A°- '833i LEYDSCHE WOENSDAG NEDERLANDEN. 'sGravenhage den si-October. OPENING VAN DE KAMERS DER STATEN-GENÉRAAL, Heden is de gewone vergadering der Staten - Generaalingevolge de Grondwet, door den Koning geopend. Ten ia ure zijn de leden der beide Kamers in de gewone Vergaderzaal der Tweede Kamer bijeengekomen. Deze vereenigde zitting werd geopend door den Baron W. F. Röe/l, die door den Heer Griffier der Eerrte Kamer een besluit des Konings van den 20 October deed voorlezen, waarbfl' hij, gedurende de tegenwoordige zitting dier Kamer, tot haren Voorzitter benoemd wordt. De Voorzitter benoemde daarna eene Commissie van 18 leden, om Zijne Maj. van wege Hun Edel Mogenden aan den ingang van het gebonw te omvangen, in de vergaderzaal binnen te leiden en daarna weder uitgeleide te doen. Tegen édn uur vervoegden zich s Konings Ministers en de leden van den Raad van State in de vergadering, en kort daarna werd Zijne Maj., vergezeld van HH. KK. HH. den Prins van Oranje en Prins Freierik der Nederlanden, benevens Hoogstdeszelfs gevolg In de zaal binnengeleid. Zijne Maj. zich op den troon geplaatst hebbende, deed alsnu de vol. gende aanspraak: Edel Mogende Heeren! Zoo ik mij altijd met genoegen in het midden bevinde der Vertegen, woordigers van het Edele Volk, dat niet ophoudt, door blijken van des- zelfs liefde en trouw, mij onder de zorgen des bestuors, op te beuren, is het vooral bij de moeijelijke omstandigheden, in welke ik nu, voor de vierde maal. Uwe gewone Vergadering opene, dat de tegenwoordigheid vanU, Édel Mogendenmij welkom is, vermits zij op nienw de gelegen heid zal aanbiedeD, om, met gemeen overleg, op wederkeerig vertrouwen gegrond, de gewigtigste aangelegenheden van het dierbaar Vaderland te be handelen en getuigenis te geven van de eenstemmigheid onzer inzigten. Met dankbaarheid gedenke ik, bij den aanvang dezer zitting, aan den zegen, welke mijn Huls, kort na den afloop der vorige, is te beurt ge- valleDin de geboorte eener tweede telg van mijnen beminden jongsten Zoon, en aan de hartelijkste deelneming mijner onderdanen in die geluk, iige gebeurtenis. Onze tegenwoordige betrekkingen met de verschillende Mogendheden boezemen gernstheia in; van sommige derzelve ontving ik, nog dezer dagen, bewijzen van wezenlijke vriendschap. Gedurende den loop Uwer vorige Zitting werden de onderhandelingen tot regeling der gevolgen van den Belgischen opstand, tijdelijk vervangen door dwangmiddelen tegen Nederland, waarvan de geschiedenis nog geen voorbeeld, in vollen vrede, opleverde; de latere hervatting dier onderban. delingen, waarin de dezerzijds betooode toegevendheid, en verlangen naar voleindiging door nieuwe zwarigheden werden beantwoord, heeft dus verre niet geleid tot afdoening. U Edel Mogenden zullen nit de mededeelingen welke mijnentwege, binnen weinige dagen, daaromtrent aan Uwe Vergade. ring zullen gedaan worden, ontwaren, dat bij die onderhandelingen de eer, de waardigheid en de wezenlijke belangen van de Natie steeds uitsluitend zijn op het oog gehouden. Ik blflve echter de hoop voeden op eenen redelijken afloop derzelve, en, mogt ook de Staatkunde van Europa de verwachting eener billijke ondersteuning onzer miskende regten gedeelte. lijk te leur stellen, dan nog zal Oud-Nederland zich zijne volharding in de drie laatste jaren niet beklagen; maar met voldoening terugziende op het gegeven voorbeeld van zelfstandigheid en gehechtheid aan wet en orde, te midden van den tuimelgeest der eeuw, zijn gedrag met gerustheid aan het oordeel van tijdgenooten en nakomelingen overlaten. Onder de smartelijke gewaarwording welke de maatregelen der En. sche en Fransche regeringenin het vorig jaardeden ontstaanvend het Vaderiandsch gevoel eene vertroosting in het gedrag der Zee. en Landmagt dievoor het oog van geheel Enropade eer van den Nederschen naam waardiglflk bleven handhaven. Ik ben innig getroffen geweest over de wflzewaarop de Natie hare erkentenis aan de dappere strijders, aan de gewonden en aan de nagelatene betrekkingen der gesneuvelden heeft betoond. De staat onzer krijgsbenden [isbij voortduring, gunstig; zfl blijven den roem ophouden vsn geestdrift, tucht en geoefendheid eeD gedeelde der legermsgt is thansdoor uitgebreide verlovenaan deszelfs betrekkingen en gewone werkzaamheden teruggeven. De belemmering, welke Neérlacds scheepvaarten handel hebben onder- venden, is met geduld doorgestaan, bij het ophouden van dezelvehebben onze nijvere Landgenooten, tot herstel van het geledene, dadelijk de loffe- lijkste werkzaamheid aan den dag gelegd. De Landbouw was, over het algemeen, in ruime mate gezegend, en in vele takken van volksvlijt is een nienw leven bespeurdwaarvan ik mij de beste gevolgen mag beloven, ook in betrekking tot onze Koloniën, In de Oost-Indische bezittingen heerscht, volgent de jongst berigten, eene gewenschte rnstde verbetering van den staat der geldmiddelen gaat aldaar hand aan hand met de toenemende uitbreiding der teelt van belang, rijke voortbrengselen, en, van beiden wordt, ook in Nederland, de wel dadige invloed ondervonden. De West.Irdische bezittingen hebben de stremming van gemeenschap die echter het wederzfldsch verkeer uiet geheel heeft doen opbonden met kalmte verduurd. In alle onze Koloniën heeftonder die omstandigheden, de geestkracht der ingezetenen zich ten gunstigste vertoond, en hebben alle standen ge- wedflverd in bewijzen van verknochtheid aan het moederland. „■De binnenlandsche aangelegenheden worden bij voortduring, «set be langstelling gade geslagen; de Regering ondervindt daarin de loffelijkste ondersteuning der gewestelijke en plaatselijke besturen zij gaatroet bera* j denheid, voort, met de invoering van doelmatige vereenvoudigingen. Al de deelen van het openbaar onderwijs blijven aan pnijne zorg be. antwoorden. De wetenschappen worden steeds met den besten nitslag beoefend. Indien de kunsten den druk der tijden noodwendig moeten gevoelen mag men echter, zelfs op dit oogenblik, met voldoening wijzen op menig, voorwerp hetwelk de blyken oplevertdat onze kunstenaars zien niet laten ommoedigeu. N*. ia?. COURANT. DEN 23 OCTOBER. De Iaat3te winter is gelukkig geweest voor onze nitgestrekte zee- dB rivier - waterkeeringen maar de jongste stormen, hébben aait dezeive Veel Echade toegebragtwelker herstelling zonder verwijl is aangevangen. Onze geldmiddelen zijn in eenen goeden toestand de ruime deelne. ming der ingezetenen in de laatste leéning, en de regelmatige opbrengst der lasten, door gepaste wetten verzekerd, stellen mij in staat, om voor het tegenwoordigein al de behoeften te voorzienen de openingenwelke daaromtrent, mijnentwege aan U Edel Mogenden zullen gegeven worden, kunnenzoo ik mij vleijeten bewijze strekken dat het openbaar crediet, hetwelk ons bestendig is bijgeblevenop wel berekende gronden rnst. De begrootineawettenwelke ik, eerlang, in nwe vergadering zal doen voorbrengen, znlien U Edel Mogenden doen blijken van mijn verlangen, van den eeDen kant, om het stelsel onzer middelen tot een goed geheel te brengen, en, van de andere zijde, om de bespoedigende invoering van gelijkmatige lasten over al de grond-eigendommen, door tegemoetkoming, te begunstigen. De titels van het burgerlijk wetboek, welke nog onafgebroken zijti geblevenzullen insgelijks ter beraadslaging aau U Edel Mogenden worden aangeboden. Ik vertronwe in staat te zullen zijnombovendien nog onderscheidene andere, niet min gewigtige, gedeelten der nationale wet geving aan het onderzoek uwer vergadering te onderwerpen. Edel Mogende Heeren! Ik rekene wederom, als altijd, op uwe ijverige medewerking tot bevordering van 's Rijks belangen, gedurende uwe tegenwoordige bijeenkomst. Ik wenschedat zfl niet voorbijga zonder ons den eindpaal te doen zien, van den onzekeren toestand, waarin het Vaderland na den afval der zuidelijke gewestennog verkeert. Volgen Wij intusschen met kalmte en standvastigheid den weg der rede en waarheid, welke wij tot hiertoe, te midden der moeflelljkste om. standighedenmet eendragt hebben bewandeld; zoo mogen wij steeds, onder alle verdere gebeurtenissenmet een gerust gewetenen met een onbepaald vertrouwen op den Allerboogsien de toekomst verbeidendie Nederland beschoren is.** Na bet houden dezer aanspraak, is Zijne Maj. door de Commissie weder uitgeleid, en is de trein, waarmede Hoogstdezelve zich naar de Vergade ring begeven had, naar het paleis teruggekeerd. Zoo wel Id de vergader, zaal zelve, als op den weg dien de trein doortrok, wemelde hec van in. gezeteoen en vreemdelingen, die openlijk menigvuldige blijken gaven van hunne liefde voor den Koning, de Prinsen en het Vaderland. Naar wij vernemen, is heden morgen door Zijne Exc. den Baron Ver. stolk van Stelende portefeuille van het Ministerie van Buitenlandsche za ken weder aanvaard. De staatkundige mededeelingen, namens Zijne Maj., aan de Staten.Generaalbinnen kort te doen, zullen dua door -Zijne Exc, gedaan wordeD. De beer H. M. van ie PollReferendaris bfl het departement voor de Nationale nijverheid en de koloniën, welke, sedert het vertrek van den heer J. C. Baud, met de directie der Oost-Indische koloniën belasc is geweest, is gisteren alhier overleden. Uit Zeelaod wordt van den 19 October geschrevenMet het einde dezer maand zal er, zoo men verneemt, een begin worden gemaakt mee bet inrigten van Ter Nenzen tot eene vesting en zal men met het daarstel- len van een versterkt bruggenhoofd aanvangen, T U R K Y E. Er worden groote toêbereidéeieö Jgemaakt tot het huwelijk der Soltane Salyraoudste dochter des Sultans, met /?<z/*V-Pacba. Deze jongelingeen slaaf van afkomst, zich in zijne jeugd de gunst des Seraskiers nebbende weten te verwerven, is door denzelven tot zoon aangenomen geworden; later is hij door den Sultan tot Pacha verheven en tot deszelfs ambassadeur te Petersburg benoemd geweest; thans is hij bevelhebber der artillerie. Het is eene zeer gevaarlijke eer zich tot echtgenoot eener Sultane verko ren te zien, want deze beschikt naar welgevallen over deszelfs leven, zoodra een ander man haar beter aanstaar. Van de hof-etiquetten bij ge legenheid van het huwen eener Solrane wordt veel zonderlings verhaald. Zoo verzekert men onder anderen, dat de dochters des Snltans steeds eenen dolk bfl zich dragen tot afwering van eiken minnaar, die het zonde dur. ven wagen met haar, eene afstammelinge des heiligen Profeets, In gesprek te willen treden. Eindelijk verschijnt er een Hatsi-Sheriff, die haar eenan man tot echtgenoot geeft. Deze nn moet bij alle volgende gelegenheden de muilen zijner gebiedster dragen, en zonder uitdrukkelijk verlof mag hij niet voor haar verschijnen of zich nevens haar ter neder zetten. Eenige andere vrouw in zijn harem te hebben is hem verbodenvan alle zijne vroegere vrouwen en slavinnen moet hij zich voor de voltrekking des hu. welflks ontdoen. Voor het tegenwoordige jonge paar wordt een paleis aan den Bosphorus gebouwdwaar zij de eerste maand van hun huwelijk zul len gaan doorbrengen. Men zegt hier, maar evenwel nog maar ais een los gerucht, dat er zich aan den Bosporus 5 Britsche, 5 Fransche en 5 Russische schepen ver. eenigen zullen, om, zoo het noodlg moge zijn, den Sultau te kunnen be. schermen. RUSLAND. De maatregelen welke Z. M. de Keizer van Rusland bij nkase van den 02 September genomen heeft, om in den nood van die gewesten des rijks welke asders de vruchtbaarste zijn te voorzien, zijn de volgendet Hec verleenen van onderstand.gelden aan de gewestelijke regeringen nit 's rijks kas, voor het uitdeelen van graan en zaaikoreu; het toelaien van buiten, landsch graan, vrij van tolregten, iD alle havens des rijks; het uitstellen van regtsvervolgingen tegen rijks-schuldenaars in de gewesten, die het meest lflden het uitstellen van de ligting van rekruten in die gewesten het be- steden van dubbele geldsommen voor openbare werken in de zuidelijke en zuidwestelijke gouvernementen ten einde het volk daardoor aan arbeid is helpen; bet om niet afgeven van passen aan personen, die zich tot derge- lflken arbeid willen begeven en bet verplaatsen van militaire korpsen uit die gewesten alwaar hun verblflfdoor de meer dan gewone behoefte aan graan nadeelig kon wei ken. Blijkens eene dsgorder van Keizer Niktlads, den 23 September uit Modlin gedagretkeud is de regerende Hercog van Nassau ais kavallerie. generaal, in Russische dienst getreden, en is hij tot hoofd van het Litthau. sche Uhlaneu-regimen; benoemdhetwelk voortaan haar hen zal genoemd worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 1