A*' 1834» LEYDSCHE COURANT. N*. 19, ty 0 B N S D A C DEN is FEB R.UAR IJ. NEDERLANDEN. Lr yd en den n February, WH treffen In het Amsterdamsch Handelsblad van den 8 February aan t Eenige bij zender kelen betreffende den Diefstal der Juweelen en andere Kostbaarhedenteebeheorendeaan H, K,K. H.de Primesvan Oranje, welke ter lezing overwaardig zijn. Zi) zijn de volgende: Men zal zich herinneren, dat er, in de maand September des jaars 1839, een aantjierkeliike diefstal is gepleegd van eene menigte Jaweelen en an. drre'Kostbaarheden, nit het Paleis van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins va# Oranje, te Brussel. Tnan» nn hij, die van dien diefstal beschuldigd wordt, eerstdaags, ter zake van dat mladriif, zal te regt staan voor het Hof van Assises, in de Provincie Holland, Zuiderkwartier, te 's Gravenhageachten wij onzen Ie. zes g»ene ondienst te doen en vinden ons in staat gesteld hen met eenige omstandighedentot dat geval betrekkelijkbekend te maken, In den morgen van den 25 September 1829, terwijl Z, K. H. de Prins van Oranje afwezig wae, en Mevrouw de Prinses zich op het Kasteel van Tervueren bevond, werd men gewaar, dat eene menbelkast, tot berging van preciosa geschikt, (dlamantalre genaamJ), en staande in de slaapkamer van de Prinses, met geweld was beroofd van da zich daarin bevindende aanzienlijke hoeveelheid edel.gesteenten en paarlen, benevens van eenige papieren van waarde, welke laatste echter hier en daar over den vloer van de kamer verspreid en gedeeltelijk, verscheurd terug gevonden werden. Het glas, waarmede de dlamantalre was gedekt geweest, was gebroken. De daaronder voor het oog ztgtbaar liggende jaweelen waren daaruit ont. vreemd- en men had ook daar gevonden den alentel van het onderste ge. deel-e des meubels, waaruit men dan ook de daar gelegen hebbende ju. weelen, in drie mahonijhouten kistjes vervat, had mede genomen, bene vens een kostbare shawl der Prinses, welke laatste waarschijnlijk had ge. diend tot vervoering der kiatjes en later op een der boulevards is teroggevonden. Aangaande de wijze, waarop de dader of dadera van die feit tot in de slaapkamer der Prinses hadden kunnen doordringen, bevond men, dat van eene glazen deur, uitkomende op een terras aan den minkant, eene glas ruitna met klei re zijn besmeerd, was gebroken; dat men alzoo de deur van binnen had kunnen openen, waarna men, na twee vertrekken te heb- ben doorloopen, in het slaapvertrek der Prinses konde gekomen zijn, al waar het opengebrokene meubel naast den schoorsteen stond. De dader of daders waren ("dit bleek uit voetstappen op het terras en in den tuin alsmede door inorukselen van eene ladder digt bij den maar) door overklimming in den tuin en vervolgens op het terras gekomen. Na het ontdekken van dezen diefstal, heeft men zoo naauwkeurig tno- ge'ijk eene lijst van de ontvreemde jaweelen paarlen en andere kostbaar, heden gemaakt en alom rondgezonden, met aanbod, gelijk men zich herin, neren zal, van aanzienlijke beiooning voor hem, die eenige aanwijzing nopens den dader of de vermiste juweelen konde geven. Lang bleven deze maatregelen vruchteloos, tot dat, omtrent het midden je» aar1831 zich bil den Nederlandschen gevolmagtigde ce New-York, den Heer Bangeman Huygens, zekere F ransel)--nan vervoegde, genaamd Reumagehem te kennen gevende, het er voor te houden, dat de dief van de juweelen des Prinsen van Oranje zich op dat oogenblik in New. York bevond dat namelijk in hetzelfde Logement, waar hij Reumage zich bevond, was aangekomen zekere Constant Polarimet zijne bijzit Susanna Blanche, bö zich hebbende eene menigte juweelen, en dat hij alsnu recla« meerde de door het Nederlandsche Gouvernement beloofde belooning. Deze Roumage had echter, alvorens deze kennisgeving aan den Heer Bangeman Huygens te doen, wetende dat edel gesteenten in Noord-Amerika aan een inkomend regt zijn onderwordenvooraf den genoemden Constant Polari aan de tolbeambten te New-York aangewezen, alt fiauduleus die •teenen invoerende, en-deze tolbeambten hadden dadelijk denzelven over. vallen, bli hem eene groote menigte paarlen en juweelen gevonden en de zelve in beilag genomen. Een aanmerkelijk gedeelte van die edelgesteenten was echter nog aan bet oog der tolbeambten ontgaan daar dezelve in een hollen rotting en holle parsplui waren verborgenwelke steenen Polari dadeliik daarop in een nabij gelegen bosch, In tegenwoordigheid van Susanna Blanche, heeft begraven. De Nederlandtcbe gevolmagtigde, aan de mededeeling van Roumage ge volg willende geven, vernam nn de in beslagneming door de tolbeambten en overtuigde zich door de vergelijking der aangehaalde edelgesteenten met derzelver aftcekentngen dat dezelve behoorden tot de ontvreemde juwee len uit het paleis des Prinsen van Oranje, Thans werd Polari gearresteerd en ondervraagd hoe hij in het bezit was gekomen van die menigte juweelen. Na eene menigte ultvlugten en eindelijk bemerkende dat de Heer Bangeman Huygens reeds door Susanna Blanche het een en -ander was te weten gekomen, erkende hij dan ook te weten dat dezelve juweelen behoorden tot den ontvreemden eigendom van H. K. K. H. de fyinses van Oranjedoch hield toen en ook later vol dat hQ zelf de dief njet was. Inderdaad wat de Nederlandsche Gevolmagtigde reeds door Susanna Blan. the oekend geworden van deze omstandigheidals ook dat Polari in den otqtrek van Brussel eenen pot begraven bad met nog andere kostbaarneden en al het goud en zilverwaarin de ontvreemde juweelen waren gevat geweest. Het schijnt, dat Roumage, na Polari re hebben verraden, ook thans er op bedacht is geweest zijne eigene belangen voor te staan; wantna van Susanna Blanche (met welke hij reeds vroeger gemeenzame betrekkingen had aangeknoopt), het begraven der geredde juweelen ln een bosch bij New-Vork vernomen te hebben, haalde hij deze over, om met hemde begravene juweelen te gaan opdelven en 'met hem naar Engeland over te «teken, na alvoren^ aan den Heer Huygens eenige weinige stukken van groote waarde 1 og te hebben ter hand gesteld welke bij zeide bij Polari te hebben ontdekt; betzij dat hg begreep dezelve nimmer te zullen kunnen van de hand aetteD, hetzij om zijne goede tronw niet te dien verdenken. Toen een aezer stukken door den Heer Huygens aan Polari werden ver. toonden hij hetzelve erker de voor behoord te hebben tot den in het bosch begraven schatbegreep hij door Susanna Blanche verraden te zijn en erkende dan nu ook dat hij nog een groot gedeelte van de juweelen aan het.oog der tolbeambten had onttrokken en dezeUe in een uajq get:. gen noSch had begraven. Op de aangewezen plaats gekomen, vond then er natuurlijk niets, wsnt Reumage en Blanche hadden dezelve reeds opgedolven, - De Nederlandsche Gevolmagtigde heeft deze beide laatsten doen achter volgen, roet dat gevolg, dat zij beiden te Liverpool zün ontdekt, met da geroofde kos-bsarbeden bij zichwelke aan den Nederlandschen Consul te Liverpool zjjn overgegeven en van daar naar *a Gravenbsge zijn overge- hragtalwaar zii mede erkend zttn als behoord te hebben tot de uit het Paleis der Prinses van Oranje gestolen juweelen. Intusschen had het Gouvernement middel gevonden om den ijzeren pot, welke nog in een bosch bij Brusael begraven waa, magtlg te worden, en in denzelven vond men dan ook, behalve nog vele cameëen, en kleinere Steuren alle de omzetsels der ontroofde juweelen. Door middel van deze konde men het Gouvernement der Vereenigde Sta ten overtoigendat de aangehaalde edel-gesteenten afkomstig waren van den diefstal in iter patels des Prinses van Oranje, en derzelver overlevering aan der Nederlandsche Gevojmagtigde, waa daarvan dan ook weldra het gevolg. Polari heiwaarta overgebragt en door den regter verhoord zijnde, heeft verhaald: dat hij in het jaar 1827 te Brussel was komen wonen, ra de stad Leon, waar hij vroeger woonde, nil hoofde van een faillissementte hebben verlaten; dat hij in de maand November van het jaar 1829, bjj ge. legenheid van eene wandeling in een bosch, had opgemerkt, dat drie per sonen iets in hetzelve begroeven, dat hij in den volgenden Bacht het be. graven voorwerp bad opgedolven, en alstoen bemerkt had, dat het waa eene kisr met juweelen; dat hij die kiac een' gernimen tijd onder de aar» de gelaten en er toen een handvol had uitgenomen, waardoor bij zich over tuigd had in het bezit te zijn van de aan den Prins van Oranje ontitolene joweeler. Hij verhaalde verder zich in Jollj 1830 weder naar Lyon bü Susarne Blanche, met welke hij vroeger geleefd had, te hebben begeven, eenige der geatolene juweelen in eenen hollen stok met zich nemende; dat hij te Lyon eene der geroofde diamanten had verkocht en zich in Ja. nuarij 1831 weder naar Brussel had begeven met Susanne Blanche, en al. daar de begravene juweelen had opgedolven. Den naam van Carrara had hii aangenomen, waar-chijnqk bjj gelegenheid van den frauduletsseu Invoer der juweelen in New-York. Constant Po/art ia 53 jaren ond, geboren te Wiek in het kanton Tetain in Zwitserland, Zijn vorig beroep ichjjnt Leerlooijer te zijn geweest. Hij heeft een ongunstig en zeer doorslepen voorkomen, en schijnt zich ongaarne en met weerzin over de geheele gebenrtenis en over het verraad van Susanne Blanche tegen Hem gepleegd, nil te laten. De behandeling zijner zaak voor het Hof van Assises voor de Provincie Holland, Zoider-Kwartier t Is bepaald op den 7 Maart aanslaande. De giften, welke bij de commissie tot verzachting van het lot der slagtcffers van de overstrootpmgen in Noord.Braband tot hiertoe ontvan gen zijn, beloopen reeds oe aanzienlijke som van 22,748.19}. Uit Autwe-pen schrijft men, dat men de stadswallen alsmede de bul- tenzijden van de glaciswaarvan de generaal Chassi tijdens de gebeurte. nissen in 1830 de hoornen had laten nmverhakkeu, op nieuw met jonge s'ammen heetc bepiancdoch dat daarentegen de meeste boomen die naar de esplanade leidenwerden omvergehaald van welk laatste oedrjjf de burgers ticb geene reden wisten te geven. Brsda den 9 Februatfi. De waardige verdediger van de sterkte nabij Antwerpen aan wien het onzen Koning behaagd heeft net opperbevelheb. berachap dezer vesting op te diagen, de Generaal der iniacterie. Baron Chassede geliefdkoosde held der natieis, benevens zijnen trouwen wapen, broeder, den Luitenant-Kolonel Baron de Boer, heden na den middag ten half twee ure deze vesting binnengekomen en aan het Hotel de Kroon af. gestapt. Onze hooggeachte Kommandant de Generaal.Majoor Fertholen oie ad intesim roet het opperbevel dezer vesting belast was beeft vergezeld var, zijnen stel in de betrekking i en Opperbevelhebber en Kommandant onzer stad.'her eerst zij! e opwachting bi] Z, Exc, gemaakt, daarna hebbeo Z. Exc. de Luitenant-Generaal Baron van Geen, de Kolonel der Genie van der H yk en andere militaire autoriteiten zich gehaast den wakkeren krijgsheld bil zijne kom-r alhier te begroeten. Wij hebbeo alle reden om te vertrouwen dat deze vesting in haren nteuweu Opperbevelhebber een waardig opvolger zal vinden van den nog immer diep betreurd wordende overledenen Generaal.Majoor Wildeman, die in zeer bagchelijke oogen- bliklien hooge minzaamheid aan militair gezag wist te paren, zoodat de staat van beleg, waar men steeds van gewaagt, niet is gevoeld geworden. SPANJE. Een brief nit Irun geschreven deelt verschillende bijzonderheden mede wegens deo tegenwoordigen staat der drukpers in Spanje. De censuur Is, bij een besluit der Koningin-Regentes van den 4januarij, voor wetenschap, pelijke en letterkundige werken geheel afgeschaft, en men verwachte das dat de buiten 's lands vervaardigde drukken vaD CervantesQuevedo en andere klassieke Spaansche schrijvers weldra aldaar zouden worden inge. voerd. Ten gevolge van de sedert vele jaren met onveroiddeljj'se gestreng heid gehandhaafde censuur waren in Spanje zetf geene ongeknotte mega. veo dier schrijvers meer te bekomen, ZWITSERLAND. Uit Geneve schrijft men des avonds van den 3den Februarijomtrenr de bewegingen die a-daar ee in de nabuurschap heoben plaats gehad. Roma tint's bende is In den nacht voor de Ptemontesiscbe kavallerie verstorven. De manschappen uit welke zij was zamengesteld zijn afzonderlijk op ons giondgebted gevlugt, waar honne partijders ongerwijfeld voor hen de mid delen beramen out het binnenland van Zwitserland te bereiken. Het lijdt thans geenen twijfel meer, dat te Gerève een opstand was voor- bereid, om met de aankomst dier gevaarlijke gasten nit te breken. Een groot gedeelte der militie-troepen was bq voorbaat zoodanigerwqze gede moraliseerd geworden, dat de verdedtgings-maatregeien der regering daar door moesten verlamd zijn. Een keorbattaljon is reeds gisteren avond op den federativen voet gebragt en zal, zoo als ook eene kompagnte artillerie, 1 og heoeo worden gekaserneerd. De groote raad zegt menheeft van Waadland een ba.ta jon tot versteiking gevraagd, om te Gerdve garnizoen te houden tot ttat er de rust en orde volkomen zullen hersteld zyo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 1