•olgftis hêtuelk iét opperbestuur osf geldmiddelen b?( den Koning hernat art I2i, waarbij aan den Koning het regt om de begrooting der uitgaven voor te stellen, wcrdt toegekend. Verder dat alle botsing tnsschen den Koning en de Stateo-Generaal in dit opzicht wordt weggenomendoor •rt. 122 tot 126, waarvan de splitsing in twee afdeelingen gesproken wordt. Er wordt betwijfeld: 1'. of het in deze oogenblikken, zoolang de bestaande grondwet niet is gewijzigddoelmatig is zoodanige gedeelte- lijke wijzingingen immers in de toepassing derzelvezoo als die tot beden plaats bad te provoceren 2®, of de beraadslaging bij hoofdstuk. ken we! in het doel ligt der artikelen iqi en de volgende van de grond. wet, welke niet anders dan splitsing in eenen tien jarig, gewoon en buitengewoon en verdeeling in hoofdstukkenmaar niet beraadslaging j, hoofdstuksgewjjs vorderenen ook tot hiertoe met dat verstand zij» toegepast." Het bevat geene wijziging der grondwetwant de wenscb der Staten. Generaaldie aan het oordeel en aan het behagen van Z. M. onderworpen wordt, bewijst juist voor het vrije vermogen des Konings om in die geval re kunnen doen wat bij de grondwet noch voorgeschreven noch ver boden wordt. De bedenkiDg in N°. 2 wordt gaaf toegegaan maar daarin is geene tegenwerping gelegen want de grondwet kan toelaten wat zg nier vordert. Eenige hebben gemeend dat wannper in het 127 artikel der grondwet wordt vastgestelddat de uitgaven van elk departement van algemeen bestnnr een afzonderlijk hoofdstuk uitmaken, het is, om te beletten, datzonder wettelijke overschrijvinghet toegestane voor een depar. tetnent niet voor een ander aDder aangewend worde," Ook dit wordt toe- gestaan maar tevens beweerd, dat art. 117 niet den zin kan hebaenvan het bijzonder Bitbrengen der gevoelen, over ieder hoofdstuk te beletten dan zou bet met zich zelve in strijd zijn. Verder: Uit het toestaan der middelen bij eene wet voor de gewone of buitengewone begrootingschijnt de bedoeling te moeten worden afgeleid, om zulk eene begrooting niet afzonderlijk voor elk departe- ment, maar over het geheel vasc te stellen." 'De voorsteller zegt te ver geefs in de grondwet naar dat voorschrift gezocht te hebbenwaaruit die gevolgtrekking zou voortvloeijen. Sommige leden vrezen s „dat de reprensentatle zich bij eene hoofd. stuksgewijze beraadslaging al te zeer in de details der administratie zal kunnen verdiepen, en dat zij zoodoende kan ontaarden in een regerend, en beheerend ligchaam, hetgeen in strijd met bet beginsel eener con. stiiutionele monarchie, de handen der regering tot In de geringste bjj. 0, zonderheid zou kunnen binden en alzoo het aristocratisch en democra. tisch beginsel al t» zeer kon doen bovendrijven boven het monarchale: afkeering van alle dispotismus, willen zjj het evennigc tnsscbea de drie beginselen handhaven." Hier laten wij een gedeelte van het antwoord onverkort volgent De geschiedenis heeft voorlang reeds geleerd, dat alle theorie overhel evenwigt der verschillende magten in den staat in de toepassing faait, zoo lang de eigendommelljke geest, de beschaving, de verlichting, de midde. ieo, en de politieke toestand der natie uit het oog worden verloreo, en daar hec alhier niet te pas komt om eene verhandeling over dat onderwerp te schrijven, zal het genoegzaam zijn op te merken, hst er hier te lande, (dank zjj der zachte regering, waaronder wij leven I) geen vrees voor uespotismus bestaat; dat het democratisch beginsel, thaus in andere landen nog gistende, alhier reeds vroeger heeft uitgewoed; dat het bedaarde Ne derland, voorlang aan de vrijheid gewoon, door de ondervinding geleerd heeft om dezelve ook onder de eenhoofdige regering te waarderen en zoo* der misbruik te genieten, en thans nog dagelijks toont den zwijmeldrank van de democratische beginselen te kennen en van zich af te werpen; dat de elementen der aristocratie, welke reeds vroeger voor de verwisseling van rijkdommen in dit hsndeldrijvend land, en voor de verlichting heeft moeten wijken, thans onder de eenhoofdsge regering van datzelfde land onschadelijk geworden zijn; dat eindelijk, het beginsel van eene constitu tionele monarchie niet daarin bestaat, om aan de vertegenwoordiging der natie slechts eenen nominalen en onbeduidender invloed op bet beheer van de geldmiddelen te geven; dat de bijzondere aanleg van het Nederlandiche volk, meer huishoudelijk misschien dan eenig ander, het tegendeel blijk, baar medebrengt, en dat opkomende ongelegenheid in de financien, eerder dan ieta anders, aanleiding tot ataataberoering zoude kunnen geven, dat de constitutie, waaronder wij leven, juist uitdien hoofde, in dat gevaar heefc willen voorzien, door meer inzage en meer invloed op het beheer der fi nanciële aangelegenheden aan de Staten-Generaal te geven, zoo dikwijl» de Vorst zelf dit geraden zal achten, gelijk hiervorena is betoogd, en dat alle pogingen om deze heilzame strekking der grondwet tot meerder over leg in financiële zaken tusichen den Koning en de Stateo-Generaal te ver- lammen, slechts op den ondergang dei Vaderland» kunnen nitloopanl" Andere duchten: „blijvend verschil van meeuingen, vaathoudlng over en weder, botsingen tnsschen de ataats-ligchamen." Zij vrezen, dn staats* w machine verlamd te zien door de verwerping van een of meer dier hoofdstukken, tnsschen welke een onafscheidelijk verband bestaat." Deze bedenkingen worden aldus opgelost, dat de onbeduidende stremming van eenige bijzonderheden, gering zal zijn, in tegenoverstelling'van de hoogat be denkelijke botsing, welke uit de verwerping van de gansche begrooting der uitgaven ontstaan kan. Er is aangemerkt: ac hoewel al de hoofastikken eene vermindering behooren te ondergaanbet echter voor de individuele leden gemakke- 1 ijker scheen het geheel te overziendan in tile de bijzonderheden der begrooting te treden." De voorsteller meent, dat het echter kon beproefd worden, opdat de ondervinding moge leeren of het raadzaam ia, om b|| het vervolg eenig bepaald voorschrift op die stok in eene gewjjzigde grondwet bp te nemen. Omtreoe de bedenking van velendat het voorstel onder de tegenwoordige omstandigheden ontijdig is: merkt de heer van Nes aan: dat de nood der financien dringend is, en krachtdadige voorziening vordertzat niemand tegenspreken! indien het nu waar is, dat de geldmiddelen de zenuw van den staat Bitmaken dan behooren ook alle secondaire bedenkingen daarvoor alleen reeds te zwichten 1 Maar de ondergeteekende is buitendien van oor deel dat de regte tijd tot zijn voorstel juist thans nog bestaat, e» dat de ontijdigheid dan eerst zal aanwezig zijn, wanneer *1 lands financiën onher stelbaar verloren zullen wezen. Hebben eindelijk eenige aangemerkt: „dat alle geschil over liooge bin. nelandacbe aangelegenheden zooveel doenlijk moet vermeeden worden in oogenblikkenwaarin de buitenlandsche alle eendragt en de mees'e eenstemmigheid tusschen de regering en de representatie schijnen te vor- deren j" Zoo wordt hierop geantwoorddat het geenzins het doei is om eenig geschir te doen oprijzen msar integendeel om het bezwaar dat •ik jaar grooter wordtweg te nemen. Men verneemt dat Z. K, H. Prins Frederik demaritine Etsblissemtaten, benevens al wat toe het zeewezen behoort, in den loop der maand in de provincie Zeeland zal in oogenschouw nemen. Uit die provincie woidt gemeld, dat er onophoudelijk Belgische deserteurs aankomen meest onder, officieren, jonge lieden van fatsoenlilke Belgische familien: de verachting tegen bet gouvernement is boven alle denkbeeld verheven. De heer M. van de ten, in fJoord-Nederisnd geboren, had aan de Academie van schoone kunsten te Antwerpeu, de premie in de schilder kunst behaald; welke hem regt gaf, om, ten koste van- hec gouverne ment, nel een jaarwede!» wan ƒ1000, ziine studiën verder te Rome te gaan voltooijen. Er werd aanmerking gemaakt of men bovengenoemde dit regt wel zou toeataan, daar hij Noord-Nederlander van geboorte was; dnch eindelijk was er toe besloten. De jonge schilder echter hierdoor in ziiae eer aangetast, weigerde alle onderstand der Belgische regering, en wendde zich tot onzen Koning, met het gevolg, dat hij een jaarlijks traktement ntet van ƒ1200maar van ƒ4000 beeft verkregen, om zfin verblijf te Rome te kunnen vestigen. Het blad waaruit w(j dit overnemenzegt teo slot. te; Men ziet dst Koning Willem voortgaat, om zoowel in het Noor den, als in het Zoiden, op dezelfde wijze te regeren, namenljjk, door weldaden. Dat is een waarlijk stijfhoofdig Vorst." Zaturdag laatstleden het Hanoversche schip f^rouw Anna, Kapt. Ofen, komende van Corcoer, met haver geladen, aan den grond geraakt zijnde, nabij het fort Bath, zou zeker verongelukt zijn, indien niet onze Holland, sche zeelieden, alle hunne krachteD hadden ingespannen, om dien bodem te reddeo, hetgeen hun ook volkomen is gelukt, daar zij in minder dra een uur het schip vlot gemaakt hadden. Onze zeelieden hebben geen» belooning willen aannemen. Te Leuven zijn den 6 dezer de twee moordenaren van den majoor CaillardQuidaes en Sirooirantsdie reeds bij verstek ten dood veroor deeld waren ontdekt en gearresteerd. Menigvuldige diefstallen, van ongehoorde stoutheid en somwijlen met moord gepaard gaande hebbeo in Belgie dagelps plaat». Zoo hadden eenige dieven te Brussel op het plein St. Gery, ia een huis ingebroken dooreeoe oude dienstmaagd en een jeugdig meisje bewoond, en laatstgemelde, met ver scheidene steken door een mes toegeoragtvermoord. Een ander had op klaarlichten dag uit een huil al het zilverwerk gestolen. Misschien, zege de Lynx zjjn die weder vermomde Hollanders of Pruissische deser teurs om ons van de revolutie afkeerde te maken." Van Lillo wordt van den 9 Mei gemeld: Van de Belgische bri gantijnen voor bet fort Maria en den Parel wapperden onderscheidene vlaggenten 10 uren werden er onregelmatige salvo's nit het geschut ge hoord: weidra zag men een detachement kavallerie en daarna verscheidene officieren te paard, waaronder zich. een dooreen wit paard onderscheidde waarschijnlijk wal dit Leopold. Een batailjon stond aan den beneden kant des dijks naar den Doel gerangeerd: hun vaandel had de Belgische kleuren. Tegen elf ure zag men voor her eerst de schandvlag op den toren van den Doel wapperen: vele huizen staken twee vlaggen uit, de Belgische en de Fransche; ook langs den dijk wareD Fransche vlaggen geplant. *1 Gravenhags den 9 Mei. Bij Het departement van Finantien, is onder dagteekening van den 1. Mei, nit Rotterdam ontvangeo eene aam van ƒ22 als eigendom van het land, dewelke wordt teruggeven, door -V. O, S. minnaar der regtvaardigheid. Den 10 Mei. Bij den Directeor-Generaal van Oorlog op nieuw one. vangen Van den heer fp. von Motx, tweede loitenat» bij het Koninkl. Prniss. ingenieur-korps te Berlijn, vijf en dertig stuks Frederiki d'or, zijnde de opbrengt van eendoor hemten behoeve der oageblevene becrekltin. gen van de verdedigen van de cicadel van Antwerpen uitgegeven plan van belegering van die aterkce. Van den heer Job ron IVitzlekenportépée vaandrig bij de Koninklijke Pruiisiiche garde rijdende artillerie te Berlijn vier en vijftig dukaten en twee Frederik» d'or, zfinde de opbrengit eener door hem uitgegevene af beelding van het monster-mortier, ten behoeve der weduwen en weezea van gesneuvelde artilleristenbij de verdediging van de citadel van Antwerpen. De benoeming van de officieren bij de zeven bataljons reserve schut terij voor de provmeie Zuid-Holland heelt plaatsgehad. Bij het 11de batal- jon bestaande uit de schuttert van de ade en 3de ban der ateden Ley den Gouda en Gorinchem zjjn de navolgende heeren benoemd; Tot komman- dom J. Safpisss Groevestein, van de 5de afdeeling infanterie. Tot isten lui. tenant - adjuOanc J. M. Schreurstot officier vaD gezondheid der ade klasse C. L. Happel; tot officier van gezondheid der 3de klasse H. J. van der Htyden j tot Kapitein» J. IV. M. baron Coltot d'Eseury G. D. H iltebrandi G. van Leeuwen, T. D. van Dom en G. van der Masttot isce luitenants S. J. k Pook, A. J. Meurt, C. F. Gericke A. O. E. graaf van Limburg Stirum en A. J. ten Hagentot 2de luitenants P. Sichterman, J. IV. Bie- zenaarR. de BJyC. J. van der GrjpC. H. BurgersdykH.tV. Hazen, berg, J. P. KopteschaarH. Potvliet en A. van Lom. Bbeda den 10 Mei. In den namiddag van gisteren Is boven onze stad een zwaar on weder losgebarstenmee geweldige donderslagen gepaard gaande, bfi een van welken zeer hevigen slag de bliksem in de achterwoning van de» heer tfierckx mr. timmerman op de Ginnekenstraat alhiergeslagen is, een achoorsteen verbrijzeld en zich door den muur weder een weg gebaand heeft, zoDder overigens brand of verdere schade van belang te veroorza. ken, hetgeeo uit hoofde bet daar ter plaatse liggende houtwerk, bijzondere opmerking verdient, evenzeer als de bewaring van den eigenaar, die, ofschoon nabjj de piaacs waar de bliksem insloeg, geen het minste leed wedervoer. Op andere plaatsen ia de stad zijn door den zwaren dreun de glazen itule gebroken. Madrid den 25 April. SPANJE. De Koning schijnt voornemens om tegen dea 20 Junij eene amnestie oit te vaardigen, vooral de Chriitiano's, die laatste, fin Hjk uit Madrid verdreven zijndie zich zelfs zal uitstrekken tot een (jut aantal Carlistendie ter doodstraf hadden moeten verwezen worden. Murcia den 14 April. Sedert de aardbevingen, welke in 1829 geheels dorpen in, deze provincie verwoest hebbenzijn de schuddingen van den grond nimmer opgehondent Vooral te Torrevleja, bemerkt men gedurige aardschokken, hoewel dit de inwoners, die er aangewoon raken, niet hec minste verontrust. In deG nacht van den 16 April, heeft men bijzonder in de steden Kartbagena en Drihuelain eenige dorpenen op de kuiten tegenover Kartbageua, zware ichuddingeo waargenomen. ZWITSERLAND. Zurich den 1. Mei. De ingezetenen openbaren meer en meer hunne l,t belangstelling voor de Polen die door de kantons.regerlngen niet onder^ It" atennd kunnen worden. Veracbeideue inschrjjvings-ljjsten voor bijdragen ™fi. tot onderhoud der vlugteliogen worden rondgezonden. In het afgeicliei- ®'!i( den gedeelte van Bazelaan welks beatuar de Polen zich gewend hebben, zijD de ingezetenen welke .genegen mogten zjjn om eenige dezer lieden te i"e beter te herbergen, uitgenoodigd geworden, om daarvan aan het bestuur kenpi» te geveo. De nieuw opgerigte Hoogeschool te Zurich, is den 28 April met *ot he groote plegtigheid ingewijd geworden. Het aantal der studentendie zich hennen laten inschrijven, wordt op 200 begroot, waaronder zich een ',oort veertigtal Dulcicher» bevinden. .jeefe D t' I T S C H,L A N D. >e b O TB N R B K. j'il'df Weeken den 30 April. Een handelsbér gt per esirfétce den 17 April van R°' Konstai.iinopel aangebragr, meldt, dat men de Tu:'nch-Ecyptische aange- L J"' tegenheid zou goed ais afgedaan kon houder. Do Soltan bad alie de he« dingen aangenomen omtrent het afstaan echter van And'ara en Tatsns wa- I ren nog onderhandelingen. Ibrahims troepen hadden hunnen terugtogt aangevangen. liet n

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1833 | | pagina 2