N'. 54, COURANT. A' >'34* LEYDSCIIE DEN 5 M E t. M A A N D A G% NOTIFICATIE. Beschsijving voor. het REGT op de PATENTEN, voor den jare 1834—I835. en Wethouders der StadLeyden, brengeD bij-dezen, I aanleiding van een ontvangen besluit van Zijne Exc. den He»r Staats- j, Gouverneur van Zuid-Holla-.dvau den 3 April jl,, N". jjg D- B.? -ovinciaalblad N°. 38), betrekkelijk de heffing van het Patenuegt over (riat ivt van den 1 Mei 1834, tot den 30 April 1835), ter kenniase alle de patentpligtigen binnen deze Stads jat, mm Bitzondering der bedrijven, bedoeld bij de .abel N°. 16 der wet den 6 April 18S3, N°. 14» hosdt .de .vijzigingen en uitbreidingen van van den „1 Mei 1819, (Staaft* de door de patentpligiigea in te jare 1834, zordt vastgesteld wederiuzameling derzelve, tegen artoe gequalificeerden geteekend, .achieden. Ordonnantie op het regt van patet; i N°. 34), de tijd der uitgifte Jen verkeringen van aangifte, 'i den 8 Mei van dat jaar, en da,, door den Ontvanger of deji_e!f den achtsten dag na de uitgifte z i Dat de Registers der patentpligtig. 1, op den 7 Junij daaraanvolgende ten gesloten worden, en er na die.- tijd volstrekt geene verklaringen er kurneo ot zullen worden aangenomen. Wordende ieder patentpligtige bij de herinnerd aan art. 18 der wet op regt van patent, van den 21 Mei t8jj, itshoudande; „dat zij» die bd es aanbieden of bezorgen der verklaringen van aangifte? of ook bij het srughalen derzelve mogten z|ji voc.byge/aan, z.ch niet mogen beroe- ,en op een of ander begaan vertoim, maar integendeel gehondett zijn, ,m zorg te dragen dar de by de w ,t gevorderde aangiften, verklaringen iD aanvragen welke ter invulling aan het kantoor van den Ontvanger der Directe Betastingen (op de Garentnatkt binnen deze Stad) „ver. langhaar Zijn door in persoon of door hunnen gemagtigden, behoorlijk Ingevuldop den daarby bepaalden tijd, terzclver plaatse moeten wor. ien ingediend." r Alsmede aan art. 37 der voorschrevens wethoudende; „de aan het regt van Patent onderhevige pereonec, '/elite, na den afloop van dea tijd, tot het doen der aangifte bepaald, bevonden zullen worden zich niet, of door vslsche. onnauwkeurige >f onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpiigtingen ten aanziw dier «airgiften te hebben gekweten, zeilen telken reize, wanneer hue verzuim of overtreding wordt ontdekt, vervallen in eene boete van tiet minder dan 25, en met meer dan 400 guldens." T Dat» met betrekking tot de schippersschuitenveerders enz., in de tabel °.i6 der wee, van den 6 April 1823, N°. 14, voorkomende, de eigena. m van schepen, schippers, icbuitevoerdert en alle zoodanigen, die de Iministrstie hebben over eeDige binoenochepenschaiten en andere vaar- igen, gehouden zullen 2ijn, om zich vso behoonyk piteot te voorzien. Dat. tor de door hen daartoe té corne SC'rt iljke aangaven, zal wor- !D gevaceerd ter Secretarie alhieria,, de.. Mei aanstaande tot en mee en 24»ien dierzelfde maand, *s voormiddags van 10 tot iï ure, de Zon. agen ui'gezonderd, voor zoo verre dat beroep niet in den loop des jaara ,ordt aaDgevangeDworden dezelve te/ec uitgenoodigdom de meet- lieven hamer vaartuigen mede te brengen, en alls die inlichtingen te ge. en, die van hun. betrekkelijk de vaartuigen, zul'-.b worden gevorderdter- vijl er, na den 24 Mei, geene verklaringen meer kunnen of zullen worden aan. ;enomenen de gebrekigen, bjj ontdekkingzulleu incurreren de boete, be- jaald b(j het 37ste srt. der wet, van der. a]. Mei 1819, hiervoreti omschre- ren. Dat echter gemelde termijn voor de alhier niet gedomicilieerde schippers, rerlengd wordt tot den laaisten derzelve maand, teneinde zij volgent t 13 der Wet, van den 6. April 1823, gebruik kunnen maken, om in derzei- ver visie woonplaats bij termijnen te betalen, en dat zij dus gedurende de geheele maand, volstaan kunnen mee de vertooning, hetzij van hun vorig patent, hetzij van het bewijs van gedane aangifte. Dat verder alle pacentpligtigen, bil tabel N*. 7 der Wat, van den 16. Jnr(j 1831 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen, stallen, tafel» enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of cp publieke markten en kermissen uitstallenmitsgaders de debiranten ia loterijbriefjes, en alle handeldrijvende en als Kooplieden te belasten per- ionen, welke burne waren ter verkoop, hetzij in'c klein hetzij in'c »,oot te water of te lande met zich voeren., alsmede- de ondernemers vanopen' bare vermakelijkheden, in tabel N°. 15 genoemd, voor zoo verre alle die pstenrpligtigeo in de aigemeene beschaving vooc 1834 zullen moeten wor den begrepeDgebounen zollcn zjjz zich, gt-dnrenue de geheele maand Mei, ter bekoming van hun pateüteao te melden ter Secretarie dezer Stad, '1 voormiddag! van 10 tot 12 ure, de Vrijdag, Zaturdag en Zondag uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aanvrage meer worden aan? genomenbehalve van de zoodanigendie hun beroep ot bedrijf na dien tijd aanvingen en alzoo in de bijzondere beschrijvingen worden begre pen, welke gehonden zjjn, zich dadelp bij dien aanvang van patent te* voorzien; Waarschuwende Burgemeester en Wethouders voornoemd de belangheb bende en wel bijzonder de schippers of schuitevoerderskramers en de de' bitanten van loterijbriefjes, alsmede de ondernemers van -pelen en verma kelijkheden, zorg te dragen, dat z'j hun beroep riet uitcefcren ten zij voorzien van bun patent, en dat hetzelve niet zal waden afgege'ven dan nadathetzij voor het geheel of voor de verschelen termijnennaarmate de patentpligtigen daartoe volgens de vrtt gehouden zijn, gebleken zü dat de belasting is betaald, ten einde hetoeke, bjj den eersten eisch daarl toe gedaan wordende, terstond te kannen vertoonen. En opdat niemand hieromtrent ocr/etODheid voorwende, zal deze wor den sangekondigd en aangeplakt alonme waar zalks te doen gebruikelijk Isterwijl een exemplaar zal worden medegedeeld aan den Ontvanger der ditecte belastingen, tot deatelf» informatie. Aldns gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethou ders der Stad Leyden, op den 1. Mei 1834. j. G, de Mti. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. NEDERLANDEN. Leyden den 3 Mei, Uit *s Gravenbsge meldt men, dat Zijne Maj. de Koning dpn 28 April de wet heeft uiteevaardigdwaarbij wordt bepaald, dat de nog niet io- getrokkere obligailen, rentende zet ten honderd, van den jare 1831, ten bedrage van 5,900,000, uit het overschot van de leening v«n 1833 zul- len word afgelost. Bij een Konlnglijk besluit is, naar men verneemt, bepaalddat een officier, die met behond van geheel of half traktement verlof bekomt, en na de verschijning van hetzelve achterblijft, zonder doet wettige rede- ren verhinderd te zfin geweest, zich ter behoorlijker tijd, bij zijn korps, of op zijne standplaats te vervoegen, van en met den dag, na de ver schijning van het verlof, tot eD met den dag vóór zijne terugkomst aldaar, geen traktement zal genieten tenzij hij op nieuw verlof bekomein welk geval het geheel ef half traktement weder zal ingaan van en met den dag. waarop hij, van het verleenen van dat verlof, door deszelfs chef, zal worden geïnformeerd. Deze beschikking ter kenniise van de militaire overheden gebragt zijnde, Is tevens, van de zijde van het departement van oorlog, vastgesteld; i'.dat een officier, die zich, met behoud van geheel of half traktement, met verlof bevindt, en na de verschijning van hetzelve, door wettige redenen, verhinderd wordt zich ter behoorlijker tijd bij zijn korps of op zijne standplaats te vervoegen gehouden zal zQn, ten einde voortdurend in bet genot van dat heel of half traktement te blijven, dadelijk aan den chef van zijn korps, of den superieBr, onder wiens orders bij siaat, tot bewjjs van dien, een certificaat te zenden, af te geven en te bekrachtigendoor de daartoe bevoegde militaire autori teiten of in plaatsen alwaar zich geene militaire autoriteiten bevinden af te geven door een daartoe bevoegd burgerlijk persoon, en bekrachtigd door den plaatselijken magistraat; en 2*. dat in geval de wettige verhinde ring van een officier, in voorschreven omstandigheden verkeerende, lan ger dan eene maand mogt duren, hij gehouden zal zijn, op den laatsten van iedere maandop nienween zoodanig certificaat te zenden aan den chef van zijn korps, of den auperieuronder wiens order hij staat. Omtrent het monument, dat tot gedachtenis van den kolonel baron de Gumöens op de begrafenisplaats bjj 's Graveühage is opgerigt, uit vrij willige bijdragen van den generalen staf, aan wiens hoofd de luitenant, generaal Baron Constant Rebecgue staat, wordt in de Staats-courant het volgende medegedeeld 1 Hetzelve is te Deventer vervaardigd, in de ijzergieterij van de heeren Neacrburgh. Nering Bigel en Comp,van gegoten ijzer, zijnde ongeveer vijf ellep hoog met de drie ijzeren trappen, waarop het rost, en heeft den vorm eener naald of znil. Het onderste gedeelte is een vierkaot; op oe eene zijde staat het wapen van den afgestorven, met het motto of de spreuk; Fertu surmonte enviein vergulde letters; hieronder ligt een krans van eiken loof, waaraan hangende is de militaire Willems.Ordehet me talen Krui» en de medaille der Citadel, op dewelke ook hjj volle aanspraak zou genaci nebben, innien bet vflandeiijir i«»v -ij- i-.-. £c.F..ra n.n. Op de tweede zijde leest men, insgelijks in vergulde letters, de navolgende Laiijnsche inscriptie: Nic Freder, Emman. de Cumoënsnato in Helvetia Urbae d, xix April, mdccxc tribuno militari castris Neerlandicis ordinandis praefecto in defensione arcis Antverpiensis militi voluntarioex vulneribus mor- tuo d. xxix Decemb, mdcccxxxii, hoe monumentum posuerunt meests cotnmilitones. Op de derde zijde staat het beroemde kasteel, tot welks heldhaftige ver dediging hij toegesneld was, kunstmatig afgebeeld; in de hoeken ziet men de vijf bolwerken dier sterkie duidelijk aangetoond, terwijl men naast het bastion I (Hermande) leest: Plaats der verwonding, 22 Dec. 1832; welke plaats aai geduid wordt door eene springende bom. Midden in hetzelve staat Citadel van Antwerpen geschreven, in vergulde letters, gelijk hec voorgaande. De Schelde is bier ook op aangeteekenddie er zigtbaar langs henen stroomt. Eindelijk leest men op de vierde zjjde, insgelijks in vergulde letters, het volgende Nederduitsche opschrift: Aan de nagedachtenis van Nicolaas Frederik Emmanuel de Gumoëns, geb. te Orbe in Zwitserland 19 April 1790, Kolonel bij den genera ten Staf van het Nederlandsche Legeroverleden aan zijne bekomen wonden bij de verdediging der Citadel van Antwerpenwaaraan hij vrijwil ig deel nam 29 December 1832, door zijne wapenbroeders eit vrienden toegewijd. Het bovenite gedeelte, of de spits bjjloopende vierkante zuil, rost op dit vierkaot door middel van vier ijzeren bommenregts en links van hetzelve zijn militaire zegeteekeneD afgebeeld. Dit monument is dezer dagen alhier aangekomen en opgerigt op den daartoe gemetselden kelder, regts van de woning van den concierge van het kerkhof; het dadrstellen hiervan had reeds in de maand November des verleden jaars moeten geschieden doch het saizoen alstoen te ver ver- loopen zijndeheeft men liever hiermede tot het vootjaar willen wachten. Het werk thans voltooid zijnde, moest nu het lijk ter bijzetting herwaarts vervoerd worden; namens heeren kommissarissen ad hoc is de schutter baron Snouckaert van Schauburggedetacheerd by den generales staf van het leger te velde, met het overbrengen daarvan belast geworden; dewelke zich in een van 's rijks jachten daartoe door het departement der marine geredelijk afgestaan, naar Bergen.op-Zoom begeven heeft om het lijk ter ioscheping te ontvangen. Met voorkennis van het stadi-bestnur heeft de opgraving aldaar plaats gehad in den vroegen ochtend van den 2Ósten dezer, in tegenwoordigheid van den kolonel Ncpveu adjunct van den chef van den gereraleH siaf van het leger ie velde, als zijnde met de hoofd.directie dezer geheele zaak uitsluitend belast, en van eenige officieren zoo der bezetting als van den staf van den ihans afwezig zijnde opperbevelhebber der vesting; waarbij zich ook bevond een gedelegeerde van den kerkeraad, belast met het oppertoezigt over de begraafplaats. De kist met het lijk werd onmiddelijk overgeplaatst in eene nieuwe daartoe vervaardigde ktsc van gebruineerd eikenhout; deze werd terstond toegeschroefd en in tegen, woordigbeid van alle deze heeren in het jagc overgebragtdat alstoen de de terugreis aannam en daaga daaraan te Delft aankwam. Den volgenden dag, zijnde geweest Maandag den a8sten dezer, in den vroegen ociuenü ia het lijk te Delft op eer en ronwwagen geplaatst, achter welken de beer Snouckaert in eene koets volgde, en naar 's Gtavenhage vervoerd. Bij het aaLkouien in de itaa zyn de kolonel Nepveu en de majoor Noltkenius de Man stqnttï it mm

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1