i
vooroordeeld uitoefeneuof bij eene veronachtzaamde
behandeling en opzigt, bii eene overhaaste begrnvenis,
uchnndpode menschen aan de scemtnelooze diepte des grafs
somwijlen venrouwd worden- Zeer weinige van de
verhalen die, nooens schijndoodertdoor geloofwaar
dige lieden gedaan zijn, verschenen als onwaar of ver
dienen erworpen te worden. Er kan somtijds wel
eens overdri]ving plaats gehad hebben; maar deze be-
l derkii g strekt eenigliik om de angstvolle bekommering
geenszins om de zorgvuldigste toezigc te verminderen.
Een groot gedeelte van den geruststellenden en be
schermende» pligt rust op den Arts, wiens eigenlijke
ambtsverrigting niet enkel gedurende het leven, maar
ook bij en onmiddeïijk w^den dood krachtig en werk
zaam moet blijven. Dringend stelt zich, zoo als de
Duirsche schrijver der verhandeling über medicinische
Euthanasie aangewezen heefc, de noodwendigheid voor
oogendat slechts zulke mannen tot de uitoefening
der Medische praktijk behooren toegelaten te worden
van wier eerlijkheid, humaniteit en beroepstrouw men
overtuigd zijn mag, of waaraan voor het minst geen
redelijke twijfel aanwezig is.
Nevens den Geneesheer is het een gewigtfg vraag
stuk voor plaatselijke Autoriteiten en voor Geestelijken
om alle burgers en inwoners op dit punt licht en ver
stand oij te zetten, en nadrukkelijk de hand te houden
aan de voorschriften der bestaarde wetten.
Het werk van den Heer Taberger heeft de onbe
twistbare verdienste van eene wezenlijke bijdrage te
leveren ter algemeene beleezing, en is dienvolgens in
dubbele mate waardig, om ernstig behartigd te moeten
worden. Dit werkje is in een helderen ligt vatbaren
siijl geschreven, en behelst eene tamelijk volledige
zsmenstelling van al datgene, hetwelk over dit onder
werp' in nieuwere tijden, bekend gemaakt, beproefd
en bewerkstelligd is geworden. De schrijver is alles
behalve een windmaKer. en jaagt geenszins naar het
ijdele doel om door schrikbarende rafereelen de ver
beeldingskracht zijner lezers re schokkendoch hij kan
juist daardoor te meer zeker zijn, dat hij hec door
hem bedoelde, nut zal stichten.
De heer Taberger handelt in de eerste plaats over
het Historische en Physiologische van den schijndood;
voorts over de middelen van den dood, de acupunctuur
van het hart; Elecmciten Mechanische en Chemische
prikkels. Litkschouwingen en deze met de hoogst-
mogelijke omzigtighéid veiligheidspijpen die van het
lijk uit door den grafzeik tot ligt beweegbare schellen
leiden, naar de manier die door Guthmutlt en Hesse
voorgeslagen is. Een koperplaac verzinnelijkt den tame
lijk zaamgertelden -oestei. Het spreekt van zeJfs, dat
hie»' ij tegen i iet aanbevelenswaardig is betwijfelt nie-
inanomaar dac er oneer al die declamatie eene me
nigte overdrijving doorloopt, zal ook eer onbevooroor
deeld beschouwer der menschelijke gevoelens en daden
mei tegenspreken.
HOS
DE
POD
ARS.
Sedert Soiiman tót aan den veldtogt aan den Pruth
hadden ingeboren Prinsen de Vorstendommen beheerscht.
bassaraba was de laatste Hospodar, de laatste legitime
althans, in die gewesten, van wien het Regentschap
overging op de Fanarioteri.
Mén roemt Fanarioot, gelijk reeds meermaals in onze
Mengelingen gezegd iseene zekere klasse van Grieken,
die ie Konsrantinopel liet kwartier van den Fanar be
woont. aar wonen ook de Hygoumenos of algemeene
beheerscber, dat is de titel van den Patriarch van Kon-
stantinopel, de Patriarch van Jeruzalem, en geheel de
heilige Synodus. Met een woord, de naam Fanar is
voor de Grieken, wac Fetkevene Porte voor de Osman
lis is. De andere Natiën vinden hem niet zoo geheel
hoog eerwaardig; het is een enkel woord, hetwelk
behendigheidintrigue, kwade trouw, en de onaf
scheidbare gezellin van die allen, de wreedheid met
zich sieept.
Daar de Turksche wet, de helft van den naam van
Muzelman onttrekt aan dengenen, die eene vreemde
taal aanleert, zoo heeft daarom de Ottomannische Kan-
sellerij altijd tolken gebruikt-, weleer nam men dezelve
onder de Joden of onder de Renegaten; sedert heefc
men dezelven order de Fanarioten'genomen. Men oor-
deele dus hoe vele eerzuchtige harten die waardigheid
heefc doen kloppen in hec kwartier der Fanarioten.
Vooreerst zeer uitlokkende bezoldigingen, daarbij het
voorregt om op een schitterend gezadeld en opgetuigd
paatd, gevolgd door vier voetknechten, dragende Kal-
paks, te rijden, en boven al het regt om den baard te
laten groeiien een voorregc, hetwelk een Sultan gena
deiiik octroiieerde aan zekeren Fanarioot, Ponayotaki
genaamd, in 1669. Ook hebben de rijkste Fanar oten
van alle tijden herwaarts zich bevlijcigd om hunne
kirderen alle mogelijke vreemde talen te doen leeren.
Welk schitterend vooruitzigc opent zich voor hunne
oogen! Bij den aanvang hunner loopbaan, is het de
bediening van Dragoman of Drogmandat is: Tolk.
Van dezen zijn er twee voor de Marinedie den
Kapudan-Pacha doorgaans op zijnen togi of tournèe
van orthalsmg en roof begeleiden. Twee zijn voor
den Divan. De eerste Dragoman bij den Divan achtte
zich bevoegd om zich als de vertegenwoordiger van
geheel hec volk van Griekenland te beschouwen. En
van nu af aan welk een invloed op de publieke zaken.
Het vuurwerk, hetwelk de hoop hun brengt, eindigt
met den schitterenden straalkrans, die hun de waardig
heid belooft van HospodarDan zal men alle preroga
tive», rijkelijk gemeten, die eeuen Pacha van drie
Psnidenstaarten toekomen, dan, wanneer men Hospodar
is...... Maar voor en aleer daartoe te geraken,
hoe vele jaren moeten er mee in kabaal en mtiigue
dtorgeleefd en doorgeworsteld worden. Hoe vele
iiJiriguen in elk jaar! De keus van den Divanna
lunzen tyd weifelende, over onderscheiden hoofden
gezweefd te hebbencffe onderling naijverig waren
om deze waard gh'eid te verkrijgen.' heeft eindelijk
het hoofd .van den Dragoman bekroond.
Zoodra de nieuwe Vorsc den rite! yau Hoogheid aan
neemt omringt bij zich van Walabew of van JVÏójda.-
viers wier krediet en fortuin zamenloopen om hem
eene partij ii^ zijne provinciete verschaffen. Zijne
vleijende beloften bosiien hem aan zijne wagen. En
aan zes personen gelijktijdig heczc-lfde ambt toezeggende
a'cijd beloovende nimmer gevende. Nimmer? neen
dj: is te veel gezegd. Hec gebeurt wel eens dac de
nieuwe Hospodar zijne begoch&lende beloften verwe
zenlijkt dac is, wanneer de staatkunde heni zulks tot
pligt. maakt. De Hospodar denkt altijd aan zichzelven,
en allermeest {nóg wanneer hij deu schijn, aanneemt van
aan anderen te denken.
s'Daags na zijne verheffing C exaltatiebegint.de
nieuwe Hospodar zich flaauwelijk re herinneren aan zijne
onderhoorigen» Mij begint me; zijne voormalige ver
raders en bedervers van hec land coc de hoogste posten
te bevorderen, het kan hein iets verschillen of die
snaken kundig of onkundig, eerlijk of oneerlijk zij 1
genoeg is het hem, dat zij slaafs zijne bevelen zullen
opvolgen. Hij gaat verder over om zijne voormalige
vrienden deels te bederven en als slachtoffers over te
laten aan zijne nieuwe staatsdienaars, ik heb d:e oude
vrienden toch niec meer noodigzegt hij,, vergeten en
vergeven is hei a!een Hospodar (moet de diensten
zijner oude vrienden altijd vergeren en de wandaden
zijner vijanden vergeven. Hij zend eenen edelen vriend,
dien hij Kaimakan noemt, vooraf om zijnen persoon te
verbeelden. Niets is te vergelijken mee de edele naauw-
gezetheid welke die Mandataris van den oppergebie
der jegens de burgers en inwoners aan den gag legt.
Hij heefc nog den eenen voet iu den stijgbeugel en is
nog niet geheel afgestapt, of hij vindc reeds al de
Magnaten van zijn Vorstendom bij zich verzameld, met
den Aartsbisschoppen Metropolitaan aan het hoofd.
Naauwlijks is het, dat hij zich de moeite geeft, om
de roemrijke keuze van den Grooten Heer te prncla-
meeren; deze Kaimakandie veelaal één Jood bij zich
heeft voor de geldmiddelen en een andere Jood voor
de justitiedeze echter vertoont zich minder dan de
financie Jood, verkiaarc als eene onmisbare formaliteit,
dac hij voor zijne geadminisireerden van teedere liefde
blaakt! en dac hij door zijnen meester gelast is om
woorden van .vrede en geluk te verkondigen. De be
woners der Vorscendommen hooren, met een eerb edig
stilzwijgen, de volgende bepalingen aan, welke de Hos
podar bij zijne komst tot de regering vastgesteld heeft
1°. Men zal volkomen ongetwijfeld het ameublement
vernieuwen hecweik bestemd is voor hec paleis van
Zijne Hoogheid.
20. Men zal aaar Konstantinopel expediëren een zeer
aanzienlijk getal groote welbespannen vrachtwagens om
hec gevolg en het materieel van den Vorsc af te halen,
Deze twee voorstellen worden door de vereenigde
Magnaten bij acclamatie aangenomen nograns mee lan
ge redevoeringen over de deugden van den verlichten
Hospodar, wiens eersce gedachte geweest is voor zijn
volk. Inmiddels geeft zich dit dankbaar en welmeenend
volk 2an ongedwongen vreugd over en wenschc zich
onderling geluk wegens zijne op handen zijnde
ramp
De vrees en de hoop verheffen zich dan weder in'
de hanen der heerschzuchcfgen. De Buijaren die in
de vorstendommen geboren en gezeten zijnhebben
menige slapelooze nacht om te bedenken: Hoe toch
w de gunst van den nieuwen Hospodar te verwerven
zal zijn?" Hoe! de meest geoefende inde kunst
van tnengueren en de bejaarden die zonder intrigue
toch ook de geestgesteldheid kennen, nemen hunne toe-
vlwgf tot geschenken die zij als de meesc welspre
kende en meesc overtuigende tolken hunne gevoelens
beschouwen, en allermeest geschikt om de gunst van
den nieuwen Hospodar te verovere De een zend naar
Konstantinopel kostbare rijtuigen met vier of zesspan
treffelijke paarden af, die aan den nieuwen Vorsc gead-
dresseerd zijn zonder regtstreeksche vermelding van
den naam des afzenders: een ander zendt hem de waarde
van equipage en toebehooren m een wel gevulde goud
beurs toe. En deze zijn nog niec eens de meest voor
uitziende want sommige Boijaren houden bij de ban
kiers te Konsiantinopel een compliment in klinkende
munt in gereedhe d om aan den evencuelen Hospodar
toe te tellen op den dag zelf, dat men te Konstanti-
nopel officiële kennis van zijne aanstelling draagt, die
steeds ais de best mogelijke keuze opgehemeld wordt.
Inmiddels komt de nieuwe Hospodar met den ver
schen glans van Majesteit omtogen, en omstuwd van
Rotschüds in folio quarto octavo en duodecimokortom
van Rotschilds in alle soort van formaten uit het Otto
mannische Rijksgebied zaamgevloed aannaderen de
Hospodar ontvangt met goedheid en onuitpurbaar ge
duld de aanz enlijke sommen welke zij aan \s Vorsten
voeten nederfeggen én hij aanvaarc met weltfnllëndneid
de schuldbrieven welke aan zijne orde gesteld bij en
door het volk betaalb'air gesteld worden.
Alle kostbaarheden van den Bazar, worden bij den
nieuwlings gèhnldigdèn Hospodar gevonden en men
weet dat hij ,/nildelijR-' terug wil geven wat hem ir.ee
zoo veel ruimte aangeboden wordt, want hij zegt,
mijn Vorstendom dac ben.ik." Behalve dat, .zoo
hij al geschenken aanneemt, hoe vele moet hij er niec
van zijoen kant doen De Hospodar is een Vorst van
aanzien maar geld bezit hij niec veel. Waarom nood
zaakt hem ook zijne, verheven roeping om reeds op
zijne reis zulke aanmerkelijke kosten te moetei) maken
En dan, wie kan alles vooruitzien! Hoe veel Rijks
grooten, hoe veel Hovelingen zijn niet in de verwach
ting om kostbare blijkep van zijne erkencelykheid te
zullen ontvanger V Hij kan bijna geen officiële brief
voor de eerste maal beantwoorden of hij moet ér een
zeer prompt betaalpaveu wisselbrief bij insluiten. Men.
was niet altijd Hospodar, men zal wèlligt niet alcyd'
(Het vervolg op den kant van deze bladd.j
n n
M 41 2 -<3
2 CJ
l'-S
- O qq
S
- c"2
N g'o S:
0 f? -5 h- N-
C bO g r; w.
r u .O tc o
c X E "O
-«J-" .n.
to S
<u
X)
O
g
4»
sa o
I? n
*-• tfa 7,
.2 f
I
«7 -x
-t-
:zi
m
■Sb
C c bo
s
b-. 4) -
Ven
s
5 e
c: a i*
•ÖC V
4>
4)
al.ïP."
-a» -S|->
e- I w c -rt fc. CJ 4) N
4> r "O T c Cl 0 <5
4. c 'J S5
g<-S 2'la s.a I13
s -
<a ;G«
to
C; .2
2 M
00
2iN Iw
w OJ w
a s s
2 0 «U C O.
1§2
-c e b
O -O
4»
4)
- - c 7.
v '5 -
.2 o
-Z> V'
^3 4, O
Ui. 0 0 «-» as
I
hc 4) a,
c'i'0
bC O -r "O
1- T3 Hl 5 r -
c -C a> o s T3
Ï.-0 O s
N U JD V, £3
T* 4» S a
D ?*-> ca
-C ié <u
S
- a - - p
U CJ (Si.
°"lïE8ï»
r: cc v, --
2, tc o
5 'f O
D CT C C
Ï;ci
1
O O
>52
e s
41 j=
«-• 2 ^3 "O ^3
5 2
O 5 J3
a .55 ct> 1
-o
Q i"
4> v, -
5 «t
NI W
V 4» O
-q 2
S 9
- X O
2 .2. o
«U T3 g
e
S C 4)
C n
N o3 'a 0 -
6 o
£r. -T- P O
o --
o
-J
-c -o 41 c <u :a- ot*a
c '^1 4i C N
t C s N 5 f.
o o a es a Q
s 8|1s 5is3
.-O i 5 2- er
4 ^s^£-= ïfig
O aj g .^5-^*0:=?
.g v n .r~ .2 X
o""=^53ï^.>c
X «- - - 2 <2 ;a
C 4)
4) 4
4»
.4- z. O :s*
ScS«o«
5 2 1 2"^
aj a xs G a»
u- o «u v. u
G
-J <V UJ
- "C O 41 q
"O 5
bi
C -o
b£ X -
r
C 41 1 r* i-. u 41
u u 2 X a -a -o 5 tx.
- - 5j ri 4J
Sf 2 -S B -"S5
G bT 41 to
o c "o a .2
2. tc-a c
41 Q c xr 2
E 9 12 i)
s 15 e E
- -
1 4; c 2
u N M'
e a> _2
t—OJM G-r-—
O ->
O 2 41 C 41
C o Eu rö 5*
O V. T. K-
E 4)
"Q
E G
c .0
G O -CC
41
T- u
O
G tC G
m jj a> o
N 9 r. -c
N 5j O -4.
a,
E 4
T3
1
15
<4
r-
c 2
S.
o» Ïi-Ü^i
S f S. «-'=
w
bc a, aj c a 5 -0 '~-'c
"C >-E T. r: N
(U -I~ l. H ►O - 41 O
>22 c-■£ 2
2' 2 0. o o 2 o
s G .S. - g g o. e
bc -q f s Q.«- :i
2 's 5 *«<lïi:ïSv
o^ïl s El o
C- qj s: 2 O ra P - c 3 ar
'o ë'g tk-.= °.".!d g,| O i
Xog s t R t-R s WÓX fcT