tyie hier "de slotsom dezer artikelen s I. Een Dultsch Souverein is geregtigd én zelfs vcrpligt elk verzoek der Stenden te verwerpen, strijdig met arr. 57 der Weener slotakte, vol. gens 't welk het opperste gezag in den staat onverdeeld in het opperhoofd des 'staats veréenlgd moet blijven. II. Indien de Stenden de middelen weigerenom de regering op eene met de bondgenootschappelijke pligten en de staatsregeling des lands over. eenstemmende wijze te voeren worden toegepast art 25 der slotakte [waarbij tot de handhaving der inwendige qrde en rust, hoezeer aan de regeringen alleen behoorende nogtans de medewerking van allen in sommige geval len kan plaats hebbenen art. it> waarbij ingeval van oproerige bewegingen enz. en uitputting van grondwettige middelen de Bondsver- gadeting ook ongevraagd ttisschen beiden mag komen echter niet langer dan de regeringwelke bystand vraagt of wordt \voorondtrsteld (te vragen zulks verlangt.] III. De inwendige wetgeving mag strijdennoch met het doel des Bond genootschap», noch met de vervulling van bondgenoocschappelijte verplig. tingen, met name der geldelijke bijdragen. IV. Bij den Bondsdag worde eene kommissievoorloopig voor zes jaren (1) benoemd om van de verhandelingen der Stenden in de Duitscl e Bondstaten Dj) voortduring kennis Ie nemen. Na verloop van zes jTen (1) zal over het ■voortdurend bestaan der kommissie nader gehandeld worde». V. Vermits, daar waar de openbaarheid van de handelingen der Stenden «n de vrijheid om zijn gedachten, 't zij bij de berasdslagingen 'tzij door drukpetste uiten, gewettigd is, biervan echter geen gebruik mag worden gemaakt, gevaarlijk voor de rust van den afzonderlijken Staat of hét ge- heeie Bondgenootschap zoo verbinden zich alle Regelingenom naar mate van derzelver inwendige inrigting in de vergaderingen van Stenden alle aanvallen op het Bondgenootschap tegen te gaan. VI. Het Bondgenootschap is alleen en bij uitsluiting geregt'gd, om de Bonds en Slot .akte uit te leggeD. Niet Zeer afdoende, ja zelfs onbeduidend schijnen sommige dezer arti kelen maar men bedenkedat zij uit 't Aletternich<che kabinet komen en dat -Oostenrijk en Pruissen leden zijn van het Bondgeuootscbap Strijdkrachten van Oostenrijk, infanterie: 114,000 man grenadiers; 153,600 man linietroepen4,800 man 'Dit het baonat; jagers en tirailleurs 6,400 man. Totaal 224,800. Artillerie en Genie20,000 man. Kayallertt: '9,600 man huzaren; 6,400 man kurasslers; 6,400 man dra* gonders; 3,200 man nhlanen. Totaal 25,600. Zood2t het geheele leger te zaam 270,400 man; waarvan thans 100,000 man in Italië, 10,000. in Hongarije en aan de Tnrksche grenzen, het ove. rige160,000 maoin de Duttsche Staten. In otr/ogstijd komr hier nog bij de Landweer120,000 man, welke voor dien tijd als geregelde soldaten dienen, en de Her.gaarsche oproeping groote Insntrecile) ten bedrage van 50,000 man. De gewone strijdkracht in vredestijd km in oorlogstijdzonder veel moeite, bij 6e minste daartoe aanleiding gevende oorzaak, tot 650,000 man gebragt wordèu. Deze troepen worden door middel vao conscriptie in de Poolsche, Ita- liaansche en Dnitsche gewesten voltallig gehouden. De dienat-tijd is veer. tien jarenna verloop van weke ieder soldaat in de landweer overgaat. Alleen de Hongaarsche regimenten vormen zich door vrijwillige dienstne ming voor ieveaslang. Welken iuvioéJ deze physieke kracht-ontwikkeling als Mogendheid, op de morele ontwikkeling als Natie [men veroorloove ons dit woord ook voor de Oostenrijksche Staten 1] hebben moet, is met moeijelijk na te gaan. Groote krijgsmagt, uit consents voor 14 jaren gevormd, centraliseert alles in 't Opperhoofd van den Staat. Groote krijgsmagt, uit de Staatsburgers gevormdin tijd vsn vrede voor 't behood der rost, ib tijd van oorlog vobr *t behoud van regten en vrij heid centraliseert alles in de Natie. In hoeverre de toestand van Oostenrijk (van dezen kant beschouwd) met die van het overige Dnitichiand, vooral van 't Zu delijk gedeelte, overeenstemt ia bijna onnoodig hier verder te omwikkelen. F R A N K R IJ K. Aangroei dér publieke schuld van af de iöde eeuw: In 1562, onder Karei iX 17,000,000 fr. in 1589 schuld door Hendrik III nagelaten 339.649.00°; in 1595 onder Hendrik IKministerie Sully 96 900.000in 1660 onder Lodewyk XIKministerie Colbert 783,400,000; m 1693 idem. ministerie Pelletier 1.301,690,000in 1710 idem, ministerie C hamillard 4386.318 750in 1788 onder Lodewyk XKIministerie Necker 4 245,750 000 in 1807 onder Napoleon 1,912,500,000; in 1821 onder Lodewyk III 3,466,000,000; in 1829 ondar KareiX4,200,000000; in 1831 onder Lode wyk Philips 5, *5.438,4575 in >832 idem in Jumj 5,417,495 017; bij het jaar 1832 moet nog de 150 millioen nieuwe leening gevoegd worden. NEDERLANDEN. 'sGravenhage den 14 Joiij, Zijne Majesteit heeft, bij dispositie van den loden dezer, op het Loo genomen, met uitbreiding van hoogstdeszelis besluit van den 28 Februa ri) 1828 bepaalddat voortaan geene vergunningen aan landverhuizers voor den doortogt door Nederland zullen worden verleend dan voor zoo varrd het blijken zal, dat de schepen, voor hun vervoer bestemd werkelijk in eene Nederlandsche haven zijn of zuilen worden ingeklaard, en aldaar voor liet onderhoud van die landverhuizers uitgerust. Namen» het departement van financienzijn dezer dagen de gemeen tebesturen van eenen nieuwen voorraad atteitatien de vita, ter ontvangst van pensioenenvoorzien, waarvoor als nu 42 centen per stuk zullen moeten worden overgemaakt; terwijl die ter ontvangst vao lrjfreDtentegen overmaking van 41 centen zullen kunnen worden verkregen. Öaar, bij cc wet van i6Juniji832 is bepaald, dat de' binnenlandsch. paspoorten aan een zegelregt van eene gulden (behalve de opcenten), on. derhevig zullen .zjjnén de tijd, waarop die wet in werking moet worden gebragt (10 Julij}, te kort is, om eene genoegzame hoeveelheid papier, van dien stempel voorzien, in gereedheid te brengen, zoo heeft Z. Exc. de minister van financien, den aden dezer, de gouverneurs der provinciën aangeschrevenom de noodige voorschriften te willen geven, ten einde, 111 afwachting van de bedoelde zegels, te rekenen van gemeld tijdstip, al de door da plaataeljjke bestoren af te geven biöneniandsche paspoorten van het visa voor formaat-zegel van «ene guldenbenevens de opcenten voorzien worden. 7 r Leyoen, den 15 JullJ. De Staats-eourant behelst het volgende: m Volgens ingekomen rapporten, hebben de genomen maatregelen wegens het uitdeelen der kruisen, op den I3tien dezer, aan het leger te velde waarvan Wij- vroeger gewaagden, dat gevolg gehad, dat de uitgifte alzoo werkelijk heeft kunnen geschieden, en algemeen kan worden genoemd, daar sommige [gevallenwelke nog onzekerheid opleverdenspoedig tot nfvlToLb°- HDr srD,fbrae\ J"e dezer gelegenheid i, door Zijne Konink- volgende VeldmaarschalkOpperbevelhebber, uitgevaardigd de In Dngoraer voor het Leger te velde. Wapenbroeders r.aam des Konmgs is n het eerbewijs uitgereikt vanTrod* Ms-r fne- it bobee versier [elülie Koning f.n Vaderland, dat heden voor bet eerst 0 de borst Aan de'deugd van trouw 111 den krijgsman zoo onschatbaar, pa"tr|Ca, - Nederlandersde deugd van waren moed; getuige bet brons van uewsard fl/shnr lunnrsile nn [f nr>m,-n kn..i.i .4 iI.1 schutwaaruitop 's Konings beveidie eereteeken i3 vervaardigd. Het doe h steeds gedachtig z|jn am de tien roemrijke dagen, 'w wij allen deel hebben genomen. De vleijende herinnering aan de zege door u behaald zal u den banen, ik durf het u waarborgen, tot nieuwen voorspoed, trekt gij maal op tegen vijanden, die, hoe talrijker kunne magt zij, te sterker moed en trouw zullen verheffen, en op te grootscher proeve stellen Eertijk en regevaardig is onze zaak. Het Opperwezen, dit mogen wij verwachten, zal ze bekroonen mei( winning. Maar wat ook de toekomst ons brengeKoning en Vaderland doen hulde aan de diensten die het leger heeft bewezen, en verlaten^ mii Europe Dit. is poert alii ook v lm z leesten s e wereld Volgens tzer ma Uit An veilig op. Komen nieuwe gevaren den geboortegrond bedreigen, wei-, d. la zullen wij'dan in het ijverigst deel te nemen aan die gevaren. ID het Het eer-metaal dat op onze borst ts gehecht, zij ten heiligen ond;, instaand dat wij zullen leven en sterventrouw aan Koning en Vaderland. Hoofdkwartier Tilburg, 13 Julij 1832. De Keld-Maarschalh Opperbevelhebber van het iif£D getcekend) Willem Prins van j Iniosjt Ziekte te Scheveningen. (tuigt™8 Tot den 12 julij bijgekomen 3; hersteld 1overleden 2; onder bt\ t?lsc'!£ Mag II Tot den 13 ui ij bijgekomen 4; hersteld 2 onder behandelt^ "eT.' Tut 14 (ulij bijgekomen 6; hersteld 1 overleden 2; onder behandelt Het Totaal sedert de uitbarsting der ziekte 25 Junij tot 14 juljj j !'"en' gens is: 82 zieken; 46 hersteld, 22 overleden14 onder behandeling. y.'eel helde. Cholera-berigten. De berigten van Santvliet, aan de Hollandsche grenzen, bonden 10 <|en van den 9den op den lojolti, 3 nieuwe zietien-gevallen zijn gei mjcg 0 Van den 5den, als wanneer oe ziekte aldaar uitgebroken is, tot 0 pe2e loden, zijn er 13 personen van de cholera aangetast, 4 overleden,j !cmai steld en nog vier zieken onder behandeling. Men zegt, dat de Ei:i jdirg t door een schippersjongen van Broivel ts aangebragt. «igischt Te Antwerpen was den 7den dezer ae laatste zieke in' het genoegzaam hersteld. Te C.end waren den ioden, 30 nieuwe t ,te en 9 dooden. Tot op den iaden 's avonds 16 nieuwe zieken en 8 4 .,e|e(,di Te Brussel waren den ionen enjudeu, 4 nieuwe zieken. Sedert,; pe we zieken en 3 dooden. kurtit Te Parys waren den Ji Jnlij aan de cholera overleden 71 pn al d. i. 29 meer dan in het vorig etmaal. j)ette Uit Londen schrijft men den loden dezer: De cholera ''Voncerlir, ttad weder sterk toenemende; zjj woedt thans onder de meer üu (,e volksklasse en even hevig als in den beginne. ;(jro v, Te löplitz in Duitschland is de ziekte mede uitgebroken. luizet, In dan Over de Landverhuizingen naar Amerika. ,et e' (Uit het Duitscn dagblad de Hesperustordei De lust om de oude wereld te verlaten en 'r Eldorado aan gei :ekere van den Atlantischen Oceasn te zoeken werd te.dezertfld zoo al; (Vaar 1 dat menigeen bedenkelijk *t hoofd schutwanneer hij iemand op wiierd, waart naar de nieuwe wereld, of wel zich'daarfóe uitrustende. ronae Bedenkelijk is 't zeker, maar wij zijn 't niet eens met hen die 't zoo geheel treurig voorteeken der tegenwoordige tijden hpsrhrni««t.| Voor Europa misschien is *t treurig, maar niet voor de Wereldi onzen Tijd in *t algemeen. Want toch Europa's toestand rust op zoo stijl, dat in 't naaste oogenbiik het evenwigt verloren, de val onvt lyk, waarheen dan ook gerigt, kan zijn. De kamp voor tweei beginselen doet ons werelddeel waggeleö en, op dit pas ten mie jlECE 'tmet zekerheid niet te voorspellen, welk beginsel de zege zal belli keillj En wie kan 'ma den enkelen persoon te« kwade rekenen, wannt 0p e die toch in de schale geen wigtje kan leggen, zich uic dezen kaï D en wildere naar eene veilige plaats waar dat wat hem 't liefste'is, si :IW gerand wordt unM Geene zelfszucht noeme men dit, neen maar t Instinct der 11 Ijjke tiatour! Integendeel vereischt *1 meestal zelfszucht, eoj aan karakter en moed, zijn werelddeel niet te verlaten, en wts gebeuren mag, rustig over zich heen te laten trekken (1). W de ellende van eenen verwoestenden oorlog kon wei eens 't deel elk onzerzijn geheel aanwezen door. Men zegge niet: Regt en licht moeten toch zegepralen, zullen verwinnen, maar, misschien pas na langdurige verwoestend! strijden, terwijl zij door andere middelen veel beter konden te voorxl den door toegeven (a). ja wij durven 'r zeggen: recht en licht znilen niet overal zegepti ten minste niet io de beteekenis, welke men aan die uitdrukking |l geven daar toch beiden menigmaal op de kampplaats zelve vol verdwhoen, en slechts lang daarna in verafgelegen oord herrijzen Blijf in 't land, en zoek e?n eerlijk bestaan," zegt 'tsprei 't welk, zonder verdere motieven, slechts eene spits - burgerlijk! - voor den dug brengt. Maar ik prijze dien alleen als den voortreffd' die met kloeken jjver zich eene werkkring zoekt en verschaft, wi 'e 't zekerste tor 't doel van zijne bestemming als mensen geraakt. Vaderlandsliefde," zegt een vernuftig schrijver, „wat is zij dan hetgeen de gewone man *t heimwee noemt?" Moet zij gelijk' aan de schelp worden Met vreugde moest ieder zyn vaderland K wanneer een ander hem een werkkring aanbood, meer overeenl zijn» krachten en 't verheven doel des levens. De menscb aarde beheerschenniet de aarde den mensch. I' wen eek? £1) Ofschoon wij *c overigens eens' zijn 'mee de denkbeelden In dit As geuit zoo moeten wij bekennen, deze zinsnede als zeer te beschouwen of ten minste als ten onregte geheel ontbltf lijvig die uitlegging kan maken. welke dezelve voor den Christen-Burger aanoi Redactit Al he D. eu 7\ lin De Stl ck zi i' d ge1 indag 'tot dt (3) Ook hier schijnt ons de schrijver eene minder juiste uitdrnkö iy j hebben gebezigd of ten minste niet genoegzaam te bebbfl julij geduid, wat hy door toegeven verstaat. Wel is 'twaar. dat» betering en altijd voorcschreidende volmaking in *t staatknnd^ veel beter geschieden door hervormingenwaarbij 'tg04® honden *t verouderde afgeschaft, 't slechte allengs verbeterd^ dan door omwenteling- waarbij alles verbroken, en op niet bouwd moer worden. Maar 'c blindelings toegeven leidt Wt Even zeer als *t tegenovergestelde Metternichsche stelsel vaDi, werkingna een langdurig zaampersen van, bij onderdrokltioj ker wordende krachten, altijd geëindigd is, en cog eindigen voor de omwenteling te bezwijken. CRidacttt» ipoe Lei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1832 | | pagina 2