C I V I E L DE P A R TE M E N V. benoemd: Tot lid der"wceskamer tc Soerahaija. D. llalewyh fcoekhouder en magazijnmeester bij d-n constructie* aiinkel. Tot opziener hij den houtzaagmolen te Batavia, PiUikaan thans opziener by den houtzaagmolen te apara. Tot opziener bij'don houtzaagmolen te Japara 5. MRoozethans onder-opziener bij den houtzaag, molen te Batavia. Tot onderschout aan de werf te Batavia, C, Licznnders ambtenaar op wachtgeld en zulks in plaats van ,J. Hcunevclithonorabel ontslagen. MILITAIR DEPARTEMENT. benoemd: Tot magazijnmeester van hec kleedingmagazijn in de eerste groote militaire afdeeling J. Suydersthans Magazijnmeester van het algemeen kfeedings - magazijn. Tot magazijnmeester van het algemeen kleedingtnagazijn f, N. von Endethans iste kdmmies bij het militair hospitaal. mengelingen. GEDACHTEN van een GRIJSAARD (tusschen I7<So—177Ó) OVER DEN 'GOEDEN OUDEN TIJD. Aetat parentum pejor avis! Horatius. •- i C Kan men nn niet eenvoudig uit deze vergelijkingen hpmaken dat liet-ec\verre vandaan is, dat men de op voeding verbeterd ^hieften dat \hij niets gevorderd zija, als ten vetd^fvezullen de buitenlanden Ons niec Mndelijk. met verachting ^anzienals wij onzen goeden haam krediet en koophandel Verloren hebben kunnen de lessen van LóckeFórmey en van Engelen hier wel Van eenig nut wezen zijn die in staac om wel uitge. [voerd en met en benevens de vreemde gouverneurs tit leermeesters onze jeugd te verbeteren Immers men pee bij de uitkomst, uit ieder vergelijking, neen! Wat moet hier dan in gedaan worden antwoord andere en zeer eenvoudige regelen moeten bedachc worden die meer nanr de natuiir eif zeden van ons land geschikt Zijnen zoo min als mogelijk van het Metaphysische hebben, opdat zij toch voor eik bevattelijk en verstaan baar zijnen door iedereen en óveral in ons geheele land kunnen gebezigd worden. Voor en aléér wij tot onderzoek van dezelve over- paanzullen wij den tijdwelken ik beleefd heben van welken ik ooggetuige geweesc ben, eens losselljk bverlóopen om eeulgzins de oorzakenwelke aanlei ding tot dezé verandering gegeven hebben, eens na te lapettren. Ik heb in het laatste gedeelte dër vorige eeuw het oproer der aansprekers of lijkdienaars te Amsterdam bij gewoond. Ik heb vervolgetis den odrlog van 170a tot 1713 beleefd; het aandenken van dien krijg, is altoos mee vergenoegen over de glorie van mijn vaderland geweest: in dien tqd ging (gelijk nacuurlijk te begrij pen is) de koophandel naar buiten juist niec zeer voordeeligdoch dit werd vergoeddoor de voordee hen, welke de kaperijen ontvingen; de fabrijken bin nenslands waren iu eenen bloeijendén staacen men bad tót de burgerlijke levenswijze zoo veel niet noodig sis men thans heeft. Onze haringvisscherij werd in dien oorlog vreesselijk gekraakten heefc zulks nooit wedbr geheel en al te boven kunnen komen Enkhui. ten kwijnt nog van dien slag eD Zweden en Denemar. kén hebben hec zich ten nutte gemaakt, en op de ruines van onze vissCherij de hunne gebouwden het thans zno verre gebragt, dat zij meesters van dezen han. nel door het geheele Noorden en een gedeelte van ihiicschlaud geworden zijn. Zie daar, een voorna- n en lak van onzen welvaart verlorendoch men ge voelde dit toen nog zoo niet bij het algemeen door óe overgroote winstende men in de daarop volgende jaien trok, uit considerabele verzendingen naar Rusland, onder de regering van Petrus den Create; want het is bekend, dat er ongemeen veel gereedschappen, ijzer werk, touwwerk, blokken, oorlogstuig, kanon en snap hanen, lakens en iijwaten, enz., in dien tijd Uit ons land naar Moscovie verzonden zijntoen was het voor dien korten tijd van eenige jaren, een gouden tij'd in Reder land, en men verhaalt elkander nog, Cals waar lijk iets bijzonders, gelijk het gebeurd is) dat in die digen, op één kantoor in Amsterdam, op ééne kommis- lie, en die op éénen dag, Honderd duizend guldens werd gewonnen hoe hec ook zij mee dit geval ik heb bij ondervinding dat er toen veel gewonnen werd, en ik kenne nog verscheiden* familieu, die bntine opkomst aan dien tijd verschuldigd zijn. Doch locn was ook het tijdstipdat de Nederlanders be gonnen te veranderen: de pracht, weelde en zor geloosheid namen langzamerhand de plaatsen in van zuinigheid, eenvoud en ijverdoor den vrede, kwam de ronde mijn in menigte uit Frankrijk voeg hierbij knffij en thee uit de Indien; allengskens maakte ons bier plaats voor deze dranken. Onze menigte van bierbrouwerijenzoo menigvuldig in alle de steden nazes lands zijnde verdwenen door den tijden hec- peen wij thans daarvan zien overgebleven, zijn slechts schaduwen van dezen tak van welvaartdie wij mede urloren hebben. Thans wordt hec geld, dat toen in nat land rouleerdenvoor wijn en thee in menigte mar buiten gezonden. Diezelfde Petrus de groote die ons land voor eenige weinige jaren in weelde en overvloed dompeldeis in (lienzelfden tijd ook medewerkende oorzaak van ons verval geweestons werkvolk heeft hij op hol ge holpen-, onze fabrijken uit ons land gevoerdmen was voor dezen grooten hervormer eene woeste natiege- heel zorgeloos, aile geheime van onzen handel fabrij- keu cn scheepsbouw werden vonr hem opengesteld, S"T5 JG i a c 5 fc» p <t> o r: -D N O) <L> O O, JS -U O f cüO Ui u U SP .O öd 2 g g SS* aj ca w j 5 g-° e lillies! -eco S K e s - F u o i> jQ C b0"° hfi cd bui" bfl c3L<yM,w*P*P^3,,a»j c jj b o c .g Ï5 O T3 F M <u ba o en tegenwoordig Kileifwij dJafvan dé gevolgen. Rui- land vofij ons thans zelve nieuw gébtithwfe schept ti „'H toe; van linnens, touiVwhrk en zeildoek kan RuslahS g S ons mede Voorzien, verre er van daan, dar Wij tegen- 4 woordig ziiilts daar naaf tóe zouden zenden Is onz'o koophandel op dnc Keizerrijk thans geheel in eenen lijdenden of pnssiven kon-handel vérandeid. Vervol ger.s 111 Iste: jaren kwam d*e pest te Mdnetïfc'het gevolg was dat onze gouden en zilveren passement en dréad fabrieken de kommissiën kregen, die anderb gewoonliik over Marseille 'en Frankrijk kwamen, en zoo bekwam deze, tak nu in ons vaderland ov '-rvloed van werk en handel, (ik zwijge de voordeelen die andere takken van den handelde eene meer de andere minder verwiervenzoo verredat ik zelve eenigü van ónzè ijverigste wbverskne'ch'ts in diè fabrijk gekend heb die in dien lijd week voor week van tien tdt vijfcien guldens aan arbeidsloon verdienden; maar wat '5 H. g' gebeurde er? Hieruit 011.stonden wederom misbruiken, - waardoor onze weverijen en onze fabrijken den gro'oc- sten knak gekregen hebben. De oorzaak der misbruiken, welke wij aangewezen hebben, was zehr natuurlijk, en heefc meermalen ook in andere dingen bij ons plaats gehad; uien was ODtler ons volkje dien overvloed niet gewoonmen had al te veel wefkmhn kon al te ve'èl 'geld verdiendndus 111 plaits van zes dagen in de week, werkte men maar drie dagen, en men liep, even als de Goudsche pijpen- makerskneclus, drie dagen rlnkelröoiien; de meesters Verlegen zijnde, moesten kunne knechts bidden 0111 te werken, en dit is oorzaak geweest, flat onder dit werk volk van toen af aan tot lieden toe, alle eerbied en gezag verloren is gegaan. Wat was her verdere gevolg? dit: dat de kommissiën niet op zijn tijd gëleverd konden Worden, en dat dezelve, na het ophouden v'an dé pest te Marseille, wederom naar Frankrijk terüg beerdeu; hoe gemakkelijk was Hec voor ons geweest om die kom missiën hier té beKoud'eu! Welk een schoone en duur zame tak van handel kon daardoor bij ons gekomen zijn indien onze Natie had willen werker.Maar helaas de oude ijver was toen reeds aan hec dalen, en de overvloed had de weelde en werkeloosheid doen toe nemen, het was dat zelfde werkvolk, hetwelli oorzaak geviteest is van het verliezeh van dezen liandel-t'skdac thans zoo bitter klaagt over gebrek aan werk en slech te tijden. ik zou Hief haast vefgeteri (doch dit is aan een oud man toe te gevenden nadeeligen opstand in onzen handel en fabrijken in het desperate Actie-jaar van 1720: alle goede orde en ontzag, die nog tot dien tijd toe hadden stand gehóuden, waren tiu ten eenemale vérvallen; hec onderscheid der Burgerstanden liep dood èn te niet, en de geesten van bedriegerij, dngeocrloofde winzucht, luiheid en loomheid verspreidden hunnen giftigen waassem over onze geheele natie; en hec is sedert dien tijd, (die genoeg nog bekend ij, en waar- Van ik niets zéggen zal,) dat de Hollandsche natie alle gebreken van vreemde natiën heeft aangenomenen daar mede tot lieden toe nog is besmet geblevendekè troe. bel over zijnde, Was alles bij onS kwijnende, uitgezon derd dac Weeldó en pracht dagelijks al meer en nieer toe namen, niettegenstaande onS land dagelps met verschei den lampen had te worscelen; ik zal met stilzwijgen voor. bijgaan de rampen van sterfte oiider menschen en vee, harde winters, zware watervloeden, en een algemeen verval in handel en fabrijken Ik zal alleenlijk één woord zeggen van den allerhevigsten schok van allen, dien wij nu voor twaalf of veertien jaren ondergaan hebben. Voeg nu bij weelde en werkeloosheidWelke onze natië reeds overheerd haddennog muitzuchc en oproer bandeloosheid en ongetoomde vrijheiddrift om land ja zich Zeiven ongelukkig te maken doch deze is nog overgenoeg békend, wat behoeve"ik er hier riógmeef- der van té melden elk weet dat het nog overgebleven gezag én submissie iu duigen viel, èn dóe het toen, zoo binnen- als buitenslands voor ons in den aiterdek- peraatsten toestand was. De wijze maatregelen Onzer hooge regering reddeden' ons vaderland uit dien bangeD nood zOo goed a/s mogelijk was tijdsomstan digheden in aanmerk ng genomen i en wij hadden h'et geluk van zuiksdoor eenen bestendigëu vredede welke tot heden toe hög stind hoiid'cgevolgd ce zien. Tijadat deze storm over wasbleven wij als voren; weelde en pracht hadden harén zetel midden onder ons gevestigd neeringlóosheid règeèrde door ons geheele land gebrék aar. werk deed velen tot den bedelziak vervallen; doch éindelijk kwam er weder eën luchtje, de in 1756 begonnen Fransche en Éifg'elsclie oorlog. Deze deed ons voor eenen korten poos weÜeroiïi koop. handel en werk bekomen, maar Ook weelde en over- daad breidelen hierdoor liaré heerschap, Ij uiten die rijk en regering namen bestendig toe tot op den tegen- woordigen tijd Schoon na het eindigen van dien oorlog (1763) ook de overvloed van handel bij ons is verdwe nen, nogtans durft de burger, nog als voren, zijn (lesch wijn drinken en ZiCh op allerhande wijze diverteren bij voorbeeld: kon men in de laatste iaren, toen onze Erfstadhouder in de steden ónzes lauds weld ingehaald door al het momtuig van pracht en weeidewel eenige blijken van neringloosheut vinden en kan men tegen woordig ctp de concerten assemoléén en in Auister. damsche en Haagsche schouwburgen wel zien dat het een slechte tijd is immers neen en evenwel klaagt iedereen over den slechten tijd, en met redenthans zijn meest alle onze fabruken vervallen onze buiten en binnenlandsche handel en winkelneringen liggeu dood krank; eenvoudigheid, ijver, trouwen èerlijkneid zijn' 5'n woorden zonder beteekeuis bi) ons geworden èn Sod g a. o betere het) indedaad zeer schaars méér bij ons te "g vinden; pracht, overdaad, weelde, onmatige verteeiin- "g 2 S genplezierpartijen en onnutte divertissementen, heboen dé harten ingenomen en Zijn door langzame inlating bij ons ten hoogsten top geklommen wordende wezenlijk de genietiuge daarvan, tegenwoordig voor hef hoogste geluk gehouden en nog niet tegenstaande dien vee- gen staat daar wij ons ten aanzien van den handel tn (/Vé/ vervolg op den Haul van deze blddz.j ±i "o tn té o g o i, 5= mo £.5^1 V< t v o w - tr-i; S S -£=t S c g-« 5 Ml» B g 6 :P JL. «"O *0 a o c o 9 o S sü e-ó - 's. fc s O. SA-ljp (TJ cn li IJ <A fj TO© CJ OK'* '- - «v> O i N s 0 os v 1 2 w B «TJ V 2 c .s e— JV«*3 N j) f 1 O»- T Ji O n t>o«rD. Si o *G2 G O CL.«I C o v Q bs g V O 5 <D W C i. r4 .S -S c j3"c a» ri TD c a a ssS»« s .ÏZ *0 ^3 c o 3 o .S a. «i s Sss-ojazi S oK S 3 c a> a» 0SSa£S|i o S--S -M N U —X3 a> s 2 N -a :G» ts U "T", "-2 F Só 2 o 5 «3 B j: w G o as s c <u o a» 5515 5 ■S s 2 *5 ,0 Jj o 0 c QJ g O M s O rt 2 C C N C OJ v O Al M" M |"!X§I12 SiosfAN-o 1_ s_ ^CwI-ÜQO(U«C»O >Eo-a C o B W tl o» «T3 w e °-S ieS :i11 E .SJ s (un N W c w a> 2'a'a «J u "t - E "E x s; <u ?- s n A T3 u bC «u - '"y, «■«'SS'OC u .»c-0 c O hE ca S -, u O O' <u N p e •ie -c g C C J* bDXl P 5 O a 0^.5 gildis I-s - o-~,^Saj"öj<UtT •5 S- V. o 'O Tl a> £gs SaeMc-o O O T O O w p 3, O c c O) -• N Sd N TJ O ba «u S O n .,1 ei f a» c 7, - 2 a."a G"OcF,JJ'""Ouit."Pb£4jO - - X - S 5 2 e C-^CT7>*0 - O w S - o -Q o p «u 2 =j CJ - 41 5 bt^ :3» n o -r t: t O a .s O »1 41 W c a> e *n a o C fl, <u flJ KW b£ O) c bjy-± s o :P* (U a» 2 'O "T3 5 S g? U ti,T3 f o| g- i 85-g 3£pt/></®'0 „<u.t®bOS« •- :p-5 2-5 iu S r«io,i:«j4jaos C N*u J3 N-CJ4 <u a e- a> «"•o 41 U) ■Z. 60^ a o - o/ 2 9 «1 ti C w tï 2o3OuC«54)u> J= ftJ O a> en c o i_ r u-n 2 o - ,>*«=s 3.d g S ',c j E 25^ <U bC - - ij i —C T3-- O j: Z o .re ^13 f 4i£ Z X> N 01 O. bL CS cd o»'° 45 2i,"° S u bic f «5 s-g6*._!r_.. sj o* g£ ca' u. -r <u C y QJ -O en iu T3 c o r a "C/3 C "O •- X cn cs aj 4>*O .3^ I *T3 cg: u 5 P bD - l=| c s f y 2 c 2 -ê 2 0 c c -a 2 Ef; c.2 <u fc u <D -j C t Mc Ó-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1829 | | pagina 3