A*. 1833. LEYDSCHE WT'X; K°. 84. C O U R A N T, MAANDAG ""'-It DEN 15 JUL//. te ;r. ÏR. ir«. lagl NS, vol. ER. .LE teae Stai 1 die EN, itea- loot. Driek lendj mde, neri, (der, ;nde, - >33. f pet R. Man. am li Eeoe iche., e« indeti UPT Make re, 11 1 eiltl al* b| t, 031» ekadi jjotatk erka» tide in eed EiW en vie en zp Oo« wile Jotarh ormelt NOTIFICATIE. Di Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland. gezien de missive ven den fungerenden Opperhoutvester voor de Noordelijke provinciën, de duo ad Jony 1833, N°. 40, betreffende bet openen der jagt op ganzen, eenden en watersnippen, voor dit saizoen Gelet op art. 11 der wet van den n Jnljj 1814, N°. 39 Staatsblad N°. 79), °P Zijner Majesteit! besluiten, in dato 5 Julij 1833 Staatsbla- itn N°. 35 en 36), en op de dellberatien van riun Ed. Groot Achtbaren de Gedeputeerde Staten van Zindholland, ter dezer zake; Brengc, bjj deze, ter kennisse van de daarbij belanghebbenden in Znid. Bolland i l*. Dat de jagc op ganzen eenden en watersnippen zal geopend zijn op Donderdag den isten Augustus 1833, achtervolgens de bepaling van den fungerenden Opperhoutvester voor de Noordelijke provin. cien, vastgesteld met overleg van Gedeputeerde Staten voornoemd. 3". Dat, mede ten gevolge der, door voormelden Opperhoutvester, gemaakte bepalingen, dezelve jagt'niet zal knnnen worden uitgeoe fend, dan in die locaiiteitenwaar zulks door denzelven zal worden toegestaan: zullende alzoo, wat de publieke jagt aangaacdeze slechts op het water, langs de stranden, oevers van meeren veeuplaassen en rivieren mitsgaders op lage en moerassige grondeo, en bepaal, deliik nimmer in- en langs bosschen, of op bouw- en weilanden, tot het gewone jagtveld behoorende, mogen worden uitgeoefend terwijl verder den kooiliedec wordt herinnerd, dat. volgens art. 3 van Z. Maj. besluit, in dato 1 December 1830 (Staatsblad N°. 26) hunne koot-eenden tot den isten September moeten zjjn opgesloten of gebokt, op de boete daarbij bepaald. En ten «inde niemand biervan eeoige onwecenheid voorwende zal deze •orcen afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks te doen gebruikeljjk li. Gedaan te 's Gravenhagoden isten Julij 1833. De Staatsraad, Gouverneur voornoemd, Van der Duyn» SCHUTTER IJ. PUBLICATIE. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennisse van de belanghebbende, dat de Commissie, volgens art. 15 der Wet op de Schutterij, van den 11. April 1827, benoemd tot het on- detzoeken van »n beslissen omtrent de redenen van vriistdiing en uitslui ting, zal vaceren op het Raadhuis dezer Siedop Vrijdag den 19 Julij eanstaandedes namiddags ten vijf ure. En worden diensvolgens opgeroepen: 1°. Al de zoodamgenwelke aan de loting vai dit jaar deel geno. men hebben. s°. Degenen die sedert de vorige inschrijving alhier zijn komen wonen, en geboren zijn in de jaren 1799 tot 1807 ingesloten, 3*. Zijdie ambtshalve zjjn ingeschrevenen eenige redenen tot vrij stelling vermeenen te hebben. 4*. Degenendie na hunne indienststelling bij de Schutterijregt of vrijstelling hebben verkregenalsmede die bij het Veld - Bataillon om Hgchaamsgebreken zijn oBtslagen. Om zich voor gemelde Commissie op bovengemelden dag en uur te llsteren ten einde aver derzelver reclame uitspraak worde gedaanterwijl zjj, die alsdan niet compareren, geacht zullen worden geeae redenen tot vrijstelling te hebben, en mitsdien, overeenkomstig are. 16 van Zijner Majesteits besluit, van den 38. Jnnij 1838, voor zoo verre zij dienst- pligtige Nommers getrokken hebben, bij de Schutterij zullen worden ingelijfd. Aldus gedaan en gearresteerd, bij H. H. Burgemeester en Wethou der! der Stad Leyden, op den 8 Juljj 1833. j. G. de M e y. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, in aanmerking ne mende dat een aantal Schutten en Vrijwilligers met verlof terug gekomen zjjndede wekelijkicbe toelage aan derzelver betrekkingen inmiddels be. boort op te houden. Brengen bij dezen ter kennla van een ieder die zulka aangaat, dat, zoo lang vooraz. Schutters en Vrijwilligers met verlof zullen te hDis zijnde toelage aan de acbtergelatene betrekkingen van de overige Schutters, welke nog bjj het Leger zijnmet de helft der daarvoor geheven wordende con tributie zal knnnen bestreden worden en dat mitsdiengerekend ingegaan te xijn met den 1 sten dezer maand, en zoo lang zulka nog zal vereischt worden, maar de belft zal geheven worden van den daarvoor, bij Publi catie van den 29. December 1831 ingevoerden Stedelijken omslag; blijven de wjjders alle verdere daaromtrent bestaande bepalingen volkome» in der zelver geheel. Aldna gedaan en gepubliceerd, by H. H. Burgemeester en Wetbou. den der Stad Leydeu, op den 11, Juijj 1833. G. de M ey. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui, NEDERLANDEN. Leyden den 14 Juljj. Onder degenen die krijgsgevangen geweest zijnde, thans met verlof in deze stad vetkeerenbevindt zich ook onze stadgenoot Hans van Leeuwen door Z. M. verklaard tot Ridder van den Nederlandschen Leeuwhij is het die toen bij de belegering van Antwerpens citadel eene bom voor een ge opend kmidmagazijn nedervielden moed had dezelve met zijne handen op te nemen, en ter plaatse te dragen, waar zy het Kruidmagazijn niet meer kon benadeelen. Wy kuDnen dus rtseds op twee onzer Stadgenooten roemen, die bij de verdediging van de Citadel zich uitstekend gedrageu, en de Militaire Orde verkregen hebbeD, Robbert en van Leeuwen. In de Staatscourant van I, i. Woensdag vinden wij een verslag nopens den staat van bet armwezen in het koningrijk der Nederlandeoin 1830 en 1831. Het bevat drie hoofdstukken: het eerste loopt over de instellingen tot h'ét verleenen van onderstand; het tweede, over de instellingen, welke strek ken om het getal der armen te verminderen; het derde, over de instellin gen tot voorkoming der armoede. Tot bet eerste worden gebragt: de administratien voor de huiszittende armen, de genootschappen tot ondersteuning van schamele armen, de com. missiën, welke gedurende den winter uitdeelingen doen van levensmidde len en brandstoffen, de maatschappijen tot ondersteuning van behoeftige kraamvrouwen, de godshuizen, en bet fonds tot aanmoediging en onder- ateunia;: van de gewapende dienst. Het tweede bevat de scholen, de werksctiolenhet gesticht voor doof stommen, het gesticht voor blinden, de werkplaatsen der liefdadigheid, de koloniën der maatschappij van weldadigheid, en het genootschap tot zede lijke verbetering der gevangenen, In het derde komen voor: de banken van leening, de zieken, of begraaf, nis-bussen, de weduwen en weezenfondsènen de spaarbanken. Uit 'net algemeen overzicht van de beide jaren 1830 en 1831 blijkt, dac de instellingen van weldadigheid in 1830 waren 5,877, waarvan 5,854 ga- meentelijke, de overige eene meer algemeene bestemming hebben; in 1831, 5 831, waarvan 5,810 gemeentelijkein 1830 ontbrak de gevraagde inlich ting voor 113; in 1831 voor 109. Het getal der personen, die in de weldaden dezer instellingen dealen, behalve in die der commissien, welke Hitdeeling doen van levensmiddelen en brandstoffen, (behoudess eenige dubbele berekentogen)was in 1830 439 953 5 want onderstand werd verleend aan 268,192, de armoede werd verminderd, bij 86,032, en de armoede werd voorgekomen van 85,729; in 1831 bedroeg dit getal 440,384, want tot de eerste behoorden 272,015, tot de tweede 90580, tot de derde 77,789. Het geheele getal dezer personen stond in *1830 tot de bevolking der provinciën al 179^ tot 1000; in 1831 als 179^ tot 1000. De uitgaven oearoegen in 1830 f 14,87.3219. 14J: besteed was voor de instellingen van het eerste soort 6,102,846. 11, van het tweede ssorc 2,495,317. 40, van het derde 6 275,055. 63J; in 1831 de uitgaven 14,266,837. 72: besteed voor het eerste 6,013,040. 60, voor bet twee de 2,798,240. 57, en voor bet derde 5 455.550. 55* De inkomsten bedroegen in 1830, ƒ15,089,C52. 42J: als ƒ6,140,702. 08 2,507,665. 49. ƒ6,440,684. 85J; iD 1831, 14,565,120. 47: namelijk, ƒ6,033.746. 23, 2,798,232. 24, 5,744,142. 01. Uit het verslag van de Gedeputeerde Staten van Gelderlandis omtrent de bevolking het volgende gebleken: De bevolking der provincie bedroeg op den 31 December 1832, 310,196 zielen. In den loop van gemeld jaar zijn geboren 4707 personen van het mannelijke en 4336 van het vrouwelijk geslacht, en gestorven 3893 van de mannelijke «n 3396 van de vrouwelyke sexe. Onder deze overledenen hadden twee mannen en eene vrouw honderd jaren bereikt, Er werdeu 1736 howeljjken voltrokken, eD vonden slechts 3 echt. scheidingen plaats. Openbaar onderwijs. De gesteldheid van het schoolwezen is in 1832 hoofdzakelijk dezelfde gebleven. Er bestaan in Gelderland 21 onderwijzers-gezelschappen. Wederom zijn een aantal van achr scholen of geheel vernieuwd of aaft. merkelijk verbeteSdwaartoe uit de provinciale opcenten werkelijk Is ver strekt de som van ƒ5.694, van Rijk! wege ƒ1,200, en het overige door de belanghebbende gemeenten zelve bijgedragen. Het aantal 6cholen binnen het geheele reason der provinciale commis sie bestaat uit 269 openbare, 16 bijzondere van de eerste en 45 van de tweede klasse; voorts 16 meisjesscholen en 5 joodsche. Men mag met lof gewagen van de stads leertcboól te Arnhem, daar om uiet, en van de tosschenscboo! bij het Departement: Tot Nut van 't Algemeen, waarvoor een verminderd schoolgeld onderwezen wordt. Beide die scholen maken grooten opgang en beantwoorden «an het.doel der instelling. De latijnsche scholen zen bet getal leerlingen toenemen, vooral te Arnhem, Zutphen, Doetinchem Elburg en Groenlo. Het Nassausch Ve. luwseh gymnasium te Harderwijk, sedert jaren zonder jonge lieden zijnde geweest, telde, volgens het laatste verslag, na de reorganisatie, er reed» acht, wier getal men met grond hoopte, dat bij den aaavang van den vol genden cursus zoude vermeerderen. Het getal leerlingen op de jafvronwen-schoolin het vorig jaar, onder het bestuur van de otiderwijzeresse berbeek, geboren Coote te Nómegen opgerigt, ia reeds tot 34 aangegroeid. Het algemeen gevoelen drukt het zegel op de gunstige beoordeeling der regeering, en, bijaldien gemelde onderwjjzeresse zich voortdurend zoo blijft onderscheiden zal de bloei dezer school, onder het belangstellend toeztgt van den magistraat, onmis baar blijven toenemen. Het instituut van wijlen mejufvronw Moens te Ede, wordt door me- jufvrouw Leinweber voortgezeten dat van mevrouw Nootweleer te Potten is tnans bij Elburg gevestigd." De Belgische senaat heeft de wet op de branderijen met 20 tegen 4 stemmen aangenomen. Viif leden hebben niet gestemd. De Belgische Courrier meent al zeer goed ooderrigt te zijn van de voorstellen, welke de heer Verstolk van Stelen, in naam van ona gouver nement, naar Londen moet overbrengen. Dezelve bevatten drie punten, zegt hij: ten eerate, dat onze Konmg, in piaata van ƒ8.600000, 12 mil. Hoen verlangt, wegena de kosten, die gedurende de laatste drie jaren ge maakt zyn als aandringende reden, wordt er bijgevoegd, dat anders Hol land zou bankroet gaan, ».i dit toch niet in het belang van Europa zou wezen. Het tweede voorstel bevat de vordering van een tolregt op de Scheld» en een regt van dooryoer op alles wat zich op de Hollandsche binnenwateren naar Duitschland begeeft, voor de Beigen met vermindering van 10 pCt. Ten detde, dat het vtaagstnk, Luxemburg betreffendemoet achter wege gelaten worden, dewijl dit onmiddelijk Dattschland oétreft. De Belgische minister van buitenland,che zaken, de generaal Goblet zon Donderdag naar Londen vertrokken zijn, vergezeld van zynen aide, de-camp, de Beauliest. Slirode, minister van staat, had zjjne portefeuille overgenomen. De Independant, die gemeld had, dat 12 LcopoldsArrsision aan elk regiment zouden worden uitgereikt, zégt, dat hij zien vergist heeft. Eenige Belgische dagbladen hebben groot opgegeven van de aankomst te Erusvïl van de gezan "n van Pruissen en Oostenrijk, welke men voor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 1