XEYDSCHE
'3?- i
COURANT.
0
IT-Sgg i "J-J
c''>
I
«830.
M Z A N D A G
be i> -n *0
•bDT3 "3 <-> V
cn^fSS
r, c: C 0 O
g'Sliva
O c a a»
a
E c3 s-
2*1 S-5 I
O r.
O 0 >2u, W)
KONINLLIJK BESLUIT vbb i&s 2 November
1830, N°. 13 betrekkelijk het roezige op Perso
nen en Goederen uit de Zuidelijke naar de Noor
delijke gewesten reizendeof vervoerd wordende
en omgekeerd.
Wij WILLEM, bij de gratie Cods, Koning der
Nederlanden, Prihs van Oranje-NassauGroot-
Hertog van Luxemburg, enz,, enz., enz.
Willendein de tegenwoordige omstandigheden
krachtdadige maatregelen van toezigt nemen of personen
cf goederen, welke, zoo te.land als te water, uit de
Zuidelijke provinciën naar de Noordelijke en omgekeerd,
mogten reizen of worden overgevoerd.
Op de voordragt van de departementen van Justitie en
yan Binnenlandsche Zakenvan den 1. dezer
Gezien Onze besluiten van den 9 en den 15 Octo
ber 1830 Staatsblad N°. 66 en 71
Hebben besloten en besluiten
Art. 1. Alle burgerlijke amDtenaren van Justiticiealle
militaire autoriteiten te iand en te water, mitsgaders alle
beeambten der in- en uitgaande regten en accijnsen en
eindelijk die der posterijen en verdere middelen van
vervoer zijn bevoegd en verpligtom aan te houden
en met alle naauwkeurigheid te visiteren alle personen
en goederen, komende van, of aangevoerd wordende
uit de in opstand zijnde provinciën of naar die provin.
cien bestemd.
2. Ingeval de personen aan hen als verdacht mogten
voorkomen, zullen voorz. ambtenaren daaromtrent han
delen overeenkomstig de voorschriften van art. 5 van
Ons voorz. besluit van den 9 October 11. Staatsblad
N°. 65).
De goederen als verdacht aangehouden zullen in be
slag worden genomenen het daarvan op te maken
proces-verbaal ten spoedigste worden gezonden aan den
Officier van Justitie, binnen wiens ressort de in beslag,
neming heeft plaats gehad ten einde de zaak door deze
worde onderzocht, en voorts, zoo daartoe termen zijn
tegen de vermoedelijke schuldigen overeenkomstig de
wet, geprocedeerd.
De ambtenaren en autoriteiten hierboven vermeld
zullen voorts aüe brieven of pakkettenwelke zij op
de aangehoudene personen of bij de aangehoudene goe.
deren mogten vinden onder zich slaan en tersond aan
Onzen Stantsraad Administrateur der Posterijen en ver
dere middelen van vervoer, opzenden, met een be
hoorlijk proces verbaal hnnner verrigtingen.
3. De bepalingenin art. 1 en 2 vermeld zijn niet
toepasselijk op personen goederen en brieven, welke
van regerings wege naar de vestingen van den Staat
of door de opperbevelhebbers binnen die vestingen naar
de Noordelijke provinciën worden afgezonden.
4. De gewone geregelde communicatie met de ste
den en plaatsen gelegen in de opstand zijnde provin
ciën door den brievenpost mitsgaders door middel van
stoomboten, beurt-, veer- of vrachtschepenschuiten,
postwagensdiligences of voerkarrenzal dadelijk door
de zorg van Onze Gouverneurs in de vestingenen
van Onze Staatsraad, Administrateur der Posterijen en
verdere middelen van vervoerworden afgebroken.
5. Geene ingezetenen van de Noordelijke (provinciën
zullen zich naar eenige stad of plaats, gelegen in de
cpstaDd zijnde gewesten mogen begeven ten zij voor
zien van een schriftelijk verlof, daartoe gratis af te
gevenhetzij door het Departement van Justicie of dat
van Binnenlandsche Zakenhetzjj door een der opper,
bevelhebbers in de vestingen van den staat.
6. Alle militaire, regterlijke, burgerlijke of andere
gestelde magten en ambtenaren worden met nadrnk
gelast, de vorenstaande bepalingen stiptelijk na te ko
men en te doen in achtnemen en elkander over en
weder daartoe den vereischten bijstand te verleenen of
te doen verleenen.
7. Het tegenwoordig besluit zal van verbindende
kracht zijn op den dag van deszelfs plaatsing in het
Staatsblad.
Onze Ministers en verdere hoofden der Departemen.
ten van algemeen bestuur zijnieder voor zoo veel
hem betreft, belast met de nitvoeriDg van het tegen
woordig bssluit, hetwelk in het staatsblad zal worden
geplaatsten daarenboven door de zorg van het De
partement van Binnenlandsche Zakenin alle steden en
gemeenten en door die van de Opperbevelhebbers der
vestingen, binnen dezelvedoor aflezing en aanplakking
ter kennis van de ingezetenen zal worden gebragt.
Gegeven re'sGravenhageden 2den November 1830,
vau Onze regering bet zeventiende.
Get eekend WILLEM.
Van wege den Koning,
Geteekendj J. G. de Mey van Streefkerk.
Accordeert met deszelfs origineel
He Griffier ter Staats Secretarie
Geteekendj L. W. Elias Schovel.
Voor eensluidend afschrift,
De Secretaris - Genereal bij het Ministerie
van Binnenlandsche Zaken
Geteekendj Wenckebach,
Voor kopij conform
De Griffier der. Staten van Holland,
J. VAN DER SLEYDEN.
DEN 15 NOVEMBER.
W A A R S C H U W I N G.
De Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland,
bX) O O)
R-. J« xj v
«U
CU
aoü
.O 5 G
S3 O)
"1
- O
co
c- O
o (U-o
c CU O
g
CU -G1 CJ
<u
bo 2
00-—
O. N .5. -
d U, -CN32
ca 3) M n c
«u -o <u JE2
5 <1)13 c
O n-o CU
VT®
s
c
fcuo
e
CL)
bfl exW
o v*»
O) S CU TB
bD O C n 7. O
ilE
brengt bij dezevoor zoo vee! des noodster ken-
nisse der Ingezetenen van dit gewest, aac de wet
van den 3 November 1830, in het Staatsblad N°. 75
*='5 I - N I 6 8 »S
- S Tl B a. hr U H
*S "2 J= w J?< -g 5
l-S A»sl
geplaatst, en strekkende ter beteugeling van schadelijke jg 150 n S .S S00'"
woelingen en bedrijven van kwalijkgezindenis van den 1
volgenden inhoud:
oj <u g
ai -o
bfi
.5 cs bC J "2
C <U
Sr-C
bC cu O) TZ
O ci
cu 2-?
bO
«o 0j cj
2 u a T3
o n Q
tn
B
(2 bC
C O) a g
X cu <2
-O _b0^
gj
<u ZZ C cs JZ
"O ai c as v
•=-n B,— 5 c -o
-o sj
rLJ r-t t, '—r\
Wy WILLEM, bij de gratie GodsKoning der
Nederlanden, Prins van Oranje-NassauGroot-
Hertog van Luxemburgenz.enz.enz.
Allen die dezen zullen zien of hooren lezen, salut!
doen te weten
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat in
de omstandigheden, waarin het vaderland verkeert,
krachtdadige maatregelen worden vereischt, ter beteu
geling van bedrijven en woelingen, welke kwalijkgezin
den zich zouden mogen veroorloven, om den opstand
te begunstigen of in t e getrouw geblevene provinciën
van het Koningrijk de gemoederen in gisting te brengen;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten - Generaalhebben
goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Art. i. De bepalingen, vervat bij art. 67, 77, 78,
79, 80, 81, 82 en 83 van het wetboek op hec straf,
regc, worden to&passelijk verklasrd op misdadige en bij
die artikelen breeder omscbrevene verstandhoudingen
met inwoners of gezagvoerders binnen de provinciën
en streken van Ons Rijk, welke zich door opstand aan
het wettig gezag hebben onttrokken. c '5
Art. 2. Degenen, die, hetzij door openbare gesprek
ken, uitroepingen of oproer-kreten, heczij door hec
dragen of uitsteken van oproer-leuzenhetzij door het
inzamelen of verstrekken van gelden of anderen onder
standten behoeve van opstandelingen, of eindelijk door
andere daden of door geschriften, zullen getracht heb
ben oproer te verwekken of opstand te begunstigen of
uit te breiden, zullen worden gestraft met tentoonstel
ling en opsluiting reclusievoor den tijd van niet
minder dan vijf, en niet meerder dan tien jaren; zul
lende deze straf, ingeval van verzachtende omstandige
heden, kunnen worden vervangen door eene gevange
nis van twee tot vijf jaren.
Alles voor zoo verre de schuldigen, door het ge
pleegd misdrijf, niet mogten vallen in de termen van
strengere wetsbepalingen.
Art. 3. De straf van verbanningbij onderscheidene
artikelen van hec wetboek van scrafregc, bedreigd, zal
worden vervangen door die van tentoonstelling en op
sluiting, gedurende den tijd van vijf tot ten hoogsten
tien jaren.
Art. 4. Alle misdrijven bij deze wet voorzien, mits
gaders die, waarvan in den iscen titel, iste hoofdstuk,
2de en 3de afdeeling van het 3de boek des wecboeks
van strafregc gehandeld wordr, zullen bij uitsluiting
worden beregc op de wijze en met inachtneming der
formaliteiten, voorgeschreven bij art. 3, 4 en 5 van
de wet van 10 April 1815, welke artikelen bij deze
wederom worden in werking gebragt.
Art. 5. De tegenwoordige wet zal van verbindende
kracht zijn op den derden dag na dien der uitgifte van
het Staatsbladwaarin zij zal zijn geplaatstzij zal ver
vallen, indien zij niet voor den isten Januarij 1832 bij
eene wet zal zijn vernieuwd, of vroeger afgeschaft of g j'j*
gewijzigd.
Lasten en bevelen, dat deze in bet Staatsblad zal
worden geplaatst, en dat alle ministeriële departemen
ten, autoriteiten, collegien etuambcenarcn aan de naauw-
keurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's Gravenhageden 3den November des
jaars 1830, net zeventiende van Onze regering.
Geteejiend WILLEM.
Van wege den Koning,
(Geteekendj J. G. de Mey van Streefkerk.
Achtende de Gouverneur hec nuttig hierbij tevens
de herinnering te voegen, dat art. 76, 77, 78, 79,
80, 81, 82 en 83 van het wetboek van strafregc (met
weglating der bij de Grondwet afgeschafte verbeurd
verklaring van goederen) mitsgaders art. 3 4 en 5 der
wet van den ioden April 1815, luiden als volgt:
Wetboek van Str.afr.egt,
lilde Boekiste titel1 ste hoofdstuk1 ste afdeeling.
Art. 76. Al wie met de buitenlandsche Mogendheden
of hare bewindslieden, aanslagen of verstandhoudingen
gesmeed of belegd zal hebben, ten einde dezejven tot
het plegen van vijandelijkheden of hec ondernemen van
oorlog tegen dè Nederlanden over te halen of om haar
de middelen daartoe te verschaffen zal met den dood
gestraft wordenDeze verooideeling zal plaats
prijpen ingeval zelfs de gezegde aanslagen of verstand
houdingen van geené vijandelijkheden gevolg mogten zijn.
Art. 77. Desgelijks zal mee den dood
gestraft worden al wie met de vijanden van den Staat
aanslagen of verstandhoudingen gesmeed of belegd zal
hebben ten einde hun intrekken op het grondgebied
en de ouderhoorigheden van hec Nederlandsche Rijk te
CVervoig op den kant van deze bladz.j
,s p 6 ai r- 2 -lrf t3
O» O) C W
- bJD O) 1) C3 CU 5— O)
w N C5^3 hll> bJ3 O.QN
s< -
tfc- ui <u «j c
O C C
c (J. JS U- a> C= G
S na ra ai
ho 4-1 O) JD
B 5 C (U 0) A
S3 a) <11
r- Ei "O'
a>
- L-
O B-z
tc O
bD
bO'
rt CJ1 (tf
.JS a
o OJ
«•a
■i*l| s°
5 -a -a cu ca 2 ba cu Si, 5
O O I 9
B8s5Ï"«s
ï#|w„g-8C"ïgsg,^
s - s o o;3-s
Ê-ulÜc>co>
X) cG >T3 L. c. bD-G,
u c
-S c I
N
v2ya>6£2i'> -o 'N iS 0
-a <u ^25
""ï'Sógg
'5 -Z w)
SÏobSS,"
G co N »j a>
b£) c
C
^3 a»
co bO q c
2 a-2L
n o S J»
O W)
bO-CS ~a
\o K D
co a
<u o
c _2 ai
AI Kfl Al
a a
CO
cu
g-° S
S a
ai 'a o 2d "3 "tJ G r- H
'5 .s-o rsSra a-s2!
S 5og°S! -g S g S
5-S-g g'S.» fz S
SSBzs&s.-- - - - - -
G KO «- T3 G
ra q O IG1
S S-3 N
v a 1
<u
o-s;
Oa)^32®'lu®,lu
W-O CO tuD-Q N
o\±:tui 4> o
in. cj m co bö
.SP?"0
:P t-a o
a»
<u ai s
<-• - t-. <u
-T3 JZ he <U -a rz
g u- rr a
O hJ3
2 o
o- <u O
ai -O *-*
-a a
go
o N 3
ai
a
5 N o c CDP
2 •-Jo'l M
O)
O»
«U
O - G
CJ
E(B §1
S°15 2.
a m.
O fcvj
bil O 7
o O)
o --O
c D
a 5
en O -Q <U c
S G WJ C
-jrt O o>
2 S S
bB-O J» t- -
o T,
O
*a
- n OJ AL» yj oj
S I g-o;
a -G
O) CJ
Mjl O
n - T3 5
- CJ c 4) - Bi
CbD F. «-< CL o U.
g 2 5 S |B °-S 0
SogSo^gg-og
Itslfgsïi.s
S S Q--Ö N t;
go» g S
O -rj
<U -Ö r-
Ï2iSSz^|2§