LEYDSCIIE
COURANT.
A0. 1832
WOENSDAG
tr\in
DEN 19 SEPTEMBER.
e
M
AN
rd.
ld$'
id,
te
«r,
ter
op,
[9
ea
m re
.wa.^
.800!
egi-
lenic
hoe*
leste
iinde
oogd
Heer
DL
van
baa.
inoa
a
g«H
rvfflil
genii1
ndit|
ob
!D
erbull
nde
Hypo-
Igbib
GRIEKENLAND.
De troepen, die den jongen Koning Otto derwaarts moeten vergezellen,
man ten apoedlgite te worden aangeworven. Dit korps vri williger» zal
in Griekenland tot model moeten dienen, waarnaar het nat nnaal leger te
vormen, en tevena om zich ter plaatse te begeven, wa r de omstandighe
den het zooden vereischen ter handhaving der openoare orde en rost;
bet zsl bestaan nit 4 bataillons infanterie, 6 eskadrons kavallerie, 4 kom-
pagnien artillerie en 1 kompagnie werklieden.
ZWITSERLAND.
Het Journal de Lauianne levert thans een omstandig berlgt omtrent het
komplot, door de aristokratie partij van Bern gesmeed, ter omverwerping
van de tegenwoordige orde van zaken. Het bevestigt de gegevene voor.
laatste maar strekt om meer bijzonder te doen uitkomen de wijduitge
strektheid van het plan, en de hooge personen die er deel aan namen.
Men deed in het Hotel d"Er/ach d* vermelde ontdekkingen. Het bleek
genoegzaam uit de woorden der tegenwoordige leden van den raaden
eenen ontvangen brief der kommissie van zeven uit denzelven, voorts eene
vergadering van den raad om tegen de maatregelen van bet gouvernement
te vertoogendat de ditekteur der policie en de raad zelve niet geheel
vreemd was aan het planvolgens hetwelk de brand van Berne zich
moest verspreiden naar Soleure Lucerne Zurich eu geheel Zwitserland
in vunr en vlam zetten, en terzelver tijd deazelfs vrijheden en instellingen
verslinden. De prefekt der policie werd gevangen genomenhet huis
arrest der kommissie van zeven in eene formele gevangenis veranderd en
bevel gegeven tot hernieuwing der gemeenten-autoriteiten.
Naar hetgeen men uit Ljjow schrijft, zou men hier inede de rustver-
atorende treken mogen vermoeden van de partij, door welke Karei X in
Zijnen vergevorderden leeftijd roemvol hoogstdeszelfs naam vereeuwigt.
De Karlistiiche partij," wordt van daar gemeld, is ijverig werkzaam
jn de departementen van de Haute Garonne, Gard, Herault en Vaucluse,
alsmede op de grenzen van Italië, Savoye en het meer van Geneve. Men
bespeurt veelvuldige vèreenigingen in den vroegen morgen of gedurende
,den nacht. Elk oogenbtik komen of vertrekken boden in alle rigtingen.
Te Geneve of in de omstreken der stad (men noemt het kasteel Beau
regard in Savoaye, tusscben Geneve en Thononbevindt zich de gene-
raai Bourmontdie aan het hoofd schijnt te wezen der beweging in Waad-
laud, teFriburg, teChambery en te Aix. Geneve wordt gezegd de plaats
te zijn, waar bet Karlistische comité vergadert; er geschieden aanmerke
lijke betalingen. Naar Geneve begeven zich nog altoos meer de Karlisten
van aanzien. De heeren cCEscars, Survillede lstarts en de generaal
Clauel werken om het zuiden van Frankrijk in opstand te brengen."]
F R A N K R IJ K.
Uit Nantes schrijft men den 11 September; bij postscriptum: „Men
verzekert ons dat de hertogin de Berry gisteren is doorgetrokken, en dat
de geheime agenten haar digt op de hielen zijn; anderen beweren, dat zij
zich naar de plaats begeeft w.aar een klein kongres zal gehouden worden
over de voorwaarden waar op zij bepaaldelijk onze gewesten zal verlaten."
De gewezene Madame geen gehoor hebbende gelieven te verkenen aan
de geheime wenken der regeringdat zij stond te worden gevangenis
daar toe bevel gegeven, en om H. K. H. vervolgens in helgrootst mogelijk
geheim naar Bloys te vervoeren ter voorkoming van opschudding langs
den weg. De beer Sebastiani heeft zijne func.ien als minister der bui.
tenlandsche zaken hervat.
NEDERLANDEN,
'sGravenhage den 18 September.
De hertogin van Angouleme en hare nicht, Mademoiselle, dochter van
wijlen den hertog van Berry, ia, met eentg gevolg, op hare reize naar
Duitschland gisteren voormiddag alhier aangekomen, en aan net logement
Bellevue afgestapt.
Leyden, den 17 September.
Bij Zijner Majs. besluit van den 55 Augustus j. 1. N°. 75, is tot tweede
Luitenant bij de Schutterij dezer stad benoemd Mr. Paul Sichterman,
welke op heden in handen van den Heer Burgemeester dezer Stsd dè
vereiichte eed heeft afgelegd.
Leyden
Sedert den
Amsterdam
Rotterdam 15—17
Laatste opgaven van den staat der ziekte.
Nieuwe zieken, hersteld, overleden, in behandel.
16 Sept.
17 a"
4 Aug.
16 Sept.
*7
Hage
delft
Schiedam
Gouda
Utrecht
stelaia
t.«
esBk,
3 Bala
ilk:
lEELi
ea jli
s gel»'
indelaat
erkrijg-
zoniet
en, bM
r zullen
F 1.8n-|
,eyde»
17—18
14—17
15—17
1416
14—16
II
10
3
83.
II
11
a
81.
807
366
360
81.
33
25
13
187.
>5
9
13
180.
17
16
II
55-
I
1
a
9'
3
5
i
Ii.
5
a
a
6.
5
1
a
17-
65
13
P3.
BELGISCHE AANGELEGENHEDEN.
Volgens het Handelsblad N°. 275, luiden de jóngste berigten, omtrent
den staat der onderhandelingen te Londen, aldns:
De geruchten van oorlog en vrede wisselen elkander dagelijks af. Nu
eens is de Conferencie teo volle van de billijkheid van Neêrlands vorde
ringen en volharding in dezelve overtuigden wacht men eiken dag te
vernemendat de groote Mogendheden regt aan dezelve hebben laten
wedervaren. Dan weder wil men, dat aan Nederland nog grootere offers
zullen worden opgelegd, dan hetzelve tot hiertoe aan het bestaan van het
verraderlijke Belgie en aan den vrede van Europa heeft gebragt. Den
eenen dag meldt mendat de punten van geschil al minder en minder
wordendat zelfs de Belgische gevolmagtigden zich toegevend betoo-
nen, maar een volgende dag brengt ons de tijding, dat er bij de
diplomaten te Londen eene buitengewone levendigheid heerschtdac er
van alle kanten hoogstgewigtige depeches ontvangen en afgezonden wor.
den, dat de zaken zich meer dan ooit ingewikkeld vercoouen; dac de
Conferenccie hare beraadslagingen wéér van voren af aan schiinc te willen
beginnendat zij de twistende partijen wil afmattendat zij Nederland
tot het uiterste wil drijven, door nieuwe, voor hetzelve hoogst uadeelige,
voorslagen.
Zonderlinge toestand, voorwaar, in welken ons Vaderland zich be.
v:ndt 1 IVelligt heeft nimmer een land in zonderlinger toestand verkeerd
Tegen wil en dank, en enkel als middel eener staatkundige betekening,
aan het onhellbrengende Beigie verbonden, moet Nederland thans, na alle
opofferingen die het Zich getroost heefc om dat zelfde Belgie rijk en wel.
varend te maken, nog miljoenen schatswaarvan bet ware bedrag wel
11 miner bekend zal wordenaanwenden omin de geschillen over de
voorwaarden eener scheiding, die thans door de groote Mogendheden zelve
verlangd wordt, zijne eer, zijne regten en middelen van bestaan, n'ec
slechts tegen Belgie, hetwelk zelfs de hand naar Neêrlands grondge ied
zoude willen uitstrekken maar ook tegen de w|jfelmoedigheid der groote
Mogendheden zelve te handhaven.
Zoo kwam het ons voor, bh de overweging der dagelijks afwisselende
geruchten. Belgie wil scheiden, Nederland wenscht niets vuriger: de
groote Mogendheden achten die scheiding noodzakelijk om staatkundige rede.
nen. Derhalve overeenstemming van alle kanten. Evenwel na twee jaren
onderhandelens nog geene uitkomstVan waar dit
Heeft Nederland welligt nog niet genoeg toegegeven Is het niet genoeg,
dat de Koning zich bereid verklaard heeft, Belgie als eenen onafhankelijken
Siaat te erkennen, mits men aan Nederland late, wat aan Nederland toe.
komt? Wat is Nederland dan toch aan Belgie verpligt? Waar staat het
beschreven, dac, indien men Belgie in de rij der onafhankelijke volken
opnemen wilNederland daartoe de middelen leveren moet Belgie wil
een handeldrijvende Staat zijnen daarom moet Nederland van een
gedeelte van deazelfs handel beroofd worden en zijne waterbanen vrij en
onbelast voor Belgie openstellen I Wac heeft toch Belgie in de gemeenschap
gebragt, heigeen door hetzelve niec wordt teruggenomen? Eb waarom
zoude dan Nederland een deel van deszelfs inbreng moeten verliezen?
De verheffing van Belgie tot eenen onafhankelijken en onzijdigen Staat,
is even als de voormalige vereeniging van hetzelve met Nederlandhet
werk der staatkunde en geschiede in bet belang van het Europesche even.
wigt. In zoover heeft ook Nederland belang daarbijdoch dit belang legt
aan Nederland tie verpligcing niet op, om in de bestaanmiddelen van Belgie
te voorzien; zichzelf te berooven, opdat Belgie de plaats, die men het
wil doen bekleeden zonde kunnen handhaven. Het is ook niet enkel te doen
om de Belgische fabrijltenden Belgischen handel te doen bloeijen: Belgie
als onafhankelijke en onzijdige Staat heef: staatkundige pligten te vervullen
en de groote Mogendheden, die thans, evenals vroeger, zich met de re
geling en handhaving van het Europesche evenwtgt belasten, zouden zich
aan eebe miskenning van hunne roeping schuldig maken, indien zij die laat
ste hoogere belang, ter wille Jvan het eerstgenoemde over het hoofd zagen.
In dit opzigt,het kan niet ontkend worden heerscht veel duisters.
Men schijnr de hoofdzaak, de ware bestemming van Belgie, aan haar eigen
lot te willen overlaten men bekommert zich het meest om Belgie's tijdelijk
bestaan en gelijk van dien kantde proef der staatkundige combinatie van
1814 en 1815, geheel ten koste van Nederland genomen is, moet het,
indien de laatste geruchten zich bevestigeo, er voor gehouden worden,
dat men met de tegenwoordige hetzelfde doel heeft. Door de Nederland,
sche Regering het kan niet te dikwijls gezegd worden, is in de
hoofd - verlangens der Londensche Conferentie bewilligd de Koning heeft
zich bereid verklaard om Belgie als eenen onafhankelijken Staat en Vorst
Leopold als Koning der Belgen te erkennen, en op het oogenblik
dat men meende zich met eene spoedige algeheele afdoening onzer geschillen
te mogen vleijenhoort men van nieuwe zwarigheden van een uitstel
hetwelk zich tot in 1833 zal uitstrekken; van Belgie'» vordering, om,
strijdig met de door hetzelve aangenomen 24 artikelen, eene geheel vtije
en onbelaste vaart op de Nederlandsclie Schelde te genieten, en ,van de
aarzeling der groote Mogeodheden om de onregtmatighetd eener dergelijke
vorderiDg voor het oog van Europa te erkennen I
Waarheen moet dit ieïdejr? Kan er twijfel bestaan omtrent de bejege
ning die bet gedrag van Beigie in dit opzigteven als in zoo menig
ander, verdient? Of ts het genoeg dat Belgie üitschreeuweZonder
de onbezwaarde vaart op de Schelde, zonder dat, kan ik niet bestaan!"
Zoo ja, dan is er niet ééne reden, warom Beigie niet zoude eischen,
dat het delendam door de groote Mogendheden over geheel Nederland
nitgesproken wterd; dan is alle uitzigt op ue eerbiediging van onze ove
rige wel verkregen regten en sints eeuwen gevestigde belangen, van nu
af aanijdel en wij mogen reeds bij voorraad vaststellendat men aan
Nederland, bij slot van rekening, juist Zooveel zal laten en vergunnen,
als met de berekeningen der liberale bjj den dag levende staatkunde ver
eenbaar zal wuraen geacht.
Zal of kan, van de opvolging van een dergelijk stelsel, het herstel
van het Europesche evemvigt, het behoud en de bevestiging van den
algemeenea vrede verwacht worden? Alleen wanneer het regt den giond-
slag van der menschen handelingen, hetzij in bijzondere, hetzij in staat
kundige betrekkingen uitmaakt, kan bestendigheid in de toekomst verwacht
worden. De geschiedenis is diir, om, in het algemeen, van de waarheid
dezer uitspraak te getuigenen bet lothetwelk aan de vereeniging van
Holland en Belgie is te beurt gevallen, levert eenen maatstaf op, waar
naar Riet volle zekerheid kan berekend worden welke uitkomst de thans
beoogde en gedeeltelijk reeds tot stand gebragte staatkundige combinatie,
ook als zoodanig, opleveren zal."
Bij eene nadere nota van den 30 Januarij hebben de Hollandsche ge
volmagtigden te Londen, omtrent nnnne vroegere van dezelfde dagteeke.
ning, ter oplossing van de aanmerking, in het protokol der centrale
commissie voor de Rijnvaart voortkomendein eene onzer vroegere
medegedeeld,] de volgende verklaring gegeven, welke men niet begrjjpen
kan, dat bij gezegde protokol onaangeroerd ts gebleven:
Deze niet gereclameerde voorwaarden betroffen klaarblijkelijk de an
dere voorwerpen, waar van men kort te voren gesproken had, en niet de
vaart op de wateren tusschen de Schelde en den Rijn, waaromtrent men
duidelijk zeide, dat er reclamauen gedaan wareo, door op dat voorwerp,
de exceptionele en bijzondere aanmerking toe te passen, dat men zich niet
had verstaan. Het bewijs dezer laatste omstandigheid 's re vinden in hec
uittreksel uit het Menrzener protokol van den 30 Maart 1831, dewijl,
indien men zich verstaan hadde, het uitgedrukt zoude zijn in het regie,
ment, zonder dat het noodig ware te verwijzen tor een protokolwaar-
bflaan zijde van den kommissaris der Nedetlanden, alleenlijk gesproken
wordt van het nemen in aanmerkinghetwelk voorzeker geen conveniio-
neel voikenregt daarstelc,"