to cl M 3 tr. a. c* re to re M Ö.J! H N 2 TO Nj 5 3 w «■9 pt re O? 3' re TO n re la ,U. w 50 e 00 fc- -i - O. -V.1 'j> S?> - o 0 5 (5 W ft (1 TO *D* S' a ö- ft 3 5 - 3 *- ^7* qi -1 r asr* 3 I- - 3 3 r* re re Z S3 3 2 fr 2 3 rr 3 2 3 2 53 2 c.2 0 r fc! 5S f® 3 TO CL 2- 3 £2.» <E ■§32. iT" S 5 g- 7T 3 g O 35 J3 3 3 1 a *3 O O* re rr J2 m 3 n,13 2" a- T? n» O 3 D 5 -o e "O 3 O a. 2 to' re 2- re °- 2 a- to i± ft e O' pr -» a c re 3" I 2 s O re O 5 C? a. 3 -• M 5-TO - - 0 2 *r 3 52 «ia. ft C B S 0 - Z!_ M O B S g £3 c m a ^1" 2. »b 3 c •f? s t» C5 2 <0.3 8* *"S "2 2 to S c ft 3 3 re re -. cr 3 re 2" ^3 re K-g S «TO S 2" 2L a M -3- 2 U3 3 3 re 2 m 1™ ^-> Jo O" 3 uüT. re re i3 O. 2. re re 3 3 =3 2 TO 0 »!>55 2 3 3 J? 2. «■B-3 -; re 2 3 2 w re a' 1 Q-TO re o m ■c 3 w a N re a a.«- l 2 j?-o ?«S N o 2L HMD. 3 CO r3 2 w Sj'3*® w q. Cl- re f» r> "t 0 -1 TO 2 ft •E-o 2 "o o- 2' re <-» o EL 2.TO* .re 3» re re -1 O 2 in re -. cl «-. a a re re to 3 2 TO w* re a. re 3 o- re ?S3 re -* s ^>1 3 3?o re cl re re 3 TO S - S 8 S a n h a c 3 5 S-zo a. re re B"3? to C*. V •-— <0 re re re a" st 2 S"f.f'a :5v S-3 o- st m s 3 to 2 - 2 p re N O-Ci 3 2-TOto r-. re re a. n 3 1 5 a o Jf X O ts; I D TO 3 2 1 =r fS? 1 C L* 1 zr- '^3^ o re i.? 5" - j?2. C."M N re -» re r-. C"1 S *4 3 re 1 Rj re a cr 3fa TO m, re 3 2 22^2.3 to a 0 re si?!*, 8 «O g S ff.» S I re_ O Z' v* 3. ,°o ^,3 N ren. —<3: 3 2 ^^5 5 S 3 2 - o e? re re 5 -, 2 j£ CM 5» 2. *1 3 3-?' <•^2 a. re fir s.® o«r- -- re 2 re N Q. 2 re ft Js 2 P? S S I S-. g- S I 3b 2 e= c Dg Cl CL _tr! S-B- 2* a. 4. to o a rN r 3 3 cl 2 s -* «3- 3.TO r re -1 Q- 5. 2" 1 S 2 5 3 TO 3 re 7 S w3S TO - o >1 k *ré *5 r 5 3 Cl is re ►a 03 ■b< ts re "t 3 re. re t" cr o 7~ 3 Sêr,ócr3--,*reo al 2 2 s9 3 S. nO 2 - ■O 2 O rr n-S" S-l" 2 5S v S-S»HS&-8Ï4 o- ?r re J?"re Z-geï cr 2. 2- 3 rr re 3 °2 re fb O K. re S.£s 1 »3 =-S-3 S.I» 1." s ;:n2 3 2 '8- 0-5 a a 3 73 .n -«; w Z! IS- S7 5S?7- 7 *o a sr n re tA 3 ns re o N 3 M "Si C M S3 O 9 3 re 3 I s* 3 -« I 2 B 3 f» 3 S5S. 3 - re •t?. re si re re O cr- N' a. re *0 r. 2* re m 2 -» 3 9den des raorgeüs ift-ê uren, zonder weerstand, de nad binnen welke de generaal Succhiin den nacht met 600 tot 700 mar, troepen verlaten had. Scheeps kapiteineD, den u, van A neona te Trieste aangekomen berigten dattoen men den 9. te Ancona het binnenrukken der Oorrenriiksche ctoepen te Ferrara vernam een korps opstandelingen van 400 man, het welk tegen Rome stond op mars.cb te gaan tegenbevel had ontvangen en dat de uitvoer van granen doof de haven van Ancona verboden was. Uit Weenen schrijfc men den 15 Maart Van wege de Franscbe regering zou meti de verzekering ontvangen hebben, dat men niets doeo zonde tegen de maatregelen ter bereugeling door onze regering in Ita lië genomen. Overigens beert onzelregering het be ginsel der niet tuwhenkomt voor zich, met betrekking tot Italië, nooit erkend, en zoude zij het ook bezwaar- lijk erkenneD, daar het naar omstandigheden en ge legenheid door diegenen zelve wordt aangewend, bij wien het zijne geboorte kreeg. Het onscond name lijk in Engeland, en werd het eerste door lord Caitle- reagh, bij gelegenheid van den veldcogt der Franschen tegen de Spaansche Cortesals een wettelijk voorschrift voor her Engebche ministerie aangevoerd, en nu leze men de uitlegging, welke lord Paltnerston onlangsover deszeifs aanwending, in het Parlement gaf."] fRANKRIJK. Parijs den 19 Maarr. Kamer der Afgevaardigden. Zitting van Vrijdag den 18 Maart. De heer Cazimir Perier oeklimt, als president van de* raad der ministers, het spreekgestoelte, ten einde aan de vergadering de beginselen open te leggen, die geheeischt hadden bij de zkrhenstelling van het nieuwe kabinet, en die zijn gedrag bestieren zèudenj men wenschte toch van de vergadering de noodige midde len te erlangen voor de tussChenru:mtewelke het einde der tegenwoordige zitting scheidde van de zamenroeping eener nieuwe kamer; het was dus een vertrouwen, hetwelk men verzocht, en de kamer diende dan met kennis van zaken te kunnen stemmen en te wecen, aan welk staatkundig stelsel zij haae ondersteuning ver leende. Het ministerie was op eene geheel constitutionele wijze gevormd gewonden; het ontleende zijne sterkte uit de verantwoordelijkheid zelve. Al zijne voorstellen, al zijne maacregeleR zouden de u tdrukking zijn der onafbanke. lijke beraadslaging van eenen gemeenschappelijke!) wil. De dag, waarop deze overeenstemming mogte ophou den, zoude die zijner ontbinding wezen. Men had Frankrijk getart; men had het uitgedaagd; het had zich verdedigd, en zijne overwinning was die van het ge krenkte regt- De eerbied voor de gezworen trouw, de eerbied voor het regt, waren dan de beginsels der omwenteling van Julij; en dit waren de beginsels van het gouvernement, dat zij gevestigd had. Want zij had een gouvernement gevestigd en geen zins de regeringloosheid ingesteld. Zij bad niet de maatschappelijke orde omver gestootenzij had slechts de staatkundige orde aangeraakt. Haar doel was, om een vrij, maar geregeld, gouvernement daar te stellen. Het geweld moest dus noch binnenlands, noch naar buiten, de karaktertrek vsri het gouvernement zijn. Binneniancs was alle geweidadigheidnaar buiten was alle opruiiing tot volksopsrsnd eene verkrachting van dat beginsel. Dit was de gedachte, dit de regel der inwen dige en buitenlandsche scaaikui.de van hei ministerie. Binnenlands was zijne pligc eenvoudig. De instellin gen waren door het charter van 1830 geregeld. De tegenwoordige kamer had reeds verscheidene gewigtige vraagstukken van wetgeving beslist. De kamer, die haar stond op te volgen, zou degenen, die voor haar be waard bleven, stellen en beslissen. Van haar, en van haar alleen, moest men voortaan, de zoo dringend ver langde verbeteringen verwachten. Tot den dag dat zij zich vereenigen zoude, kon Frankrijk van het gouver- nement werking eischeidat de orde gehandhaafdde wetten uitgevoerd, de magt geëerbiedigd werden. Orde en magt was het, wat de maatschappij behoefde, teo einde het wantroowen te doen ophouden, als de eenige bron der moeijelijkbeden en gevaren van hec oogenblik, waardoor eene ongerustheid en ontmoediging verwekt werden, welke de factiën behendig aanstookten, om er partij van te trekken; want inderdaad waren zij zwak. De eerzucht van hec gouvernement strekte om het vertrou wen te herstellen, en het bezwoor al de welgezinde burgers, om zich zelve niet te ontvallen; het gouver nement, verre van ze te verlaten, zou nimmer aarze len, om zich aan hun hoofd te stellen. Ztj mogien vertrouwen, dat het gouvernement onverzettelijk be sloten had, om geene inbreuk, hoe geaaamdop-de openbare rust, geene de minste krenking van het ge zag der wet te gedogen. Frankrijk had zijne regten verwonnen: het was vrijmaar door de wanorde zoude het ophouden inderdaad vrij te wezen. Er heerschtte geere wanorde zonder tegenstand, en de magt, die de openbare orde handhaafde, verzekerde inderdaad de vrijheid. Hec gouvernement kende de factiën. Die der ver vallen regering wroette in de duisternis en zocht de openbare zaak te bezoedelen door hare verdedigers te verbitteren. Gestreng bewaakt en beteugeld zoude zij weldra hare onmagt gevoelen, waarin zij alleen haar be'nood kon vinden. Even zoo als hec gouvernement voornemens was om geen geweld ongestraft te laten even zoo wilde men geen het minste voorwendsel over laten tot geweld. Alle oproer was misdadig, evenveel order welken standaard. Alle geweld was een begin van regeringloosheid. Men stelde dus wetten voor om het geweld en het oproer ce beteugelen. De zekerheid en de rust moeste* terug keeren. Dit wenschten aller belangenbet openbare crediet en was noodzakelijk voor de verkiezingen. Met weinigen, de rust en voor. ai de eer van Frankrijk vorderden, dat hetzelve aan het gebéelal niet den aanblik opleverde van eene maat* achappij, bebeerselit door geweld en drift. De buitenhnihche #tautkHr.de verbond zich, in het 1 wezen der zaak mer de inwendigewant voor beiden bestonden hetzelfde kwaad en dezelfde hulpmiddelen. Ook hier was het kwaad al weder het wantrouwen. Men zoude Frankrijk, aan Europa willen verdacht ma ken, en men zocht te verspreiden, dat Europa onze omwenteling mistrouwt. Ware dit zoo, dan zou Europa zich vergissen, en het zou de taak van Frankrijk en zijn gouvernement zijn, om het hier van te overtuigen. Nog eenmaal de omwenteling had niet de regering van het geweld ingevoerd. Ter verdediging zijner regten gewapend wist Frank rijk die der anderen te eerbiedigen. Wij willen," zegt de spreker, den vrede zoo ooodzakelijk voor de vrijheid; maar wij zouden den oor! -g willen en voeren, indien de zekerheid en de eer van Frankrijk in gevaar waren wnnc dan zoude ook de vrijheid be. dreigd worden en zooden wij mee een vaderlandslie vend vertrouwen den moed der natie inroepen. Op hec eerste teeken zou Frankrijk gereed zijn, en de Koning heeft niet vergetendat hij hec eerste in de legerplaatsen het vaderland leerde redden. Mijnbeeren hec beginsel van niet tussehenkomst is gesteld. Wij nemen het aan; dat wil zeggen, wij be weren, dat de vreemdeling bet regt niet heefcom gewapenderhand tusschen beide te komen in dè binnen- landsche zaken eener natiein hec belang van dezen of genen regeringsvorm dit beginsel zullen wij, voor zoo veel ons zelve betreft, beoefenen, wij zuilen het in alles belijden: Beteekenc dit, dat wij ons verbin den om overal onze wapenen te voeren, waar mea hec niet eerbiedigen zal n Frankrijk zal de wereld niet tot de vrijheid ver manen, dan door hec vreedzame voorbeeld der regel matige ontwikkeling zijner instellingen, en door zijnen eerbied voor de regcen van allen. Maar, indien Europa, hetwelk den vrede wil (wij hebben, er, in naam van al de Mogendheden, de stel ligste verzekeringen van), ooit de regtschapenheid van onze staatkunde miskende; indien onze grenzen be dreigd wierden, indien men de waardigheid van Frank rijk hqt geringste krenkte; zoo zijt verzene.rdmijn beeren, dat Frankrijk dadelijk zoude verdedigd en ge wroken zijn. Talrijke maatrfgelen zijn reeds genomen om ons land op eenen ontzagverwekkenden voec te brengen door de zoig van eenen doorluchtigen veld maarschalk, wiens roem, bij oorlogskansen, niet zoude kunnen vermeerderen, en die in de werkzaamheden van hec ministerie de gelegenheid weet te vinden tot eene nieuwe vermaardheid." De minister van oorlog doet daarna eene redevoering als ter voorbereiding van hec voorscel van wet, hetwelk de minister van financiën staat te doen. Men had groote hulpbronnen noodig, degenen, welke hec nieuwe mi nisterie gevonden hadwaren klaarblijkelijk ontoerei kende om in al de kansen van hec toekomende te voor zien. Het koos dus de partij om dadelijk aan de natie te bevoegdheid te verzoeken om weder op de directe belastingen datgene te brengen waarmede men dezelve verligt had. Men mogt hec beraadslagen staken over de wet op de vooloopige twaalfde gedeeltendie slechts om voldoende uitkomsten geven kon en eene bij. zondere kommi.sie benoemen ten einde den staat der schatkist, hare benoodigdhedeo en hulpbronnen naauw- keurig op te nemen. Men moest wel letten dat hec ministerie slechts hec stelsel van verdediging wilde volcooijen j zonder eenlgen tak van openbare dienst te benadeelen. Men wilde slechts den vrede wapenen en de onafhankelijkheid ver zekeren. Men bepaalde zich tot nogcoe alleenlijk tot zuivere voorbereidselen ter verdediging. Wat ook voor barige voorspellingen zeggen mogtende noodzakelijk heid van den oorlog was nog niet gekomen. Hec mi- nisterie zou zich niet laten wegslepen om denzelven voor uit te snellen. De luiddruchcige vorderingen der factiën zouden het de besluiten niec voorset) rij ven. Hec ministerie erkende aan de oproerige zamenscbolingen evenmin hec regt toe om het tot den oorlog te dwingen, ais om het den weg der nieuwigheden te doen inslaan. Hec gouvernement eener beschaafde natie vond elders de beginselen zijner handelingen en raadpleegde slechts de regtvaardigheid en het belang van den staat. De minister van financien draagt daarna het voorstel eener wee voor, strekkende ter heffing van 55 centime» op de hoofdsom der grondbelasting en van 50 centimes op de belasting der patenten. Terwijl, laatstelijk, de zegelbewaarder minister van justitie een ontwerp van strafwet aanbiedt tegen dezulken, die, bij eene zaaien, scholingaan de eerste wettelijke oproeping om uit- een te gaan niet mogcen gehoo'zamen. Na deze onderscheidene redevoeringen outstonden er zeer levendige discussieni in welke de staatkunde van hec ministerie ernstig aangevallen werd, waartoe, eensdeels anderdeels het toelaten der tusschenkomst aan Oostenrijk m de zaken van Italië, enhet niec ondersteunen der Pohn de onderwerpen opleverden het welk den generaal Sebas- tiani deed aanmerken dat men het ministerie eer zelf- der tijd ten laste legden het beginsel van niet-tu^ehen» komst niet te handhaven en niec ce schenden. Frankrijk erkende hec beginsel voor zich zelf, maar beteeke.:de dit dat men den oorlog moesc aan doen aan al wie het niet eerbiedigde; men had verklaard, niet re zullen toestemmen in de tusschenkomst van Oostenrijk in de zaken van Italië; maar werd de daad, waartoe men verklaard had zijne toestemming niec te zullen geven daarom een casus belli voor dengenen, die dezelve oiec goedkeurde. De generaal Lafayettehad een aantal plansbrieven ontwerpei en aantekeningen van ge houden gesprekken, voorgelezen, die in de arcnieven vad Warschau gevonden waren, ten bewijze, dat Rus land zich wel degeljjk gewapend had om Frankrijk te beoorlogenmaar de minister van buitenlandsche zaken legde een volledig afschrift van al het gevondene over, en beweerde, dat het tegendeel daaruit bleek. [Vervolg op den kant van deze klad*."}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1831 | | pagina 2