/V- "*34' LEYDSCHE N'. "9. COURANT. MAANDAG DEN tj OCTOBER. NOTIFICATIE. BoUtKtllTM en Wethouders der Stad Levden geven bii deze kennis lao de Ingezetenen derzelve Stad, dat bet Keltier ier Patenten ever het jaar 18JJ, b|j Z. E. den heer Staatsraad Gouverneur van Zuid. Holland op den7den deter;, executoir verklaard j ter invordering, in hao. den »an den Ontvanger der Directe Belastingen it gestelden dat de aan- «lap-biljetten aan de Patentpligiigen eerlang tullen worden bezorgd welke «eeltig gebonden zijn van dat Patentregt gedeeltens In éénsbenepens let negelregt en de beschrijvings-kostenten kantore van den voornoemden Ontvanger op de gewone zitdagen en uren aan te talveren. En worden gemelde Patentpligtigen bij dete gewaarschuwd, dat het ge- aegt/de Patentop vertoon der kwitantie van den "genoemden Ontvanger, zal moeten worden afgehaald ter Secretarie deter Stad. van den 17. tot den at. November aanstaande, dea namiddags tusschen vijf en teven uren, uitgezonderd de Zatntdag en Zondagalsmede dat den geen welke patent, pligtig i'en onverhoopt geen aanslagbiljet mogt hebben ontvangen gehouden zal zijn zich ter verkrijging daarvan ten kantore van meergemel- den Ontvanger aan te melden en dat van heden af de termijn van drie maanden ingaatbinnen welke de reclames tegen de aanslagen in voorzeide belasting behooren te worden ingeleverd. Wordende de Patentpligtigen bij deze ernstig vermaard, om ter voorkoming ♦an schadezich van voorscbrevene verpligtingen naauwkeorig tekwijteo. Aldua gedaan en gepubliceerdbfl II. H. Burgemeester en Wethou. ders der Stad Ltyden, op den 13. October 1834. L'V-j j, G. de Met. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. do Po». N. NEDERLANDE Lev den den a6 October. Hei volgende ia ons ter plaaralrg toegezonden: Programma der Hollandsche Maatschathj van Fraajje Kunsten en Wetenschappen, voor «et jaar 1834. De Holler.dsche Maatschappij van Praatje Kunsten en A etenschappen hield, den zotten van Herf tmaaid tietea jaars 1834, hare j«arllj« che A'gemeene Vergadering te Amsterdam01 der Voorzitting van den Hoo -Edei-Gestren- gen Heer Staitsïaict, Mr. m. c. van hall. Bidder der Orde van den Ne. far lat osc hen Leeuw iremitter van de Regthank van Eersten Aanleg zitting hekhende te Amsterdam, Lid van verdienste bij deze Maatschappijenz die dezelve cper'de tret eene reoevoeting ever den Dichter pope, ets diens Uerdithts Essay en criticism, gevolgd van eene bloemlezing u t de twee laatste gedeelten van hetzelve. Hietop deed de algemeene Secretaris Verslag van de voornaamste hande lingen der Maatschapptjsedert de laaisie Algemeene Vergadering, den jaden van Herfstmaand des jaars 1833 te Rotterdam gehouden, en van ba ren tegen wrordigen staat; waarna de Heer Voo-zltfr aan denzrlvenala daartoe gemsgtlgd, voor den Heer Mr. j. c. w. le jeÜne, Lid van de Maatsehapf ider Nederlandsche Letterkundeenz.te *s Cravenhageden gou. dec eereptnt ing uitreikte, aan gezegde Heet le Jeunein de vorgp A'ge. meene Vergtderin gtregekerd, wegeoa lijne begroonde. e» in het IXde Deel der Werken van de Maataehapplj oitgegevene Verhandeling, ever de rege len welke men in acht behoort le urmen in het verrijken enzer moedertaal Vervolgen weid de Vergadering herinnerd, dat op de, in den jare 1859 Tiitgescbtevetie, en bij het bnitengewoon Programma van den 3i«ten van laouwmaard 1831, op nieuw opgegevene vraag, in het vak der A ijsbegeerte: 'u Hal detkbee/d heeft men zich te vermen van de hedendaagsche Prikt' m ver lichtst g en haren invloed ep de zedelijkheid, bijzonder in ons m Vaderlanden welke middelen mee» men aanwendenom dezelve uit m te breiden of te wijzigen E" in 1833 eer aniwiotd was ingekomen, geteekend: et bona sunt vieina ma/is. fin hetwelk in de Algemeene Vergadering van dat jaar de gouden eerepen- cing waa toegekend, Indteo de Schrijver mogt kunnen besloiten, ten ge* aoegen van bet Algemeen Bestuur der Maatschappij, gebruik te maken vao de aanmerkingendoor de beoordeelaren op hetzelve ingebragt. Dat de Schrijver aan de uitnocdiging, veivat in het Programma van 1833, door het inicnden van eene geheel omgewerkte Verhandeling, ten genoe gen van vier eer vijf beoordeelaars voldaan had, en dat hem alzoo de gou den eerepennlDg ia toegewezen. Bii het opeten van het naambriefje bleek de Schrijver van deze Verhan deling te zijn, de Wel-Eerwaatde lieer sjoeid ebeles wieling, Leeraar der Doopsgezinden te Zaandam. Vootta werd aan de Vergadering kennis gegeven, dat op de volgende, In den jate 1831 opgegevene, en bij het buitengewoon Programma van ♦en zitten van Sprokkelmaand 1833, op nieuw uitgeichreveoe vragen: a. In het vak der Algemeene Taalkunde: M ff elke zijn de voordee/en, die uit de bewaring eener eigene taal voor m de welvaart, de beschaving en zedelijkheid van een volk voort vloei- mjen, en welke nadeeten heeft men van de geheeie of gedeeltelijke 9 ver waarlozing der moedertaal te wachten E" geen attneord is ingekomen; en 11 besloten deze vraag andermaal eit te schsQven, en den tijd der beantwoording te stellen vóór of uleerlijk op den isten vao Louwmaand 1836. en b. In bet vak van de Theorie der Dichtkunst: m ff elke vereischten moet ten Dichter bezitten en in de voortbrengselen m zijner kunst aan den dag leggen, om den naam van Volksdichter bij m uitnemendheid te verdienenen ntlke onzerniet meer in leven zijn- m de Dichters hebben de meeste aanspraak op dezen eer naam verkregen tkn antwoord is Ingekomen, geteekend met de spreuk In anagnis voluisse sat est. Dat echter alle vflt de beoordeelaren die stnk de bekroouiug met den uitgeloofden eereprjjs onwaardig hebben gekeurd: weshalve het naambrief. je. tot hetzelve behoorende, ongeopend id de Vergadering is verbrand. Vervolgens z|jn de oivolgende vragen voorgesteld en aangenomen, om teactw'ooid te worden vóór of op den isten van LouwmaaDd 18361 u. In bet vak der Wijsbegeerte! m fVat zijn eigenlijk beginselsE en in hoe verre is de stelling waardat m de hoogste beginsels, waarvan andere worden afgeleianiet anders a kunnen zijn dan voorwerpen van geleofE" b- In het vak der Theorie van de Dichtkunst! n Hé Ike zijn de voor. en nadoelen, die de zoogenaamde Romantische a Dichtsoort en Schrijfwijze in deze eeuwten aanzien van Kunst en n Zedelijkheid hebben gehad? r. Voor een Dichtstuk! a De togt van heemseerr naar Gibraltar,"* En Is beslo en, om dit jsar geene onbepaalde prijsvraag uit te schrijven; Voorts herinnert de Maatschappijdat zij, vóór of uiterlijk op den isten van Louwmaand 1835, de beanrwoording verwacht der volgende in den jare 1833 ongeschrevene prijsstoffen: a. In bet vak der Nederlandtche Taalkunde t a In welke hoofddialecten is de Nederlandsche Taal te onderscheiden E a welke zijn de voornaamste bijzonderhedenwaarin dezelve uitéén- a loopen? en in hoe verre kan de Redenaar en Dichter tot verfraai- a jsrg en verrijking van zijne voordragt van die bijzonderheden ge- a bruik maken?" b. In het vak der Theorie van Sttil en Welsprekendheid! a Eene Geschiedenis van den Nederlandschen Proza.Stijl, opgehelderd a door eene daarin gevlochten bloemlezing uit de beste Schrijvers cVoor eene Lofrede 1 Antony Heinsiui Raadpensionaris d. In het va* der Theorie van de Schoone Kunsten, buiten de D chrkonst a Welken invloed kan de uitbreiding der Steendrukkunst hebben op ie a beoefening van Schilder, en Graveerkunst? en welke middelen zijn a er uit te vinden, om, bij de volmaking der Steendrukkunst, de a Graveerkunst voor verval te bewaren Eu voor of uiterlijk op oen isten vao Louwmaand 1836 de beantwoor ding der volgende, mede in den jare 1833, opgegevene vragen 1 e. In het vak der Algemeene Taalkonde: a Geeft het verschil der taalstammen reden tot gegronden twijfel, of het a mensehelijk geslacht uit één mentchenpaar is voortgesproten E en f. Als onbepaalde prijsvraag: Een Historische» Roman. De Maatschappij loolc baren gondea eerepenning, ter innerlijke waards van dertig gouden Ducaien, oit aan den Schrijver van het der bekroontng waaidig en best gekeurd siuk, op leder der Bovengemelde onderwerpen; en eentn zilveren, van gelijke grootte en gelijken stempel, aan den Schrij ver van het insge tjks goedgekeurde en de bekroonde Verhandeling of Dient, nuk het t aaatbqkomende stuk. Alle stukken, welke naar den prqs dingen, znllen leesbaar en naauwkeu. rig, doen met eeDe andere hand dan die des opstellers, moe en geschreven •zijn, zoowel wat den tekst en de noten, als wac de verbeteringen en veran deringen aangaat. De stukken zullen met eene zinspreuken niet met den raam des Schtijvers, ODderieekend moeten zijnmaar ineen bijgevoegd ver. zegeli brielje, hetwelk dezeltde zinspreuk tot opschrift heeft, zuilen de voor- eo toe; amen en woonplaa.t des Schrjjjers vermeld moeten worden. De naaraerief]es, behoorende tot die stukken, aan welke geen prijs worde toegewezen, zullen, in tegenwoordigheid der Leden, op de Algemeene Vergadering, ODgeopend verbrand worden. De Schrijverswelke naar deö prqs dingen, en, vóór de uitwring via denzelven, zich, op eenigerhande wjjze, als zoodsnig, bij Beoordeelaren hebben doen bekend women, zullen van deozelven, schoon z|j dien waar» lijk veroiend hadden, verstoken zijn. De bekroo de stukken zqn de eigendom der Maatschappij, en worden onder bate werken uitgegeven; zoodat niemand dezelve' zal mogen laten drukken dan met toestemming oer Bestuurdereu. De lolredcnen en oicntstukken metten opgesteld zijn (o de Nederduitscha taal; maar de antwoorden op de ovetige vragen kunnen ook in het Latijn, Engelsen, Ftansch of Hodgduitsch (dit laatste evenwel me; Italiaanacbe leitetsj geschteven zqn; en moeten vrachtvrij vóór of uuerlqk op den boven bepaalden tijd iDgezonden worden aan den Atgemeenen Secretarie der Maatschappij. Wordende overédokomstig hetgene in de Algemeene Vergadering van den jare 1828 besloten is, ten aa zien der lofredenen, de navolgende bepaling herinnerd: B Dc Maatschappij vordert in eene lofrede geen' bepaalden vorm van kunstmatig opstelmaar behoorlijke inhcttschtsteltrng van de verdien n sten des persoons, van hetgeen hem belangrijk doet zijn en bijzonder m kenmerkti hetzij dit door het verhaal van deszetfs levensgeschiedenis en lotgevallen hetzij op eene andere wijze geschiededoek altijd in een' auiaelsjken, zuiveren, krachsigen en sierlijken stijl, met macht- neming van dc regelen der echte en edele eenvoudigheid. Aan den Hooggeleerden Heer nicolaas Godfried van kampen, Hoog. leeraar aan de Doorluchtige School ie Amsterdamenz,, 11 het Lidmaatschap van feraienste opgeoragco, en zulks teD olqke van de dankbaarheid der Maatschappij voor den onvetmoeiden ijver, waarmede hij hare belangen needs heeft voorgesiain. Tot Algemeeneo Voorzitter der Miatrchappü voor bet volgend jaar is ge. kozen de Wel.Edelgeboren Heer Mr. a zogaeri Advocaat, enz., te Rotterdam, en tot Atgemeenen Secretaris de Wel.Ëeerwaarde zeer Geleerde Heer g. h m. delprat, Lid van het Provinciaal Utrechtsche Genootschap en van de Maatschappij van Nederlandsche LetterkundePredikant bij dc LP also he Gemeente te Rotterdam, enz.; aau venen la.tsien dernaive, gedu rende het ingetreden M.atsCnappeiqit jaar, alle brieven, stukken en ant woorden moeten worden toegezonden. Amsteroam Op last der Maatschtppijt den lasten van Hetftmaaud W. j. C Van Hasselt, 1834. Algemeene Secretaris, In de zitting van de Tweede kamer der Staten.Genetaal van Donder dag den 33 October, biooeo Hage gehoudenheeft de heer Schimmel- petittinck, namens de commissie, oeiast met het den Koning aanbieden der lijst van de drie kandidaten voor het voorzitterschapverslag gedaan, en de kamer aangeko. digddat de Koning dien zelfden dag nog Hoogsidea- zelfs keuze zou doen kern en. Daarna werd voor gelezen een K.intngiqk besluit, waaroq de beer tPEscury tot vooizitter der kamer Denoemd word;, die, met een toepasseiqke rede, die eervolle betrekking aanvaardde. Vet. •o/gens weid voorgelezen een Konieglqk besluit, waaroq de vooizitter gemagt go weid, om de vereischte grondwettige eeden, ten einde sis iid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1