z z '!=!-«« UUU oen spoedig hulpmiddel voor zoo vele ongelukken tê brengen." De laatste opgeroepen getuigen wa* de heer Maïi- guittmaar op rieszclfs herhaald vertoog dat hij niet getuigen kon in eene zisaft welke hii had helpen in ftrnertn, verklaart de president dat de heer Mattgvin piet als geinige zrude gehoord wordenen v,-rleeni bet woord, regen den volgerden dag, a»n de kommis- larissen van de Ramei der afgevaardigden tot het voor dragen hunner eisch. pe aangeklaagde ministers verlaten de zaal, terwijl de pairs nog gezeten zijn. De kamer der Afgevaardigden hecfc de beraadsla gingen over het ontwerp van wet omtrent de vorming der nationale garden voortgezet. Zitting van -den 18 December. De beer Persil voert namens de kommissarissen uit de kamer der Afgevaardigden het woord, en begint zijne redevoerirg aldus Mijnheeren, de verantwoordelijkheid der ministers is het levrn der regeringen. Ingeroepen door de Vorsten in de onbepaalde regerirgenkan zij niets dan daden opleveren van gewone geregtigheid of somtijds dienen om vijandelijke gezindheden te voldoen. Door de vol- ken van vrije staten ngeroepen heert zij iets verhe vener, ontzagwekker derwaarachtiger. Zij kondigt de ongelukken aan van het vaderland; omdat, indien de Koningen zich over persoonlijke grieven beklagen kun nen de volken niet opstaan dan om zich over open bare rampen te beklagen. Dit is het, mijneheerenwar thans in Frankrijk gebeurd, liet volk, tot in zijne onafhankelijkheid ver- vet'gd beeft voor zijne vetten, zij e instellingen voor Zijn charter gestreden, weike men lafhartig had om vergeworpen. Ka de overwinning legt het de wapenen pechT, en komt bedaard koelb'oedig aan de overheden legt vrc-gen wegens de misdaden tegen het vaderland gepleegd, ontzag wekkend schouwspel van de wijsheid. 0nzer schöone omwemeling waarschuwing voor Europa, voor de geheele wereld die ons gade slaatvan de vorderingen welke de beschaving bij ons heeft gemaakt!" Ka de zaak alzoo verder over het algemeen te heb ben behandeld neemt de redenaar in een tweede ge deelte de excep;ionele tegenwerpingen voor, behan deld in een derde de bewyzen der beschuldiging en besluit aldus Met volk vraagde zijn charter en zijne wettenhet herinnerde zichdat derzelver stichter ze gesteld had onder de waarborging van zijnen moed. Het zeide dit; men laat het door de gendarmerie aanvallen, met sabelhouwen vervolgen bet werpt steeren die hec onder zijne voeten vindt: men laat er op schieren met kleingeweer, met geschut, zonder voorafgaande opvor dering zonder tusschenkomst der burgerlijke autoriteit. Men doet meer, men stelt in wat men nooit zag ge' beuren, men stelt de eerste wereldstad, eene bevolking van honderd millioenen inwoners, in staat van beleg, en onttrekt ze alzoo aan bet regtsgebied harer overhe den om ze aan oorlogs-kommissien en krijgsraden toe te wijden. Het is önnoodig bier de ongelukken op te halen, welke een zoo barbaarsch gedrag te weeg bragc. Wij willen roe uw oordeel spreken en niet tot de veronc- woordigü'g, welke deze toooeelen van slagjing bij u zouden kunnen verwekken. „Wij vragen u, mijnheeren de veroor Reeling der voor malige ministers van Frankrijk omdat zij al de vrijheden van Frankrijk, hebben prijs gegeven, omdat zij deszelfs boezem verscheurd hebben, door er den burger-oorlog ïd te voeten. Mep 7a! u zeggen, dat de grootmoedigheid onzer Omwenteling eene edelmoedige vergiffenis gebiedt dat men de overwinnaars van Julij moet navolgenen geliik zijaan de gevelde mannen de hand toereiken. „Wacht d, mijnheeren, van aan zulke trouwlooze in-- blazingen gehoor te geven. Gij zoude de wraak met de geregtigheid vermengen. De strijdenden hebben zich kunnen edelmoedig coonen en van de wraakoefening afzien, na de overwinning; zij hebben niets dan hunne pligt gedaan: gij daartegen zotidr door de weigering om degenen te veroordeelen die door zoo vele openbare mis daden worden aangeduid, zoudt regtvaardigheid weigeren, zoude op onze omwenteling eene onuitwischbare vlek drukken, de straffeloosheid. Wat zordt gij tot de zulken 'zeggen die door het voorbeeld aangemoedigdvan nieuws onze vrijheden zouden aanrandenof den burger-oorlog hervatten Zoudt gij hun de staf door hunne wanbedrijven ver diend kunnen opleggen zij zouden niet meer of minder strafwaaid:g zijn, dan de voormal ge ministers vam-A'** rel Xgij zoud door uw noodlottig vroeger verrigtte geberden wezen. Gij zult het*niet wettigen, mijneheeren. Gij zult aan den eisch van het in rouwgedompeld Frankrijk, aan de klagte zijner burgers, aan de beschuldiging zijner afgevaardigden voldoen door eene fchitterende genoeg doening geêvenredigd aan de grootte van her misdrijf, en gij zult d?n buitenlander, die u bewondert, doen zien, dat Frankrijk de ^apperheid de edelmoedigheid in de liefde voor de orde met de regtvaardighid weet te vereenigen." De beer de Peyronnetmaakt de aanmerking dat de kommissaris - redenaar, ongeachtr zijne veelvuldige uitleggingen be haald bad, dat bil (graaf de Peycnnet verscheidene circnlairen had verjonden en zelfs zoo verre was gegaan om er eene van aan te halen, waar in {hij zeer ber spenswaardige uitdrukkingen gevonden had. bezwoór hem onmidelijk ten minsten de da tum en onderteekening dier circulaire op te geven, en hij durfde gerust zeggen, dat hec kern gemakkelijk zoude vallen, het hof ten dien opzigte voldoende uitleggingen te geven. De heer Persilantwoordt dat de heer Peyon na gelijk heeft met te zeggendat hij slechts eene circulaire heetc doen afgaan; dat men er ook inderdaad slechts eene had overgelegd; maar dat daar bij eene ministerieel correspondentie was gevoegdwaaruit de plaats, onder het oog van het hof gebragt, getfokk.en g wa*. De voorzitter zoekt in de lias het bedoelde stuk "g op en zendt her an" den heer de Peyronnet. Deze léést de navolgende plaats uit eene circulaire voor Gii zult mii vertrouwelijke inlichtingen geven over hun gedrag ik zal ze san hunne respective ministers bekend maken, die alsdan alle maarregelen zullen nemen, _T welke de voorzigrigbeid voorschrijft." Dit was de Jj plaats, waaruit men besloten hsddat hij de openbare ambtenaren had bedreigd, en ii? voorraad de uitkomst bekend gemaakt hunner uirgebragte stem, Die circu- g l ure i u was van den 13 Aprilèn eerst den 13 Junij was hij in het ministerie gekomen. Bij bet hervatten der zitting, die vóór een halfuur "j? ge>chor«t werd, zegt de heer Persil: Mijnneeren onder de talrijke punten van bedrijven welke wij belast c zijn voor hec hof te handhaven, heeft een enkêld aan 'Z 'in leiding gegeven tot eene aanmerking van den heer de Peyronnetdat betrekkelijk de verkiezingen. Door het .2, gewigt der anderen, heeft dit punt zeer weinig onzer J aandacht tot zich getrokken. Wij hadden uit het rap. "JsT o port aan de kamer der afgevaardigden hetwelk de grond- a slag is der beschuldiging, drie plaatsen getrokken uit c o circulaire of correspondentie welke wij san den heer c de Peyronnet toeschreven. De aangeklaagde merkt aang dat het gezegde van het rapport feiltdat de aanha ling uit eene circulaire getrokken was die niet de zijne is. flij heeft gelijk; Mijneheeren. maar ziet hier thans a drie stukken ter ondersteuning van dit punt van be* *g schuldlging i°. een brief van den heer de Peyronnet-g toen minister van binnenlandsche zaken gedagieekerd den 3 ]urij 1830, gerigt aan den minister van hec gü openbaar ondeiwijs, waarin hij zich beklaag-: over de fi> laauwheid der openbare ambtenaren, en de noodza kelijkheid aantoont om zich van hunne medewerking bij de verkiezingen, ctn behoeve v?n het gouverne ment, te verzekeren, en tevens spreekt van de nood zakelijkheid der medewerking van de geestelijke au toriteiten; a°. een brief, gedagteekend den 29 Mei 1830, gerigt aan den minister van financien, waarin hii zegt: „de stad Aucun vraagt eenen nieuwen post weg over Arnay, men moet niet vooruitloopenen de beslissing uitstellen tot ra de verkiez ngen 30. een briefdoor den heer de Peyronnet aan den m n.sier.van financien geschreven ten gevolgen van eén verzoek door den prefekt de la Creuze overgemaakt ten einde de heer Faucierontvanger van het ziekehuis van Gréret mogte worden afgezet, omdat hij in weinig gematigde uitdrukk ngen steliig geweigerd heeft, zijne stem voor den kand'daat des Koningsen waarin de heer de Peyronnet zijnen ambtgenoot verzoekt om onverwijld, de aanstelling vr.n den heer Fancier in teJtrekkén. Daarna wordt den heer de Martignac het woord ver leend maar het krrchuge dier welsprekende redevoe ring zou door een verkort overzigt merkeink verlie zen, en hare viigebreidheid gedoogc diet dezelve ge heel over te n?meb.' NEDERLANDEN. 's Gravinitace den 25 December. Wij vernemen dat ook ce officieren, die tot dus verre te Namen en Brugge worden gevangen gehouden, naar Doornik zijn vervoerd. ni ez a\ Cd O J Cd O Z Cd S t-0 V- F Ai e ■ft s? CS lï-F •5 5s >- §.5 S 5 S 2 C5 O C w «li O e; 5 S o •S 2 S •- 6-)Sk S- U g v, 5 I 00 O Si M B 1 a-g r .3 S V O o 15 5 c 5 o "2 - 5 S 3 "3 S c ui g ,C S x S 0 -S. - E slis 1 .f-q 1 »S S S J-f s g c 3 vo 2 S.*^ 5 - B S. c 4= ►J C3 2 O T3 B j- *0 o 2 J= xt CS S - S 9 - 8 S - u Cj 4J J3 M O C w 1% - O t) e o g S-3 I s Mjsï| C .^VÓ 41 4» O. ?"Q' V 2 F 2 1 aw «J fcöc00"*0-""--® tx-a Jp cc 4> B O g "•5 r. C J< CJ O 0 W •S 10 c E X T-. re -- C O c X. c-o-ï 0 o *- Cx> - S S g 5 ff n 2 c S c w C wi ^3 5* *S n c 1 2 4i <u e •- o c to ks - ■S 4J "T3 t- T3 IJ interim van den voor de voor de Den 26 December. De staatsraad, ad belast met de directie van het d^partemant watersraat, enz., heetc de lijst der stations beambten van den Wateistaat gearresteerd, buitengewone dienst en correspondentie lang« de dijken gedurende den ijsgang en het boog opperwater op de rivéren, in den winter van 1830 en 1831,. en onder anderen tevens bepaald, dat zullen worden gestationeerd: Te Schoonhoven: M, G. Beyerir.ckhootd ingenieur; .7. ran Lak 1 veld Blankeningenieur; en D. J. Sautyn SchoveF e ève-aspirant. Te Krimpen: P. Vu ijkopzigter. Te Vianen: A. Blaauwingenieur; en N. J. van Lee elève aspirant. Te Gorinchem: D. Mentzinspecteur; ,7. IV. de Thoinezehoofd ingenieur; P. Koekaspirant-ingeniewr en P. van Pegenmorteropzigter; en Te Wardirxvefd: C. C. de KeijzerJr.% opzigter. De voorstelling van het bekende zangspel la Muette de Poriicidat het sein des oproers in Brussel is ge weest, is. Donderdag avondin den Franschen schouw burg alhier, met zeer veel luister gegeven, ten voor- deele van oe gekwetste en hulpbehoevende verdedigers des Vaderlands, en, waaraan trouwens niemand een oogenblik heeft kunnen twiifelen, met de volmaakte, orde afgeloopen Dat gedeelte, waarin de herstelling van het wettig gezag voorkomt, is, even als de vader- landsche lederen, door het publiek, na het afloopen der representatie gevraagddoor de talrijke merigte aanschouwers, met de meeste geestdrift toegejuicht. Het korps diplomatiek heeft deze Voorstelling, welke ruim 1200 heeft opgebragt, bijgewoond. Breda den 24 December. Men meldt uit Brussel, dat 400 Holland che krijgsgevangenen, uit de gevange nis les Petits Carmes naar het oud gasthuis de la Cham- bre zij i overgebragc. Het getal der Hollar.dsche krijgs gevangenen die zich thans nog in Belgie bevindenwordt op 1.429 begroot. Nog slechts 19 zijn in vrijheid gesteld., De Belgische kapitein Murle heeft zich door eenen brief bij den burgemeester te Chaam verontschul digd over h^tgt-diag, den 19. en 20., door eenigc zimer manschappen buiten zijn voorweten aldaar ge houden. Zij ;w-aien, na hunne terugkomst, in arrest genomen en hij verzocht opgave der geledene schade om die dadelijk te vergoeden Intusschen hebben de muitelingen weder Baarle- Nassau en Baarle - Hertog met 240 man bezet, en zich in eemgemelb Hollandsche gedeelte met geweld doen inlegeren. De generaal van Geen heefc de gemeen*, schap piet dat, oordhetwelk buiten de militaire linie ligtafge'snecfèn. {Vervolg op den kant van deu blads.) OJ.^C 4> a 8 X Q fl ■iS' S •s11 s -s13 z Z. C m V ,w m 2 w <u h> w ?n.s£: Jj 'J p 4) O-5 e ij. e1 r, C' w.' J3 4- rt C U 3 f r C C Se i c - ai fl -o: i: Z-o o 2 S u r— bi E g o o O 5 a c CO SJ m. 5» -J. O) X n» C c c-O 41 fl e e c M C - 8";J .OQquO - t 5 4) N3 C 4) 4< :-S 'c I - S 5 - "G "O 4.' 1- Q 5&2^«ï'?ll.-2§§l^st<S' Cl "fl 4i w fl O ^-flfl I-I t - -o Z •ff E jz jz -fl -o -o s: - - I 0» öi jj u ,B 5^ br i 5 T- r, 5 5 o'S tg' J t 6 7 4) CQt. c N Q - E C 41 II C r. C> c, Ja" e S u. -a^e f' Is 1,15- dl E CO »- -* G z fl I E f> "A U o C 5 o 4) - ^- - w O ."r 4J E 4> Jr.4) C p3:|Ss?^;-§g.|o. 5-ë s S--S «ÏJ-5 o-S O s ei o cji T2 c? -= s 0 wr J O' 6. O- •- «JA r'-.-fl £Q ssD ;r b Sc lfl,5 u - 4i Ir 1- (u ia» r«i U P^c v. o o-Sdox-, V *- k* t4 TJT3 f O Q. 4J 2 -o i. .1 'Z Z «OO C GS. 4» E C J3 s I a' -. CJ taT s-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1830 | | pagina 3