de namen dergenen, die op de citadel ven Antwerpen of op de flot'üe voor oie stad den heldendood zijn gestorven, of gekwetst rijn geworden. Men vleit zich echter ook deze te zullen ontvangenen alsdan voor de menigvnldige betrekkingen der verdedigerg van de citadel eene altijd pijn. lijke onzekerheid te kiannen doen opbonden. Bij het genoemde marsch-bataillon zijn: Gesneuveld: de iste luitenant-adjudant Mensovoorts de schutters J 1. Verhoeven, H. BoksteinP. Hordyk en C. de Leede, van de isie kompagnie; de schutter L. Kool, van de 2de komp.; de fuselier Boog (of Beoy), van de 3de komp.; en de fuselier J.'W. Schreurt, van de 4de komp.; te ze- me:] acht gesneuvelden. Gekwetst: de majoor Boelen-, voorts de schutters A'. van Beek, A.Kry nenC. Ver bunt, J. van den Eesten burg, P. Sips, M. Smulders (reeds we der bjj de kompagnie tegenwoordig), A, Biesemortel, L. Troost, A. Verhoef (bij de kompagnie tegenwoordig), C, Soesman, L. Mastenbroek, R. Fuik, allen van de 1te komp.de sergeanc ,7. van der Meerde korporaals .7. Leeflmg en .7. de Flammingen de schateers .7. VlaspolderJ. den Broeder, J. Se:dier, R, van der Meer, G. van Beelen, G. van Heel, J, Woud, van der Spek (bjj de kompagnie tegenwoordig) en Brakel (idem), allen van de ade komp.; de fourier W, J. Schuurmande fuseiiers A. Appel, J. G, Hehewcrt (bij de kompagnie tegenwoordig), J. Strik (Idem), H. Rokus, E. J Fontein (bij de kompagnie tegenwoordig), P. Frolyk (idem), en .7, A, Fryman, allen vaD de 3de komp.; de sergeant W, F. D. Joly; de fou rier J. H. Polam (bij de kompagnie tegenwoordig); de korporaal G. Wan ders (idem); de fuseiiers J, E. Engelhard, T. TulpenhoutJansen van Door malen, I- LeyewegVendelbo.ch (bij de kompagnie tegeowoórdig)M. Stry- bos, E, H, de Boef, J. Verspui, J. Noest en van 't Walterveen, allen van de 4de komp.; te zamen acht en veertig gekwetsten, waarvan twaalf reet's ■weder bij oerzelver kompagnien tegenwoordig waren, en dos ligte wonden hebben ontvangen. Vermist: D. Sypestein, schutter van de rste, en J, Janssen, schutter van de 2de kompagnie; te zamen twee vermisteD. Uit berigten van Bergco-op-Zoom en van Zijner Majs. vioot op de Schelde blijkt, dat aüe onze landgenootendie bij de verdediging der ci tadel van Antwerpen gekwetst zijn geworden, thans reeds in genoemde vaderlandsche vesting zijn aangekomen, of in hec militaire hospitaal der stad Antwerpen, order bescherming der Franscken, eene menschlievende verzorging genieten. Van de 44 gekwetstendie op de citadel eene amputatie hadden onder gaan, of wier wonden geen verder vervoer mogelijk maakten, waren den aósten nog 31 in leven. Zij zijn in den loop van den nssten, door Fran- tche krijgslieden, op draagbaren naar een der militaire hospitalen te Ant werpen gebtagt, en genieten daar, onder het toezigc van de Nederland, sche officieren van gezondheid, die door den Franschen Maarschalk, even min als de gekwetsten, onder de krijgsgevangenen begrepen worden, de beste behandeling. In den ochtend van genoemden dag werden de vervoerbare gekwetsten, die zich nog op de citadel bevonden, op vijf vaartuigen, onder Neder- Jandsche Of witte viag, ingescheept, eo stevenden deze schepen het eerst tiaar het Vlaamsche Hoefd, waar zjj de vroeger daarheen vervoerde ge kwetsten moesten ioDemen. Daar had bij hunne aankomst een roerend schonwspel plaats. De kolonel Koopman, door zijne officieren en matrozen omringd, ontving de gekwetste strijdmakkers met een luid hoeraht welke begroeting door dg ligtgekwetstendie voor een oogenblik hunne wonden vergaten, hartelijk beantwoord werd. Dadelijk daarop deed de kolonel Koopman het volkslied: IVien Netrlandsch bloed door de aa'ren vloeit, aan. heffen. Hij zelf ontdekte zich daarbij het hoofd, en dit voorbeeld werd niet slechts door alle de zee-officierenmacrozeD en llgtgekwetaten gevolgd 'maar ook de Franr.che officieren, die de onzen moesten geleiden, bleven tot na het eindigen van het plegiig opgezongen lied, met ongedekten hoof. de staaü,,als ten bewijze, dat zij vaderlandfch gevoel op prijs weten te stellen. Toen ook de gekwetsten, die zich aan het Vlaamsche Hoofd be. ■vonden, waren ingescheept, zakten,' na een wederzjjdsch hartelijk vaar wel, vier der schepen, waarop zich, behalve eenige Frar.sche officieren, ook de iste IniteDanc van .de 9de afdeeling Kerkhof, en de luitenant ter zee der 2de klasse Gerirsbevonden, de rivier af. Aan h"et Noorderfort wer- -I den door de aldaar geplgatite-BeFgische schildwachten eenige geweerscho ten' «p de-vief'schepen gelost; dochde. Franschen belettedeu dadelijk, dat 'dvzev höögsr'bévréem'deidevijandèlijltbéid 'wéró. voortgezet, t Te één nur op 'den mipbgg van den óósten kwamen de vier transport schepen bij Zijner'Majs, klopo-op de'Schelde, onder den kapitein Lucas, rdie dadelijk bevel taf, om dezelue'door de stoomboot, onder den kapiteln- luitenant ter zêe' Ro'éit, de rivier te doen Yf>Iëpen. Dian avond kwamen de twee eerste en den volgenden ochtend de beide andere schepen met '.gekwetsten te Bergen-op-Zoom aan, waar men, zoo als wij naanwlijks be hoeven te zeggen het mogelijke doet, om het lot dezer dapperen te ver- tzachten. Behalvcde officieren; die slechts ligte wonde hadden ontvangen, in den avond van den 2<S»ten, te Bergen óp-Zoom aangekomen. Ter gelegenheid van het Overvoeren der gekwetsten van de citadel en ■het Vlaamsche lioofti naar Bergen-op-Zoom is ook ootviDgen een berigt •van den kapitein te, zee Koopman, van den 25 dezer. Daaruit blijkt, dat genoemde kolonel, zich op den middag van den 24tten ■nadat eene afdeeling Franschen de citadel bezet had, naar die sterkte be geven hebbende, aldaar dadelijk door de Franschen gevangen genomen, en in eenige moeijeliikbeden gewikkeld wasnir hoofde bij zich met de Botille onder zijne bevélenaan de met den generaal Chassi geslotene kapirulatie •onttrokken had. Nadat echter eenigen tijd hier over gehandeld werd, '.werd de kolonel als kommandant van het Vlaaffisch hpofdga dus als onder de beveleu van den generaal Chassi staande erkenden hem zijn woord afgenomen, om aldaar voorloopig als krijgsgevangenen mei.de bezetting en zijne schepelingen te blijven. Daarop naar het Vlaamsche hoofd teruggekeerd zijnde, werden de noo- dige orders gegevep om hetzelvebenevens de onderhoonge fortenden tvolgenden dag aan de Franschen over te geven. In den morgen van den 25stenvóór de aankomst der Fransche kommis- sarissen deed de kolonel Koopman de bezetting en de schepelingen onder de wapenen komeD, maakte hen zooveel mogelijk met .den toedragt der zaak .bekend betuigde hun zijnen dank in het algemeen voor hunne getrouwe •pligtsbetiachcing eD bijzoneer aan de schepelingen voor het naauwkeurig uitvoeren der bevelen tot vernietiging hunner vaartuigen, en vermaande hen allen toe voortdurende gehoorzaamheid aan hunne officieren., Zijne aanspraak werd door een lult} gejuich van leve de KoningI beantwoord. Ulr de verhalen der thans te Bergen-op-Zoom aangekomene officieren blijktaai de maarschalk Cérard en de hertogen van Orleans en Nemours werkelp den generaal Chassi in zpe kasemat op de citadel Bezocht, hem omhelsd en met de manhaftige en eervolle verdediging der sterkte geluk gewenschc hebben. De bezetting der citadeldie tien 24sten buiten de waterpoort bij het kruidhuis hare wapenen op rotteu heeft gesteld, en daarna weder is binnengerukt, bevond zich den aósten nog op die sterkte. De toeloop van nieuwsgierigen raar het kasteel was zeer grootdoch men had daarbij opgemerkt, dat de Frattscne schildwachten allerlei beleedigende scheldwoorden aan de Belgen, die zith op tie weriren wilden vertoonen, teeduwden. Vóór bet verbranden of 111 den grond hakken der elf kanon, neerbooten der flotille hebben onze zeelieden alle daarop aanwezige wape- ueneo vernield, de kanonnen vernageld, en de vlaggen, benevens de sein- boezen verbrand. De thans onrvangenen Belgische bladen h. uden in dat de hertogen vr. ,1 Orleans en Nemours, na den 25<ten de militaire hospitalen te Antwerpen I bezocht, en ook aan de Neaerlandsche gekwetsten eenige franken gescbon 4 ken te hebben de terugreis naar Pariis hebben aangenomen. 4' 6 Bij de billijke belangstellingwelke alles wat tot de plaats -ehsW hebbende belegering der citadel betrekking heeft, inboezemt, meen-n w 1,1 onzen lezers geene ondienst te doen met de mededeeling der navolgende bijzonderheden dienaangaande, ontleend nit particuliere berigtenop"welkerl juistheid wij ons ten volle meenen te kunnen verlaten. Toen de generaal Chassi op den 23sten het oogenblik meende gekom,-" te zijn, dat hij tot het sluiten eener eervolle kapitulatie kon en moesc over I gaanen eadac onze parlementairen daartoe in Ihet Fransche hoofdkwartte' waren aangekomen sprak het van zelf, dat men van die zijde eer dan van de onze in de gelegenheid wasom bevelen tot het stakeo van het vnur j te geven. Naarmate echter het vuur dor vijandelijke batterijen verflatmwde, begon ook het onze te verminderen en men zag weldra Fransche militairen het wagen, zien eer halverlijt boven de batterijen te vertoonen, teveos ig gebroken Hollandsch roepende: „Schiet niet, schiet niet brave Hollanders her is gedaan," terwijl een weinig later een Fransch officier eene der batterijen vei|ie( en aan een der onzen, die zich op de borstwering bevond niet minder levend'g toeriep: Monsieur, Monsieur Capitatne ou Lieutenant f' c'esi égalvenez, que je vous embrassecourageux frire d' ar mes waarop de onze hem beleefd groette, maar zeer bedaard vroeg: pourquoi cela Dt Fransche officier hervatte puis que vous ites de si braves gens," Pour- quoi done venir sons attaquer was de wedervraag, waarop de Franschmitl met eeoen vloed van pligtpleglngen betuigde, dat het hem en zijne makkers leed genoeg gedaan had tegen de Hollanden te moeten strijden vooral no zij zagen, dat zulks alleen ten voordeele der Belgische Jessiten moest, strekken. Menigvuldig waren de blpen van deelneming en vereeringwelke de brave bezetting dadelijk bij het bekend worden van het staken der vijande. Ipheden van de Franschen ontving. Brood, wijn en jenever werden hun, nog vóór dat het vuur op alle punten had kunnen ophoudenonder allerlei loftuitingen en vriendschapa - betuigingen over de wallen toegereikt. De generaal Chassi moet namens den maarschalk Girard, door den gene. raai Rumigny over zijne heldhaftige verdediging gelukwenschingen ontvan gen hebbenonder mededeeling van des maarschalks voornemenbjj den grijzen Opperbevelhebber een bezoek te komeo afleggen. Bij die gelegen heid moet de generaal den heer ie Rumigny hebben voorgehouden, dat de maarschalk, bij zulke middelen en zolk eeneovermagt als te zijner beschik, king stondenniet noodig had om ten laatste nog met den grooten Luik- schen mortier proeven tegen de citadel te nemen. De heer Rumigny zoude zijnen bevelhebber ten deze verontschuldigd hebben met te zeggen, dat men zulks gedaan hadpour faire plaisir aio Roi Leopold, waarop de geDe. raai met nadruk had geantwoord, dat zulke proefnemingen voor prins Leopold voegzamer zonden geweest zijnindien bij met zijne eigene middelen de cicade! had durven aanranden. Met groote verachting spreken de Franschen van de Belgen, en wedijveren in vernederende nitdrukkingen om huisne geringschatting van die helden van den toren van Antwerpen te kennen te geven. Van dien toren waagden zij hetjde verrigtingen op de citadel te bespieden; en, ODze edelmoedige handelwijze in het sparen der stad met laagheid ,en verraad beantwoordende, lieten zij Diet na, om door seinen met vlaggen aan de belegeraars aanwijzing te doen van de plaatsen alwaar de belegerden zich omedig hielden om hunne bescha digde verschansingen, vooral het pallissdeer-weikte herstellen. Tegen die punten verhief zich dan het vour met buitengewone hevigheid zoo- dat, gelijk ook uit het rapport van den generaal Chassi van den 23sten bleek, onze werkers bij herhaling genoodzaakt weiden, hunnen arbeid te staken. Onbeschrijfelijk is het tooneel van verwoestingdat het geheele kaneel oplevert. Her i* niet meer dan een puinhoop. De norm was daarom niet ligt vaardig aft te wachten, omdat de tambourawelke de verschansin gen van het zoogenaamde Corps de Place van het bastion Toledo -..eb-i- den zoowel als de ringmuur van ViAc corps de pi3C6 Oi tCCrSOCnCOTCnC ^6» heel waren ingezakt of weggeachoten. Het is niet te verwonderen, dat de vernieling zoo groot is geweest, wanneer men in aanmerking neemt het geringe, bestek hetwelk gedurende 450 uren aan een zoo verschrikkelijk your, is blootgesteld geweest. Vooral In de laatste dagen waa hetzelve zeer hevig, en bet getal bommen, hetwelk zich gelijktijdig in de lucht vertoom, de, was tot 18 en 19 geklommen. Het getal schoten dat eiken dag tegen het-kasteel werd gedaan kan veilig door elitander op 3000 worden gesteld. Als eene bom op een bastion viel en barstte, dan-vlogen de stukken tot in dé andere bastions. Eene enkele scherf van een bom uit den zooge- naamden mortier monstre werd van fS'ponden gewigt bevonden. Eene andere bom sloeg eeoen zesponder midden door in'twee stukken. De kapitein van Onsolen werd: ongelukkig gedood, daar hijom een paar nren nit te rusten, reeds in eene poierne gegaan zijnde, nog terugkeerde, om een zijner mede officieren te ipreken waarbij hij door het springen eener grenaat doodeiijk getroffen werd. De uitval op den 9den onder den kapitein Morrewaarbij deze zoo wel all de luitenant Nauntzing roemvol den dood vond wordt door hunne wapenbroeders als eene der stoutst uit gevoerde ondernemingen beschouwdwelke, door het vernielen yae een« groote ultgestrekheid der vijandelijke werken en va» een aantal zijner mor tieren ook gelukkig had kunnen worden genoemd indien zij niet het leven dezer brave officieren en van andere dapperen had gekost. Een zoo het bij znlk eene ernstige gelegenheid rtogelp zjj, koddig voorval, hao b(j dezen uitval in de loopgraven plaats. Een der vlugtende Fransche werkers, riep al loopendelaissez moi mes outils, vilaini HoUaniais, waarop eender matrozen, die aan des uitval deel n'amen, met een: wacht ik zal u leeren vilaint Holland*:»den Frenscheb werkman achter naliep en hem in den letterlijken zin de» wootds een geducht pak slagen toedeelde. Zoo ook wordr met roem gesproken vsn de onversaagdheid van een flan- keur der 7de afdeeling, Gooy genaamd, die bjj den uitval naar bet Melkhuis door eenige Franschen omsingeld zijnde zich met eene krachtige uitdruk king losrukte, zjjn geweer op nieuw meester werd, het op den vijand los brandde en zoo gelukkig weder zijne makkers bereikte. Opmerkelijk is het, dst, te midden van zoo vele gevaren, het verlie» der onzen naar gelang daarvan zoo gering is geweest, daar het niet meer dan ten hoogste 450 of 500 aan dooden gewonden en vermisten bedraagt, zoo als trouwens uit de officiële rapporten blijkbaar .is. Hierin zij voor ons eene hoogere bewaring zigtbaar, en zoo de onzen voor het geweld hebben moeten onderdoen, bun wederstand was die der dapperheid en der vaderlandsliefde. En de óvermagt van deu vijand zoo wel als zune onutu putbare hulpbronnen, vooral zijne gestadige verversching van troepen ia aanmerking nemende, kunnen de onzen zonder grootspraak zeggeuj Arx tibi; gloria mihi. Ley.den, den 31 December. Heden is van hier weder vertrokken een detachement Vrijwilligers, nsar het iste batiillon 3de afdeeling Zuid - Hollandsche Schutterijtezamen, met de onlaDgs gemarcheerde uitmakende 53 manschappen die met den besten geest bezield, de wapenen, dezer dagen hebben opgevat, omit hec noodigook non leveè te wagen voor het Vaderland en den Koning,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1832 | | pagina 2