LEYDSCHE
COUR A N T.
10 h
A". i8^2-
MAANDAG
IVV"
DEN 8 OCTOBER.
KENNISGEVING.
.^a'JSSïïAÏW'» w"
Mei il. i P,N°. 5, J "Zn'Z t,' "1,";,":; J™
een ieder die zulks aangaatten emde zich daarna te gedragen h™T
"-'uit, van den .9 April ,83a. betrekkelijk
tea voor den handel in het groot Staatsblad N°. 12.
lijk
5 Besluit, van den 19 April 1832, betrekkelijk de invoering der Kochtma'
or den handel in het groot (Staatsblad N°. 12.
Wij WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prir,-
van Öranje-NassauGroot.liertog van Luxemburgenz.enenenz
Willende de noodige bepalingen vaststellen, ten aanzien van de invoering
en vervaardiging der Nederlandsche vochunat»n voorden handel in het groot
Gezien de wet van den 21 Augustus 1816 Staatsblad N°. 34), bepa.
lende het eenvormig stelsel van maten en gewigceu
Op den voordragt van Onzen Minister van Binnenlandiandjche Zaken
van den 28 Maart jl., N". 1314
Den Raad van State gehoord,
Hebben besloten en besluiten
Art. J. Te rekenen van den 1. October 1832, zal het gebruik der na
te meiden Nederlansche vochtmaten in dit Rijk verpligtend zjjnbij den
verkoop en meting in het groot van alle wijnen biereu sterke dranken
distcleerde watereu en in het algemeen van aile natte waren. Van dat
tijdstip af worden dienvolgens alle de tot dusverre bij den handel in het
groot gebruikelijke vochtmaten, van welken aard ook, voor afgeschaft en
onwettig verklaard.
2, Na het voormelde tijdstip zal het verboden zijn in winkelsherber
gen', slijterijen tapperijen branderijen brouwerijen fabrijken opene
magazijnen en openbare plaatsen eenige andere groote vochtmaten voor
handen te hebben en te gebruiken, dan de bij dit besluit ingevoerde Ne
derlandsche vochtmaten.
Deze vochtmaten zullen eenen inhoud hebben van vijftienen twintig
Nedelandsche kannen litres j en eeniglijk mogen vervaardigd zijn uit
geslagen ijzervertina Koperen zeer stevig zoogenaamd drie dubbel
x.S De inwendige gedaante van elke dezer drie vochtmaten zal zijncilin.
d.is'ch even als die der overige inhoudsmaten doch van tweederlei aard
té weteneene hooge en eene lagewaarvan het gebruik ter keuze van de
belanghebbenden overgelacen wordtzijnde echter hiervan uitgezonderd de
meting der oliën, en andere lijvige, vochten, waartoe uitsluitend de lage j
maten hetzij ijzere of blikkenzullen moeten bestemd zijn,
e. De afmetingen derisge vochtmaten, van vijf, tien en twintig Neder
landsche kannen inhoud, zijn dezelfde als die, welke bij Ons besluit van
den 18 December 1819 Staatsblad N°. 57 voor de graanmaten van
gelijken innoud zijn vastgesteld geworden.
Die der hóoge vochtmaten worden bij deze bepaald als volgt
Inhoud der Maten. Middellijn in strepen Hoogte in strepen
5 Ned. kan 147 E94I
10 185! 37°
20 233I 567
De dikte, zoo van wanden als van bodems, zai bedragen;
Voor de ijzeren matenten minste
5 Ned. kan streep.
20 M
en voor de koperen matenten minste één streep.
6. Ai déze maten zullen volkomen waterdigt, en inwendig zoodanig
vlak bewerkt zijn, dat de uiteinden van het omgebogen koper, ijzer of
blik niet op maar tegen elkander verbonden worden.
Eij zullen wijoers van eenen genoegzaam breeden stortrandtuit en oor
of handvatsel voorzien zijn, wordende het den gebruikers daarbij vrijge
laten die maten ter gemakkelijke behandeling en invoerdaarenboven te
voorzien van een, binnen of buiten den stortrand beweegbaar, hengsel.
De hooge vochtmaten zulten elk door een of twee middenbanden van
voldoenue dikte versterkt, en voorts tot meerdere stevigheid op een
schuins uitstekende voetrandof, naar verkiezing der gebruikersop drie
hellende pootjes of voetstukjes rusten, alles naar aanwijzing der modellen,
welke van deze verschillende maten, voor zoo veel noodig, aan de arron
dissementsijkers, tot rigtsnoer der fabrijkanten zullen worden atgezonden.
7. Alle zoodanige andere bijvoegingen in de zamensteiling uer hiervoren
omschreven vochtmatenals strekken ter bevoraering van derzelver duur
zaamheid, fraaiheid en gemakkelijke behandeling, zijn over het algemeen
geoorloofd mits hierdoor geene afwijkingen van de eens vastgesteiue in.
wendjge afmetingen kuBnen ontstaan.
8. Tot het meten der olie in hoeveelheden van vijftig kan en meer
wordt by dozen daarenboven eene maat toegestaan den inhoud hebbende
van vijftig kan of een half Nederlandsch vat hectolitreDezelve zal
wendig eene cilindrische gedaante heabeuen eemglyk uit iizer van ten
minste eene streep dikte vervaardigd zijn hare middellijn wordt op 503
strepen en hare hoogte op 252^ strepen vastgesteldwelke hoogte tegen
tie binnenwanden der maat zat aangewezen worden, door de plaatse g
eener van onder afgeronde brug, op eenen stijl rustende, beide ter dikie
van 15 strepen; zullende deze wanden zich, boven de gemelde brug, tot
op den afstand van eene Nederlandsche palmmogen uitstrekkenurn rot
stortrand te dienenen voorts aan de buitenzijde versterkt zijndoor vier
zegt opstaande ijzeren platte stijlen.
Deze groote oliemaat zal volkomen watetdigt, en inwendig zeer glad
Bewerkt zijn; zij zal overigens van eene kimrand, tuft en haiidvatse's
-voorzien zijn, overeenkomstig het ulodel, hetwelk vaB dezelve zal wor
den vertoond.
9. 13ij de verificatie der hiervoren vermelde vochtmaten, zullende ijkers
geene grootere afwijkingen, in de gemiddelde middellijn, dan van ij streep
voor de loge en van 1 streep voor de hooge maten, en op den inhoud
zeiven geen grooter remedie dan van één streep in hoogte voor de la^e
en ij streep voor de hooge vochtmaten mogen toelaten.
Gèei.e maat, welker gemiddelde hoogte minder bedraagt, dan die, welke,
volgens de meetkundige wijze van verificatie, met de gemiddelde middel-
li,n behoort overeen ié komen, om oen jnisten inhoud op te leveren, zal
een i)k wogen ondergaaumaar, als te klein van inhoud, moeren ver-
Wkl{ CI1 VVUiUCUft
Eere ver ficstle met star.daaids-naauwkeurigheid zal alleen dcor water,
gewigr mogen geschieden.
10. In geval van vc-rschil nopens eene hoeveelheid afgeleverd vocht, zal
de beslissing daarover op eene heimeiingdoor middel eener met stanu.
aards-raauwkeurigheid geijkte maat, moeien gegrond zijn.
11. Op elke der hiervoren vermelde vochimater,zullen de gewone en
systematische beramingen met duidelijke lenerster groorte van ten minne
één Nederlandseher duim (centimètrejmoeten ingeslagen, of op eenlger-
harde wijze uitwendig aangewezen zijn. De afslag van het ijkmcrk er. va.»
de jaarleuer zal geschieden, voor de blikken maten, op een rond p'aaije
tir,-soldeeronder den storirand vast te hechten, voor de ijzeren mat»n
op eene der bij arrkel 8 van Ons besluit van den 29s;eii Augustus 1828
(Staatsblad N®. 53), oiuschrevene wijzenen voor de koperen maten
onmiddellijk op de Duitenzyde nabij den stortrand.
12. De her - ijk der groote vochtmaten zal, eveu als die der overige
matenjaarlijks moeten pbata hebbenen voor het eerst verrigc worden
in den loop van het jaar 1833, op zoodanig tijdstip als daartoe door Gede.
puteerde Staten der prov ncien vooraf zal worden vastgesteld.
13. Het taiief der gewone ijkloonen wordt bepaald als volgt:
Voor eene maat van so Ned. kan40 centen
n 20 n
u 1 10 '5 m
n 5 s 10 n
Vooreenen yn met stanoaards - naauwkenrigheid zal het vorig tarief,
met het duobei verhoogd en alzoo op het drievoud gebragt worden.
14. De fabrikanten en handelaars in groote vochtmaten zullen toezien
om geene van zoodanige maten ter verkoop aan te biedenof op eenigerlei
wijze in omloop te brengenindien dezeive niet vooraf behoorlijk geijkt
en met de loopende jaarletter voorzien zijn welke bepalingmet wiizi
ging in zoo verre van art. 18 van Ons besluit van den 22 Maart 1829
(staatsblad N°. 5 bjj dezen Insgelyns cp de kleine vochtmaten toepas
selijk wordt verklaard.
15. Alle overtredingen on de bepalingen van Ons tegenwoordig besluit,
zulten worden gestraft, overeenkomstig ue wetten en verordeningen, hier-
omtrent bestaande of nader vast te stellen.
Onze Minister van öinneciaDdsche Zaken is belatt met de uitvoering
van net tegenwoordig besluie, waarvan tot informatie afschriften zullen
worden gezonden san den Raad van State mitsgaders aan Onze Ministers
van financiën en vau justitie; zullende hetzelve wijders ïu het Staatsblad
worden geplaatst.
Gegeven te 's Gravenhageden jpden April des jaars 1832, en van Onze
Regering het negentiende.
(geteekendj WILLEM.
Van wege den Koning,
(geteekendj G. de Mey van Streefkerk.
Uitgegeven den een en twintigste April 1832.
De Secretaris van Staat,
(geteekendj j. G. de Mey van Streefkerk.
Ley den, den 6 Junij 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
j. G. de MEY.
Ter ordonnantie van dezelve,
P. A. DU Pui.
GRIEKENLAND.
Tafereel van den tegenwoordigen staat der zaken aldaar
ultgebragt in de vergadering van het Nationaal Kongres, den 28 Julij n. s.
door den heer Spiridion Trikupi, thans weder tot staats-secretaris van
buitenlandsche aangelegenheden, koophandel en marine benoemd.
Mijne Heeren
Na drie jaren, ten zelfden tijd van het jaar, met denzelfden tak der
staatsdienst belast te ziin geweest, verschijn ik heden, overeenkomstig
uwe bevelen, in 't midden eener gelijksoortige vergadering nogmaals voor u.
Eerst sedert drie weken weder in dienst getreden zijnde, kan ik slecht»
van die zaken met volledig® kennis spreken, waaraan ik deel nam; van
de overige vermag ik enkel eene onvolkomen daarstelling te leverenge
put uit de mij overgevene archiven. Toen het traciaat van den 6 July
1827 verscheen, voorzag Griekenland, iu zfjue vreugde, met regt de on
schatbare gevolgen dezer akte, welke, dank hebben de geregtigheid en
de welwillendheid der drie verbondene Hoven, onze natie aan de groQte
Europesche familie roegvoegde. De Verhevene Porte 'had aanvankelijk
geweigerd de vooisiellen aan te nemen van het Bondgenootschap, brtwelk,
atandvastig in zijne welwillende bedoelingen, deze akte, door opofferingen
aller soort nader tot haar doel voerde, en emdelijk in zijn protokol
van den 22 Maart J829 verder ontwikkelde. Eerst bij het sluiten van
den vrede te Andrinopelpaf de Porte hare toestemming tot dezelve;
trouwens het behaagde Z. M. de Keizer aller Ruisen in hoogsideszelfs
welwillendheid jegens Griekenland daarby da voltrekking der belde ge
noemde akien bepaaldelijk te verlangen. Ongeveer omstreeks hetzelfde
tijdstip gebeurde her, dat de verhevene Porie, zich op verlangen der
gezanten van Frankryk en Groot-Brittannienamens de drie verbondene
Hoven medegedeeld zich bii eene verklaring verbond tot alles hare toe
stemming te zullen geven, wat de Londener Conferentie, ten aanzien van
Griekenland besluiten zoude. Ten gevolge dezer verklaring hebben de
drie Iloven, dour de akte van den 3 f15) Feoruarij 1S30, de volledige
en olgeheele onafhankelijkheid van Griekenland verkondigd om evenwel
de Porte schadeloos te stellen voor het afzien van de aanvankelijk bewil
ligde ïegten van Souvereiniteit, had men goedgevonden, de bn het irak-
taat bepaalde grenslinie russchen be.de lauden naauwer ce trekken. Maar
de Conferentie nader, bij de verkregene inlichtingen, de noodzakelijkheid
inziende om deze linie uit te breiden, en den nieuwen staat door de
grenzen te beschermenwelke de natuur denzelven ter verdediging scliytu
te hebben gegeven, zag zich genoodigd deze uitbreiding der gienzen rot
het voorwerp eener onderhandeling inet de Vchevene Porie te maken De
gelukkige uitslag der teu dien opzigte aangewende ede.e Kemoeyir.genschijnt
buiten twijfelen het stellige verdrag ciic punt betreffendezal ons, vol
gens de ootvangene narigtenonvezwyit geworden. De buvengei.vuiue
a,tie vau deu 3(15) February plaatste oen I'iius, aie tuau» ut ktou,. «au