En zoo werd liet door dït 3lles een al te ongelijke strijd; een gelukkig toeval inoest te hulp komen, wan- .neer het iiooge doel van alle die pogingen bij moge lijkheid zoude kunnen bereikt worden. Zich in het van verschansingen omringde Warschau te werpen, bleef altijd nog als laatste hulpmiddel of eindelijkc toe- vlugt overig. l\'osciusjko zag vooruit, dat hij door R'.is lands overmngt, indien er geen onverwachte uitkomst zich opdeed, weldra zoude rer neder gedrukt en over weldigd worden. Voor en aleer zich in Warschau als laatste schuilplaats te werpen, wilde hij den weg der offensive bewegingen beproeven hij wilde in plaats van verdediger te blijven aanvaller worden had hij het legerkorps van Fersen kunnen vernietigen wie weet of het hem niet gelukt ware Suwarow terug te slaan. Zijn plan leed bij de uitvoering schipDreult; hij zocht nu in het strijdperk den doodmaar hij vond dien niet. Keizer Paul gaf hem de vrijheid weder, .ver- .bonden met een geschenk van vijftien honderd boeren. Het aanbod om ui Rnssischen diénst te treden, wees Kosciusjko beleefdelijkmaar niet minder standvastig van dè nand. Hij begaf zich naar Noord Amerika maar nog voor dat hij derwaarts de reis aannam zond hij den Keizer van Rusland de gelden terugwelke die Monarch hem had doen toekomenen weigerde ook de geschenken aan te nemen van het Landgoed en de 1500 boeren welke de Keizer hem gegeven had. In Amerika werd hij met een' geestdrift, die hem ais held hoogelijlt vereerde, maar die ook niet minder de Natie, welker gastvrijheid hij kwam inroepen, tot eenè wezenlijke eer verstrekteontvangen en opgenomen. Inliet huis van Washington doorleefde hij eenige geluk kige jaren. Het Congres droeg hem eene zending naar Frankrijk op. Dekennis, die hij hier met eene Zwitsersche familie, met name Zeltnermaakte, hield hem, na dat reeds ziin last volbragt en zijne zending voleindigd was, in Frankrijk terug. Te vergeefs stelde destijds Napo leon alle kunsten der welsprekenheid te werk, om hem over te halen, dat hij zime Keizerlijke krijgsbanier mogr volgen. Kosciusjko had namelijk aan Keizer Paul beloofdom nooit veder tegen Rusland de wapenen te zullen voeren, en hu hield zijn woord. Een door Napoleon in.Polen op Kosciusjko's naam verspreid Ma. nifestis een ondergeschoven stuk. K eizer Alexander betuigde in Parijs den Pooischen held zijne hoogachting. Kosciusjko gat hem den raad. om aan Polen eene con stitutie te geven gelijkvormig aan de Britsche, en dit laad steeds als een op zichzelven bestaande Koningrijk te regeren. N'et langen tijd daarna volgde Kosciusjko znnen vriend Zeltner naar Solothurn in welke plaats hij in het jaar 1817 zijn leven onder studiën en het imdcelen van weldaden ten einde bragt. Kosciusjko behoort buiten bedenking tot de weinige hoofden van Insurgenten die tot zijnen dood toe met zichzelven in vrede levende, algemeene achting genoot, en dit wel gewis, omdat hij de verheven roeping, welke hij zich ien doel gesteld hadde bevrijding namelijk van zijn dierbaar vaderland nimmer door eene onwaardige handeling onteerde, vernederde of bezwalkte. Daar, waar de deugd haren zetel gevestigd heeft, ver stommen ten langen laatste'naijvernijd, of hoe verder al die hatelijke ondeugden genaamd mogen zijn. On verschillig of het in geluk of ongeluk zij, het vermo gen der deugd is zoo groot, dat zij van den ondeu- penden de schatting zijner achting tegen zijn wil ont vangt. Er is misschien slechts één Revoiutie-held der nieuwere tiiden die den Pooischen verdient ter zijde gesteld te worden: de Korsikaan Paoliwiens deug den het onderwerp hebben geleverd van een voortref felijk Latijn sch gedicht van Petrus Burmannus Secundus hetwelk de schoonheden van den eersten soort bevat. De titel van Falkensteins werk is: Thaddaus Kosciusjko largestellt ron Karl FalkensteinSekretair der K. Sachs. Wenth. Biblioth. zu Dresden, bey F. A. Broekham, Leipzig 1827, 294 bl. 8v0. iets over de GESCHIEDENIS DER HEKSEN-PROCESSEN. Onze geleerde en beroemde landgenoot de Heer Mr. I Scheltema heeft in het verleden jaar te Haarlem in iet licht gegeven eene Geschiedenis der Heksen processen vaarin een treffend tafereel ontrold wordt- van den oorsprong en aa"rd van het Heksen - Procesen de gruwzaamheden welke daarmede door geheel Europa gepleegd zijn. Ook betoogt de Heer Scheltema bij die plegen heiddat in de voormalige vereenigde Neder- '"den de doodvonnissen wegens tooverij over nee al- gemeen later dan elders in gebruik zijn gekomenveel hinder talrijk geweest zijn en veel vroeger opgehou den hebben, en dat, met betrekking tot de bestrijders van dat heilloos proceszoo wel de eerste in tijdsorde» »l< de voornaamste in kracht, nadruk en klem van rede nen, Nederlanders geweest zijn. Over dit onderwerp het een en ander naziende en n voorschijn zoekende kwam ons een werkje in han- '7 hetwelk in 1695 in i2mo is uitgekomen onder «zen titelFoorzigtigheid in 't halsstrajfen of een Lei van dc Regtsplegingen tegen de Tooveressen den er heden van Hoogduitschland its dezen tijd ten hoogsten uttig voornament/ijk Vorstelijke Raden en Bicchtva. «rs, Inquisitie meesters, RegtersAdvokaten Biecht hoor- urs der betichten Predikanten en anderen zeer nut otn Pzcn. Dit Boekske was oorspronkelijk in het li-in geschreven, en uitgekomen bij Martin/is Endter Sulzbach, onder den titel Cautio criminalisseu dè VKessibns contra Sagas liber, Magittratibus Cermanis tempore summe necessariuspraeprimis consiliariis et ijt ssanis rincipuminqmsitoribusiudicibusadvocatis, njc: dibus revrumetmesonateribusaliisque lectu uti- •ui mus. De se!irijver van dn hoek voor zoo verre hij ,!j - L bi ïi g i ü.L 3= zoodanig k,„ hescnouwd word™, waaromtrent straks S g 5 «5* S N £°L kernwezen zijn eep Rojmschgez.nd T" l 6 S-g '■-> v.rkianrt, in ziin geweten overtuigd te zijn ta evv Sas v van dc godvergeten gruwelen aan de beklagenswaardige I 2 2| slacnt-ff.-rs d;e van tooverij beschuldigd tvaren ge- -g g-S-S ft a o c §73 S Pleegd, en uit pligthewf de pen te hebben .opgevat; ff 8 "H I - e "I daaromtrent zime landstreek geheele dorpen en gehucht wêi-H 0,'i T ,de 'au tooverij rustte, V S S 2«~ g.i?| werden ledig gebrand, liij heeft het echter raadzaam t E f S 3 -8 geacht zijnen raam veroorgente honden, teneinde -S -룧n.= l g-H, vS-u^ met al« een nn uitzinnige en ketter vervolc te wnt* 51 e c -t g o den. Johannes G'tmaeny, uit Oostenrijk, een Regtsge- T g *>S fl« 1*^ eerde, heeft dit Hoekje op eigen kosten' weder fn het 2 g §- licht get,ragt, nadat de eerste druk voor lang was J <u 2 o c g g uitverkocht. 8was "g JB g cc N De schrijver volhfengt ziin oogmerk in het oplossen an zestig vraagstukkenwegens de tooveressen zoo '*"g-S3i~e .Soi=S§0 OI e rn On A -O r I on w— Is m -tv st s .üïfs j. luuyirrcssen zoo als men die noemt, Heksen en dergelijke vrouwen, rso ^<vs - ^5- zegt hij welke niet mag tig zijnde om zichzelven tegen S; hunne aanklagers te verdedigen dikwijls handelooze «S besies, we.ker spaarpotje hare vijanden te veel in de - tv 2 E S 'S oogén bil;,kt 1 zonder .Lt z„ oo-t geweten heohen wat "S 1I "i g E g -S «8 tooveui is, om tooverij verbrand word mi. IJewiil hij - "oodé" -S» - Si? SS voor een goed Roomseh-kath Jüik wil doorgaanontkent sf-S g S SSjssfor hij niet; dat er zoodanige boosaardige menschen zim, die een ander door tooverkunst beschadi-'en maar dat er zoo velen zim als men zegt, of dat ti e arme men. 2,:=»t» a scnen, die ,n ontelbare menigte ten vore gedoemd en Sk= S-S fc S in assche vervingen zij konden to .veren dat zal heins S - zegt hi] niemand ter wércld wijs maksn. c'"c C 75 Het mooiste is nogtans, als men des eeriijlten mans 'i S b naauwkeufige uitpluizingen gezien heeft, dat er geen -o t g-S -§ -S enkel men«ch, gemeenlijk van tooverij beschuldigd, 2 1 zal gevonden worden, die, wel onderzocht Zijnde S J 5 gn - - 5 s"""'! niet onnoozel of herssenloos zij. lts Ufc - 3 Hij verfoeit met reden zijné landgenonten de Duit- S 8 3 5'; I35 schers we! te weten de Duus'chers van 1695 evenwel -r- S a .H, 2?^ k C s - t dat geslacht van Heksen-vervdljjers en wondermannen c 5 is in het katholieke Diiitschland nog heden niet uitge- 5 t .torven, hoe zon anders een Impoteurzoo als de S.1| Vorst van Hóhenlohe, zoo veel aannang hebben kunnen v vinden) dat men hunne velden doorgaans ziet rouken 1 e| 5 k van de brandstaken, aan welké de arme menschen het s -'■$ g -a leven eindigden. Tevens prijst hij zulke landen alwaar 2 S 5 o s 5 t v h 'men geene rampen van wéér en wind nochte ziekten *5 g S S g S> S i.g van vee en menschen den tooveressen maar aan natuur- -- S -f c lijke oorzaken, door God bestierd, toeschrijft. ï^'S'v-o "v» J-S s 5 s J Regtsgeleerdelijk dan toegestaan zijnde, dat er zulke S 5,— 'S 0 Tooveressen mogten gevonden worden, want, zegt hij, g 5 S. a" -§ 5 res judicata pro vera habeturen er zijn zoo vele von. "8 S^^ö'5' - bi'T-S nissen tegen liedendiewegens tooverijveroordeeld sljul zijn, dat men of twijfelen moet aan de onfeilbaarheid £f der uitspraken des Regtersof erkennendat er hek serij bestaat, en dat die daad air crimen gekwalificeerd is. Dus bij de Regtbanken was het uitgemaakt, dat er eene misdaad van tooverij bestaat, doch dit toege- geven zijnde, gaat hij ernstig voort om de Duitscne - Vorsten, Landvoogden en Overheden te vermanen, dat het hun pligt is om hoogst omzigtig të werk te »g gaan met en tegen menschen, tegen wie die beschul- S-S5 g &-S li§1 diging mgebragc wordt. S.E "Ir»'? S i Hij vertoont, dat er jaarlijks vele rampzaligen, (meest *^=3 vróuwen,) in het vuur gezét, en geheele landstreken u. g Z 5 g (joodsch gebrand werden, zonder Iets te vorderen, dan 0 c* - o t S dai de Inkwisitie-meesters, tot het uitroeijen van too- S-S o - c 5 S s verij gesteld, telkens naar nieuwe offers, dat is, naar *0 ^-v u I, 1.r-> r- e» '-J 01 y T - ni *-• «"--uwe wiici», uac is, naar o -a -o «- 5 •- nieuwe heksen zoeken. En, geen wonder, want up ve'e plaatsen hebben die schoone regters vier tot vijf 3 3.-S.5 s - i ï?3 I.IS'I'0 Rijksdaalders voor eiken van tooverij beschuldigden, 2 o - v g Z /H iQr» -711 rpr Hginrl uero-Mi^nb Ia tn T? 2» Lvui,k-nj ucociiuiuigiien t- - o> dien zij ter dood veroordeelen. Tot een bewijs, hoe verre de razernij der toover- M g 2 E c I 3,^ - - regters in Duitschland pleeg te gaan, verhaalt de senrij- g s. 8-S 5; 5 j. i ver, hoe, kort geleden, twee inkwisitie-meesters heb- 3 N Si^O q S^'So"; bende gelezen het boek van den geleerden jezuit Tan- 2~2§g g,_ - nerus, in hetwelk hij betoogde, dat men degenen, die 2- wegens tooverij aangeklaagd wordenzoo boos en dom mor nrto/bArf tfr Jlorrir»e/Ionl^« l :i C73 ty s >7- O"H" 'WV.II GUU uuws en uom rt U '/J n a niet behoort te veroordeelen, met bijstere griramfehcid uitriepen: dat zijn zoo die Tannerus in hunne handen aJ 5 I S3 -•/- - a,*,,,. c/i.j tu n urn if nunuen vteli geene zwarigheid zouden makenom hem dadelijk op de pijnbank te brengenals wore hij zelf een too- 5 'j s f s venaarenkel omdat hij zich hunne belangen scheen 1 I 5 aan te trekken. |S§o^-ao-glfe0"c"4 En de schrijver van dit boek heeft het ook niet van J o I'S JS El Sl-o g, hooren zeggen, hetgene hij te berde brengt, maar is zelfs hij de gedoemde slachtoffers in haar uitersie bij den brandstapel tegenwoordig geweest. Hii verklaart «■oit.'.^-c n a hen onschuldig te hébben bevonden, en heeft den Reg- ters daarvan naar pligt en geweten betuiging gedaan, -o "-5-3 o behoudens den eerbied voor den biecht der gevange- 5-1 3 nenmaar het mogt niet bateneh wilt ge weten waar- 2 -SS11 J V S om? de hierboven gemelde reden geeft de oplossing. - Werd de beklaagde onschuldig bevonden, don kon de "5 3 5 I S-S'n 3 Regter zijne 5 ol 6 Rijksdaalders niet trekken. Een -c .asv 1 zekere Priester Binsfelt heeft destijds tegen dit werk Ë-Sujl -""fï'I S géschreven en de partij der toover ïegtérs opgenomen; "n" 0—-i j, Q zijn argument was: dat de verorande heksen zeer zeker 1 3» S o.» -ë g schuldig moesten geweest zijn, want dat God anders «o -Sc^-o •8><U"-Ha' 'u niet zou toegelaten hebben, dat onschuldige menschen "2 5 s s cf =lH i van zoo snood eene misdaad beschuldigd, 111 de vlam- >- "S *5 S -S men het leven verloren! g- - 5-e 5 E c u 5 Nadat onze schrijver aangewezen had, hoe groot v sl s eene omzigtigheid vereischt werd in het onderzoek der meergenoemde misdaad van tooverij, en hoe van dezelve -J 56 misdaad nimmer zoude gerept wordentenzij eenige in- Ej-S n 1 1 kwisitie-meesters efi opgeruide fielten uit het granirw, «2-e o >5 het wild ais 't ware voor de baatzuchtige Regters opspeur- S-* ~L 3~Sj-§ den, behandelt hfl verder de vraag, of iemand, op aan- '5 50 -C-8 "S Z -&-5P-? S klagte van tooverij gevangen straks voor een misdadige - S"-o-S jÜ '1 s "S -- g C moet gehouden wofdeii. En hierbij schildert hij naar %5>'ï - het leven af, welke en hoedanige de stokebranden zijn, S-a ^'o n n Sl ^-o die de gevangen arme vrouwen de woorden als uic denhals tornen, en in den kerker mistroostig en wan. j bnpig maken. Onze schrijver verzekert tenen znrier ambtgenooten te iiebben gekend die ineer dan twee honderd wegens hekserij ter dood veroordeelde vrou. (.Het vervolg op den kant van deze biadz it

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1829 | | pagina 3