A *8341 LEYDSCHE COÜRAN T. feï. OF 'VOO ib \^=$-?=i£-SJ/ =T y R JJ D A G PUBLICATIE. Burgemeester en Wethouders der Stad Levden, waarschuwen bij deze een ieder, wien het zoude mogen aangaandar. ingevolge de bestaande wetten, op de aanstaande Kermis, geene HoroskooptrekkersPlaneetlezers Mielaars, Rijfe/aars, Draaiborden of diergelijke schadelijke «pelen znl. len worden toegelaten, en dat onder voorwendsel of schijn van iets te ver- loonen al» anderzins, geene bedelaars, verminkte of gebrekkige personen al hier zullen worden gedoogd, maar dadelijls door de Agenten der Policie opgevat, ten einde omtrent dezelve naar bevind van zaken zoude kunnen worden gehandeld. Terwijl wijders aan allen, die in de termen der wet op het Patent.regt vallen, bij deze nadrukkelijk wordt herinnerd, dat zij niet zullen worden toegelaten, tenzij van een behoorlijk Patent voorzien, waaruit tevens blijktdat het diensvolgens door huo verschuldigde regt is peiaald. Dat eindelijk, niemand, gedurende deze Kermis, met iets zal mo gen voorstaan, op de straten vertoonen, of daarmede rondgaan, zonder daartoe niet alleen het vereischte consent verkregen te hebben, maar ook het deswegens verschuldigde marktgeld aan den Marktmeester te hebben betaald. Wordende den Heer Directeur en Commissarissen van Policie bij deze geqnalificeerdom voor de executie dezer te zorgen. Aidus gedaan en gepubliceerdbij H. H. Burgemeester enWethou- ders det Stad Leyden, op den 1 Mei 1834. J. G. de Met. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. NEDERLANDEN. Leyden den 8 Mei. Zijne Majesteit de Koning hèeft önlahgs bq besluit bepaald, dat, hoe. Zeer ruwe en geslepene, doch ongekette diamanten en andere edelgesteen ten niet op de prgscouramen der beufZbn bekend staan, de vermindering van het regt,- toegestaan bii het 3de lid van artikel 12 der wee van den ld Jonij 183a CStaatsblad N°, 29), nogtans voortaan zal worden toegepast op de openbare veiliog,en uit de eerste hand van zoodanige ruwe eD ge slepene doch pnggzeue diamanten en andere edelgeiteentenzijnde daarbij echter uitdrukkelijk vastgesteld,dat deze gunstige beschikking geene te. mgwerkende kracht hebben, maar alleen voor het vervolg gelden zal. Ia bovengenoemde wetten worden eenige wflzigitigen daargesteld in de jegteo van zegel en regia.ratie. Uit Utrecht schrijft men van deb 5 Mei, dat aldaar in den voorgaan- deo nacht, tusschen 12 en 1 unrboitén de Tolsteegpoort, brand is oot. naan, in een stil, waarin 22 paarden stonden, welke b(j afwisseling wer. den gebruikt in den kecungmolenbij hét werk der waterkeering of sluis, welke in den Vaarcscben Rhijn wordt aangelegd. Men wendde dadelijk po» firgen aan, om de paarden los te snijden, waarin men slechts gedeeltelijk ilsagde: 10 paarden werden op deze wijze gered en in het land gejaagd; doch de 12 anderen zijn daarbij omgekomen, als 10 in den stal en 2 op ke. tand, waarop men dezelve gedreven had, doch alwaar het een in eene sloot den dood vond, en het andere ook te seder viel en stierf. Een der wakers, die zich in den brandenden stal gewaagd had, om de paar. den los te snijden, is deerlijk aan handen en aan het hoofd gebrand. De stal, betieveDs een daar nevens staande hooiberg, zijn eene roof der vlam men geworden. Indien de wind een anderen keer had genomen, waren meerdere gébonwen verbrand, die thans door behulp der brandspuiten bewaard zijn gebleven. Omtrent het monnment te Viissiugen voorden Schout bq Nacht Lewe van Aiuard opgerigt, vernemen wq nog het volgende: Het monument, thans door de zorg en hét beleid van den heer J, ferdoorn, Rijks aannemer te Vfissingen, in de beste orde op het graf gesteld, is een vierkante Sarko- phaig, van arduin.steen, hoog met voet en kroonstuk, 2 eilen 50 duimen tn breed 1 el *5 duimen, ondersteund door vier kolomman; boven op dezelve is eene ïqkbus gesteld, half door eenen sluijer bedekt, een anker door bet zinnebeeld der eeuwigheid, eene slaDg, welke zich in den staart bijt, omvat; en drie lauwerkransen ontdekt men in het Iqscwerk; op de voorzijde ziet men het geslachtswapen van den gesneuvelden, allervoortref felijkst gebeiteld, en waaraan de kruisseo der militaire Willems- en Leeu wen.orde en dat van den Tiendaagichen Veldtogt hangende zijn, daaron der staat In fraaie uitgebeitelde lette»: toegewijd aan de nagedachtenis van Jonkh. jan evert lews vanabuard, Ridder der 31ie klasse van de militaire Willems-Ordc en van den Neaer. lat dicker Leeuw, Scheut bij AachtKonmandant der 2 de divisie iste afdeeiing van 's Kenings Zecsnagt op de Schelde, gesneuveld aan boord van deszelfs viagschip Zijner Majs. fregat Euridee, in een gevecht te, gen de Fransckenvoor de Kruisschans, den 12 December mucccxxxii. Op het voetatuk leeat men Vit Hoogachting door de gezamenlijke Bevelhebbers en Officieren, welke destijds onder de bevelen van den gesneuvelden dienden. Dit waatlijk aandoenlijk bewijs der hoogschting v:n brave krijgslieden aan de assche van eenen roemrijk voor het Vaderland gesneuvelJen bevel, hebber, is geplaatst in de nabijheid der Hjkgesieenten van den voor Ant werpen zevenvoudig verwonden luitenant ter zee Justus Klinkhamer, en der twee insgelijks aldaar gesneuvelde onderofficieren van Zijner Majs. kor vet de Komeet, Men spreekt te Brussel van het omslag van den minister van eorlog Evain. Een wel onderrigt persoon verzekert, dat Leopold dat ontslag aangenomen heeft. Een Belgisch dagblad behelst het volgende: Wij hebben vernomen, dat Oostenrijk en Piuiisen aan deu Hertog van Nassau zouden hebben voorgesteld, een gedeelte van deo regter-oever der Maas tot Hertogdom van Limburg te verheffeo; maar te bedingendat, ingeval van terugvalling (reversibiliteit^Holland het regt zoude hebben, dit Hertogdom voor geld aan te koopéo, en dat de Hertog vin Nassau dit voorsiel zoude hebben aangenomen. De vergadering der Belgische bisschoppen, welke dezer dagen te Doornik is gehouden, is afgeloopenen de prelaten zqn weder naar hnn- ce standplaatsen lernggekeerd. Men verzekert, dac het oprigten en in werking brengen van de Belgische universiteit bet onderwerp is geweest der beraadslagingen; doch van de zijde der abri-revolutionairen wordt te vens-beweerdoat in géüoemde vergadering ook de vraag is overwogen, DEN 9 MEI. of en in boe verre de rijd wis gekomen, dat de geestelijkheid een méér da lelijk aandeel behoorde te nemen aan het bewind des lands, ten einde de verbreiding der liberale beginselen krachtdadig te keer te gaan; doch da men heeft begrepen, om voor all nog het ministerie Lebeau onge moeid te moecen laten. GRIEKENLAND. Met betrekking tot de jongate zamenzwering in Griekenlandis aan da verschillende, bij het hof van Koning Otho residerende gezanten eene nota overhandigd aan welker slot het volgende gelezen wordt: Tegen het eind van [olij en het begin van Angnstui hielden Kolokotror.i Koliopulos en andere leiders der Capo d'Istriasche factie geheime zamen. komsten te Tripolitza, alwaar zij onderieekeningen tot een adres aan den Keizer van Rusland en het Regentschap verzamelden, en hunne ontwer pen onder het zegel van eeöen eed uitvoerig aan hunne aanhangerj mededeelden. Te zelfder tijd zonden zfl zendelingen af naar onderscheidene provinciën, ten einde den kring der zamerzweringnic te breiden. Konstan, tinos Bimilriakopulosvele jaren lang een officier van Kolokotroni eu bq. zonder aan hein verknochtwerd naar Midden-Griekenland gezonden om de militairen iu dat gedeelde van het koningrijk in het plan in te wijden. Tegen het begin van Augustus reilde graaf Romanit Zame, die zich mee de leiders der oppositie verbonden had, van Nanplia naar Argos, Tripo. litza, Karitene enz. Op elke dier plaatsen hield hij heimelijke zamen- komstendie nitslnitend door lieden van de Capo d'Istriasche partjj wer den bijgewoond en waarin hij hun voorsloeg, een adres, niet tegen geheel bet Regentschap, maar alleen tegen twee van deszelfs ledenop te stellen, ten einde hierdoor het zaan der oneenigheid onder hen te zaaijen eo tevens de partij te verbergen van welke zoodanige woelingen uitgingen en het doel van het adres verholen te houden. Na de gevangenneming vsn Franz namen zg, de moeiielqkheid om adressen aan buitenlandsche Mogendheden tot stand te brengen inziende, eindelijk het bealuit, om hnn doel door geweld van wapenen te bereikenen begonnen in het geheim troepeD ,te werven en aan hunne aanhangers de verlokkel(jkate beloften te doen. 6p aandrijven van de bestuurde» der zamenzweriDgvertoonden zich in onder scheiden deeten van den Peloponnesusals welbekende voorboden van een op- banden zijnde oproer rooverbenden die met eiken dag talrjjker en in hunne ondernemingen stooter werden. KoiokotronFs oude officieren in de onder, scheidene proviccien, maakten zich gereed tot den opstand en verklaarden hun oogmerk aan hunne aanhangers. De dag tot de Bitbarsting van het oproer weid vascgesteld en de zaamgezworenen spraken onbewimpeld met elkander van hun besluit, om hunne voornaamste tegenstandershet zij nu staatsbeambten of niet, in de onderscheiden provinciën om hals te brengen en overal, te vuur en te zwaard, hnn oogmerk door te zetten. ZWITSERLAND. Uit Bern wordt van den 29 April geschreven dat het vertrek der vreemde gezanten, ofschoon men zulks voorzien had, aldaar vrij veel indruk had gemaakt. Men meende echter, da: het kantonnaal bettnur eindelijk zoude besluiten alle staatkundige uitgewekenenzonder onderscheid te verwij deren, zoodra men de overtuiging had, dat zjj of io Frankrijk zouden wor den toegelatenof in de meer binnenlands gelegene kantons eene schuil, plaats zouden vinden. Het voorzittend kanton had volgens dezeD berigc- gever, naar het bondsverdrag van 1815, geen regt om op eigen gezag meer te elachen, maar zoude Wettige door de laacste nota van Ooatenrqit en Sardinien ontvangen, genoopt worden, om den Landdag buitengewoon bqeen te roepen, Uit Zurich wordt gemeld, dat er, van wege Oostenrijk en Sardinië, op nieuw nota's bij het Zwitiersche Bondgenootschap zijn ingediend waarbij niet alleen gevorderd wordt de verdrijving der vreemdelingendie deel genomen hebben aan den togt tegen Savoijemaar van alle vreemde uitgewekenen zonder onderscheid. De voltrekking van dien maatregel wordt uiterlijk op den 31 Mei bepaald, en, bijaldien het Bondgenootschap daaraan niet mogt voldoen, zou hetzelve ip gezegde nota's met dwang, maatregelen zqn bedreigd geworden. DUITSCHLAND. Voor eenige dagen werd uit Frankfort geschreven: De zending van den baron von Neumann en van den luitenant-kolonel von Canitz naar Bibericn die, vereenigd met den Nederlandschen gezant, graaf van Reededen Hertog van Nassau moesten bewegen tot den afstand van een gedeelte van hec Groot-Hertogdom Luxemburg, schijnt op vele zwarigheden af te stuiten. Deze liggen iu den aard der zaak; en indien iets verwondering en bevreemding konde verwekken, zoo zoude zulks eerder het gevat moeten zijn met opzigt tot de zoo stellig opgevatte verwacotiog eener spoedige beslechting, die in vele dagblad-artikelen te kennen gegeven is geworden. Zolks was in leder geval zeer voorbarig. Wel moet de eer van het bezoek van uitstekende diplomaten erkend worden, doch indien aan den moreelen hefboom van zoodanige zendingen een toereikend materieel steun punt ontbreektzoo kan wel eene op tastbare belangen eu regten ge gronde beslissing daardoor niet tot stand komen. Aliezius zoude de ver legenheid van hec Nederlandsche hof en deszelfs wansch om aan de be staande verwikkeling een einde te maken, een grooc gewigt in de schaal leggen. Doch dit is geen nieuwe beweeggrond en reedB bjj de stellige afscands.weigeritg der agnaten vermeld geworden als niet door heB te kunnen uit den weg geruimd worden, en hec is dus te betwijfelen of net eerlange resultaat der gezegde zending bevredigend zal zqn. Van de werkzaamheden der alhier vergaderde centrale kommissie van onderzoek lekt niets uit. Het getal der arrestanten zegt men, beloopt hiér meer dan 20. Een hunner, de jonge heer von Reizensteinaan w.en, wegens oogenschynlijke zinneloosheid, eene van de overige gevangenen afgezonderde betere kamer gegeven 1 s, bevir.de zich, zegt men, volgens nirapraak der geneesheeren voortdurend in den toestand van welken da patient, even als lityrus, zoude kunDen zeggen: Deus nobis haec otia fecit. De graaf von Alünch Bellinghausenpresidenc van den Bondsdag, wordt lersiocd na den afloop der Weener-Coufereucienen wel tegen den zosten Mei, albiet terug veruacht..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1