A'' l'34<
L E Y D S C II E
COURANT.
WOENSDAG
boy-.. ïSl VTSSir
N'°. 3?
DEN siS MAART.
NEDERLANDEN.
Ley den den 25 Maarr.
HH. KK. HH. Prina eo Prinses Frederik der Nederlanden, benevena
Jjoogsiderzelver Dochter, zijn eergisteren avond, omstreeks 7 are onze
stad gepasseerd, zich naar *s Gravenhage begevende.
Den S3 Maart is Z. K. H. de Prins van Oranje uit 's Gravenhage
naar het leger vertrokken, en in den nacht de vesting Breda gepasseerd.
Een particuliere brief uit 's Hage, d. d. 25 Maart, medti Men
verneemt, dat de Graaf van Reededoor Zijne IVIaj. den Koning met eene
bijzondere zend ng bij Z. D. H. den Groot-Hertog van Nassau beiast is.
Men voegt er bij, dat ook van wege de kabinetten van Weenen en Ber
lijn een buitengewone gezant naar genoemden Groot.Hertog zal worden
gezonden.
1» de Amsterdamsche Courant van den 24 Maart, leest ment
Mogren reeds eenige proeven ten bewijze verstrekken, dat de Neder
lander, in weerwil van alle vroeger veroordeel, ook in het vak der toon
kunst, zich don wedstrijd met de uitheemschen mag vermeten; mogt
reeds voor weinige jaren de heer Fodor den roem verdienen, van het
eerst dit vooroordeel paal en perk te bebbeo gesteld, door het leveren
van zijnen Nurna, dien eersteling onzer oorspronkelyke zangspelen; mog.
ten, om niet van stukken van minderen omvang te gewagen, de heeren
C.ravi en Ten Cateweinig tiids daarna, de eerste als schrijver van het
dichtstukde tweede als vervaardiger der muzp, ons kunstminnend pn-
bliek op bun Seïd en Palmide onthalen en dezen hunnen arbeid met wel.
verdiende toejuiching zien bekroonen; zoo mogt Amstels Scliouwtooneel
op gisteren een nieuw en schitterend bewijs, tot staving van het zoo
even beweerde, leveren
De dichter, die, toen het muitend Belgie onze grenzen dorst bedreigen,
aan "Neêrlands zanger, den heer de Chavênnes Prugtde fiere zangen in*
gaf, met welke deze, van hec Vaderlandsch tooneeloud Neêrlands bur
gers tot het bieden van weerstand wekte ec opriep; de dichter, die Am
stels Schonwtooneel van de weeklage van Amstels Stedemaagd over haren
Held van Speyk bad doen weergalmen; de dichter, die op dat zelfde too
neel den Tiendaagschen Veldtogt had verheerlijkt; de dichter eindelijk,
wiens spottende luim, ten koste der blauwgekielde Belgen, bewezen had,
dat de Hollander, wanneer het hem lust zijnen ernst een wijl ter zijde te
stellenook In het bijtend hekelen voor geen' uitheemschen onder doet;
de heer Mr. J. van Lennepin één woord, had zich tot deze proeve
vereenigd met eeoen beoerenaar der toonkunst, niet min dan hij door
vroegere werken bekend, en niet weinig klom reeds de verwachting, toen
men de heer J. B. van Bree als vervaardiger der muzjjk voor het daar te
stellen zangspel hoorde noemen.
Ons bestek gedoogt geenszins hier een verslag van hec kunstgewrocht
zelf, van de ijverige pogingen van hen, die het ten uitvoer bragten, of
van het verdere samenstel, zoo aan decoratief als andere, tot een goed
geheel vereischte, opluistering, te geven. Het talrijk zaamgevloeid pu-
bliek, waaronder men de bloem der kunstkenners mogt onderscheiden,
schonk in vervoering van geestdrift zijnen volsten bijval, en het zangspel
Sappholoonde bij deze, deszelfs eerste opvoering, daor de uitbundige
toejuiching, die het verwierf, ruimschoots den arbeid van deszelfs zaaien,
stellers. Deze hadden zich gedurende de voorstelling aan het oog van
het pnbllek onttrokken gehouden; maar hetzelve hield niet af, voor dat
beiden zich vertoonden, tot het ontvangen eener openlijke hulde voor den
Zoo roemrijk voibragten taak. Eenige dichtregelen ter hunner eere op bet
tooneel geworpen en welker voorlezing den avond besloot, waren van den
volgenden inbond:
De vrouw, die in vernuft alfaeu» evenaarde
Ah tiende zanggodin op Lesbos aangebien.
Die op een nieuwen toon de Grieksche lier besnaarde,
Ziet haren naam verbreid door alle eeuwen heen.
Maar wie haar immermeer in dicht of zangen reeme.
Uw gadelooze kunst verrukt en sleept ons mei
En waar men ooit voortaan den naam van saïpho noeme
Men voeg uw naam daarbij, van Lennep en van Bree!
All itadsnienws wordt in het Amsterdamsch Handelsblad opgegeven:
ln onze stad is aangekomen de heer Karei Rappo\ de wereld-vei maarde,
en oit alle bnitenlandsche dagbladen, sedert verscheidene jaren, ons reeds
met zoo veel roem bekende, Athleet, die door zijne boven-naiuurlijke
ligchaamskracht en vlugheid, zijne verbazende kunsten in geheel Duitsch-
ltnd, in Rusland, Turkije, China, Peraie, Indie, EngelandFrankruk,
met één woord, over den ganschen bewoonden aardbol, Noord-Amenka
alleen uitgezonderd, zich heelt doen bewonderen. Hij is voornemens ook
alhier, in den Hoogdoitscheo schouwburg, eenige vertooningen te geven,
van tjjne volstrekt zeldiame en nimmer geëvenaarde kunst, om welke hem
door vele Vorstelijke penonaadjen, onder anderen eigenhandig door den
Koning van Prnissen en den Koning van Sakaen vereetende getuigschrif.
ten verleend zijn. Wjj zullen wegens de te verwachten vertooningen uadere
aankondiging doen.
Uit Utrecht wordt van den at Maart het vólgende gemeld:
De Hoogleeraar Th. G. van Lidth de Jeude droeg heden het bestuur over
de Hoogeschool, voor het volgende Academiejaar, over aan den Hoog.
leeraar H. J. Rejaardsdoor Z. M. den Koning tot Rector Magnificus
benoemdna het honden eener plegtige redevoeringie vita et meritis
Adami Simons, dat is: Over het leven en de verdiensten van Adam Simons
eo het vermelden der verdere lotgevallen der Hoogeschool. Daarna wer
den de gouden eereprijzen voor de bekroonde verhandelingen en de lof-
feljjke getuigschriften uitgereikt aan de volgende heeren: In de Theolo.
gische Faculteit waren de verhandelingen van L. Dtedes Didcrici fil.
Theol. Cand. alhier, en van Fr, J. J. A. Junius, Theol. Cand. te Leyaen,
van gelijke waarde geoordeeld, waarom de eerstgenoemde dooi het lot de
gouden Medaille ontving, terwijl "aan den tweeden een schriftelijk bewijs
werd afgegeven. Een Accessit werd uitgereikt aan G. van Oor JeTheol.
Stud, aan hec Athenaeum, en bij hec Remonstrancsche Seminarie te Am
sterdam. In de geneeskundige Faculteit zie gouden Medaille aan U. van
Dockum, Msd. Siud. alhier.
Ook in de Letterkundige Faculteit waren de verhandelingen van W. C L.
ClarisseLitt. Cand. ie Lcyden en J. G. G, Boot, Jur. Cand te Ley.len,
van gelpe waaide geoordeeld, waarom eerstgenoemde ooor net iut de
gouden Medaille ontving, en de tweede een getuigschrift, waarna eên
accessit werd toegewezen aan H. van Beikunt, Theol, Stud, alhier, en
een getuigschrift van loffelijke melding aan A. Backer, Jur. Stnd, aan hec
Athenaeum te Amsterdam.
Tot Secrerari' van den Academischen Senaat voor het volgende jaar,
Is benoemd de Hoogleeraar J. L. C. Schroeder van der Kolk in plaats
van den Hoogleeraar H. Arntzenius aftredenden Secretaris.
*s Avonds gaf de studerende Jengd een blijk van hare deelneming inden
Feestdag te kennen door eene Serenade, terwijl het geheele feest op
nieuw getuigde van den goeden geest aan deze Hoogeschool heerschende
en alles in de meest gererelde orde afliep.
De bernchte Adolphe Roussel, die zich vódr den Belgischen opstand
door zijn oproerig geschrflf in hec dagblad van Leuven heeft doen kennen
en 11a dien opstand eenigen tijd aldaar distriets.kommissaris is geweest, is
bij de jongste volksbewegingen te Brussel, ter zake der Kacholpe Uni
versiteit, in hechtenis genomen. Hij is echter een dag later weder in
vrijheid gesteld, doch wil nn den commissaris van politie, die hem heefc
doen vatten, in regten vervolgen.
De Union bevat het volgende: Eenige Belgische dagbladen hebben
gesproken van het bpemrekken van Hollandsche troepen, ten getale van
35,000 man, in de provincie Noord.Brabanddie onze grenzen zonden
bedreigen. Ook sprak men van tien batterijen artillerie met haar perso.
neel en materieel, die te Eindhoven en Waerschot zonden zijn aangekomen.
Alvorens deze vrij algemeen verspreide geruchten over te nemen, heb.
ben wfl willen weten, of dezelve eenigen grond hebben. Dien ten ge.
volge kannen wij, hoewel de Hollandsche dagbladen daarvan geen gewag
maken, verzekeren, dat bet waar is, dat men buitengewone bewegingen
van troepen op onze Noordelijke grenzen ontwaard heeft. In hoe verre
echter deze bewegingen eenen spoedigen inval van onzen vijand voor
spellen, weten wij niet. Maar dit kunnen wij verzekeren, dat onze re.
gering niet onbekend is met hetgeen er omgaat, en hare maatregelen van
voorzorg neemt tegen eenen aanvaldie niet dan door eene onwaardige
schending der traktaten zoude kannen plaats bebbeD.
T U R K Y E.
Konstantinopel den 25 Febrnarij. De brandstichtingen zyn ten ge.
volge van strengere maatregelen door de regering genomen.onlangs we.
derom zeldzamer geworden doch de algemeene onvergenoegdheid is weder
vermeerderd. Vooral onder de Groocen des rijks is eene spanning te
ontdekken, wier grood iit de verdeeldheid ligtwelke in den Divan heerscht
door de beraoeijingen van den Eogelschen en Franschen ambassadeur tegen
het Russisch tractrat, welke verdeeldheid gednrig schijat toe te nemen.
Een gedeelte van den Divan zon namanlijk ten voordeele van Engeland en
Frankryk gewonnen zijn terwijl de anderen slechts in een naauw aansluiten
aan Rus'a d heii en redding voor de Porte zien, en |daarom de voorstellen
van Engeland en Frankrijk daartegen met toenemenden nadruk gedaan tnet
vrees beschouwen. Dit zoude misschien eenige opheldering kunnen gezen,
waarom de vloot, welke bereid was om onder Halil-Pacha naar Samoa af
te gaan, voorloopig. bevel ontvangen heeft, om 10 de Dardanellen te ver
toeven, om op ienere onderneming van den kant van het Engelsch-Fransch
eskader het oog te houdenen voor de nieuwe versterking van de Dar.
danelien zorg te dragen.
Brieven uit Alexandre nit eenen goeden bron melden, dat men bij
Mehemed-Ali sedert eenigen tijd, een bezorgd en somber gelaat opmerkt;
als de vermoedelijke oorzaak daarvan noemt men de ongunstige tijdingen
uit Syriëwaar de ontevredenheid met de Aegyptiscbe regering steeds
duidelijker wordt, als ook de berigten uit Arabie, welke even zon mtn
opwekfcelp luiden. Deze gesteltenis schijnt oer Porte te stade te komen.
Men heeft namennjk opgemerkt, dat Mehemed-Ali zijn» verzekert!] ge van
onderdanigheid aan den Sultan naar die mate vermeerdert, ala de tijdingen
uit de provinciën ongunstiger voor hem zijn, en daardoor van de moge
lijkheid derzelver afval overtuigd wordt. Óm aan dez» nieuwe veizeke.
ringen van onderdanigheid nadruk te geven, Zon Mehemed-Ali van voor
nemens zijn, wederom een gedeelte der belasting aan de Porte te betalen,
en daarom 01) den handelsstand in Aegypte reeds aanmerkelijke wissels op
Konstantinopel hebben opgekocht. Het bewaarheden van deze tijding zon
den koer» van het Turksche geld heigeen reeds tot 403 paia voor den
gulden gezonken was, wederom iets verhoogen.
PORTUGAL.
Lissabon den 10 Maart. Volgens berigten van dien datnmverwachtte
man toen aldaar dagelijks, dat het bij Santarem tot een ireften zou Romeo.
Men wist dat in of bij die stad drie regimenten Migueilisien uit het
noorden van Portugal waren aangekomen dat Don Miguel daarop eene
groote wapenschouwing over zijne troepen had gehouden, en in eene vrij
lange aanspraak zijne manschappen tot volharding had aangemoedigd, hun
toevoegende, dac zij eerlang weder te Lissabon zijn zouden. Men maakte
daaruit op. dac de Miguellisten op nieuw de aanvallende parel) zouden
zijnen dien tea gevolge waren in den loop van den loden Maart uit
Lissabon alle de troepen, die aldaar gemist konden worden, naar hec
hoofdkwartier van Don Pedro op marich gegaau. Het Isacste gevecht bij
Santarem van den i8den February, blijkt thans aan beide da partijen veel
volks gekost ie hebben, zonder dat eene cerzelve zich de overwinning
kon toeschrijven. Den dag Da dit gevecht heeft Don Miguel den opper,
bevelhebber zijner krjjgsmagc, Povoas, zoo het heeite w geus den zwak
ken staat zijner gezondheid, afgezet, en deD generaal de Azevedo Lemos
in zijne plaats benoemd. Hec regeringsblad dac [hans te Sauureui worde
uitgegeven, deelt de dagorder mede, die genoemie generaal ter gelegen
heid ïljner verheffing aan het Miguellistische leger heefc gerigi.
Deze dagorder luidt aldus: Onze Heer, de Koning, heeft goed.
gevonden het kommaodo over de operatie-atmée aan mij op te dragen. Ik
moet, natuurlijkerwijzetrotscb zijn op eene zoo groote ouderscheiding
en eer, welke de beste der souvereinen nnj heeft bewezen. Ik vrees
echter, dat ik uit hoofde van de geringheid mijner krijgskundige talen,
ten niet behooilijk aan dit schitterende biyk van vertrouwen mijne» Komngs
zal kunnen beantwoorden, maar ue hulp, welke ik in de officieren ues
legers en in de dapperheid der tropen zal vinden, moedigt mij aan de
zwaaswiguge taak op my te nemenen aldus ondersteund door de bevei-
i