til
JsS°cuiu >1:0^
s
0 5 c
I'S
s
u
S° -a
1830.
LEYDSCHE
WOENSDAG
GRIEKENLAND.
E'gina den 27 November. De Courrier de la Grdce
liaakc bet navolgend antwoord openbaar, door den graaf
lapodhtrias aan den prins de Polignac geschreven. [Zie
Ie missive van Z. H. in onze vorige, Rubriek Grie-
[ENLAND.]
De President van Griekenland
aan Zijne Exc. den Prins de Polignac, minister-
sekretaris van staat van Zjjne AllerCHR. MAJ.,
voor de Buitenlandsche zaken.
Prins
De mededeeling, welke Exc. mij de eer heeft
un'gedaan te doen toekomen, ouder dagteekening van
Jen 7 October, is mij geworden toén de generaal
Schneider, na zijne maatregelen met het Grieksche gou
vernement te hebben genomen, reeds de bevelen ten
Uitvoer bragt, welke bij van den minister van oorlog
jntvangen had;
De geregelde Grieksche troepen gaan de plaatsen
bezettenwaar het leger onuitwisclibare herrinneringen
achter laat.
Damt hebbe de vorstelijke milddadigheid van den
Koning, de edele belangstelling, den ijver en de werk
zaamheid van den maarschalk Maison, van den genetaal
Schneider en van alle de officieren, die onder hunne
bevelen dienden: de vestingen van Messenie en Achaje
Zijn hersteld.
Deze twee provinciën uit hare puinhoopen herre
zen beginnen door den landbouw en den koophandel
ie herleven, en zegenen den doorluchtigen Daam van
Karet X.
De tegenwoordigheid der laatste brigade deed de
wenschen barer inwoners ten toppunt stijgen, en
cle bevolking van het vaste land van Griekenland ho
pen, dat binnen kort ook de hare zouden vervuld
worden onder het toezigt der bevrijders van het
Schier-eiiasd
Het is anders, en welke ook hunne smart ziinooit
zullen de Hellenen genoegzaam de gevoelens uitdrukken,
waarvan hun de weldaden doordringen, welke zij aau
bet expeditie leger verschuldigd zijn.
De generaal Schneider zal ongetwijfelt aan her mi-
•tisrerie van oor!'g verslag gedaan hebben van de vra
gen, welke her Grieksche gouvernement aan hem rigttè,
ren einde te verwerven, dat het verblijf mogte verlengd
worden van de kompagnie arbeiders der genie, mitsga
ders van de officieren, die onmisbaar zijn ter bevesii.
ping en ter ontwikkeling van onze nienwe krijgs instel
lingen.
De baron de Ronen zal U Exc. mede r.ier onbe
kend gelaten hebben met de aanmerkingen, welke rit
hein meoedvelde, betrekkelijk de gewigtige vragen,
'die de achtersralligie onderstanden betreffen, den maan-
delijkschèn van joo.ooo fr. en de leening.
U Exc. vergunne mij. hoogsrdeszelfs goede dien
sten bij Zijne Maj. te verzoekenten einde deze vra
gen op eene gunstige wijze voor Griekenland mogen
worden beslist.
Indien de leden der wetenschappelijke commissie
hi n verblijf in Griekenland verlengen, gelijk U Exc.
ons doe: hopen, zal het gouvernement niets verzuimen,
jem hun de middelen te verschaffen ter voortzetting van
derzelver geleerde navorschingen.
Even zoo zal het niet ophouden te handelen ten
aanzien der aardrijkskundige ingenieurs, wier niet min.
der moeijelijke dan gewigtige taak, niet dan met behulp
van den tijd en langdurige werkzaamheden zal kunnen
worden voltooid.
Griekenland gevoelt te zeer, hoeveel de verlichte
beschaving der volken van Europa tot zijn herstel moet
Itoebrengen, dan dat het niet waarderen zou al wat
het ver chuldigd is aan Frankrijk, en aan degenen,
die het met eene edele belangstelling, nog den bij
stand van hunne talenten en van hun doorzigt zullen
willen leenen.
De edelmoedige welwillendheid, waarmede de Ko
ning den Hellenen zulke talrijke bliiken wel heeft ge
lieven te geven, doet ons hopen, dat Zijne Maj., ge-
zameljjk met zijne doorluchtige bondgenootenhet lot
dezer ongelukkige natie op eene wijze zal beslissen,
die haar in staac stelle om aan hare weldoeners be
wijzen re geven van hare regtmatige en eeuwige er
kentelijkheid.
Mij in het bijzonder zoude hét bezwaarlijk vallen,
aan U Exc. uit te drukken, hotzeer ik gevleid ben
over de goedheden, waarmede de Koning zich ver
waardigt mij te vereeren. U Exc. kan hem verzeke
rendat ik gelukkig zal zjjnindien ik, bij het ver
vullen der heilige pligten, welke mij het vertrouwen
•mijner roedeburgers oplegt, zijne doorluchtige goedkeu
ring bij voortduring kan blijven verdienen.
Ik neem gretig deze gelegenheid waar, om u
de verzekering van mijne diepe hoogachting aan te
bieden.
j, Napoli den 9 (20) November 1829.
De president, J. A. Capodistrias.
De Sekretaris voor de buitenlandsche zaken
en de koopvaardij-vaart,
„Jakovaki Rizo."
N°. 21.
COURANT.
DEN 17 FEBRUARI/.
Li U
«.-* s f -= v. Z1.
0 9 S s. O- g .0 0. t=
- - «,«2 "'a* *-*52
S E» "Q C O
•- I S C '5 a ai.
<u - T5w:o!=v3B-r(ij'a'J
•3 .C, CfJ" K.-C 2
2 - 5 re- G T Jj Jt
.?s.ss»S.BS-S«9«P5?.{
Nog bevat de Courtier de la Grèceover deze aan
gelegenheden, de twee" navolgende stukken;
De President van Griekenland aan den Senaat.
-De sekretaris van staat voor de buitenlandsche
zaken zal u mijnheereo, öeti brief mededeelen waarin
de prins de Po/ignae^ons de bevelen bekend maakt,
welke de Fransche brigade, die de vestingen van Messénie
oezec, kortelings heeft ontvangen. Bij deze gelegen
heid geeft ons de Fransche minister nieuwe bewijzen
van de welwillendheidwaarmede Koning Karei X
Griekenland vereert.
C*»j zult ongetwflfek in de gevoelens en wenschen
deelen welke wij in óns antwoord aan den prins de
Polignac uitdrukken. Want gij gevoelt ongetwijfelt ge-
lijk wijdat Griekenland slechts aan de edelmoedige
besluiten van Z. Aller-christ. M, en zijne hoóge bond
genooten niet alleen zal verschuldigd zijn de bevesti.
ging van zijn aanwezenmaar ook de noódige hulp
bronnen óm hun, door zijne herstelling, de erkentcniè
té bewijzenwaarvan bet ten huhneh opzigte door
drongen is.
De sekretaris van staat voor de Buitenlandsche
zaken zal u ook de tijdingen mededeelen, welke wij
van den heer Eynard ontvangen hébben omtrent het
gewigtige onderwerp der geldelijke onderstandenwelke
wij, sedert de maand Augustus, verzoeken. Deze
edele en edelmóed:ge vriend dei- Grieksche zaak heefc
zich niet bepaald tot het doen van pogingen. Hij heeft
ons onlangs 700,000 franken uit zijn eigen vermogen
gezondenom ons de voorloopige middelen te vér-
schaffen, waarmede In de dringendste benoodigdlieden
van den staat te voorzien.
Wij hebben hemraijnheerendoor ons antwoord
doen wetendat wij u kennis zouden geven vim dit
edel gedrag, eD dat gij hem door ons kanaal de erken
tenis der natie zoudt aicdrukken.
Hoe meer Griekenland het einde nadert vari zijné
lange onzekerheid, des te meer moet het gerust zijn
omtrent de tdékomttwelke het de regtvaardighèid der
doorluchtige monarchen, zijne beschermers, en de
wettigheid der regten belooven, welke het ten koste
zijner edele en bloedige opofferingen heeft verkregen.
Nauplia9 (21 November 1829.
De PresidentJ. A. Capodistrias
De Sekretaris voor de Buitenlandsche zaken
en de koopvaardij vaart.
„Jakovaki Rizo."
De Senaat aan Zijne Exc» den President van
Griekenland.
De brief welke de prins de Polignacden 7 Octo
ber aan U Exc heeft gerigten die ons door den
sekretar s van staat voor de Buitenlandsche zaken is
medegedeeld heeft ons met vreugde vervuld en onze
harten van de levendigste erkentenis doordrongen. Deze
herhaalde bewijzen eener zoo standvastige welwillend
heid van zijde Z. Aller-christ. M. omtrent het onge
lukkige Griekenland, op het oogenblikdat zijn, tot
nogtoe onzeker lot, stellig staat te worden bepaald
door de doorluchtige beschermersdie het een aan
wezen zullen verzekeren geëvenrédigd aan de regtvaar-
digheid en regt-chnpenheid zijner pogingen, iullen ons
en ons nageslacht, met eene eeuwige erken.elijkheid
verbinden aan den doorluchtigen naam van Karei X,
die met eenen onsterfelijken luister in de geschiedenis
schitteren zal.
Het is slechts door de ópregte wenschen uit te
drukken, welke de natie tot den Almogende opzendt,
voor het behoud der kostbare dagen van dien doorluch
tigen monarchdat wij gedeeltelijk onze schatting van
erkentelijkheid betalen kunnen voor Zijne edelmoedige
bescherming, welke, gezameliik met die zijner door
luchtige bondgenooten de wedergeboorte van Grieken
land zal beslissen. Maar terzelver tijd kunnen wij ons
niet wederhouden den Opperbestierder van het lot
der volken de uitdrukking onzer dankzeggingen aan te
bieden. Hij is het, die, van den beginne af, onze
zaak door zoo vele bewijzen van zijnen Goddelijker!
bijstand heeft geheiligd én aan het hoofd onzer zaken
eenen man geplaatstdiemet zijne eerste verschijning
in Griekenland als door een wonderwerk een einde
gemaakt heeft aan de rooverij en de regeringloosheid;
de hatelijke onvermijdelijke gevolgen der vorige om
standigheden, die zoo langen tijd ons vaderland druk
ten een man, eindelijk, die, gelijk Z. Exc. de prins
de Polignac het zoo wel uitdruktmet volle regt de
achting der verbondene monarchen bezit. 2ijne tegen
woordigheid en zijne vaderlijke zorgen verzekeren de
natie de hoop van haren ouden luister te zullen terug
erlangen.
De sekretaris van staat der buitenlandsche zaken
heeft ons ook medegedeeld den brief, onder dagteeke
ning van den 14 (26) October, door den ridder Eynard
aan U. Exc. gerigc, betrekkelijk de geldelijke ouder
standen, welke gij sedert de maand Augustus had ge
vraagd mistgaders het voorschot van 700,000 franken»,
welke deze edelmoedige ridder ons uit zyn bijzonder
vermogen heefc gedaan.
(Het vervolg op den kant van dete hladxjj
O» b/3
.5 .ju
JA 'Z "CJ t
„55°
n Q OJ
s.-s "S -
ZE
-OgZSSJëgfK>
s 5,-SxiS^ fe 3
O O
hC
cp O r - HJ
bfi 2 o n j£ g
„8 - g-S
5-0 U-Ö-.S Si
11 2 c ^5 ti u UM
u«^'uSoObi)V,-tJ«
«1 4» re O jr o, c
uli'O E NÏ^ 2 o
99 -T
-O g
w Oi u
W O C k. fi.u (J.
.3 o O O u 2
t"- «0 N
11 «-=
- n 'S
b£> aj Cc: 4J
C S" JC
u. 4) O qj
Sr.'
li sla
2
ro M g
ct XI cl
0 M m
- Cl T
E-
•O
c
O
6
Ai "O
S-a -£
l^ff-
tij 5
c fc c S
4» 5 ■- fc
i,Ê=0 I
o re c O
g C o g
rji 60 C C
«- *0
tx> A; a
o r. - -
•S 2
"o "S n
5SSÏ
S_ 9>.
ÜL
ïE23 |Ï.S
-° Si Jt c vrf
o 2 «"ai
zu a. n *-
- CU
C btai J*
Së S
re o t- -o
C-E J
t- *-
bc
-s1
•S r "8 -
i^oi
«^03 C,*o
0 c a>
OHM IC*
J3
<L> 5
5 a
s? C -O IU
<u o
Cg .-o
0 5-a
S
<u fc- 2
"«2
-
1 «Iss
X> 4» N Jd
ex 5
-3 g O g .2
l
o n c
a -
o re
cl >:=n3
Ja
W C hj n
Aïos
5 s-= a
I Q
<u 4» a
Ci
-S
b£.C
U w u
tA
ai <v 5®
hCN 5 3
c "2 :S»
Sr.2 ïï(g -
jO S.-= JJ 8
És-8
J2 -
41
"T *u re
E o 'n
2 g
c
C3 0 o
öfE
O re O
5 o F
Jé
C bi QJ
E T
80S
«5
5 w c iZ
•e'i
o e 1-
tx c t*c o
S <L> .E O
Sï c tx
E 1>
«"S-g
.aiü
1
T3 -o
"C v ,5P
-c c
c J£ C
«i. H 5
a
2 B 5
El 2
-Sf "is»
3-3
ï«n"
b£ 4,
u E
3 re 41 -Z
2 o o
o m aJ
E c
re 3
ü-° t
S§ a I
s .8 -
Qfl -S
a> B
«"2 0 S
c O ÜJ3
8 £l
J C,^2
.2 &s e
ÏM C 3
•oü -
-O 2.-0 S
3 O
3
Q.
(U 4) c "O
br Q 41
5
g 2 s t
8 u. -
2-SS3
g-ss
ï^3
jP- OJ
0-5 O
c SP'
E o u,
4» 3 -F
ËSS 8
•2-5
I
u u
23 s
•S s M
bfl c
C
S c
2 4> J=
a>
-5 o
i 8
C\ 2
«co
ïSg
2 -
1-2
8 2
o a o
U
rsi
M B Ci
p - c
re -G O
Wc
Do
r- O J»
£2 a Oi
A, H 2 4>
•8 3 -5
ex o
1- t>
O b£
o o •-
ex^J re
*s - B
'o
P 4)
5
3 A;
xi a»
NO
a
i
êös-s
■S N s
O 2 B £5| s J,
,2 .£5
-5 .2 v o 3
SSU-ojs
C J"
2 "1
V) C
O
1