I
A
N T,
;V- 1834.
LEYDSCHE
WOENSDAG
•Vita
N". 140.
DEW io DECEMBER.
Burgemeester. en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze
ter kenuisse van de Pacencpligtige Ingezetenen dezer Stad, dat nog voor
bet laatst tot de afgifte der gezegelde Patentbladen voor den jare l8-|f
ter Sectetarie zal gevaceerd worden op Maandag, Di'igsdag en Woensdag,
den S, 9 en 1° December 1834, des namiddags van vijf tot zeven ure.
Lenden den 4 December 1834.
J. G. de Met.
Ter ordonnantie van dezelve,
P. A. du Pui.
N
N.-
EDERLANDE
Leyden den 9 December.
HH. KK. HH, Prins en Prinses Frederik der Nederlandenmet Hoogst,
derzeiver Dochtertje, zijn gisteren avond, omstreeks 6 ure, deze stad
oepasseerd, uit Beriijn komende en zich naar 's Hage begevende, waar
Hoogstaezelven dien avond zijn aangekomen,
jn '6 Gravenhage Is bij gelegenheid van den verjaardag van Z. K. H.
den Ptins van Oranje, des morgens dejeuner bij den Print en des middags
oala-diner ten hove geweest. De Koninglijke Prinsen hebben das avonds
een "prachtig vuurwerk afgestoken.
jn de zitting van de Tweede Kamer der Staren-Generaal van den 8sten
dezer, heeft de beer Frets betigt, dat hij door ongesteldheid de vergade-
rins n'iet kon bijwonen; is ontvangen eene kennisgeving van het overlijden
van het lid der Kamer, den heer van Boeiens, en zijn ingekomen twee pe
titiën, die aan <*e commissie zouden worden verzonden, ais eene betrek
kelijk'de verhooging van de inkomende regten op de granen, en de an
dere van de regtbank van eersten aanleg te Alkmaar, houdende bedenkingen
tegen het ontwerp van wet op de zamenstelling der regcerlijke magt.
De beraadslagingen over het omwerp van wet, betrekkelijk den aanslag
der grondbelasting in 1835, geopend zijnde, heefc de beer van Swinderen
ich tegen het ontwerp verklaard, omdat de Regering zich niet heeft ge-
h oden aan het voorstel derstaats-commissie der grondbelasting, strekkende
01 toepassing van het kadaster voor die gewesten, welke te hoog belast
tfcor tiet geheel, en voor de helft op dia provinciën, die hooger
belast zouden moeten worden. Had de Regering zich aan die voordragt
bonden, hij zon dezelve hebben aangenomen als een conciliatoor middel
rot bevordering van eensgezindheid en rust. Doch, in plaatse daarvan, is,
'-or het omslaan over alle gewesten, van 400,000, die de schatkist door
d,t middel zonde lijden, het doel vaD de door de staats-commissie aange-
n buipweg vervallen, en zal men door de niet-bestendiging der wet
voor vólgende' jaren, als 1835, jaarlijks eindelooze geschillen over dit on
derwerp ooen voortduren. Naar zijne meening is de staats-commissie niet
in de mogelijkheid, om alle billijke klagten uit den weg te ruimen.
De heer Cats verdedigt de grondslagen van het kadaster en blijft op des-
rs ue'-ee'e invoering aandringen. Zijne uit te brengene stem zal van den
1 is gverdh.re raadplegingen afhangen. Intusschen betreurt hijdat de
lt'"er!ïig niet heef: goedgevonden zich -aan het voorstel der siaats-Com.
missie te houden.
De heer van Sijtzama verklaart zich tegen de voordragt, omdat hij de-
elve als strijdig beschouwt met het algemeen belang; met het voorschrift
2 ar[ !„g der grondwet, volgens hetwelk er geene privilegiën in de be*
bstingen zullen worden toegelaten; met de wet van 1816, die de geheele
toepassing des kadasters vordert; met de vereischien van eene transactie;
en als strekkende tor bevestiging van onregt. Hij meent, dat de Regering
var, het stelsel des kadasters niet moest zijn afgegaan; dat door het voor
gesteld ontwerp de weg wordt gesloten, om verbeteringen ia de grond
slagen der onderhavige belasting te verkrijgendat slechts de Koning de
waatlijk onpartijdige meter in deze zaak is, en geenszins eene staats-com
missie, waar, in het klein, dezelfde oneecigheid, als in de Kamer, omtrent
dit onderwerp, bestaat; dat de RegeriDg er niet had moeten toe overgaan,
om voor de betrekkelijk geringe 6om van 400,000 het middel weg te
nemen, om de ontginningen te bevorderen, om nuttige inrlgtingen daar te
stellen, om den bloei en de welvaart der ingezetenen ailen mogelijken voort
gang te geven. Hij gelooft, dat men in 1835 bet kadaster voor 3/4 had
moeten toepassen, en herinnert zijne medeleden de spreuk van den wijsten
dei Koningen, dat het beter is weinige inkomsten met volle regtvaardigheii
dan veelheid van inkomsten zonder regtHij beklaagt zich over de opcen
ten d.r grondbelasting. Tot bevordering van eendragt en kalmte, had hij
we! voor de laatste maal de niet geheele toepassing des kadasters over hst
hocid gezien; maar nu, zoo als hij meent dat gedaan wordt, ontegc op
onregt te stapelen, daarin kan hij niet bewilligen.
De heer 1 an Nes beweert dat de grondbelasting het eenige onderwerp
is, waaromtrent zaden van tweedragt cusschen de onderscheidene gewesten
bestaan terwijl toch nopens alle aangelegenheden betrekkelijk 's lands vrij
heid en onafhankelijkheid in de laatste jaren eene zoo loffelijke eenstem
migheid heeft geheertcht. Tot wegneming van die indrukken, welke in
het vervolg verdetfelijk zonden kunnen zijn voor ons regt en orde deed
tie staats-commissie een voorstel aan de Regering, om een tusschenweg in
te slaan. Van alle zijden werd dat voorstel goedgunstig opgenomen maar
de Regering alleen ging er van af, en kon niet besloiteD om f 400,000
die zó door dien maatregel verliezen zoude, op te offeren. Het voorstel,
strekkende om de 400,000 over alle de gewesten om te slaan, bevalt
thans aan schier niemanden bovendien het doel der staats-commissie
tamelijk het voorkomen van de jaarljjksche twisten over deze belasting,
is, door at te zitn van de voordragt, om de wet ook voor volgende ja.
ren, dsn 1835, van toepassing te verklaren, geheel verloren. Hij zoekt
t u vruchteloos naar den minsten schijn van billijkheid in de onderhavige
vooicisgi. Verwarring, geene ontlasting, is het gevolg van de wet, daar
toch de oogenschijnlijke vermindering slechts ontstaat uit de weglating van
6 pCt. Eene vermindering van de hoofdsom der grondbelasting zou zich
ook, uit een staatkundig oogpunt, aanbevelen, daar het toch algemeen
bekend is, aat de voortbrengselen vaD den vaderlandschen grord zijn ver
ruim, e d en het ongunstigste jaar, hetwelke tot grondslag rnogt genomen
zijn nog gunstiger dan het tegenwoordige voor den landbouw is. Die
vei mindering heeft geere tijdelijke oorzaak, maar is voor het vervolg te
voorzien, Aan den anderen kant is de huurw,.aide der woningen overal
geklommen. landbouw lycit ten gevolge der tyds-omstandigheden, de
gitmiibezitttr beek m nlle de lasten die alle andere gewesten diukken
en men zal alzoo tot! verligting van deszelfs toestand moeten komenja
denzelven zelfs ondersteunen door invoering van beschermende wet
tenbelastingen op buitenlandsche producten, de vaststelling van koran
wetten, tot groot nadeei van andere frakken van bestaan; wijzende hij
te dier, aanzien op het voorbeeld in Engeland, EeDe vermindering van
den last van den landbouw zon dienvolgens overeenkomen met de begin
selen van goede staatshuishoudkundezon bijdragen tot bescherming van de
voortbrengselen van den inlandschen landbouw en nijverheidde weldadige
invloed daarvan zou zich over Oud.Nederlaud verspreidenen men zou
r.aar geene verbodswetten behoeven nit te zien.
Da heer Hooft erkent het drnkkende van den maatregel; hij weet het',
dat Holland van de 8 millioen grondbelastingten gevolge van dit ont.
werp, 3§ millioen zal moeten betalen; maar daar de Regering goedgevon
den heeft de wet slecht9 voor een jaar van kracht te doen zijn daar de
geheele toepassing van het kadaster nog niet kan worden gevorderdom
dat de staats-commissie zich nog steeds met het onderzoek der abuizen
bezig houdt; en daar hfj niet zon wecen de f 400,000, ten gevolge van
den anderen aangeprezenen weg te znllen kannen vindenzal hij voor de
wet stemmen; verlangende hij bij derzelver mogelijke afstemming, in dat
gevalde verdere toepassing des kadastersen dat wel voor 3/4.
De heer van de Mortel stemt tegen de wetomdat de grondslagen vau
het kadaster steent zijn, en hij tot derzelver toepassing niet kan mede
werken ten zij de Regering de hoofdsom der belasting vermiodere. Hij
staaft zijne rede met berekeningen der schattingen in Noord.Brabanden
het door de Gedeputeerde Staten van dat gewest b(j de Kamer aangevoerde.
De heer Knifhorst kan de wet niet aannemenhjj gispt het kadaster-
wetk, en doet de te hooge schattingen in de provincie Drenthe zien.
De heer Qu-.ntus herinnert zijne meeniDg tegen het kadasterwerkin
vorige jaren te keonen gegeven, en toont met berekeningen aan, dat de
ondervinding hem in zijn gevoelen in allen deele heeft bevestigd. Hij zal
tegen de wet stemmen.
De heer van liemtrt zal tegen de wet stemmenomdat men daarbij een
eersten stap doetom van het stelsel des kadasters af te gaaDzonder
dat daardoor de eensgezindheid tnsschen alle de leden van de kamer iets
zaï worden bevorderd. De wet heefc ten gevolge daarvan alle aanlokke
lijkheid voor hem verloren en hij vertrouwtdat de Regeringbij eene
verwerping der wet, een voorstel zal doen, om drie vierden van bet
kadaster op de grondbelasting toe te passen.
De heer Lujben allen blaam van provinciallsmns van zich afwendende,
die niet kan bestaan, wanneer de leden ook andere gewescen van lasten
willen ontheffen, toont uit de kadastrale uitkomsten in Noord.Bratjand, dat
dit werk op geheel verkeerde grondslagen rost en vooralwat dat gewest
betreft, als veel te hoog opgevoerd kan worden aangemerkt. Hij vreest,
dat de aanneming dezer wet de nadeeligste gevolgen voor de eensgezind
heid tusschen alle de deelen des Rijks zon kunnen na zich sleepen.
De heer de Bordes neem: almede de wet niet aan. Hij gelooft, dat de
Regejjii&^yan. .het—gjeltnl. unn Aat Wwcrmtt Tïad moeten afwijken; dat
men de toepassing daarvan, bij eene aanneming der wet, voor langen tijd
ais uitgesield kan beschouwenen dat de te ontlasten gewesten bezwaard
zullen worden, door de oplegging der over alle de gewesten 01a te slane
400000; meenende hij, dat omtrent alle de aangevoerde bedenkingen
tegen het kadasier-werk de waarheid wel in het midden zal liggen.
De heer Hinlopen had de toepassing vap. het kadaster voor drie vierden
op de grondoelasting verlangd; ziet met leedwezen, dac de Regering een
rijspoor heeft ingeslagen hetwelk hij niet kan goedkeurenhoezeer hij
geen bewonderaar van het kadaster is; dat hij ondertusschenom des
vredes wiliezjjne goedkeuring kon hechten aan een ontwerp waarbij
de toepassing voor de helfc der uitkomsten van het kadaster op de te be.
lasten en voor het geheel voor de te ontlasten gewesten zou worden be
paald. Ook hij gelooft, dat de vermindering der hoofdsom een middel
tot opbeuring van den landbouw zou hebben uicgemaakt. De hoofdsom
men blijven toch voortdurend bestaan: de opcenten hangen van de tijds
omstandigheden af. Hij zal tegen de voordragt stemmen.
De tijd te verstreken zijnde, en nog onderscheidene leden ingeschreven
zijndecm het woord te voerenwordt het vervolg der beraadslagingen
bepaald op mergen Dingsdag ten 10 ure.
In die zitting is verder beraadslaagd over het ontwerp van wet, strek
kende tot omslag der grondbelasting voor den jare 1835. Nadat nog zes
tien leden daarover het woord hadden gevoerden wel de heeren van
Wickevoort CrommelinCorver-HooftBeelaerts en Boddaertten voordeele
van bet ontwerp, heefc Zijne Exc. de minister van financiën, In eene nit.
voerige rede, hetzelve uit verschillende oogpunten verdedigd, en.de regt-
vaardigheid van het ontwerp betoogd. Z Exc. heeft, onder anderen,
aangetoond dat de geheele bezwaring van sommige gewesten slechts neder-
komt op f 315.897 en de ontlasting integendeel bedraagt f 1,714,000dac
te allen tl de de grondlast veel hooger is bezwaard geweestdan voor 1835
is voorgesteld; dat de klagten nit Noord-Braband wegen» te hoogen aan
slag, in vele opzigten ongegrond zijn; dat Z, Exc, intnsschen niets lie
ver verlangde dan bevordering van eendragt en eensgezindheid dat die mi
nister niet vreesde, dat dezelve door de aanneming dierwet in het minst niet zon
worden gestoord; maar dac, welk ook de uitslag der stemming mogt zijn,
de Kamer de keuze had tnncnen het onderhavige voorscel en het wets
ontwerp der staats-commissie, strekkende cot vermindering der hoofdsom
met 400,000 en bet bestendigen van den maatregel voor het vervolg.
Het ontwerp in omvrage gebragt zijnde, werd met 44 tegen 8 stemmen
verworpen; zoodac Z. M. dienvolgens zal worden verzocht hetzelve in
nadere overweging te nemen.
De zitting is voor onbepaalden tijd gescheiden,
Op den 30 November is teOlterierp, in Vriesland, Id den ouderdom
van ruim 68 jaren, overleden de heer Mr. Ambrozius Ayzo van Boelens
ridder der orde van den Nea'erlandschen Leeuw, lid van de Tweede Ka
mer der Staren-Generaal, grietman van Opsterlandeen man, die zoo wei
om zijn braaf karakter, als om zijne knnde en minzaamheid hoog geacht
was bli allen, die hem kenden,
U11 Groningen wordt van den 4deti dezer gemeld: Men verneemt
met genoegen, aat heeren commissarissen van hec feest ter herdenking van
den akademiscnen leeftijddat alhier in 1830 gevierd Is, voor hec van dat
feest overgebleven geld eene streep land hebben gekochthetweik ligt ten
noo.iL 11 van de moestuinen, tusschen de Ebbiuge. en RoitLriiigj.poouen.