren Optogc
naar het paleis der Wetgevende Magt zeer koel ontvangen, hetgeen mis
schien aan de militaire maatregelenwelk genomen warenmoet toege
schreven wordenwelke weder afgeleid werden van het afschieten van
een pistool, daags te voren, in de nabijheid van het paleis van de
Koningin, en hetgeen, volgens sommigen, op haar persoon gemunt was.
Voorts werden er te Lissabon voor de ontvangst van den Hertog
van Leuchtenberg groote toebereidselen gemaakt.
SPANJE.
Te Madrid was men van gedachte, dat de Carlisten in de noordelijke
provinciën ontmoedigd warenen de Pretendent zeer gaarne zich zou ver
wijderen. (Bewijzen echter voor dat gevoelenworden niet opgegeven.)
Zumala-Carreguy echter en de andere opperhoofden hielden hem terug. Ook
verhaalde men, dat de Graaf Vtllemurwelke uit de Carlistische Junta ver
bannen isin onderhandelingen was geweest over het vertrek van Don 'Carlos.
In Spanje komen tegenwoordig 77 staatkundige dagbladen in het licht!
Don Carlos heeft de isten Januarij de volgende proclamatie uitge-*
vaardigd.
Bijaldien'eenig ingezeten der vlekken Huarte en Villaba het transport
van eetwaren of andere zaken naar het garnizoen van Pampeluna begunstig
de zullen die vlekken niet alleen worden in 'brand gestoken, maar ook de
leden der Ayantamiento worden gefusilleerd."
Deze order is in alle de dorpen, rondom Pampeluna afgelezen.
De berigten van het tooneei des oorlogs zijn wederom zeer uit
een loopend. Volgens de Fransche dagbladen zijn er verscheidene ge
vechten geleverdvan welke elke partij zich de overwinning toeschrijft:
zoodat men wederom m-'sschien stellen moet, dat er niet veel meer dari
schermutselingen, zonder eenen bepaalden uitslag, hebben plaats gehad.
Ondertnsschen blijkt, dat het convooi, bevorens gemeld, uit Elisondo
vertrokken, in deze stad is moeten terugkeeren, daar het zeker anders 1
door de Carlisten zou genomen zijn. Volgens anderen zelfs was het de
Fransche grenzen wederom overgetrokkenzich op eene andere plaats
over dé grenzen zullende begeven.
In eene der laatste schermutselingen moet er een paard onder Zu
mala-Carreguy zijn doodgeschoten, en dit legerhoofd zelf eene ligte wond
bekomen hebben.
Omtrent dit laatste wordt uit Bayonne van den 9den, geschreven:
Het gerucht is verspreid geworden van eene voor de troepen der
Koningin in de omstreken van Ataun zeer voordeelig uitgevallen gevecht
in hetwelk Zumala-Carreguy een paard onder het lijl is doodgeschoten
en hij zelf eene wond heeft bekomen. Daar men geene bijzonderheden
opgeeft, is het goed te wachten, ten einde zich niet met valsche vreugde
te verblijdenwant het konde zeer wel daarmede gaan als met de groote