Met) schrijft oir Berlijn ran den sisten, ten aanzien van het Weeser congres. De aanwezigheid van den Holtaadschen minister der buitenland* sche zakeD, heeft hoodzakeltjk tot oorzaak de Luxemburgsche kwestie en de last van zijnen Vorstin overeenstemming met de onderscheidene hooge Noordsche Mogendheden, dat nimmer in eene verdeeling of afstand van het Groot-Hertogdom bewilligd worde. Anderdeels zoude Holland zich gunstig toonen jegens het Duitsche Handelsstelsel, en, voornamelijk, het vraagpunt der Riin-scheepvaaart anders dan tot nog toe beschouwen, vermits het de Duitsche oplossing der gewigtige zinsnede: jusqu'it lamer meer of min als de ware erkent, Mentz den 25 Januarh. Het water, hetwelk voor onze stad reeds we der afgenomen was, begint thans, ten gevolge van den aanhoudenden regen, wederom te wassen. De boven.Rhijn en Neckar, eu ook eenigermate de Meinbrengen ons thans die sterke overstroomingen aan. Het jonge gewas op de velden staat uitmuntendzelfs te schoon en welig voor het jaargetijde; even zoo de wijnbergenvoor welke het zachte weder tot eene vermeerderde rijpheid en kracht van den wijnstok zeer gunstig is. Indien deze winter, zoo als men zulks bijna vermoeden kan niet streoger omtrent het voorjaar wordt, zien wü een zeer vruchtbaar jaar te gemcet. Deze vooruitzigten zijn dan ook reeds meer of min in de prijzen der prodnkten zigtbaar. Kekzingen den 20 Januarij. Zoo even wordt de alarmklok geluid, welke, terwijl zy den inwoners den watersnood aankondigt, hen tevens tot den arbeid en tot het bewaken der dijken roept. Het water stroomt toe met eere hevigheid, welke gelyk staat met die van den tiden aer vorige maand. De bewoners van het Wonnethal kBnnen niet dan in schui ten huntie woningen verlaten, de gemeenschap met hetzelve is geheel afgebroken. Deze is de vierde overstrooming in een tijdvak van vier we ken, en zij is te verderfelijker, daar de velden, ter naauwernood van bet wner bevrijd, thans des te sterker overstroomd zijn, en het zaad volko. men bederft. Aken den 27 January. Eergisteren heeft in de, bij Bardenberg gele gene, zoogenaamde Wclsche kolenmijn, een vreesselijk ongeluk plaats ge had. Ten gevolge eener dijkbreuk is eene groeve-gaanderyin welke meer dan 70 arbeiders werkzaam waren, met zulk een geweld overstroomd geworden dat, in spijt der door de Overhe'den mee den meesten ijver en de grootste krachts-tnspannirg aangewende reddtng-middelen toe dusverre nog elect» een gedeelte der ongelukalgeD heeft kunnen gered worden. Men spreekt van 30 personen als vermist gebleven. Latere berigten zul len, hopen wij het getal der slagtoffers kleiner aangegeven. Van den 28sten wordt geschreven, dat nog 59 arbeiders vermist zijn gewerden; slechts 11 hadden zich terstond kunnen redden. GROOT.BRITANNIE. Hiernevens volgt de opgaaf van de Engebche en Framche marine met t Jardsry 1834. Zet lords admiraals en chef, 1 eskader-admiraal 44 ae:-- a:L, 62 vice - adm raals64 contre admiraals43 cottire - admi- i:r, d.t gepensioneerd of op half soldij gesteld zijn, 786 kapiteins, 487 cli.-ip.. es ets 6.5 kwar-temteestere10S8 officieren van gezondheid <53 p: •„ter:. De marine bevat 22 schepen van 100 kanonnen en daar- 99 0: 74 en daarboven, 104 fregatten van 42, 22 stoomschepen, 310 sta ité schepen van 40 tot 36 kanonnen; in het geheel 557 vaartuigen. u Ftt't sche manna bestaat uit 3 admiraals12 vicc-aumiraau, 22ccncte- jujèi-r»»:»', 70 scheepskapiteins70 fregata-kaptteins, 90 kapite ns van kor- yeiteit45ajscfiéêp»-ihitei"iabts, 550 fregats-iuitenancs345 officiers van ge. zondhetó ,2,300 sch ppersmairuozen enz. Zij heett 40 schepen vau 74—80 kanonnen, 52 fregatten van eten eetsten, tweeden en derden rang es korvetten, 17 stoom vaaitutgen300 brikken, galjooten kanonneer- booten, enz. hiernij wordt deze aanmerking gemaaktdat Engeland met driemaal meer schepen en volk dan Frankrijk, jaarlijks aan dezelve niet meer dan 125 mil. iioen ir. besteed, terwijl het budget van Frankrijk op 70 millioen gebragt is. Aid voorbeelden van de ongemeen zachte Xvcór/gecceldheid WOfdt «it Engeland gemeld dat te Gimïngham binnen een mijl afstands van de zee gelegen, zoogenaamde grooie boonen in vollen bloei ataan en dat te Bridgnorth uit een zeer fraai aspersiebedin een open tuin gelegenreeds aspersies worden gestoken, Te Arica in Pern beeft zich den 18 September II. een geweldige aard. beving doen gevoelen. Slechts 13 4 14 huizen der stad zijn blijven staan «en 2 co voeten hooge tots, aan den ingang der haven, is bijna gel(jk met let water gedaald; twee eilanden, die iets verder lagen, zijn zoo diep gezonken, dat een fregat over dezelve heen kan zeilen; 6 4 700 menschen ïiebbeu bet leven verloren en ook de omtrek is deerlijk geteisterd. F R A N K R IJ K. Berigten uit Parijs van den 27 January geven te kennen, dat de minis ters zich hebben genoodzaakt gezien, om aan het verlangen der kamer van Afgevaardigden tot vermindering der voorgestelde begrooting van 1835 toe te geven. De vermindering zal, zoo men zegt, 36 raillioen bedragen; zullende het staande leger, in weerwil vaD den maarschalk Stuitin plaact. van op 371,000 op 310,000 man worden gebragt. Men schrijft dat de maarschalk Maistn door den Keizer van Rusland te Petersburg met de meeste onderscheiding moet ontvangen zijn. Ook meent men te hebben opgemerkt, dat de heer Pozxi di Borgt meer ver trouwelijk met den minister van buitenlandsche zaken schijnt om te gaan hetgeen ten overvloede aanduidt, dat de bezwaren over de Oostenrijksche aangelegenbeden, zoo die al bestaan hebbeö, geheel zijn uit den weg geruimd. Een dagblad van Besaryon, ven den 19 January, verhaalt de volgende geschiedenis van eene wonderbare genezingwelke bovendien door een proces-verbaal van de Maire van Liesle bekrachtigd is. Antotne Bregaudlandbouwer en huisvader, in voornoemde gemeente woonachtighad geheel het gebruik der spraak verlorenten gevolge van eeBe ziekte, waardoor ook zijne dij en regter been lam waren geworden. Hij was 6ederc zes jaren stom, en er was geen vooruitzigt, dat hij de spraak weder zou krjjgen toen hjj eensklaps zijne stem door een middel hetgeen buitengewoon genoeg is om het mede te deelen terng ontving. Gehoord hebbendedat eenige stommen genezeD waren geworden door oude schoepen in het vnur te leggen en de stinkende luchtterwijl de. zelve branddenin te ademenvertoefde de dorpeling niet om van dit niet-geneeskundig middel gebruik te maken. Gevolglijk staat hij des morgens zeer vroeg opverzamelt al de oude jchoenenwelke hy vinden konvoegt er stukken van versleten hoeden oude wollen kousen, enz. bij, doet alles in eene kagchel met eenen bos zwavelstokkenwelke hij aansteekt. Toende pijp van de kagchel toege. maakt, en de deur gesloten hebbende, om des it beter deze aromatische oerooking te kunnen inademen, plaatst hij zich boven de opening, voor de ke.e! bestemd, welke de eenige uitgaDg was voor de damp opengelaten. Zijne vrouw, in eene naastgelegene kamer zich te bed bevindende, en welke bij vetlateo hrd haar zeggendedat zij nog niet zon opstaaü ruikt weldra den ve stikkei den stank welke zich in het nuis verspreide. Éit loopt naar dat vertrek waar haar man zyu geneesmiddel oeproetde, eii vit.de hent achitiover gevallen. Hij, die >edert zulk eeueu langen tijd geen woord gesproken had, roept, ztjne vrouw ziende: „lk ben vergiftigd, ik oen een verloren tnaD De boren, tot zijne bulp geroepen, slepen hem, 111 «enen staat van verstikking, uit de kamer; men weudt dadelijk faoeae zorg san, en na eene diepe en lange ademhaling, vergezeld met poging om te braken, komr bij tot zichzelven weder, en tot groote verwondering van allen, spreekt hij: het is met moeite dac de omstanders hunne ooren ver trouwen. WeidraJ staat hij open gehee! verbeogdloopt hy naar zijne familie en vriendenom hun zijn gelnk te verhalen. MENGELINGEN. AFSCHAFFING DER DOODSTRAF op O T A H IT IN 1824 (l). De disenssien van het wetboek der Onder de Winde-Eilanden donrden acht dagen. Iedere zitting begon en eindigde met een geBed. M Nut, de oudste der zendelingen, werd tot voorzitter benoemd; zijne ambtge- nooteD en de afgevaardigden van het zendeling-genootschap te Londen (2) waren er bij tegenwoordig, maar geen vreemdeling nam deel aan de raad. plegingen; zij bepaalden zich by hun gevoelen te zeggen, wanneer het- zelve hun gevraagd werd. Af. Nott zich in dit geval naar het uitgedrukt verlangen der opperhoofden en van het volk schikkende, had te voren eeoe verzameling van wetten opgesteld, bestaande uit 40 artikels, die over alles handelden, watnoodlg was om de maatschappelijke orde te handhaven, het algemeen welzijo te vermeerderen, en onder de inboorlingend.e regten en voorregteD der verschillende klassen te bewaren, die de meest wenschelyke verzekering voor het leven, de vrjjheid en de eigendommen der inwonets behelsden. De debatten over de straf des doods vervulden voor een gedeelte de twee eerste zittiDgen. Het kwam er hier op aan te besluiten, of in een mogelijk geval menschenbloed moest gestort worden, om de wetten te handhaven, die door een Christelijke wetgevende vergadering, welke noch door vooroordeel, noch door oude gebruiken was beheersent, zijn nitge. vaardigd. Twee straffen waren voorgesteldde dood en eeuwigdurende verbanning naar eenig onbewoond eiland. De laatste werd eindelijk met algemeene stemmen aangenomen. Toen de vraag was voorgesteld, (zeggen de twee reizigers), stond Hitttihet opperhoofd van Papeete, cp, de voorzitters en de gansche vergadering groetende. Buiten twijfel," zeide hij, M ia de eeuwigdu. rende ballingschap op een woest eiland een goed voorstel; maar er is ae. dert eenige dagen eene gedachte bij mij opgekomenen gij zult die be. grijpen als gij mijne kleine reden zult hebben aangehoord. Moeten de wetten vaH Engeland, dat land, vanwaar wij zoo veel goeds van alle soorc hebben ontvangen, moeten die wetten niet goed zyof En straffen de En- gelsche wetten den moordenaar niet met den dood? Wel nu, de gedachte 01e 10 mij opkwam, ia deze: Hetgeen Engeland doet zullen wij weldoen van ook te doen. Ziedaar mijn gevoelen." Er heerschte eene diepe stilte, en het is opmerkelijk, dgc in de achc dagen, gedurende welke dit parlement zyne zittingen hield, nimmer twee redenaars te gelijk zyn opgestaan, dat er geene hevige woordenwisseling lunchen hen heeft plaats gehad, en dat niemand er aan dacht, zyne kunde ten koste van die der anderen, te doen gelden. Inderdaad niemand sprak tegen of voor het gevoeleD van een der redenaars, die hem waren voor- gegaaD, zonder met eerbied het loffelijke daarvan open te leggen, terwijl hij op gronden, die hij met evenveel bescheidenheid ais standvastigheid openlegde, meende, dat een andete raad het moest winnen. Na te hebbeD rondgezien of niemaDd het woord vroeg, stond Utami opperhoofd van Buanrcuia, op, en zich tot den voorzitter wendende. Het opperhoofd van Papeete," sprak bij, beeft wel gezegd, wy heb ben veel goeds ontvaDgen van het goede Christenvolk van Engeland; ja zelfs, wac hebben wi) niet ontvaDgen van Beretane (Groot-Britannle) Heeft het 001 niet het Area (["c Evangelie} gezonden? Maar gaat de rede van Hittti niet te ver Zoo de Eogeliche wetten ons moesten leiden moesten wij dan ook niet de dievendie in een hnia inbreekendie eene valsche handteekenlng doen, die een schaap aceeleu, met den dood atraf. fen? En is er iemand op Otahitldie meent, dat die misdaden met den dood moeten geboet worden? Neen, iee«! dit gaat te ver, bet schijnt mij toe dat wjj moeten ophouden. Ik geloof dat de wet, zoo als zij voor gesteld wordt, goed is, ik kan ongelijk hebbeD, maar dit is mijn gevoelen." Na een oogenblik stilte, stODd het opperhoofd Upupara met een fier en scherpzinnig gelaat op, *t was aangenaam om zyne levendige houding en edele van zijne manieren te zien, evenzeer ontbloot van allen trots als van alle gemaakte nederigheid. Hij spr k eenige woorden vol beleefdheid jegens de redenaars die hem waren voorgegaan, er bij voegende dat vol- gens zijne meening beiden in eenig opzigt gelijk enongelijk hadden. Mijn broeder Hittti, zeide hij, die heeft voorgesteld den moordenaar mee den dood te straffen, om dat Engeland het doet, heeft zich bedrogen, zoo als O'.ami beeft doed zien en waarlijk het zijn niet de wetten van Engeland öie ons moeten leiden hoewel zij goed zjjn de bijbel is onze eenige leidsman. Nu heeft Mitti Fruti (de zendeling Crook)tat ons eens ge sproken over de woordendie des menschenbloed vergoten heeft, zyn bloed zal ook door den mensch vergoten worden,"" en gezegd dat dit de aanleiding was van de Engelsche wet. Mijn gevoelen is dus in overeen- stemming met Hittti en tegen het tevoelen van Utami, echter niet om de Engeische wee, maar om dat de bij oei het beveelt, dat wy met dea.. dood moeten straffen ieder die van moord zal overtuigd zijn." De aanwezigen zagen elkander aan. Allen scneuen levendig getroffen te zijn door des redenaars uitgedrukte gevoelens, vooral daar hij zijn gevoe. len niet had gestemd op het voorbeeld van Engeland, maar op het. gezag der Heilige Schrift, Een ander opperhoofd stond op. Hij scheen een der pilaren van den Staat, zijn gelaat, zyne houding en rijke inlandsche kleedijdeden de aan wezigen hem zelfs vergetendie weder was gaan zit'en. Hij heette Fati eD aller oogen waren op hem gevestigd toen bijmet evenveel zedigheid en achting voor zijne smbtgenooten aia zy die hem waren voorgegain aldus begon Misschien verwonderen zich eenigen onder u dat ik zoo lang het itil2wijgen bewaard heb, ik die bier het eerste opperhoofd beD eu naast verwant aan het koningljjk geslacht. Ik verlangde te hooren wac mtjne broeders hadden te zeggen om de gedachten bijeen te gareodie in hun hart waren opgekomen over deze belangrijke zaak. Ik verheug mijhen gehoord te hebben, omdat vele gedachten, die ik met met mij hier heen had gebragt, nu in mijn hart ontstaan. De opperhoof. dendie vóór my het woord hebben gevoerdhebben goed gesproken. (1) Wij ontleetten deze bijzonderheden uit de reis van de heeren Ben nett en Fijerman. Het is opmerkelijk Dit het voorbeeld vaD Chrn- tenen, die nog onlaogs in den wilden staat verkeerden, te zien, hoe de Christen de doodstraf kan besnijden, hoewel zy m de Joodtche wetgeving staat; deze wetgeving even als het overige van de Aarts vaderlijke en Mozaïsche huishouding was slechts tijdelijk; ae leer van geduld eD genade, naar welke wij leven, geeft ens nog betere gronden aan die aer menschlieveDdbe.d en staa.kunde, om dit thans zoo veel besproken ot.detwerp te verdedigen. (2} De heeren Bennett en tijerman zeiven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1834 | | pagina 3