LEYDSCHE N. 117' COÜRAN T. A'" «834» MAANDAG -r,/■-: -.-Xr -t r U :;- -=«s> „ssa ^U,tpW t* .- fes i' V '-'ryj y-svf# - .yy DEN 29 SEPTEMBER. NEDERLANDEN. Lev den den 28 September. HH. KK. HH. Prins en Prinses Fredcrik der Nederlanden zullenna op liet Loo vertoefd te hebben, de reis naar Berljjn, met Hoogstderzelver Dochter aannemen. De Staatscourant van den 26 September, bevat het volgende: 7.. M. heeft, bij besluit van den 23«ten dezer, aan den luitenant-generaal D. J. de Eerens, benoemd tot luitenant-gouverneur generaal van Neérlands Indie, met den 3o«en der thans loopende maand, een eervol ontslag verleend uit rj,ne betrekking van directeur-generaal van oorlog. Bij hetzelfde besluit is de generaal-majoor D.R.Trip, directeur van het depaitemeuc van den grootmeester der artillerie, ad interim belast met de function van direcienr-generaal van oorlog. Naar men verneemt heeft Zijne Maj,, bij besluit, de daarin betrok. ken departementen van algemeen bestuur doen ultnoodigen, om de beraad, slagingen over een aan Hoogstdenzelve ingediend plantot indijking en ver- grooung van Rotterdam, tot een spoedig einde brengen. Men verneemt, dat Z. M. de Keizer van Rusland aan onzen landge noot Overtneer-Ficher eenen schoonen met diamanten omzetten ring heeft doen overhandigen, wegens zijn wetk over Japan, Aan deo luitenant-kolonel J. V. Pestiaux, gewezen plaatselijke kom. mandant der 2de klasse te Luik, is het traktement van non.activitelt toe gekend. Het Journal de la Haye bevat met eenen brief van den heer von Ha. her, door Dod Car/os met de nieuwe leening belast, waarin hij de goede voornemens, ten aanzien dei Spaansche schuldte kennen geeft, tevens het ve gende besinit, door Don Carlos den 7 September te Guernica uitgevaardigd: Kennis verkregen hebbende, dat in de vreemde landen, er eenige twij felingen gerezen zijn, ten aaDZien van mijne bedoelingen, betrekkelijk de publieke Spaansche scftuld, en overtuigd, dat, om het krediet van mijneo Koninglijke schatkist te schragen, het noodzakelijk is aan de kapitalisten vertrouwen in te boezemen: da: het vertrouwen niet kan verkregen wor den, dan door de verpilgtingen, welke wettelijk aangegaan zijn te vervul. Jenzoo heb ik, ten einde de gemoederen van de wettige schuldenaars van den Staat gerost te siellen, en de goede trouw, als ook de billijkheid, welke den grondslag van alle werkzaamheden van mijne regering zullen uit. maken, te doen keobaar worden, bepaald bij deze, hetgeen volgt: Art. 1. Van heden af zijn door mij als schulden van den Staat, geheel en al en in al derzelver waarde erkend, de perpetuele ren'en de 3 pCts. en alle we'.tiglijk en door mijnen zeer beminden broeder Ferdinand Vil aan gegane leeningen, gedurende zijne regering en de vrije uitoefening van zij- „e 6cuve:eine voorregten, tor deD 6 October 1832, op welk tijdspunt de Koningin, zijne echigenoot, DonDa Maria Christina van Bourbonmet alle takken van bestuur van den Staat belast werd Art. Een van de eerste zorgen van mijnen minister van fiöancien za| j-n e'en plan ie maken, hetwelk na een rtjp onderzoek en mijne Koning. Hike toestemming geoordeeld zal worden het meesc overeenkomstig en bet meest tegivaardig te zijn voor de naauwkeurige en regelmatige betaling der initessen, en de gedmige amortisatie van de schuld vsn den Staat. D.-ze werkzaamhed zal verrigt worden, zoo dra ik meester van de hoofdstad van mijn Kooingiijk zal zijn, en ik mij hersteld zal vinden in mijne magt en regten. De Bredasche courant van heden melding makende van eene onder neming in Pmys, om het vlecsch zonder beenderen, zenuwen, ve2e|9 en al wet van hetzelve niet kan gegeten'wordente leveren, en wel slechts 3 a 4 cei ten duuider, dan het vleesch, waar men gewoonlijk beenderen enz. in vindt, terwijl van de beenderen enz. een bonillou vervaardigd wordt, welke voor geringe prijs te verkrijgen is, laat daarop volgen: Ook b(j ons zijn de klagten tegen de slagters niet ongewoonen wij meeDen dat dergelijke inrigtingen oog in onze grooie steden vQn nut zon den kuDren zijn wantofschoon verre af vab aan de Gallomanie re labo. leren haasten wij ons, onze landgenooten op eene werkelijke goede in- ligtir.g bij onze Fransche nabnren opmerkzaam te maken, wenscbende dat zoodanige inrigtingen ook bjj ons tot staDd bomen, want zij kunnen ein delik de oplossing geven van een schoon vraagstuk, dat namelijk van een gced voedselmet zorg toebereid en tot eenen redelijken prys aan de werkzame klassen, bijzonder in groote steden, te verschaffen. Deze in rigtingen hebben overigens dit nuttige dat zij even voorueelig voor den arme als voor den rijke zijn en dat zij den laatsten doen deelen in de bezuiniging, welke zjj den werkman, die met moeite zijn bestaaD vindt, aanbiedt. Over de viering van de roemrijke Belgische September-dagenwelke den 24sten begonnen is, behelst de Messagen de Gand het volgende: De revolutie steekt hareu kop omhoog, met verrukking groet zij den verjaardag hareo zegepraalzij hinnikt van hoogmoed en vreogde en voor zeker de Septemberdagen maken hare schoonste zijde uit. Drie dagen lang heett zij eene soort van moed betoond; zij heeft in de open lucht durven snijden zij heeft in de dreven van het park een vjjftigial dooden geleten. De worsteling was goddeloos; de zaak, waarvoor zij streedone. eerend de verfoeijelijkste ondankbaarneid alleen had den Insnrgenten de wapenen in haudeD gegeven. Maar wij herha'en het: de revolutie, die sedert dien tijd zoo mank zoo ongehoord wreed zoo belust op moord en plundering was, bad in September hetgeen zij sedert nimmer heeft kunnen vertoonen: namelijk de stoutmoedigheid hater misdaad, en die roe keloosheid eens blinden, die, bij gebrek van achting, dan toch ten minste belangstelling baart. Maar ook buiten deze regtmatige redenen van hoogmoed, welk genoe. gen om aan zjjne vijanden, door het praalvertoon van eenen vierden ver jaardag, te bewijzen dat men reeds vier jaren bestaat. Reeds vier jaren I O revolutie, hoe groot zijt hij! En jwie zal zich kunnen vlijen U neder te storten Maar ziet ook eena welke prachtige feesten er in de hoofdstad van den opstand vooibeteid worden 1 Daar zult gij de symphonie met echos van den neer Fétis hooren, dat vindingrijke zinnebeeld onzer glorieuse omwen teling, die slechts de ireorige echo der groote Parijssche uitbarsting is. D44r zult gij vervolgens het peuple souverain met fierheid in zakken zi n loopen of zich iegeD de cocagne.masten de gespietne handen zien open. scheuren a.e eenen schepter aan den Abdolocymus van Ciaretnont hebben gegeven. De gekwetsten van September, a 5 fr. elk, zullen naar ge» woonte bij deze grooie parrio'scne voorstellingen verschijnen. Danrni komen de geforceerde illumin'tien de katoen-fabrijken znlle.i de lampions leveren; en ia dit dan geen vertier? Maar te midden van al deze saturnaliaw'aardoor men de natie tracht te verdooven indien men eens den wezenlijken toestand des lands onder zochtindien men zich afvroeg, heeft men den 23sten September 1830, slechts de Hollanders verjaagd Het antwoord zoude voorzeker nier lang uitblijven. Ook nijverheid heeft men verjaagd zouden de Gentenaars zeggen. Men heeft den handel verjaagd, zouden de burgers van Antwerpen ant woorden. MeD heeft, zonde meD al wat verstandig in het land is hooren uitroe, pen, men heeft het o-itlnikende onderwijs en de in Belgie eerst iaat ver schenen verlichting verjaagd. Maar imusschen hoort men van eenen anderen kant ook deze kreeten Eere aan September, die mij de tniniershark tegen eenen schepter deed verruilen Eere aan Septemberdie mijin de plaats der schoolmeesters-roede eene portefeuille van Minister gafj Eere aan September die van eenen komedlanr eenen doorlnchtigen gene raal wist te maken Eere aan September, die, eene tot op dac oogenblik ongekende maat- schappeliike orde daarstellende ons met de straffeloosheid van moord en plundering beweldadigde en ons veroorloofde den weg van onzen Soeve rein met verbrijzeld hnisraad te bezaaijen 1 En terwijl men al die gekroonde, gemijterde, rijk gewapende en prach- tig nitgedoschie mannen aldns vin vreugde ziet juichen, verbeeld ik mij andere in rouw gekleede lieden hen te zien naderen en hun in den persoon des opperhoofds aldus te zien aanspreken: Op dezen dag, nu vier jaren geleden, ontving Belgie den doodslag; de Schelde is weinig meer dan een bmnenianusch water geworden; Antwerpen, dat eertijds Venetië onttroon, deziet zich nu op hare benrt door Rotterdam ontroond. De talrijke werktuigen die te Gent in onophondelijke beweging waren, worden thans door den roest verteerd, terwijl de werklieden eene prooi van den honger worden. Op dezen dag had in de beschaving dezelfde stilstand plaats als In den handel en in de nijverheid. De bijgeloovigheden van vroegere da gen kwamen weder te voorschijn, eo lijken, welke men diep begraven achtte verrezen weder uit hun graf. Laat deze dag, gij nietige mannen, die thans manneo van msgt en aanzien zijt, vrij door u gevierd worden, want hij gaf u geld. magc, al hetgeen uwe baatzucht en uwen hoogmoed Streal-n kon; maar hij die Belgie vrij, bloeijeodverlicht, het voorwerp van nijd en niet van spot in Europa, den mededinger en niet den vassal van Frankrijk zleo wil; die voor het vaderland voorspoed naast arbeid en verlichting overal verspreid verlaDgt, moet noodwendig zeggen: vervloekt zij de dng, waarop te gelijk de onafhankelijkheid en de waardigheid des vaderlands met onze voormalige broedeis van ons verdwenen Is T U R K Y B. Konstantincpel den 2 September. Naardien alle berigten welke uit Syrië en Aegypte aangekomen zijo, het onbetwijfelbaar bewijs van de onder drukking des opstand in het eerstgenoemde van dete landen leveren, zoo is nu ook, deze nitkomst in aanmerking genomen zijnde, de grootste rust in Konsiantinopel terug gekeerd. Van het uitloopen der Turksche v!oot hoort men niets meer. Het verlies, hetwelk het Aegypiische leger bij dezen opstand verloren heeft, wordt met zekerheid op 800 tot tooo maa opgegeven De Keizerlijke Russische gezant Butcnief is den 29stan der vorige maand «au boord van een fregat van zijne verlof reis over Odessa weder hier aangekomen. De pest rigt hier vooridurend in alle deeien der stad en voorsteden de grootste verwoestingen aan: onlangs is de tolk van het Engelsen gezant schap Wood, daaraan gestorven, hetgeen eenen groaten sennk onder de Franken heeft teweeg gebragt, GRIEKENLAND. Twee berigten uit dit land het een uic Weenen het andet oit Triest maken gewag van bewegingen, die wederom heboen plaats gehad. Zij Zlin de volgende Weenen den 16 September Er zijn brieven uit Nanplla aangekomen, we ke van eenen opstand sprekendie in Mo-ea zon uitgebroken zijn en groote verwarring in Griekenland doet vreezen. De par-ij der bewe ging, die onder de Grieken, zoo als overal haar verblijf genomen heeft, zou zich tegen het regentschap, hetgeen door de verbondene Mogendhe den is daargesteld, verklaard hebben, doch Koning Otho hebben uicgenoo- digd, om in hun midden onder een regentschap, dat oog moet gevormd worden, te verblijven tot den afloop van zfine mnderjarigheid. uit be- rigt heeft hier groot opzien gemaakt, wijl men vreest, dat door het on. keeren van de bestaande orde zich nieuwe verwikkelingen knnnea opdoen, welke bij de reeds moeijelijke omstandigheden van hec Oosten gevaarlyk worden, en de bemoejjingen der groote Mogendheden om den vrede ie behouden, nog lastiger maken kondeo. Men kenc de nadere omstandighe den der plaais gehad hebbende beweging niet genoegeenter verneemt men, dat zij is aangestookt door de aaniiangers van Koiokotroniwelke de behandeling van hnnnen overste met kunnen dulden, zonder wraak aan deszelfs rigters uitteoel'euen. Deze nienwe aanslag bewijst welhoe weinig de Grieken geschikt zijn, om de vruchten van eene revolutie te plukken weise in den geest van beschaving gescoied zou zijn, en op de gevoelens van eena gevormde wereld aanspraak maakte. Men ziet echter reeds lang, dat het daarmede met tegt ernstig gemeend is, maar dat slecnts de wensch om door regering loosheid personele belangens te bevredigen het hoofd.denkbeeld van de Grieksche volksleiders geweest is. welke, zoo als in dergelijke gevallen altijd, weinig acht siaan op het welzijn-des voms. Triest oen 13 September. Wij hebben hengten uit Griekenlandwelks verontrustend luiden. De party van Ko/okoittmiis opsmuk tegen nvc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1